Dia 1 - Biologie van Meneer Spoor

 Het
afbreken van voedingsstoffen tot
verteringsproducten

Die kunnen wel worden opgenomen in ons bloed

Voedingsmiddel
Voedingsstof
Verteren
Verteringsproduct
 Zetmeel
bestaat uit een ketting van glucose
(C6H10O5)n)
C6H12O6

 Bouwstoffen

(onderdelen van) cellen maken
 Brandstoffen

energie
 Reservestoffen

Opslag
 Beschermende

stoffen
mineralen en vitamines
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Eiwitten
Koolhydraten (suiker, zetmeel)
Vetten
Water
Mineralen (zouten, kalk)
Vitamines
Voedingsvezels (in plantaardig voedsel)
1 kun je niet verteren
3 moet je verteren
3 hoef je niet te verteren
Basisstof 6
 Kringspieren
en lengtespieren
Voedselbrij voortduwen
Voedselbrij kneden en mengen met
verteringssappen
1.
2.
Voedingsvezels

 Speeksel
Slijm
 Enzym: amylase


Zetmeel  suiker
 Oppervlaktevergroting
 Vertering
Meer oppervlakte voor enzymen

Meer oppervlakte voor enzymen

Voedingsstof
Verteringsproducten
Enzym
Basisstof 8
 Tanden
en kiezen:
1. oppervlakte vergoten
 Speeksel:
water, slijm en enzymen
Slijm: 2. glijbaarheid verhogen
 Enzymen: 3. start vertering zetmeel

 Amylase

Maagsap: water, zoutzuur en enzymen
Zoutzuur: 1. doden bacteriën
Enzymen: 2. start vertering eiwitten
3. De maag is een tijdelijke opslagplaats
Enzym
Zoutzuur
 Darmperistaltiek
 Tussen
1.
2.
3.
de maag en de dunne darm
Lever
Galblaas
Alvleesklier
1
2
3
 De
lever produceert gal
 Galblaas: opslag gal
 Gal
emulgeert vetten
 Verteren:

Voedingsstoffen worden afgebroken

 Emulgeren:

grote druppels  kleine druppels

 Alvleessap
(= verteringssap)
 Alvleessap
bevat enzymen voor de vertering
van:
Eiwitten
 Koolhydraten
 Vetten

 Darmplooien
 Darmvlokken
 Darmvlokken
 Groot
oppervlak
Functie:
Opname water +
voedingsstoffen +
verteringsproducten
 Darmsapklieren
 Darmsap
 Vertering
eiwitten en
koolhydraten
1
2
3
3.
Blinde darm
Wormvormig aanhangsel
Endeldarm
1.
Opname water: indikking
2.
Veel bacteriën: afbraak cellulose  glucose
1.
2.
Functie endeldarm:
 Opslag ontlasting
Kringspier: anus
1.
Mondholte
2.
Speekselklieren
3.
Slokdarm
4.
Lever
5.
Maag
6.
Maagportier
7.
Twaalfvingerige darm
8.
Galblaas
9.
Alvleesklier
10.
Dikke darm
11.
Dunne darm
12.
Blinde darm
13.
Wormvormig aanhangsel
14.
Endeldarm
15.
Anus