Interview: Astrid Petersen “Niet zomaar een broedplaatje” Ze heeft draagt vele petten. Astrid Petersen is een van de initiatiefnemers ven Vechtclub-XL en het gelegenheidscollectief de Utrechtse Ruimtemakers. De ruimtemakers is een zwerm mensen die bezig zijn initiatieven op te zetten die met de directe leefomgeving te maken hebben. Ze zijn bij elkaar gekomen om ervaringen te delen en op die manier van elkaars ervaringen te leren. Is het nodig om je als Ruimtemakers te organiseren? Wat we eigenlijk doen is informatie delen aan en met mensen die meer invloed, zeggenschap en verantwoordelijkheid willen dragen over hun eigen leefomgeving. Heb je het nu over de participatiesamenleving? Zo wordt genoemd hè? Maar ja, overal in beleidsstukken staat dat we moeten participeren, dan moet het ook mogelijk zijn. Wat wij merken is dat veel onderliggende structuren dit niet altijd mogelijk maken of dat het erg zoeken is naar welke mogelijkheden er wel zijn. Door ons te mobiliseren in die Ruimtemakers willen we helpen in die zoektocht. Oke, je hebt het over structuren. Wat bedoel je daarmee? Nou, dat zijn bijvoorbeeld bestemmingsplannen of contracten tussen verschillende partijen die misschien niet meer overeenkomen met de wensen van nu. Vaak kunnen zulke contracten juridisch gezien ook niet worden onderbroken. Wij hebben hier met Vechtclub XL bijvoorbeeld een contract tot 2020. Mijn vrees is dat deze grond wordt verkocht aan grote jongens. Dus in 2030 is Vechtclub XL niet meer op deze plek? Dat zou ik heel zonde vinden, maar dat hoeft per se. Ik denk dat je jonge ondernemers die het goed doen in opkomende sectoren niet je stad moet uitjagen. Over Utrecht wordt gezegd dat het de stad van kennis en cultuur is. Nu is het ook een stad waar sociaal en intellectueel kapitaal aanwezig is, maar dat wordt maar voor een klein deel benut. Het is nog steeds zo dat veel studenten na hun studie hier weer weggaan omdat hier niets kan. Hier kan niet, is het echt zo zwart? Nee dat niet, maar ik ben er van overtuigd dat je je nieuwe bedrijven of start ups in je stad moet houden. Maak het hen niet onmogelijk. Doe dat al helemaal niet als ze aangeven mee te willen denken. Het is dan zonde om gesprekken niet aan te gaan en je vast te houden aan iets als ‘geplande woningbouw’. Je noemde net al de kernwoorden kennis en cultuur. Wat vind je van die omschrijving? Die is te algemeen. Maar ik denk ook dat het concurrerend denken van steden achterhaald is. En als we eerlijk zijn kunnen we zeggen dat het aan Utrecht nooit echt heeft gelegen, deze stad heeft altijd mee moeten doen. Richt daarom meer op de inhoud, op dat wat er echt is dan op het vormpje. Utrecht wordt gezien als een dorp in het centrum, de sneutjes. Hier vind je van alle grote steden de minst kosmopolitische sfeer. Dat is dan iets om te zegevieren denk ik. Weet je iets te noemen dat zou moeten veranderen? Ik vind het belangrijk dat de verschillende kennis en netwerken aan elkaar worden gekoppeld. Een digitale infrastructuur die het midden houdt tussen facebook en wikipedia lijkt mij wel wat. Die netwerken zou ik wel in kaart willen brengen. Er speelt zoveel! Maar veel mensen ontgaat dat omdat ze niet in de juiste netwerken zitten. Zoals het er nu uitziet houdt het voor jullie in 2030 op. Wat is je ambitie? Tijdelijkheid komt veel voor, zeker bij broedplaatsen. Maar in het grotere plaatje vind ik het zonde. Er is weinig creativiteit in denken waardoor er inefficiënt wordt opgegaan met dingen die er nu zijn. En als ik dan denk aan de verduurzaming en de creatieve industrie als topsector denk ik: hé, het is nu al aan de hand! Zie dat en ga daar in mee. Het is soms lastig om aan een gemeente te laten zien dat we hier de waarde van dit gebied aan het opkrikken zijn. Daarnaast is dit niet zomaar een leuk broedplaatsje, hier worden dingen gemaakt waar ziekenhuizen later iets aan hebben en die in het onderwijs worden toegepast.”