9 nederlands dagblad vrijdag 4 maart 2016 interview Gerhard Wilts nd.nl/buitenland beeld ap / Khalil Hamra ‘De Koran hoort in het museum’ De Verklaring van Marrakesh is niet gebaseerd op de realiteit, meent professor Sami Aldeeb. ‘Het is puur propaganda, omdat iedere politieke verplichting ontbreekt.’ Een maand na de jubelende ontvangst van de Verklaring van Marrakesh, die niet-islamitische minderheden in moslimlanden recht op bescherming belooft, is het stil geworden. Geen wonder, zegt professor Sami Aldeeb Abu-Salieh. ▶ Lausanne Onder de titel ‘De berg heeft een muis gebaard’ maakt de 66-jarige Aldeeb, hoogleraar rechten en vertaler van de Koran in het Frans, in een blog gehakt van de zogeheten Marrakech Declaration. De verklaring werd eind januari aangenomen op een conferentie in Marrakesh (Marokko) door circa tweehonderd islamitische geestelijk leiders uit 120 landen. In het document worden islamitische staten opgeroepen vrijheid en rechtsbescherming aan godsdienstige minderheden te geven. ‘Zolang de verklaring niet in politieke daden wordt omgezet, is het pure propaganda, nutteloos en een verspilling van tijd’, zegt Aldeeb desgevraagd. Hoop dat het document ooit ergens rechtskracht krijgt, heeft de 66-jarige hoogleraar niet. ‘Zelfs Marokko trekt er geen consequenties uit en past geen wetten aan. De verklaring wordt alom geprezen als een eerste stap, maar er is geen followup, geen enkele concrete verplichting. Met deze verklaring willen moslims een mooi gezicht naar de wereld trekken, maar in de praktijk verandert er niets.’ De tot Zwitser genaturaliseerde Aldeeb is rooms-katholiek, geboren in Jenin op de toen nog Jordaanse Westbank. Als oprichter van het Centrum voor Arabisch en Islamitisch Recht heeft hij zich verdiept in de Koran en schreef tal van publicaties en boeken over de islam. In zijn ogen is de islam een weerspiegeling van de cultuur uit de zevende eeuw. ‘Er is alleen hoop op verandering als moslims de Koran in het museum zetten.’ inquisitie Zover komt het niet, zolang moslims niet bereid zijn kritiek te aanvaarden op hun heilige boek. Aldeeb herinnert zich een uitspraak van een Noord-Afrikaanse geleerde die op een congres in Rome zei dat ‘er geen vooruitgang is, zolang de Koran uit de hemel komt’. Aldeeb: ‘Toen ik hem vroeg daarover te schrijven, reageerde hij met “Ben je gek? Ik wil niet dood!” Niemand durft de waarheid te zeggen, uit angst te worden vermoord. In de islamitische wereld is sprake van een regelrechte inquisitie.’ Wie de islam ter discussie stelt, stelt Aldeeb, krijgt te maken met rechtszaken of fatwa’s, zoals de Indiase schrijver Salman Rushdie is overkomen. ‘Het gebrek aan vrijheid van meningsuiting in de Arabische en islamitische landen staat een reformatie van de islam in de weg.’ Sprekend voorbeeld is voor de christelijke hoogleraar de executie van de islamitische theoloog Mahmoud Muhammed Taha in 1985. Deze Sudanees Sami Aldeeb Abu-Salieh verzette zich niet alleen tegen de invoering van de sharia, maar maakte ook onderscheid in een vreedzame Koran (de soera’s uit Mekka die universele geldigheid hebben) en een gewelddadige Koran (de politiek gecorrumpeerde soera’s uit Medina). Omdat hij die leer – bekend geworden als de ‘tweede boodschap van de islam’ – weigerde te herroepen, werd Taha in Omdurman opgehangen. Zonder vrije meningsuiting is de islam gedoemd te verdwijnen, voorspelt dr. Aldeeb. ‘In het Arabisch kennen we het spreekwoord “de leugen heeft geen benen”. Je kunt niet verder, als je de waarheid verzwijgt en ontwikkeling tegenhoudt. De tragedie is dat veel moslimgeleerden niet meer durven te spreken. Als je niet meer kunt spreken over wat waar is, wie kan dan nog helpen?’ De bedoeling van de opstellers van de ‘Marrakech Declaration’ was pas serieus te nemen geweest, als zij concrete politieke maatregelen hadden bepleit, zegt Aldeeb. ‘Bijvoorbeeld door op te roepen tot afschaffing van alle wetsartikelen die van de islam een staatsgodsdienst maken en moslims meer rechten geven dan andersgelovigen. Schaf ook het onderscheid tussen moslims en niet-moslims af als het gaat om rechtspraak, vrijheid van meningsuiting of erfrecht. Respecteer het grondrecht om van godsdienst of geloof te veranderen.’ Daarnaast mist Aldeeb nog andere praktische maatregelen, zoals de beeindiging van het toegangsverbod tot Mekka en Medina voor niet-moslims, ‘Zonder vrije meningsuiting is de islam gedoemd te verdwijnen.’ gelijke behandeling bij bouwvergunningen voor kerken en moskeeën (‘inclusief in Saudi-Arabië’) en het schrappen van de vermelding van iemands religie in paspoorten. ‘Zolang Sami Aldeeb Abu-Salieh: ‘Niemand durft de waarheid te zeggen, uit angst te worden vermoord. In de islamitische wereld is sprake van een regelrechte inquisitie.’ de Verklaring van Marrakesh geen politieke vertaling krijgt, is het pure propaganda zonder betekenis en verspilde tijd.’ Aldeebs pessimisme heeft ook te maken met het ontbreken van een centraal gezag binnen de islam, in tegenstelling tot het rooms-katholicisme dat de paus als kerkhoofd erkent. ‘Zonder leiding van bovenaf maakt de Verklaring geen enkele kans om aanvaard te worden’, meent hij. ‘Er staan goede wensen in, maar geen daden. Beter zou zijn om per land afspraken te maken.’ Het tegendeel gebeurt, meent de Zwitserse jurist. ‘De opstellers willen hun document introduceren in de Verenigde Naties. Tegelijk verbinden ze er geen politieke gevolgen aan. Hun Verklaring roept op jurisprudentie te ontwikkelen over burgerschap “die geworteld zal zijn in de islamitische traditie”. Maar hoe meer islamitische landen samen afspraken maken, hoe erger het doorgaans wordt.’ steniging Om dat schrikbeeld te onderbouwen, wijst Aldeeb op de de Raad van Arabische Ministers. Deze raad stelde in 1996 een verenigd Arabisch wetboek van strafrecht op, dat voorziet in het stenigen wegens overspel, amputatie bij diefstal en het vermoorden van afvalligen. ‘Terwijl in Egypte geen wet op steniging of amputatie van kracht is, geldt deze richtlijn nu voor alle Arabische moslims. Het is verbijsterend dat deze afspraken worden gemaakt – te lezen op de website van de Arabische Liga – en het tegendeel vormen van wat beoogd werd.’ Als christen voelt professor Aldeeb zich gedwongen zijn stem te verheffen. ‘Liefhebben doe je door waarheid te spreken. Ik voel me soms degene die de blinde moet leiden, omdat een moslim zich niet vrij kan uitspreken. De islam móét veranderen, anders verdwijnt die. We zien het voor onze ogen gebeuren. Uit het Midden-Oosten komen miljoenen migranten – ik vrees dat het er wel honderd miljoen worden – naar Europa. De deur is opengezet, er is geen houden meer aan. Iedereen wil weg uit die wereld.’ <