Virtueel Wetenschapsmuseum` uitgebouwd

advertisement
Wim Van Broeck
[email protected]
Tel. 02/629 22 11
Fax. 02/629 36 40
Commentaar verstuur je naar [email protected]
Bezoek het museum via http://virtueelmuseum.vub.ac.be
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Research and Development, cel Wetenschapscommunicatie
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
LEAD : De voorbije twee schooljaren knutselden leerlingen van de laatste graad secundair
onderwijs hun eigen website in elkaar. Samen met leraars, wetenschappers en
multimediaspecialisten werkten zij een zelf gekozen thema, gekaderd in het schoolproject, in
woord en beeld uit1.
Dit multimediaal, interactief en multi-disciplinair project heeft als doel interesse en enthousiasme
te wekken voor wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling. Tevens wil het
jongeren en leerkrachten laten ervaren dat ICT (Informatie- en CommunicatieTechnologie) ook
buiten lessen informatica, dactylo en aanverwante interessante mogelijkheden biedt.
De uitwerking van hun thema concentreerde zich rond een aantal workshops, georganiseerd
door de Vrije Universiteit Brussel. Tijdens de eerste editie (2000) werkten wij in de klaslokalen
van de school. Voor de tweede editie (2001) bouwden wij een stadsbus om tot mobiel
computerlokaal.
Tijdens de workshops beeldden
jongeren vanuit hun belevingswereld
hun onderwerp multimediaal uit. Aan
bod
kwamen
ondermeer
de
platentektoniek,
modeverschijnselen,
de
Belgische
dioxinecrisis,
de
AIDSproblematiek
en
de
vrouwenbeweging.
Via contacten met onderzoekers
werden zij gestimuleerd om hun
omgeving te observeren, er gegevens
te verzamelen en te interpreteren om
die
dan
tenslotte,
i.s.m.
multimediaspecialisten, te presenteren
in hun website.
De resultaten van het eerste jaar
werden op cd-rom gebrand. Deze
waren zo positief dat we besloten voor
de tweede en daaropvolgende edities
een permanente virtuele ruimte te
voorzien op het Internet: het Virtueel
Museum. Een museum dat 24u/24u, 7
op 7 gratis toegankelijk is en
ondertussen groeit naar een ICTplatform waar u verschillende projecten
kan verkennen, geschikt voor tal van
leeftijdscategorieën.
In onderstaand artikel worden de
doelstelling, werkwijze en resultaten van dit jongerenproject toegelicht. Vervolgens formuleren
wij een aantal inzichten gebaseerd op praktijkervaring en op een deelnemersenquête. De
epiloog biedt een vluchtige blik op onze toekomstplannen.
1
Het Virtueel Museum kwam tot stand danzij een cofinanciering van de Vlaamse Gemeenschap (AWI en IWT) en de Vrije
Universiteit Brussel.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Van CD naar Internet
Het Virtueel Museum werd als multimediapilootproject voor de eerste keer georganiseerd naar
aanleiding van de activiteiten rond Brussel 2000. Het project liet jongeren enerzijds op een leuke
manier kennismaken met de uitdagingen van wetenschappelijk onderzoek en technologische
ontwikkeling. Anderzijds wou dit project jongeren via workshops vertrouwd maken met de
mogelijkheden van de moderne multimediatoepassingen en het Internet als communicatie– en
informatiekanaal.
Tijdens de eerste editie schooljaar
1999-2000werden
8
projecten
uitgewerkt rond het thema
“kringlopen”. Het resultaat
hiervan werd in 1000
exemplaren op Cd-rom (zie
afbeelding)
gebrand
en
verdeeld in de scholen.
Met de positieve ervaringen
van de eerste editie in het
achterhoofd,
werd
het
project met steun van de
Vlaamse
Gemeenschap
(AWI) tijdens het schooljaar
2000-2001 een tweede keer
georganiseerd.
Speciaal
hiervoor
werd
een
multimediabus op de baan
gebracht.
Zes
jongerenteams gingen aan
de slag, dit keer onder de noemer “Beweging”.
Eén Cd-rom werd te klein om alle informatie te herbergen. Een permanente
tentoonstellingsruimte moest gevonden worden om het groeiend aantal jongerenprojecten een
plaats te geven. Zo een onbeperkte en altijd toegankelijke ruimte werd gevonden op het Internet.
Wij besloten alle bestaande en komende projecten in een grafische aantrekkelijke website onder
te brengen: het Virtueel Museum.
Nu wij de stap gezet hebben naar een permanente tentoonstellingsruimte op het Internet ligt de
weg open om in een tweede fase het Virtueel Museum uit te bouwen tot een ICT platform voor
jongeren en leerkrachten van het secundair onderwijs. Op het eind van dit artikel stippelen wij
kort onze visie voor de verdere ontwikkeling uit. Maar laten we beginnen bij het begin.
Waarom wil de VUB een Virtueel Museum bouwen?
Het project om jongeren de kans te bieden om zelf hun museum te bouwen, is gebaseerd op
twee uitgangspunten : ten eerste wordt via de ontwikkeling van het Virtueel Museum de
opgroeiende generatie vertrouwd gemaakt met de didactische en explorerende mogelijkheden
van ICT. Zo krijgen ze vaardigheden onder de knie die leren boeiender maken en nuttig zijn voor
de ontwikkeling van hun professionele en private leven. Wij zijn ervan overtuigd dat onze
samenleving nood heeft aan mensen die zonder onderscheid technologie-geletterd zijn. Het is
dus belangrijk kansen te creëren om op jonge leeftijd de mogelijkheden van ICT te ontdekken,
weliswaar op hun maat en niveau.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Ten tweede verschuift de rol van de leerkracht van kennisoverdrager naar leerbegeleider,
daarbij gesteund door de nodige computer- en informatietechnologie. De realisatie van het
Virtueel Museum draagt bij tot de ontwikkeling van onderwijsvormen waarbij jongeren gecoachd
worden door hun leerkracht, waarbij zij zelfstandig informatie verwerken en rechtstreeks
communiceren met universitaire onderzoekers. Deze manier van werken verrijkt jongeren van
het secundair onderwijs met de nieuwste ontwikkelingen op wetenschappelijk en technologisch
vlak en verlaagt tegelijk ook de overstap naar de universitaire wereld.
Deze twee doelstellingen worden ‘verpakt’ in een wedstrijd, zodat de elementen ’beloning’ en
‘competitie’ gemakkelijk ingebouwd kunnen worden. Uiteraard biedt multimedia in combinatie
met Internet de mogelijkheid om hun resultaten op een visueel aantrekkelijke manier publiek te
maken. De publicatie van deze schoolresultaten houdt niet enkel een beloning in. Het zet andere
jongeren ook aan om het resultaat van hun leeftijdsgenoten bij een volgende editie te
verbeteren.
Op dit ogenblik hebben wij twee
edities achter de rug die allebei
in dit artikel worden behandeld.
Wij verwijzen dan ook regelmatig
naar ervaringen van beide
edities. Hoewel ze verschillen in
een aantal details, blijven
doelstelling en werkwijze steeds
dezelfde. Een en ander heeft te
maken met het feit dat het
Virtueel Museum een innovatief
pilootproject is, dat na elke editie
verder op punt gesteld wordt.
Om leerkrachten en jongeren een structuur aan te bieden kiezen wij een centraal thema dat als
'kapstok' kan dienen voor de jongerenprojecten. Tijdens de eerste editie van het Virtueel
Museum (schooljaar 1999-2000) exploreerden jongeren fenomenen rond het thema
"kringlopen". Het resultaat van de wedstrijd was zeer divers: zo werden onder meer de
geschiedenis van de mode, de mestproblematiek, de kringloop van het leven en de dioxinecrisis
uitgewerkt. Gedurende het schooljaar 2000-2001 werd een nieuwe editie georganiseerd rond
het thema “beweging”. Thema’s die uitgespit werden, zijn bijvoorbeeld : het uitdeinend heelal,
spierbeweging, robotica en de vrouwenbeweging.
Het is belangrijk dat jongeren zelf kunnen kiezen welk onderwerp ze willen uitwerken. We zijn
ervan overtuigd dat men jongeren op die manier veel gemakkelijker kan enthousiasmeren voor
wetenschap en technologie. In de meeste gevallen wordt het dan ook een stuk makkelijker om
de onderwerpen te koppelen aan ervaringen uit hun dagelijks leven. Zo kwamen onder meer
projecten tot stand over de vrouwenbeweging (een project over de puberteit en het
schoonheidsideaal), werden verbanden gelegd tussen robotica en populaire Hollywood films,
speurden jongeren naar de relatie tussen doping en sportinspanningen of onderzochten zij de
gevolgen van overbemesting voor het leefmilieu.
Het centraal thema moet breed genoeg zijn. Breed genoeg opdat leerkrachten
manoeuvreerruimte hebben om hun onderwerp -tegen de achtergrond van de eindtermenbinnen het centraal thema te plaatsen. Het is expliciet de bedoeling om het Virtueel Museum te
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
kaderen binnen de eindtermen waardoor verplichte lesinhouden in het museum geschoven
kunnen worden.
Een breed thema garandeerd ook de mogelijkheid om een onderwerp vanuit verschillende
invalshoeken te benaderen. Het Virtueel Museum wil zich niet louter beperken tot het domein
van de exacte en toegepaste wetenschappen die sowieso vaak in allerhande educatieve
projecten verwerkt worden. Ook andere takken van de wetenschap, zoals de sociale en
biomedische wetenschappen, vinden in dit project hun plaats.
Wie bouwt het museum ? Het Virtueel Museum richt zich naar jongeren tussen 15 en 18 jaar
uit de derde graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel. Hoewel leerlingen uit
zowel het ASO, KSO en TSO deelnemen, zien wij dat vooral de ASO-richtingen aangesproken
worden om hun werkstuk aan het museum toe te voegen.
Het Virtueel Museum is niet alleen bedoeld voor computerfreaks, ervaren internetgebruikers of
techneuten. Integendeel, het project is evenzeer gericht naar leerlingen die weinig of geen
ervaring hebben met het Internet en moderne multimedia-applicaties, of die zelfs technofoob
zijn. Het is immers die groep van jongeren die niet uit de boot mag vallen in een samenleving
waar internet & computer en ICT in het algemeen een steeds belangrijkere plaats in gaat
nemen. De workshops zijn dan ook op maat gemaakt en staan aldus in de eerste plaats open
voor jongeren zonder ICT-voorkennis.
Aan de slag : Na een evaluatie van de ingestuurde voorstellen worden de coaches van de
teams uitgenodigd op de VUB voor een uiteenzetting over het verdere verloop van het project. In
de daaropvolgende maanden krijgen de voorstellen inhoud. Dit gebeurt in twee stappen. In een
eerste stap zoeken en verwerken jongeren relevante informatie (zowel tekst, data als beeld).
Deze informatie vergaren en evalueren zij via e-mail met wetenschappers. In een tweede stap
leren jongeren tijdens workshops omgaan met het Internet en met multimediatoepassingen
zoals Dreamweaver, Photoshop, e.d.
E-mailcommunicatie tussen de jongeren en onderzoekers : Tijdens deze fase zoeken de
teams naar relevante wetenschappelijke informatie omtrent hun gekozen thema. Om te
garanderen dat de informatie in de projecten wetenschappelijk onderbouwd is, krijgt elk team
een onderzoeker van de universiteit toegewezen. Deze staat in voor de wetenschappelijke
begeleiding en communiceert met de jongeren via e-mail. Deze begeleiding moet de jongeren
vooral helpen om moeilijke wetenschappelijke principes beter te begrijpen. Tegelijk kregen de
teams nuttige zoektips. Sommige teams worden zelfs uitgenodigd voor een bezoek aan het
labo. Voor de meeste leerlingen is dit een eerste gelegenheid om rechtstreeks met een
"professor” kennis te maken. Uit de reacties van de leerlingen konden we alvast afleiden dat dit
bezoek een grote indruk nagelaten heeft.
Workshops in de scholen :
Het zwaartepunt van het project is gebouwd rond drie
verschillende jongerenateliers. Voor beide edities samen werden iets meer dan 50 workshops
georganiseerd. Een workshop neemt ongeveer een voor- of namiddag in beslag.
Tijdens de workshops initieerden wij jongeren en leerkrachten in het gebruik van verschillende
browsers, verkregen zij inzicht in het Internet (o.a. structuur van het World Wide Web) en werd
hun geleerd hoe ze softwarepakketten konden gebruiken voor de bouw van websites.
Workshop 1 : Inleiding over en evaluatie (conceptueel) van websites.
Workshop 2 : Inleiding in het gebruik van Multimedia.
Workshop 3 : Kennismaking met de technieken van het aanmaken van websites.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De eerste workshop moet jongeren inzicht geven in de wijze waarop informatie gestructureerd
wordt. Er wordt hen ook getoond hoe zij tekstuele, visuele en auditieve elementen in een
multimediaomgeving kunnen integreren.
De twee volgende workshops behandelen meer "technische" aspecten met het oog op het
bouwen van een eigen website en het leren gebruiken van softwarepakketten. Beide workshops
worden, gezien hun intrinsieke samenhang, gecombineerd. Het voordeel hiervan is dat 2
begeleiders de workshops parallel kunnen geven. De workshops worden beperkt tot een 12-tal
leerlingen. Indien nodig worden de klassen in meerdere groepen opgesplitst.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De mobiele computerbus.2
Na de eerste editie in 2000 was
het duidelijk dat scholen vaak
niet voldoende uitgerust zijn om
een project zoals het Virtueel
Museum op school te laten
doorgaan. Vaak ontbreekt het
aan de nodige apparatuur, is de
programmatuur verouderd of is
de
computerklas
enkel
beschikbaar voor specifieke
vakgebieden zoals informatica
en dactylo.
Daarom werd bij de tweede
uitgave geopteerd om een
mobiel computerlokaal in te
richten. De Vrije Universiteit
Brussel riep hiervoor de hulp in
van een professioneel team om
een oude stadsbus volledig om
te bouwen tot een modern
computerlokaal.
2 Foto's van de bus zijn te bekijken in het Virtueel Museum (http://virtueelmuseum.vub.ac.be en ook op de website van één van de
coaches (http://www.dirkgeeroms3.yucom.be/fotomateriaal/20-04-2001/)
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De basisuitrusting van de mobiele computerbus bestond uit 10 Acer Travel Mate draagbare PC’s
(64 Mb RAM) inclusief software (Macromedia Dreamweaver 3 + Fireworks 3 Studio,
Macromedia Flash 5.0). Bovendien werden een lokaal netwerk met server, een scanner en een
cd-brander in de bus geïnstalleerd. Tijdens de workshops was ook een dataprojector aanwezig.
Een internetverbinding werd niet voorzien, enerzijds omdat dit extra logistieke en financiële
inspanningen zou vragen en anderzijds om te vermijden dat jongeren zouden surfen of chatten
los van het project waarmee ze bezig waren.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Deze multimediabus werd gedurende 1 week geparkeerd op de speelplaats en in beheer
gegeven van de jongeren. Alle workshops werden in de bus op de school georganiseerd. Zo
doorkruisten we in 2002 heel Vlaanderen en belandden we ook enkele keren aan de andere
kant van de taalgrens. We parkeerden achtereenvolgens in Comines, Bredene, Dilsen-Stokkem,
Elsene, Etterbeek, Leuven, Moerbeke-Waas en St. Niklaas-Waas.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De architecteur van het Virtueel Museum : Na afwerking op school worden alle afzonderlijke
websites geïntegreerd in één site : het Virtueel Museum. De site is sinds 16 november 2001
gratis, 7 dagen op 7 toegankelijk via http://virtueelmuseum.vub.ac.be. Bij de ontwikkeling van de
site is rekening gehouden met zowel PC- als Mac-gebruikers. Voor een museumbezoek heb je
een internetverbinding, een webbrowser en Flash-ondersteunende software nodig. Deze
software kan men overigens gratis downloaden3.
Wanneer de intro is ingeladen
“klik” je door het park tot aan
de ingang en verder naar de
inkomhal van het museum.
Daar aangekomen kan je
verder huppelen naar de
infobali, de toilletten en liften
gebruiken of de collecties op
de verdiepingen verkennen.
Wij bouwen één verdieping
voor elke nieuwe editie. Het
gebouw wordt dus periodiek
verbouwd.
Momenteel
herbergen
de
verdiepingen 14 jongerenprojecten. Zij vormen in feite onze permanente collectie. Naast deze
permanente collectie kan je ook de “the making of” bezoeken op de benedenverdieping : een
kamer met foto- en videofragmenten tesamen met getuignissen van de makers.
Wandelen doorheen het Virtueel Museum : De meest directe en meest eenvoudige manier
om door het gebouw te navigeren is door ergens in het beeld te klikken. Zo ‘huppelt’ men als het
ware van de ene kamer naar de andere. Wanneer de cursor op een aanklikbare plaats komt,
verandert deze in een handje. Omwille van de beperkte bandbreedte van het internet is de
bewegingsvrijheid van de bezoeker beperkt gehouden. Bezoekers wandelen momenteel
doorheen het museum langs vooraf vastgelegde gezichtspunten. Er is een “hotspot” voorzien
die aangeeft waar de klikbare plaatsen aangebracht zijn.
Je kan nog op tal van andere
manieren
het
gebouw
verkennen. Via de optie
“planview” kan je doorklikken
naar
voorafbepaalde
plaatsen in het museum of
kan je je favoriete plekjes
“bookmarken”.
3
Idealiter lees je nu verder en surf je tegelijkertijd naar het museum.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De infobalie met de figuur Sabine werd centraal in de inkomhal opgesteld en vervult vier functies
: Links, What's New, FAQ en E-mail-contactadres. In plaats van een lijstje met “links” verwijst
Sabine je naar een aantal folders opgesteld in een rekje naast de infobalie. De folders worden
interactief zodra de gebruiker erop klikt. Op deze manier worden bezoekers doorverwezen naar
andere websites.
Sabine is ook de bron van nieuwtjes. De
“What’s New” functie. Als je haar
'aanspreekt' zal zij de bezoeker steeds
voorzien van de meest recente nieuwtjes
in de vorm van dialoogtekst. Je kan haar
vragen het vorige of het volgende
nieuwtje te vertellen. Onze hostess kan je
ook een vraag stellen door te kiezen uit
een lijstje, de FAQ’s dus. Wie wil kan een
e-mailbericht doorgeven. Het bericht
wordt automatisch doorgezonden naar de
dienst Wetenschapscommunicatie van de
Vrije Universiteit Brussel.
Tijdens de ontwikkeling van het museum werd aldus geopteerd om alle functionaliteiten van een
website te combineren met elementen die je in een traditioneel museum kan aantreffen.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De permanente collectie van het museum : Op de eerste verdieping worden de
multimediaprojecten van het schooljaar 1999-2000 tentoongesteld met als centraal thema
"KRINGLOPEN".
Voor de eerste editie werden scholen in Brussel en Vlaanderen gecontacteerd. Dat resulteerde
in een aantal interessante samenwerkingsprojecten tussen Nederlandstalige en Franstalige
leeftijdsgenoten. Op de eerste verdieping kan je ondermeer een grafisch zeer mooie site
bekijken over “de levensloop”, leerlingen
uit Moerbeke en Sint Niklaas hebben
samen de mestproblematiek aangepakt,
inclusief een quiz en videodocumentaire.
Verder kom je zeer veel te weten over de
levensloop van sterren, van nevel tot
zwart gat.
AIDS en AIDSpreventie werden zeer
mooi en uitgebreid behandeld door
scholen uit Brussel en Sint Niklaas.
Nieuwsgierig naar het modebeeld
doorheen de eeuwen, dan moet je zeker
surfen naar het project van de
Miniemeninstituut
uit
Leuven.
En
jongeren uit Etterbeek namen het
Belgische spoorwegnet onder de loep,
technisch sterk onderbouwd inclusief
fotomontage.
Een lijstje geeft een volledig overzicht van de projecten op de eerste verdieping.
Titel project
Thema
Niets is nieuw, Niets gaat Geschiedenis van de
verloren.
mode
Misery of Life
De evolutie van peuter
(samensmelting van Misery of life tot bejaarde
en een videoproject van
Academie van Comines.)
de
School
Miniemeninstituut Leuven
Technisch Berkenboominstituut,
Sint-Niklaas
Academie van Comines
Kalfsfilet op een bedje van De dioxinecrisis
dioxine
De kringloop van een virus
AIDS problematiek
Technisch Berkenboominstituut,
Sint-Niklaas
Broederschool humaniora, StNiklaas
Le cycle du virus du SIDA
De gevaren van H.I.V.
Institut Saint-André, Bruxelles
"Beestige
Boeren
" De mestproblematiek
Middenschool
Gemeentelijk
(samensmelting
van
"Beestige
Onderwijs Moerbeke-Waas
boeren en MAP/MEST")
Broederschool
humaniora,StNiklaas
Van modeltrein tot HST
De werking van wissels Koninklijk Atheneum Etterbeek
en
relais
in
het
spoorwegnet
Sterren van de Wetenschap
Levensloop van sterren
Broederschool Humaniora, StNiklaas
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Op de tweede verdieping worden de meest recente projecten geëxposeerd (schooljaar 20002001) – centraal thema "BEWEGING".
Zes teams, afkomstig uit vijf scholen, bouwden zes sites.
Wil je controleren of je te kampen hebt met overgewicht dan wel ondergewicht, wandel dan naar
de site van het KA Pitzemburg. In het project “vrouwenbeweging” zit ondermeer een BMI test
gebaseerd op een schoolenquête, on-line consulteerbaar. Wil je meer weten over de
platentektoniek, didactisch uitgelegd via een animatie, klik dan naar het tweede project van KA
Pitzemburg.
Jongeren uit Dilsen bestudeerden de verschillende theorieën met betrekking tot de structuur en
ontstaansgeschiedenis van ons heelal. De middenschool uit Moerbeke ging aan de slag met
twee teams. Een groep werkte rond de slingerbeweging, de andere bedacht ondermeer een quiz
en rebus over sport en dopinggebruik. Leerlingen van het KA Denderleeuw, tenslotte, maakten
een site over robotica en de toepassingen ervan in het dagelijks leven.
Project
De vrouwenbeweging
De platentektoniek
Uitdijend heelal
Sport & beweging
Slingerbeweging
De ultieme robot
Thema
Puberteit,
schoonheidsideaal
eetstoornissen
Platentektoniek
School
Koninklijk Atheneum Pitzemburg
en Mechelen
Koninklijk Atheneum Pitzemburg
Mechelen
de Stedelijk Humaniora Dilsen
Theorieën
over
evolutie van het heelal
Spieren,
sportinspanningen
en
doping.
De slinger van Faucoult :
principe
Artificiële
intelligentie,
robots en toepassingen
Middenschool
Gemeentelijk
Onderwijs Moerbeke-Waas
Middenschool
Gemeentelijk
Onderwijs Moerbeke-Waas
Koninklijk Atheneum Denderleeuw
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Bevindingen :
Het Virtueel museum is een project dat zich specifiek naar het secundair onderwijs richt. Met
een unieke aanpak wil de Vrije Universiteit Brussel dan ook een aanzet geven tot nieuwe
onderwijsvormen waarbij jongeren veel meer (cre)actief aan het leerproces deelnemen.
Niettegenstaande het feit dat computer en Internet stilaan beschouwd worden als leermiddelen,
naast alle andere behorende tot de basisuitrusting van een school, ontbreekt vaak de schakel
naar zinvolle klasprojecten. Het "Virtueel Museum" wil een aanzet geven om deze leemte op te
vullen.
De ervaring leert immers dat soft- en hardware nog te vaak een exclusief terrein blijft voor de
lessen informatica of aanverwante, en hun toepassing overstijgt dan ook zelden de
‘computerklas’. Hierdoor kan de infrastructuur moeilijk ad hoc ingepast worden voor andere
leeropdrachten. Het is vanuit deze vaststelling dat we gekozen hebben voor de mobiele
computerbus als alternatief voor het gewone klaslokaal.
Anderzijds blijken de coaches van het Virtueel Museum eerder de witte raven van het ICTgebruik. Zij bevestigen het beeld van de creatieve leerkracht die via kleinschalige initiatieven ICT
in de lessen integreert. De introductie van op maat gesneden workshops op school moet ook
niet ICT geschoolde leerkrachten de kans geven samen met de leerlingen deel te nemen aan
ICT projecten.
Zoals ik heb aangegeven verschuift de rol van de leerkracht van kennisoverdrager naar
leerbegeleider. Onder meer omdat ICT het informatiemonopolie van de leerkracht doorbreekt.
Door de beperkte ervaring van beide doelgroepen, leerkrachten en leerlingen, zijn zij
genoodzaakt om samen de technologische mogelijkheden te ontdekken en leerprocessen te
verkennen. De intensieve workshops moesten hierop een antwoord bieden.
De leerling tenslotte krijgt meer verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van de opdracht en er
wordt meer zelfstandigheid verwacht bij de uitwerking. Bij de bouw leren jongeren zelfstandig en
op een systematische wijze informatiebronnen (zowel klassieke als nieuwe media) gebruiken.
Kennis wordt hierbij niet passief opgenomen maar (cre)actief geconstrueerd. Tijdens het
ontwikkelingsproces werken jongeren in teamverband wat enerzijds het individueel leerproces
positief beïnvloedt via de uitwisseling van ideeën en anderzijds het kritisch denken bevordert
omdat jongeren hun eigen visie leren verantwoorden.
Mede dankzij ondescheidingen van PC Magazine en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft
het project nu een grote uitstraling. Toch blijft de inpassing in het leerplan de grote hinderpaal.
Uit de contacten met de coaches werd duidelijk dat een project zoals het Virtueel Museum
gemakkelijk ingepast zou kunnen worden in de vakoverschrijdende eindtermen waarin men toch
de nadruk legt op leren verwerven en verwerken van informatie en doelgericht communiceren.
Ons inziens zijn er, afhankelijk van het gekozen thema, ook mogelijkheden om het project te
koppelen aan vakgebonden eindtermen of in te schrijven in de GP (Geïntegreerde Proef).
Uit de reacties van de deelnemers is gebleken dat het project Virtueel Museum in ieder geval
een geslaagd experiment was. De kracht ervan schuilt in de actieve participatie van jongeren
tijdens het productieproces. Scholieren bepalen via workshops en d.m.v contacten met de
wetenschappers immers zelf de inhoud van het eindproduct. Bovendien leren de jongeren
gedurende de uitwerking van hun projecten een aantal belangrijke ICT -vaardigheden aan.
Het Virtueel Museum heeft bijgevolg een bijzonder hoge educatieve waarde voor de jongeren en
leerkrachten die het gemaakt hebben. Meer algemeen biedt het project het voordeel dat het
eindresultaat via publicatie op het Internet een openbaar karakter verkrijgt. Op die manier geldt
de website als een goed praktijkvoorbeeld over hoe ICT in een klassituatie geïntegreerd kan
worden. Bovendien kunnen de uitgewerkte thema's die in het museum ondergebracht werden,
gebruikt worden bij de voorbereiding of ter aanvulling van lessen op school.
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
De uitstraling van het project overstijgt aldus de schoolmuren. Het spreekt voor zich dat dit de
motivatie verhoogt van toekomstige deelnemers om een duidelijk en origineel verhaal uit te
bouwen.
Epiloog :
Het Virtueel Museum is, niet in het minst dankzij het unieke eindresultaat, een opmerkelijk
jongerenproject. De VUB heeft er dan ook voor gekozen om dit jongerenproject voor de derde
graad verder te ontwikkelen. Jaarlijks willen wij een verdieping bijbouwen, maar daar blijft het
niet bij. Met bijkomende multimediaprojecten moet het Virtueel Museum evolueren naar een
volwaardig ICT platform voor het secundair onderwijs in Vlaanderen en Brussel. Momenteel vind
je in het museum doorgangen naar andere jongerenprojecten zoals de ComiX-Files - een project
rond strips en wetenschap geschikt voor de eerste graad SO. Eind 2003 stellen we het sluitstuk
–het Stimulus project- aan alle leerkrachten voor. Stimulus wordt ontwikkeld voor de tweede
graad. Dankzij het Stimulus project zal de VUB vanaf het volgende schooljaar beschikken over
educatieve jongerenprojecten die de volledige cyclus van het SO overspannen. Met andere
woorden, de VUB zal aan jongeren van 12 tot en met 18 en hun leerkrachten drie specifieke
projecten kunnen voorstellen.
Het zal de bezoekers ook opvallen dat het museum elementen bevat van een “adventure game”.
Hier en daar zitten verrassende ruimtes verborgen en in de komende maanden zal de bezoeker
op een zeer interactieve manier een aantal VUB onderzoeken kunnen verkennen.
We zijn er immers van overtuigd dat we in samenwerking met geschikte privé-partners en
overheden het museum jaar na jaar kunnen laten groeien tot een interessant platform waar
jongeren op een leuke en leerrijke manier in contact komen met wetenschap enerzijds en met
de mogelijkheden van multimediatoepassingen anderzijds.----------------------------------------------
Wim Van Broeck -Vrije Universiteit Brussel, cel Wetenschapscommunicatie – Tel. +32 (0)2 629 22 11
Artikel tijdschrift Persoon en Gemeenschap
Download