Inleiding In zwangerschappen met aanwezige SS-A en/of SS-B antistoffen bestaat er een verhoogde kans op een foetale AV-geleidingstoornis. Dit kan in de zwangerschap leiden tot een compleet (gr III) AV-blok, hydrops en IUVD. Een graad III AV blok heeft een mortaliteit van 20-30% en een morbiditeit van 67%. Indien de moeder alleen SS-A antistoffen heeft is de kans op een congenitale AV- geleidingstoornis 2%. Indien de moeder SS-A en SS-B antistoffen heeft is die kans 5%. Indien de moeder een eerder kind had met een congenitaal hartblok dan is de herhalingskans in de volgende zwangerschap 20%. Een congenitaal hartblok of een cardiomyopathie kan snel ontstaan: binnen 7 dagen na een normale echo. Een congenitaal hartblok wordt meestal gevonden tussen AD 20 en 24 weken. Een verlengd PR-interval komt niet altijd door schade door SS-A en SS-B antistoffen. Andere oorzaken zijn vagus prikkeling en medicatie. Een verlengd PR-interval kan vanzelf verdwijnen, kan hetzelfde blijven, maar kan ook verergeren. De uitdaging zit in het herkennen van een verlengd PR-interval door schade in het AV-geleidingssysteem tgv de SS-A/B antistoffen. Echodensiteiten en tricuspidalis regurgitatie (TR) kunnen vroege signalen zijn van schade. Behoudens AV-geleidingstoornissen komt een congenitale cardiomyopathie voor bij 1015% van de kinderen (geboren uit moeders met SS-A en/of SS-B tot een leeftijd van 10 jaar. Definities / Diagnose Gr I AV blok: >150msec (mean + 3SD) Gr II AV blok: wisselende AV geleidingstijd Gr III AV blok: totaal AV blok, gekenmerkt door een ventriculair ritme Beleid Behandeling Er zijn enkele observationale studies beschikbaar over de behandeling (dexamethason 4mg/dag) van AV geleidingsstoornissen tgv SS-A en/of SS-B antistoffen (Friedman, Byon en Rein). Uitkomsten Gr I AV blok Friedman beschreef verbetering van Gr I blok naar sinus ritme (SR) binnen 2-7 dgn bij 2 van de 2 patiënten. Rein beschreef verbetering van Gr I blok naar SR bij 6/6 patiënten. Uiteindelijk bij 8 van de 8 patiënten verbetering. Uitkomsten Gr II AV blok Bij een Gr II AV blok trad verbetering op naar een Gr I blok bij 4/4 patiënten (Byon). Friedman liet het volgende zien: van Gr II naar Gr III bij 1/6, persisterend Gr II bij 3/6, en verbetering van Gr I naar SR bij 2/6. Uiteindelijk verbetering bij 6 van de 10 patiënten. Uitkomsten bij Gr III AV blok Een Gr III AV blok was altijd irreversibel, ook tijdens dexamethason therapie (totaal 43 patiënten) Drie patiënten hadden een alternerend Gr II-III AV blok. Bij alle drie patiënten trad uiteindelijk een Gr III AV blok op. Geen behandeling Byon beschreef 18 GR III AV bloks: allemaal irreversibel. Tevens 2 patiënten met alternerend Gr II-III blok met ontwikkeling naar Gr III blok. Twee patiënten met Gr II blok met ontwikkeling naar Gr III. Friedman beschreef 10 patiënten zonder behandeling: 9 Gr III blok zonder herstel, 1 Gr I blok met herstel naar SR bij geboorte. Byon vond geen verschil in mortaliteit, wel of geen pacemaker en degree final blok tussen wel behandeling met dexamathason of geen behandeling Samenvattend kan geconcludeerd worden dat behandeling met dexamethason bij een Gr III AV blok zonder hydrops niet zinvol is. Er zijn wel voordelige effecten beschreven bij een GR III AV blok met hydrops. Bij een Gr II AV-blok zijn er aanwijzingen dat behandeling kan resulteren in verbetering naar een GR I AV-blok (level 3). Bij een GR I AV blok is het aannemelijk dat behandeling met dexamethason resulteert in verbetering naar een SR (level 2). Dit voordelige effect zal afgewogen moeten worden tegen de nadelen van dexamethason in de zwangerschap (verhoogde kans op IUGR, PPI, gestoorde neuro-motorische ontwikkeling). De beschikbare studies hebben beperkingen: kleine aantallen, verschillende methode van meten van het PR-interval, wisselend patiënten met SS-A en/of SS-B, geen randomized controlled trials, geen informatie over reproduceerbaarheid van een PR-interval meting. Dit protocol is gebaseerd op the best available evidence. Immunoglobuline Er is een studie gedaan (PITCH studie van Friedman) waarbij immunoglobulines gegeven worden als primaire preventie bij patiënten met een eerder kind met CHB. De therapie bleek veilig voor moeder en kind, echter bij 3/20 behandelde zwangerschappen ontstond alsnog een CHB. Immunoglobulines lijken derhalve nog geen rol te kunnen spelen bij de primaire preventie en evenmin bij de behandeling van CHB in de zwangerschap. Monitoring Byon en Friedman adviseren beide wekelijkse monitoring tussen de 16 en 26 weken waarbij bij iedere controle het PR interval gemeten wordt. Uitgangspunt hierbij is het gegeven dat een 3e gr AV blok en een cardiomyopathie binnen 1 week na een normale echo kunnen optreden. Het PR interval is verlengd indien >150msec. Byon adviseert naast het PR-interval ook te kijken naar TR en atriale echodensiteiten. Indien TR en atriale echodensiteiten aanwezig zijn dan wordt schade i.p.v. vagaal/medicamenteus meer waarschijnlijk als oorzaak van de AV geleidingsstoornis en is behandeling eerder geïndiceerd. Bij patiënten met een eerder kind met CHB moet dexamethason als primaire preventie worden overwogen. - polikliniek Beleid Isala Klinieken Bij SS-A en/of SS-B antistoffen en blanco VG Controle 3e lijn AD 16 - 26wkn: wekelijkse echo (PR-interval, TR, echodensiteiten atriaal, hydrops) Indien PR < 150msec: expectatief Indien gr I zonder TR en/of echodensiteiten: patiente counselen en behandeling overwegen Indien gr I met TR en/of echodensiteiten: behandeling adviseren Indien gr II: idem als bij gr I Indien gr III zonder hydrops: behandeling is niet zinvol Indien gr III met hydrops: behandeling overwegen Vanaf gr I neonatoloog informeren en multidisciplinair behandel plan maken. Na AD 26 wkn en voorafgaand normaal PR interval standaard controle schema. Bij SS-A en/of SS-B antistoffen met eerder kind met CHB Monitoring conform bovenstaand schema Dexamethason als primaire preventie moet worden overwogen. Behandeling Dexamethason 4mg per dag oraal - post partum Neonataal Als het kind van een moeder met SSA of SSB antistoffen geboren is, verdient het aanbeveling een ECG van het kind te maken. Als er geen geleidingsstoornissen zijn (sinusritme en normale PR interval), is follow-up van de pasgeborene niet nodig. Als er een AV block wordt gezien, is follow-up wel nodig, omdat een laaggradig block kan overgaan in een hooggradig block. Het urgentie van interventie bij het kind is vooral afhankelijk van de hartfrequentie. Bij een hartfrequentie in rust van < 60/min. is klinische monitoring aangewezen. Behandeling vindt plaats in overleg met kindercardiologie in het academisch ziekenhuis. Referenties Buyon JP, Clancy RM. Autoimmune associated congenital heart block: integration of clinical and research clues in the management of the maternal/foetal dyad at risk. Journal Internal Medicin 2009; 265: 653-662. Friedman DM, Kim MY. Prospective evaluation of fetuses with autoimmune-associated congenital heart block followed in the PR interval and dexamethason evaluation (PRIDE) study. The American Journal of Cardiology 2008: 1102-1106. Rein AJ, Mevorach D. Early diagnosis and treatment of atrioventricular block in the fetus exposed to maternal anti-SSA/Ro-SSB/La antibodies. Circulation 2009: 1867-1872. Friedman DM, Kim MY. Utility of cardiac monitoring in fetuses at risk for congenital heart block, the PR interval and dexamethason evaluation (PRIDE) prospective study. Circulation 2008; 117:485-493. Auteur(s) S.W.A. Nij Bijvank