PWS Profielwerkstuk “ Poollicht” Profielwerkstuk Poollicht Leon Weggelaar Daniëlle Roodenburg Franka Ruitenberg 1 Voorwoord Om Havo 5 succesvol af te sluiten moet er een profielwerkstuk naar behoren afgesloten worden. Onderzoek is uitgevoerd door: - Leon Weggelaar Daniëlle Roodenburg Franka Ruitenberg Er is voor dit onderwerp gekozen doordat er veelzijdig onderzoek gedaan kan worden. Veel mensen vinden poollicht een bijzonder verschijnsel en wij wilden dit graag verklaren. Ook blijkt dat de meerderheid van de bevolking geen idee heeft hoe het werkt, dit was een extra motivatie om het tot op bodem uit te zoeken. Profielwerkstuk “Poollicht” HAVO 5 – H5D 07-09-07 / 30-11-07 Gelieve niet in dit verslag schrijven. Profielwerkstuk Poollicht 2 Inleiding Poollicht is een verschijnsel in de lucht waarbij verschillende kleuren en vormen zichtbaar zijn. Dit verschijnsel is niet continu zichtbaar. Achter dit poollicht verschuilen zich essentiële bestanddelen die nodig zijn voor de creatie. Hier komen verschillende natuurkundige theorieën aan te pas waarvan niemand eigenlijk exact weet of het wel zo werkt. Maar door veel onderzoek te verrichten in de afgelopen eeuwen zijn er theorieën bedacht, die met de kennis die we nu hebben nog steeds kloppen. Belangrijke natuurkundigen hebben formules opgesteld waarbij theorieën te verklaren zijn. Deze theorieën hebben wij geprobeerd te onderzoeken en te bevestigen. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van een onderzoek, interview en experiment. Profielwerkstuk Poollicht 3 Inhoudsopgave 0.0 0.1 0.2 0.3 Inleiding Voorwoord Inleiding Inhoudsopgave Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 1.0 1.1 1.2 1.3 Definitie van Poollicht Inleiding Historie Poollicht in het heden Pagina 6 Pagina 7 Pagina 8 Pagina 13 2.0 2.1 2.2 2.3 Wat is poollicht? Inleiding Aardmagnetisch veld De atmosfeer Pagina 14 Pagina 15 Pagina 16 Pagina 18 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Zonnewinden Inleiding De Zon Zonnewind Een zonnewind komt aan bij de aarde Conclusie Pagina 19 Pagina 20 Pagina 21 Pagina 22 Pagina 24 Pagina 25 4.0 4.1 4.2 4.3 4.4 Verschillende kleuren? Spectrum Kwantummechanica Van energie naar licht Invloed van de luchtdruk Pagina 26 Pagina 27 Pagina 29 Pagina 30 Pagina 32 5.0 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 Poollicht op andere hemellichamen Inleiding Jupiter Saturnus Mars Planeten zonder poollicht Conclusie Pagina 33 Pagina 34 Pagina 35 Pagina 37 Pagina 38 Pagina 39 Pagina 40 Profielwerkstuk Poollicht 4 6.0 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 Onderzoeken naar Aurora’s Inleiding Vroegere onderzoeken Huidige onderzoeken Poollicht op andere planeten Opwekken van poollicht Waarnemingen Pagina 41 Pagina 42 Pagina 44 Pagina 45 Pagina 48 Pagina 49 Pagina 50 7.0 Interview Pagina 52 8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 Experiment Licht Onderzoeksvraag Hypothese Uitvoering Experiment Resultaten Conclusie Pagina 57 Pagina 58 Pagina 58 Pagina 59 Pagina 60 Pagina 60 Pagina 61 9.0 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 Afsluiting Conclusie Bronnen Begrippenlijst Problemen Dank Logboek Pagina 62 Pagina 62 Pagina 63 Pagina 65 Pagina 66 Pagina 66 Pagina 67 Profielwerkstuk Poollicht 5 Definitie van Poollicht Profielwerkstuk Poollicht 6 1.0 Definitie van poollicht 1.1 Inleiding Bijna iedereen weet wel wat een Aurora is. Alleen noemen de meeste mensen het anders. Aurora is de wetenschappelijke naam voor het verschijnsel dat wij in Nederland het noorderlicht of poollicht noemen. In ieder land heeft men een eigen naam voor dit natuurverschijnsel in hun eigen taal. Maar wat is een Aurora nou eigenlijk? Een aurora is simpel gezegd een kleurige gloed die op sommige avonden te zien is in de lucht. Het noorderlicht bestaat al sinds de aarde bestaat. In andere delen van dit werkstuk vind u een uitgebreidere uitleg over hoe het ontstaan van een Aurora in zijn werk gaat. Er zijn veel verschillen tussen de meningen van mensen over Aurora’s, sommige volken denken er heel anders over dan wij, en er is ook een vrij groot verschil tussen hoe men er vroeger over dacht en nu. Profielwerkstuk Poollicht 7 1.2 Historie Mensen waren vroeger bang voor de noorderlichten. In de middeleeuwen zagen de mensen het noorderlicht als een voorbode van het kwaad. Ze zagen een rode gloed, hoorden een zacht geruis en zagen dat aan voor de geesten van de overleden strijders. Of als een voorbode van God, dat ze deze strijd zouden gaan verliezen of zelfs helemaal niet zouden moeten houden. Men dacht dat God het noorderlicht aan hen toonde om zijn oneindige macht te laten zien. Om de mensen te laten weten dat hij er was, dat hij bestond. Geestelijken vertelden de mensen dat het noorderlicht een teken was dat het geduld van God bijna op was, dat hij zich klaar maakte voor de strijd. En Profielwerkstuk Poollicht dat de mensen hem alleen konden stoppen door weer naar de kerk te gaan, naar de geestelijken te luisteren en hun giften voor de kerk verdubbelden. Je zou dus kunnen zeggen dat de geestelijken gebruik maakten van het ongeloof van de mensen. Maar waarom was men er zo bang voor? Het is simpel, ze wisten er niets van af. Omdat men in die tijd het heelal nog niet in kon en nog vrij weinig wist over de aarde, magnetische velden, de zon, etc. Voor hen was het gewoon een kleurige gloed in de lucht. Ze hadden er geen verklaring voor. 8 HET NOORDERLICHT Het Noorderlicht veeurspelt neet völle goods. ie zeet het vake, as dat kriegsvolk zoo trekt. In 1870 met de Fransch-Duutschen oorlog was 't ok op een aovend zoo rood in 't westen en later zag ie 't in 't noorden. Da's blood, zeien de luu. Daor vecht de dooje soldaoten in de loch." In 1811 scheen het Noorderlicht ook zoo rood. "Grootvader had 'n bröer, dèn mos met Napoleon wied vot, nao Rusland. En toe' schèn dat Noorderlech ok zoo rood en de olde menschen praotten ok van blood en dèn armen jongen maken zik zoo bange. Hee is vot egaon en nooit weer 'ekommen. Hieronder een zo accuraat mogelijke vertaling in de huidige Nederlandse taal. “Het noorderlicht voorspelt niet veel goeds, ik zie het vaker als het krijgsvolk erop uit trekt. In 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog was het op een avond ook zo rood in het westen en daarna was het te zien in het noorden. Dat is bloed, zeiden de mensen. Daar vechten de dode soldaten. In 1811 scheen het Noorderlicht ook zo rood. “Grootvader had een broer, die moest met Napoleon mee naar Rusland. En toen scheen het Noorderlicht ook zo rood en de oude mensen hebben het over het bloed en de jongeren worden er bang van. Hij is toen weggegaan en nooit meer teruggekomen. “ Profielwerkstuk Poollicht 9 Zo rond de middeleeuwen was er ook een oud volksverhaal over nachtridders, en de wilde jacht. Aan het hoofd van deze nachtelijke jacht door de lucht stond de god Wodan. Hij was de leider van een leger van dode ridders, die tijdens de midwinterstormen door de lucht raasden. Het ontstaan van de noorderlichten in die periode werd dan ook gezien als het leger van doden dat op jacht was. Er zijn nog veel meer oude verhalen, maar ze gaan eigenlijk allemaal over hetzelfde onderwerp: Het noorderlicht. Het had te maken met de doden of was een voorbode van iets slechts dat hun kant op kwam. Het verschijnsel noorderlicht zal dan ook in veel oude sages, legenden en mythen tegenkomen. Maar er zijn natuurlijk ook andere volken die weer andere verhalen hebben te vertellen. Zo dachten sommige Eskimo stammen dat het noorderlicht de zielen van ongeboren kinderen bij zich draagt. De kinderen verblijven in het noorderlicht tot zij een lichaam hebben gevonden. Andere Eskimo stammen dachten dat het noorderlicht de geesten van overleden mensen en dieren bij zich draagt. En zo ook de goden. Ze zien het noorderlicht soms ook als dansende zielen van hun favoriete dieren. De Iroquouis-stam dacht dat het noorderlicht een teken was voor het einde van je leven. De weg naar de hel wordt beschreven als een trillende weg, naar het noorden door een vlammende draaikolk. Iets dergelijks zie je ook terug bij de interpretaties van de Eskimo’s; de Inuit en de Samis. Deze mensen zijn ervan overtuigd dat de noorderlichten de zielen zijn van mensen dood zijn gegaan door groot verlies van bloed, of dit nou door zelfmoord, moord of bij de geboorte al gebeurt. Walt-Disney maakte gebuik van het geloof van de eskimo’s in de film Brother Bear. In deze film zie je hoe een eskimo jongen door de goden tijdens een noorderlicht in een beer veranderd wordt om te zorgen voor een jong beertje waarvan hij de moeder heeft gedood. Profielwerkstuk Poollicht 10 De mensen in Scandinavië hadden een ander idee over de noorderlichten. Het noorderlicht zou staan voor de vrouwen die leefden op een berg genaamd Konnunso. Als de vrouwen dansten reflecteerde het licht van hun vuren en kleren op de aarde. Dat zou het Profielwerkstuk Poollicht noorderlicht doen ontstaan. In Zweden vond men de kleuren van het noorderlicht en de manier waarop het bewoog veel weg hebben van de volksdansen. In Zweden gebruikt men nog steeds een 11 eeuwenoud gezegde “Als het noorderlicht brandt, zal het zaad groeien”. Ze gebruiken het noorderlicht ook om “s nachts grote scholen vissen op te sporen. De Vikingen hadden hele andere opvattingen over het noorderlicht. Zij zagen het als iets wat hen de goede kant op leidde. Zij zagen het als een teken van voorspoed en geluk. Vikingen zagen het noorderlicht hoogstwaarschijnlijk niet als een gevaar omdat ze het vaker zagen dan de mensen die in die tijd in het westen en zuiden van Europa leefden. Het noorderlicht komt in het noorden veel meer voor dan hier, en daarom zagen ze het als iets goed dat hun beschermde, het was voor hen vrij normaal. Voor de Sioux –indianen in Amerika betekende het noorderlicht dat er een ritueel uitgevoerd moest worden, als ze een ritueel uitvoerden zouden de geesten gaan dansen om vervolgens ‘s Ochtends de zon weer op te laten gaan. Er werden vroeger ook veel voorspellingen gedaan die met het noorderlicht te maken hadden of door het noorderlicht werden veroorzaakt. Op 3 oktober 1917, zou een mysterieuze vrouw zijn verschenen bij drie kinderen. Ze had een boodschap voor hen die zei: als de hemel gekleurd wordt door een onbekend licht, zal er oorlog uitbreken. En, net als voorspelt, werd de lucht van Westelijk Europa op 25 januari 1839, gekleurd door een raar vuur. Dit wordt gezien als een voorteken voor de Tweede Wereldoorlog. Vier jaar later zag men hetzelfde licht boven Ohio, Amerika. Een paar dagen later vond de aanval op Pearl Harbor plaats. Opvallend is dat er van stammen uit Afrika en Azië eigenlijk geen verhalen over poollichten bestaan. Waarom niet? Daar is een eenvoudige verklaring voor. In Azië en Afrika komt nagenoeg geen poollicht voor. Profielwerkstuk Poollicht 12 1.3 Poollicht in het heden De mens weet tegenwoordig erg veel over de poollichten. Dit komt omdat we tegenwoordig steeds meer kunnen onderzoeken, we hebben meer mogelijkheden. Toch weet 90% van de bevolking niet precies hoe het in zijn werk gaat. Iedereen snapt dat het een natuurverschijnsel is. Maar omdat de theorie achter poollichten vrij moeilijk is neemt men vaak niet de moeite om het verder uit te zoeken en te snappen. Omdat mensen steeds meer onderzoek doen naar het kunnen voorspellen van poollichten zijn er wel steeds meer mensen die er een willen zien. Veel toeristische branches bieden daarom vakanties aan in Scandinavië waarbij je volgens hen de kans hebt om een noorderlicht te zien. Mensen zijn tegenwoordig niet meer bang voor het noorderlicht. Men vindt het een mooi natuurverschijnsel en velen willen het graag een keer met eigen ogen zien. Profielwerkstuk Poollicht 13 Poollicht Inhoudelijk Profielwerkstuk Poollicht 14 2.0 Wat is poollicht? 2.1 Inleiding Al lang werd er naar een verklaring gezocht voor een vreemd natuurkundig fenomeen dat ’s avonds de hemel deed oplichten. Sommige volken beschouwden het als heilig, anderen dachten dat bepaalde werelddelen energie uitstraalden. Pas met de komst van de kwantummechanica konden er theorieën bedacht worden over het ontstaan van het poollicht. Momenteel zijn alle theorieën daarop gebaseerd, maar het blijft een gedachte en het is nog nooit bewezen. Dus we kunnen er slechts van uit gaan dat het zo werkt. De kwantummechanica richt zich op de kleinste deeltjes die er bestaan. Deeltjes zonder massa, met slechts een beetje energie. Kleiner dan kwantum bestaat niet. De kwantummeter is daarom ook de kleinste lengte. Kwantumtijd de kortste tijd. Kleiner dan dat zouden de begrippen afstand en tijd hun betekenis verliezen. Dit is omdat er geen referentie meer is waar de eenheid aan gebonden zou moeten worden. Poollicht is het licht wat ontstaat door invloed van zonnewinden en de energie die daar bij vrij komt. Op aarde is dit verschijnsel te zien als een gekleurde gloed die de hemel bedekt. Profielwerkstuk Poollicht 15 2.2 Aardmagnetisch veld Rondom de Aarde loopt een magnetisch veld. Dit is vermoedelijk ontstaan door de stroming van magnetische mineralen en elementen in de aardkern. De Aarde is dan ook niet de enige planeet met een magnetisch veld, dus ook niet de enige planeet met een vloeibare kern. Het aardmagnetisch veld beschermd de aarde tegen onder andere straling van de zon. De magnetosfeer is de ruimte om de aarde heen waarin het magnetisch veld invloed heeft. steeds verder afwijken. Dit is een belangrijk gegeven in voor de navigatie. Van nature wijkt de ‘koers’ dus af van de ‘track’. Waarbij koers de richting is naar het magnetische noorden en track de richting is ten opzichte van het aardoppervlak. De oorsprong van dit magnetisch veld staat ook niet stil, iedere dag “loopt” het ongeveer 90 meter naar het westen. Het gevolg is dat per jaar verder afwijkt van het geografische noorden en de sterkte ten opzichte van een absoluut punt op aarde ook varieert. In de afgelopen paar miljoen jaar zijn de polen dan ook regelmatig gedraaid. Een opvallend feit is dat deze draaiingen steeds sneller achter elkaar gebeuren. De omkeringen worden veroorzaakt door veranderingen in kernstromingen. Hierbij neemt het magneetveld eerst in sterkte af om voorbij de evenaar vervolgens weer in kracht toe te nemen. Er is niets bekend over de blootstelling van zonnewinden aan mensen. Of de invloed op het klimaat en het weer. Een grote fout die vaak gemaakt wordt is de gedachte dat dit magnetische veld zijn oorsprong vindt door de geografische noord en zuid –pool. Het aardmagnetisch veld ligt momenteel echter 11,5° verschoven ten opzichte van de aardas. De kompas werkt op dit magnetische veld. Het ‘kompas noorden’ is dus hierbij het ‘magnetische noorden’ en niet het geografische noorden. Exact op de evenaar, bij het snijpunt van de aardas en de as van het aardmagnetisch veld, is de hoek 11,5°. Maar zodra de aardas wordt gevolgd zal het magnetische noorden Profielwerkstuk Poollicht 16 Sinds 1830 worden er systematisch metingen gemaakt van de sterkte van het aardmagneetveld en sinds toen is de veldsterkte ongeveer 16% afgenomen. Dit lijkt er op te wijzen dat de polen aan het omdraaien zijn. Aarde heen. Maar door de hoeveelheid energie buigt het magneetveld zelf ook. Hierdoor ontstaan openingen in het magneetveld waardoor geladen deeltjes toch richting de aarde komen. In de magnetosfeer gaan deze deeltjes als een kurkentrekker om de veldlijnen van het magnetisch veld draaien. Deze deeltjes, de elektronen, bewegen over 3 assen om de veldlijn heen. Het magnetische veld om de aarde beschermd ons tegen zonnewinden. Dit zijn grote vlagen geladen deeltjes met veel energie die de ruimte in geslingerd worden. Deze deeltjes botsen tegen het magneetveld om de aarde, oftewel tegen de magnetosfeer. Hierdoor worden de deeltjes afgebogen en vliegen om de Deze veldlijnen komen bij de polen samen. Hier komen de elektronen ook samen waardoor er een grote concentratie deeltjes op hetzelfde punt terecht komt. Invloed van de zon op de magnetosfeer X-as is de centripetale kracht om de veldlijn. Een krachtvector wijst steeds naar het midden. Y-as is de as waarover de elektron uit de bocht wilt vliegen, dit word tegen gegaan door de F mpz. Z-as is de lengte van de veldlijn die gevolgd wordt, naar de noord of zuid pool van de aarde toe. Profielwerkstuk Poollicht 17 2.3 De atmosfeer De atmosfeer is per definitie een laag met gassen dat een hemellichaam omringt. Bij de aarde is dit ook het geval. Vaak wordt het dan de dampkring genoemd. Deze gassen blijven om de aarde heen hangen door de zwaartekracht die er op uitgeoefend wordt. In vergelijking met de straal van de aarde is de atmosfeer maar een erg dunne laag. Dit is ook waarom het broeikas effect zo’n groot probleem is. De atmosfeer raakt snel verzadigd. Het weer speelt zich af in de laag die het dichtst bij de aarde ligt, de troposfeer. Deze luchtlaag is ongeveer 13 km hoog en is de warmste en vochtigste laag van de dampkring. Poollicht word op een hoogte van tussen de 80 en 1000km uitgestraald. Om de kleur van het poollicht te kunnen beredeneren, moeten we weten welke stoffen er allemaal in de atmosfeer aanwezig zijn. Element stof N2 (stikstof) Percentage van het totaal 78,084 % O2 (zuurstof) 20,946 % Ar (Argon) 0.934 % H2O (waterdamp) (wisselende hoeveelheden) CO2 (kooldioxide) 0.032 % sporengassen: Ne (Neon) CH4 (methaan) He (helium) Kr (krypton) H2 (waterstof) Xe (xenon) N2O (Dikstikstofoxide) Overige 0,001818 % 0,0002 % 0,000524 % 0,000114 % 0,00005 % 0,000009 % 0,00005 % 0,00124 % Atmosfeer van de Aarde op zeeniveau. Het meest voorkomende element in de atmosfeer is stikstof. Op grotere hoogte is het percentage zuurstof lager, dit komt omdat zuurstof een vrij zwaar gas is. Op 40.000 tot 60.000 kilometer hoogte bevind zich veel O3, Ozon. Dit gas beschermt de aarde tegen teveel ultraviolette straling van de zon. Deze laag wordt aangetast door zware chemicaliën en andere gassen. Nog hoger is nog stikstof, en dan verdwijnt de laag langzaam naar het luchtledige. Buiten de atmosfeer is geen lucht. Profielwerkstuk Poollicht 18 ZONNEWINDEN Profielwerkstuk Poollicht 19 3.0 Wat is de relatie tussen het poollicht en de zon? 3.1 Inleiding De zon is ver uit het belangrijkste hemellichaam in ons zonnestelsel. Ze is niet alleen de grootste maar ook de zwaarste. Ze bevat namelijk 99.9 % van alle massa van het zonnestelsel. De zon is een actieve ster waar de planeten in een baan omheen draait. Door de activiteit worden de omringende planeten soms sterk beïnvloed. Een essentieel bestanddeel voor het vormen van aards poollicht is de energie die wij ontvangen van de zon. Onze aarde straalt zelf minder energie uit dan dat het van de zon ontvangt. Wij gebruiken de invloeden van de zon op de aarde voor licht en warmte. Maar waar komt deze energie eigenlijk vandaan? En wat voor invloed heeft het op de aarde? Profielwerkstuk Poollicht 20 3.2 De zon De zon heeft een cyclus van elf jaar. Daarbij zijn er perioden waar de activiteit van de zon erg groot kan zijn. De zon straalt dan meer energie uit dan normaal. Deze energie komt voort uit de kernfusie die in de zon plaats vindt. Er vindt een kernreactie plaats tussen vier waterstofatomen die één heliumkern vormen (waterstofverbranding). Vier kernen smelten samen tot een heliumkern. De temperatuur in de zon is, vanaf een minimum van 15 miljoen graden, zo hoog dat de atomen razendsnel bewegen. In combinatie met een druk van 250 miljard atmosfeer zorgt het ervoor dat ze snel met elkaar in aanraking komen. Deze reacties gebeuren tegelijk en achter elkaar door. Samen komt bij deze reacties een gemiddelde energie van 3,86e33 ergs/sec (3,86 miljard Petawatt ( 1,0 x 1015)) vrij. Deze energie bestaat uit fotonen en neutrino’s. Neutrino’s vliegen, doordat zij geen effect hebben en een lichtsnelheid na een korte tijd al door de ruimte. Fotonen zorgen voor de temperatuur en het licht wat men op aarde kan waarnemen en gebruiken. Verder kunnen zij ook zorgen voor een zonnewind. Profielwerkstuk Poollicht 21 3.3 Zonnewind De fotonen banen zich een weg van de kern naar het oppervlak om zo de zon te kunnen verlaten. In de convectiezone, de buitenste laag van het oppervlak van de zon, bevinden zich convectiestromen bestaande uit geïoniseerde gassen (geïoniseerde elementen als waterstof (H), zuurstof (O) en stikstof (N)). De gassen stromen van de kern richting het oppervlak. Als de stromen bij het oppervlak aankomen koelen ze af en keren weer terug richting de kern. Als de fotonen in aanraking komen met deze zone, botst het tegen geïoniseerde deeltjes en zoekt een weg richting de ruimte. Bij deze botsingen komen de geïoniseerde deeltjes van de convectiezone in de atmosfeer en krijgen hierbij een grote kinetische energie. Ze krijgen een snelheid van gemiddeld 145km/s in verschillende richtingen. De atmosfeer van de zon bestaat uit drie lagen: de fotosfeer, de chromosfeer en de corona. De corona is de buitenste atmosferische laag. Deze laag kan tot miljoenen kilometers in het heelal in reiken. De corona is niet gelijkmatig verdeeld en verandert aan de hand van het tijdstip in de zonnecyclus. De geïoniseerde deeltjes ontsnappen uiteindelijk uit de corona aan de aantrekkingskracht van de zon door het bereiken van een bewegingssnelheid van 618km/s. De magnetosfeer van de zon remt de deeltjes namelijk af. Bij uitstoot daalt de snelheid dan ook tot maximaal 400km/s. Een verzameling van deze uitgestoten geïoniseerde deeltjes wordt een zonnewind genoemd. zonnewind maar zwak. Te zwak om een zichtbaar poollicht mee te creëren. Er is dus een sterker effect nodig om de zonnewind harder te laten aankomen. Het moet een hogere snelheid en meer geïoniseerde deeltjes bevatten. Voor het bereiken van de aarde moeten de deeltjes een snelheid van minimaal 450 km/s bezitten. Als de gemiddelde snelheid van een geïoniseerd deeltje 145 km/s is, komen er maar weinig deeltjes aan bij de aarde en is de Profielwerkstuk Poollicht 22 Op tijdstippen in de zonnecyclus met een verhoogde activiteit, kan de corona wegvallen en ontstaan er coronale gaten in de atmosfeer. Dit zijn gebieden rond de polen van de zon waar de magnetische veldlijnen van de zon niet terugkeren naar de zon. Door de vrijheid om rechtstreeks de ruimte in te kunnen, kan dit een zonnewind flink versterken en een snelheid bereiken van 700km/s. Deze snelheid wordt behouden doordat er geen remmende werking van de magnetosfeer is. Andere eigenschappen voor het versterken van een zonnewind zijn Flares (zonnevlammen) en CME’s (plasmawolken). Flares zijn kernexplosies ten gevolge van het ineens begeven van de magnetosfeer van de zon ten gevolgen van vervormingkrachten op een bepaald punt. De energie die opgeslagen zit in de magnetosfeer komt plotseling vrij. Dit vindt meestal plaats boven zonnevlekken. Bij zonnevlekken daalt de temperatuur op een bepaald punt en zorgt dit voor een verstoring van de magnetosfeer. Aan de hand van de activiteit van de zon ontstaan er protuberansen in de chromosfeer. Dit is een grote streng van plasma-achtige materie buiten de atmosfeer van de zon. Hierbij wordt zonnematerie (plasma) met een snelheid van 400km/s tot 1000 km/s de ruimte ingeslingerd. Flares hebben drie verschillende logaritmische sterkten. De C-, M-, en X-Flares. De X-flares komen qua sterkte het meest in de buurt van een CME. CME’s zijn de sterkste plasma-explosies van de zon. Meestal vormt een CME bellen van plasma dat wordt uitgestoten. Soms kan een explosie een gehele halo vorm aannemen waarbij het plasma in alle richtingen wordt uitgestoten. Door het uitgestoten plasma kunnen de geïoniseerde deeltjes versneld worden en een snelheid bereiken oplopend tot 2120km/s. Zonnewinden zijn verder ondergeschikt in twee verschillende soorten. Het soort is afhankelijk van de snelheid die de geïoniseerde deeltjes hebben na het ontrekken van de aantrekkingskracht van de zon. Trage zonnewind ontstaan rond de evenaar van de zon met een afwijking van 15° graden richting de polen. Rond de evenaar bevinden de magnetische veldlijnen zich het verst van de zon af en worden de deeltjes het meest afgeremd door de magnetosfeer van de zon. Vanaf de polen wordt snelle zonnewind gecreëerd. Hoe dichter een foton zich bij de polen bevindt en in botsing komt met geïoniseerde deeltjes hoe meer bewegingsenergie de deeltjes buiten de magnetosfeer krijgen. Ze hoeven minder afstand af te leggen om buiten de magnetosfeer te komen en verliest dan minder snelheid aan de aantrekkingskracht van de zon. Als bij de polen een magnetische verstoringen plaats vind, geeft het een grotere snelheid mee aan de geïoniseerde deeltjes bij de ontsnapping aan de aantrekkingskracht van de zon. Profielwerkstuk Poollicht 23 3.4 Een zonnewind komt aan bij de aarde Als de zonnewind bij ons hemellichaam aankomt, komt het in aanraking met de magnetosfeer. Indien de energie van een magnetisch veld dominant is, behouden de magnetische veldlijnen hun vorm en de bewegingssnelheid van de geïoniseerde deeltjes worden afgeremd. Maar als de energie van de zonnewind dominant is wordt de magnetosfeer beïnvloed door deze energie. De veldlijnen kunnen hierbij gebogen of lichtelijk ingedeukt worden. Het is afhankelijk van de richting van de zonnewind of de geïoniseerde deeltjes worden opgenomen in de magnetosfeer. De richting wordt mede bepaald door de vier verschillende seizoenen op de aarde waarbij de aarde niet helemaal recht tegenover de zon staat. De magnetisch veldlijnen van de aarde lopen van Zuid naar Noord. Als geïoniseerde deeltjes vanaf dezelfde richting als de veldlijnen aankomen worden de deeltjes als het ware afgestoten en krijgen ze geen kans om onder invloed van de Lorentzkracht naar de polen te trekken. Een aangekomen zonnewind in de tegengestelde richting kan de magnetische tegendruk doen opheffen. De meegekomen deeltjes kunnen zich door de magnetosfeer laten beïnvloeden. Rond de polen geeft het een poollicht tot gevolg. CME’s zijn zo sterk dat het kan zorgen voor poollichtstormen. Er komen zo veel geïoniseerde deeltjes bij de aarde aan dat de deeltjes voor poollicht kan zorgen dat vergeleken met normaal gesignaleerd poollicht bijzonder helder wordt. Op plekken worden de magnetische veldlijnen zo sterk afgebogen dat er problemen kunnen ontstaan bij communicatieve radiozenders. De radiogolven worden verstoord en er ontstaat een ruis van de geïoniseerde deeltjes die de golven aantasten. De korte golven van 200 meter of korter, en middengolven (enkele honderden kilometers) gecreëerd door zendmasten hebben hier het meeste last van. De korte golven kunnen een maximale hoogte bereiken van 400 km en de middengolven maximaal 100 km. Hier kunnen de deeltjes nog niet in aanraking komen met de atmosfeer en worden ze opgevangen door de magnetosfeer. Dit heeft als gevolg dat een AM of FM radioband gaat storen. Dit heeft rond de polen de grootste gevolgen. De deeltjes komen daar, door de afbuiging van de Lorentzkracht, bij elkaar komen om zo in contact te komen met de atmosfeer. De deeltjes verstoren de golven. Profielwerkstuk Poollicht 24 3.5 Conclusie De zon heeft door middel van zijn energie een zekere invloed op het poollicht. Het is het enige variabele bestanddeel van de creatie poollicht. De activiteit van de zon is niet constant en heeft een cyclus van 11 jaar. De energie van de zon is echter wel nodig doordat de aarde zelf minder energie uitstraalt dan dat het van de zon ontvangt. De energie ontstaat door kernfusie die zich in de kern van de zon afspeelt. Door het versmelten van twee waterstofatomen in een heliumatoom komen er veel fotonen vrij die het geïoniseerde plasma door middel van botsingen in beweging brengt en zo aan de aantrekkingskracht van de zon kan ontsnappen. Een verzameling geïoniseerde deeltjes die zich ontrekken aan de aantrekkingskracht heet een zonnewind. Een zonnewind kan de magnetosfeer van onze aarde bereiken als het in de goede richting staat. Door de richting kan het poollicht laten verschijnen. En Hoe hoger de snelheid van de zonnewind hoe meer geïoniseerde deeltjes een zonnewind bevat als het de aarde bereikt. Dit bevat op onze aarde een helderder poollicht. Poollicht op onze aarde is alleen te zien door de versterkende werking van Flares, CME’s of coronale gaten. Dit komt doordat geïoniseerde deeltjes voor de creatie minstens met een snelheid 450km/s moeten bewegen in de richting van de aarde. Profielwerkstuk Poollicht 25 Verschillende Kleuren Profielwerkstuk Poollicht 26 4.0 Verschillende kleuren 4.1 Het spectrum Het spectrum is de volledige schaal aan elektromagnetische straling. Hierin vallen radargolven, maar ook licht. Het zichtbare spectrum noemen we het ‘Kleuren spectrum’. Licht is een vorm van elektromagnetische straling. Alle soorten elektromagnetische straling hebben in het vacuüm een snelheid gelijk aan de lichtsnelheid. Het woord "elektromagnetisch" weerspiegelt het verschijnsel dat elektrische velden en magnetische velden, als ze in de tijd veranderen, altijd samen optreden. Een wisselend elektrisch veld gaat altijd gepaard met een wisselend magnetisch veld, en omgekeerd. Het bijzondere van elektromagnetische straling is dat er geen medium nodig is waarin de golven zich voortplanten. In tegenstelling tot geluid bijvoorbeeld, dat zich niet in een vacuüm kan voortplanten, kan licht zich prima door een verder totaal lege ruimte voortbewegen. Het vermogen van straling (uitgedrukt in Watt, of joule/seconde) is gelijk aan het aantal fotonen per seconde maal de energie per foton. Dat laatste bepaalt het soort straling, het eerste de intensiteit van de straling. Fotonen zijn een verschijningsvorm van elektromagnetische straling. Deze kunnen zich voordoen als golven of als een stroom van bijna massaloze energiedeeltjes. Eigenlijk zijn het allemaal kleine pakketjes met energie. Er bestaat een heel spectrum van elektromagnetische straling van verschillend energieniveau per foton. De straling met een lager energieniveau per foton heeft een grotere golflengte dan de straling met een hoger energieniveau per foton. Samenhangend met die eigenschappen heeft elektromagnetische straling allerlei toepassingen. Sommige soorten (zoals radiogolven) hebben een heel groot bereik bij een relatief laag energieniveau. Andere soorten straling (zoals Röntgenstraling) gaan door weefsels heen en hebben daardoor medische toepassingen. Elektromagnetische straling kan voor de waarnemer twee vormen aannemen, namelijk als een deeltje, het foton, of als een golfverschijnsel. Er is een verband tussen het energieniveau E van dit foton en de frequentie f van de bijbehorende golf. Deze relatie is: . E=h f waarin h de constante van Planck is. Dat elektromagnetische straling een golfverschijnsel is kan met diffractie- en interferentieproeven worden aangetoond. Om onder andere het fotoelektrisch effect te kunnen verklaren moet aan deze straling een deeltjeskarakter toegekend worden. Licht heeft dus een dualistisch karakter; een golf en een deeltje. We hebben beide modellen nodig om verschillende natuurkundige processen te kunnen verklaren. Later bleek ook dat materie zich niet alleen als deeltje, maar ook als een golf kan gedragen. Profielwerkstuk Poollicht 27 In natuurkundige formules wordt in plaats van de frequentie ook wel de golflengte gebruikt. Hierbij komt een factor 2π naar voren. Dan is het vaak handig om in plaats van de constante van Planck h De constante van Dirac te gebruiken, neergeschreven als h met een streep er doorheen ( , h streep genoemd). Dit is h gedeeld door 2π. De mens kan bepaalde elektromagnetische golven zien als licht. De golflengte van zichtbaar licht ligt tussen de 380 en 780 nanometer. Hoe kleiner de golflengte, des te meer energie de stroom bevat. Max Planck ( 1858 – 1947 ) Het zichtbare spectrum met de bijbehorende golflengte in nanometers. Profielwerkstuk Poollicht 28 4.2 Kwantummechanica Een eerste aanzet tot de theorie van de kwantummechanica is gegeven door Max Planck in zijn studie gepubliceerd in 1900 “Zur Theorie des Gesetzes der Energie-Verteilung im NormalSpektrum” over het probleem van de straling van een zwart lichaam. Planck kan de experimentele resultaten voor deze straling verklaren door aan te nemen dat licht korrelig is en in standaardpakketjes (quanta) komt. Hij bedoelde dit als een rekentruc. De kwantummechanica is een intuïtief moeilijk te doorgronden theorie, die in de beginperiode op veel weerstand stuitte. Albert Einstein had later bezwaar tegen de kansverdeling van deeltjes: "God dobbelt niet". Hij geloofde dat de onzekerheden van de kwantumtheorie niet reëel waren, maar dat er 'verborgen variabelen' waren, die we nog niet kennen, die alsnog de theorie deterministisch zouden maken. Ook Max Planck zelf meende dat 'zijn' kwantumtheorie later vervangen zou worden door een meer deterministische theorie zonder 'vage' statistische eigenschappen. Latere experimenten hebben die positie echter onhoudbaar gemaakt. Maar Einstein zelf gaf in 1905 Plancks methode een nieuwe toepassing. Hij kon er het foto-elektrisch effect mee verklaren. Niels Bohr kwam met zijn baanmodel voor de elektronen rond een atoom. Volgens het atoommodel van Bohr houden de elektronen van een atoom zich op in een aantal schillen rondom de kern, die een verschillend energieniveau hebben. Elke schil kan een beperkt aantal elektronen bevatten. De elektronen van een stabiel atoom zitten in de schillen met de laagst mogelijke energie. Als er energie aan een atoom wordt toegevoegd, bijvoorbeeld doordat de stof verhit wordt, kunnen er elektronen naar een hogere energietoestand gaan. Dit heet een aangeslagen toestand. Het overgaan naar een hogere energietoestand heet excitatie. Het atoom is dan niet meer in de stabiele toestand. Als er een elektron terugvalt naar een lager energieniveau, zendt het atoom energie uit in de vorm van een foton, elektromagnetische straling, bijvoorbeeld in de vorm van licht. Dat heet emissie van stralingsenergie. Profielwerkstuk Poollicht 29 4.3 Van energie naar licht Elektronen worden naar een hogere baan gestoten door een botsing. Maar ze willen terug naar hun eigen baan. Bij de sprong tussen verschillende energieniveaus komt energie vrij in de vorm van een foton. De stralingsenergie die vrijkomt bij een bepaalde elektronensprong komt overeen met het energieverschil tussen deze energieniveaus. De waarden van de sprongen zijn verschillend voor elk element. De stralingsenergie bepaalt de golflengte van de straling, en dus de kleur van het uitgestraalde licht. Maar niet iedere kleur kan met ieder element gemaakt worden. Zo zullen de groene en rode kleur vooral van zuurstof komen. En de paarse tinten van het element stikstof. Deze stoffen zijn het meest aanwezig in de atmosfeer. Welke stoffen een bepaalde golflengte uitzenden kan afgelezen worden uit een tabel. Hierin is het zichtbare spectrum geselecteerd en de mogelijke kleuren per stof zijn ingevuld. Profielwerkstuk Poollicht 30 Een grotere ‘val’ van het elektron geeft meer energie af, hier zal een kleinere golflengte uit komen. Een kleine golflengte zal richting violet gaan, terwijl langere golflengten naar de kleur rood gaan. Bij een rode kleur aan de lucht is er dus sprake van maar een kleine energie uitstoot per atoom. Vlak bij de polen zal meer violet te zien zijn omdat de deeltjes hier harder op elkaar botsen. Waardoor het elektron meer energie zal meekrijgen en naar een hogere baan geschoten wordt. De hoeveelheid energie die vrijkomt is afleesbaar Profielwerkstuk Poollicht 31 4.4 Invloed van de luchtdruk Binnen de atmosfeer van de aarde heerst luchtdruk. De luchtdruk staat voor de kracht waarmee alle gassen in de atmosfeer op de aarde leunen. Kom je hoger in de atmosfeer, dan heb je een dunnere laag atmosfeer boven je en is de luchtdruk dus lager. De luchtdruk betekent dus ook de hoeveelheid zuurstof of stikstof moleculen per volume. Een lage luchtdruk heeft weinig moleculen per volume. En dus duurt het langer voor dat het elektron afkomstig van een zonnewind tegen een molecuul botst. De snelheid hiermee is ook hoger en dus zal het voor meer energie zorgen. De theorie dat de kleur wordt beïnvloed door de luchtdruk klopt niet. Vaak wordt beweerd dat de rode kleur komt door de lage luchtdruk. Echter, als er naar de vorm van de atmosfeer wordt gekeken is er in de eerste lagen de minste luchtdruk. Dat is logisch want er zit niets boven. Omdat de luchtdruk laag is zijn er weinig moleculen. Dus de deeltjes die vanaf de zon komen hebben in het begin maar een kleine kans op een botsing. Als er een botsing is, is de hoeveelheid energie die vrijkomt niet zo groot. Want de aantrekkingskracht van de veldlijnen van het aardmagnetisch veld en de zwaartekracht zijn nog niet zo sterk. De luchtdruk neemt toe naarmate het deeltje dichter bij het aardoppervlak komt. Bovendien neemt ook de snelheid van het deeltje nog toe. In een hogere luchtdruk is de kans veel groter dat het een molecuul raakt. En door de hogere snelheid komt er meer energie vrij. Waardoor een groen licht ontstaat. Het is dus niet zo dat lage druk rood licht veroorzaakt, en hogere druk geel/groen. Er kan beter gezegd worden dat de deeltjes die de lage druk overleven als groen licht gezien worden. De kleur hangt niet af van de luchtdruk. Profielwerkstuk Poollicht 32 Poollicht op andere hemellichamen Profielwerkstuk Poollicht 33 5.0 Kan op andere planeten ook poollicht ontstaan? 5.1 Inleiding Na de ontdekking van de achterliggende theorie zijn sterrenkundigen gaan kijken naar de andere planeten. Men was nieuwsgierig of onze planeet de enige in het zonnestelsel was die dit verschijnsel kon creëren. Andere planeten zouden op hun manier het ook moeten kunnen. Planeten moeten wel aan bepaalde eisen voldoen om poollicht te laten verschijnen. Zo hebben ze een magnetisch veld, energie van de zon of van een ander lichaam en een bepaalde conditie van de atmosfeer nodig. De aarde voldoet aan al deze eisen. Maar zijn deze eisen echt nodig of kunnen er andere methodes zijn die zorgen voor poollicht? Profielwerkstuk Poollicht 34 5.2 Jupiter De eerste andere planeet waar poollicht was ontdekt was Jupiter. Op 24 en 26 februari 2003 werd een infrarode afbeelding gemaakt van het verschijnsel wat het bewijs was dat er op andere planeten ook poollicht voorkwam. Doordat deze planeet een gasreus is vond men het vreemd om daar het poollicht te ontdekken. De achterliggende theorie van het poollicht verschijnsel op Jupiter was echter niet te vergelijken met de theorie achter het poollicht op onze aarde. vulkanische activiteit worden er veel geïoniseerde deeltjes, afkomstig uit een uitbarsting, de ruimte in geblazen. De geïoniseerde deeltjes worden in magnetische baan naar de polen gebracht, waar de richting van de veldlijnen van de magnetosfeer zich in de planeet keren. (Jupiter bezit een magnetisch veld dat zo sterk is dat zijn invloeden uitstrekken tot voorbij de baan van Saturnus.) De meegebrachte geïoniseerde deeltjes van Io komen in botsing met de atmosfeer van Jupiter die hoofdzakelijk uit de waterstof en helium bestaat. Er kunnen verschillende kleuren ontstaan. Onze aarde maakt namelijk gebruik van de energie van de zon. De energie die de aarde ontvangt door middel van zonnewinden is groter dan dat de planeet zelf uitstraalt. Gasreuzen als Jupiter en Saturnus stralen meer energie uit dan ze van de zon ontvangen. Jupiter creëert in feite zijn eigen poollicht. Alle eisen die nodig zijn voor het verschijnsel poollicht worden op een vreemde manier gebruikt en toegepast. De omringde manen en de energie van Jupiter hebben een groot effect op de polen. Door de botsing ontstaat net als bij onze aarde poollicht. Dit poollicht is alleen vele malen sterker dan aards poollicht. Het kan tot 5 uur lang aanhouden en heeft een veel groter oppervlak. Dit is te verklaren door de activiteit van Io en de energie die het hemellichaam zelf uitstraalt. Jupiter straalt zelf energie uit door de trage gravitationele samentrekking van het lichaam. Het straalt 2,5 keer meer energie uit dan dat het van de zon ontvangt. De atmosfeer kan deze energie goed geleiden en er ontstaat een veel helderdere aurora dan op aarde. Verder zorgt deze energie voor een grotere magnetosfeer rond Jupiter. En hoe groter de magnetosfeer hoe langer de magnetische veldlijnen zijn. De Lorentzkracht heeft hier een langere werking en krijgen de geïoniseerde deeltjes een groter snelheid. Het zorgt voor krachtigere botsingen. De maan Io is één van de 16 herkende manen van Jupiter en bevindt zich het dichtste bij de planeet. Deze maan is het meest actieve vulkanische hemellichaam in het zonnestelsel. Het kan enorme vulkanische pluimen creëren die tot 300 km boven het oppervlak kunnen reiken en elektromagnetische ontladingen geven met een waarde oplopend tot 3 miljoen Ampère. Io is een vulkanisch maan die zwavel en zwaveldioxide uitspuwt. Door de grote Profielwerkstuk Poollicht 35 De andere twee gallileïsche manen Europa en Ganymedes hebben door het sterke magnetisch veld van Jupiter ook een invloed op de polen. Deze is een stuk kleiner doordat deze manen niet erg actief zijn en een bevroren oppervlak hebben. Door radioactiviteit worden watermoleculen (aanwezig in allebei de planeten) gesplitst en hebben de manen een atmosfeer van waterstof en zuurstof. De twee manen bevinden zich verder weg van Jupiter vergeleken met Io. De Profielwerkstuk Poollicht geïoniseerde deeltjes van de manen volgen een andere baan, in het magnetisch veld van Jupiter, die naar de polen toe lijdt. Op de polen komen op drie verschillende plekken geïoniseerde deeltjes aan van de drie manen. Op de drie verschillende plaatsen op de polen word poollicht gevormd. Samen zorgt dit voor een groot helder oppervlak. De vele ongelijktijdige getijden van Jupiter hebben veel effect op de langdurigheid en de kans op 36 een poollicht die Io creëert. Io kan zich 100 meter verplaatsen ten opzichte van Jupiter. Dit veroorzaakt gravitationele samentrekking van de kern van Io en zorgt voor het vulkanisme op de maan. Als in een bepaald getij de kern krachtiger wordt samengetrokken is de kans op een vulkanische uitbarsting en dus de kans op een poollicht op Jupiter, waar de magnetische baan in contact komt met de atmosfeer, groter. 5.3 Saturnus Na deze ontdekking werden ook andere gasreuzen onderzocht op het verschijnsel poollicht. Een jaar later 24, 26 en 28 januari 2004 was het zo ver. Er werd poollicht met een infrarood camera ontdekt op Saturnus, een andere gasreus die zich achter Jupiter bevindt. Er werd lang gedacht dat dit poollicht precies dezelfde theorie bevatte als aards poollicht. Maar op 16 februari 2005 ontdekte men één groot verschil met ons poollicht. Het verschil is dat bij Saturnus de richting van de zonnewind niet belangrijk is als deze aankomt bij de magnetosfeer. Ieder geïoniseerd deeltje word afgebogen door de Lorentzkracht welke richting dit deeltje ook heeft. De magnetisch veldlijnen van de aarde lopen richting het noorden. Als de zonnewind naar het zuiden aankomt word de magnetosfeer gedeeltelijk opgeheven en is de magnetosfeer open voor de geïoniseerde deeltjes. Bij een tegengestelde richting hebben de geïoniseerde deeltjes geen toegang tot de magnetosfeer. Als de zonnewind aankomt en het heeft dezelfde richting als de magnetosfeer worden de deeltjes als het ware afgestoten en krijgen de geïoniseerde deeltjes geen kans om onder invloed van de Lorentzkracht naar de polen te trekken. Bij Saturnus blijkt de richting van de magnetische velden geen invloed te hebben op het ontstaan van poollicht. Dit zou hoogstwaarschijnlijk kunnen komen doordat voor zo’n grote planeet de magnetosfeer niet heel erg sterk is. Het laat ieder magnetisch veld binnen en dat veroorzaakt verschillen in der verschijning. Er zijn 2 typen poollicht op Saturnus. 1. Het poollicht gaat mee met de rotatie van Saturnus. 2. Het poollicht staat stil en de Saturnus gaat door met de rotatie. Het verschil in type zit in de aard van de richting van de zonnewind. Komt de zonnewind van de tegengestelde richting als de magnetosfeer dan gaat de aurora mee roteren (type 1). Als dit niet het geval is blijft de aurora stilstaan (type 2). Profielwerkstuk Poollicht 37 5.4 Mars De laatste planeet waar het poollicht is ontdekt is onze achterbuurman Mars. Op 9 juni 2005 zag men vreemde lichtverschijnselen op het zuidelijk halfrond van Mars. Men dacht altijd dat er geen poollicht op Mars kon voor komen door de ijle atmosfeer en de zwakke magnetosfeer. Maar toch heeft men op Mars poollicht aangetroffen. Het poollicht op mars is alleen door de aanwezigheid van het verschijnsel rond de evenaar al een heel stuk vreemder. Bij Mars gaat het niet om de magnetische veldlijnen die naar de polen trekken maar om de plaatselijke magnetische velden die zich in de korst van de planeet bevinden. Mars heeft geen magnetosfeer maar bepaalde gebieden waarbij zich een soort magnetische bel vormt over het oppervlak die de korst in verdwijnt. Boven die plaatselijke magnetische rotsgebieden kan zich poollicht voordoen. Deze gebieden bevinden zich grotendeels op het zuidelijk halfrond maar ook rond de evenaar van Mars. Een zonnewind kan met een magnetisch gebied in aanraking komen en zo net als onze aarde het lichtverschijnsel creëren. Dit poollicht kan door het hoge CO2 percentage (97,98%) en verder een mengeling van andere gassen in de atmosfeer niet erg helder zijn. De kleur die het vaak krijgt is Ultra Violet. Profielwerkstuk Poollicht 38 5.5 Planeten zonder poollicht Bij sommige planeten hebben astronomen al vast kunnen stellen dat er nooit een poollicht in hun hemel te zien zal zijn. De planeten missen bepaalde eigenschap die essentieel kunnen zijn voor het creëren van poollicht, zoals een atmosfeer of een magnetosfeer. Maar er blijven onduidelijkheden over het verschijnsel. Niet alleen bij de planeten die geen poollicht creëren maar ook planeten waarbij het poollicht wel gevormd word. Zo is het bijvoorbeeld vreemd dat Jupiter invloeden heeft van drie Gallileïsche manen. De manen Ganymedes en Io hebben een ijle atmosfeer in vergelijking met Io en kunne dus weinig geïoniseerde deeltjes afgeven aan de magnetische veldlijnen naar de polen van Jupiter. En Waarom is er niks bekend over vormingen van poollicht op de planeten Uranus en Neptunus. Beide planeten bevatten alle eigenschappen om een poollicht te kunnen laten verschijnen. Zonnewinden bevatten genoeg snelheid om beide planeten te kunnen bereiken en de planeten bevatten genoeg atmosferische bestanddelen om een zonnewind mee in aanraking te laten komen. Wat men wel al heeft vast kunnen stellen, na het ontdekken van het poollicht op saturnus, is dat Mercurius en Pluto geen poollicht kunnen creëren. Beide planeten hebben vrijwel geen atmosfeer doordat Pluto een bevroren planeet is en Mercurius bijna helemaal gesmolten. De luchtdruk is door de lage aantrekkingskracht zo laag dat een zonnewind bij één van de planeten aan zou komen en met geen enkel atmosferisch deeltje in botsing zou kunnen komen. De gassen die er boven het oppervlak ontstaan kunnen meteen wegdrijven van de planeet. Venus heeft als ander voorbeeld geen magnetosfeer. In vergelijking met Mars hoeft dat niet echt een probleem te zijn. Maar het verschil is dat Mars magnetische gebieden in de aardkorst heeft zitten door een vroegere atmosfeer die de planeet heeft gehad. Venus daarentegen heeft nooit een magnetosfeer gehad. Er is geen Lorentzkracht die de aangekomen geïoniseerde deeltjes doen versnellen. Profielwerkstuk Poollicht 39 5.6 Conclusie Onze aarde is niet de enige planeet die voor het lichtverschijnsel kan zorgen. Bijna 5 jaar geleden werden de eerste beelden vast gelegd van Jupiter met hetzelfde verschijnsel. De jaren hierop volgden meerdere planeten die het zelfde resultaat gaven. Uiteindelijk kan ook op de planeten Jupiter, Saturnus en Mars poollicht ontstaan. Hoewel deze alle drie erg kunnen verschillen in achterliggende theorie, brengt het bij ieder een lichtverschijnsel boven het oppervlak. Het blijkt dat zowel gasreuzen als Jupiter en Saturnus maar ook Aardse planeten zoals Mars en De Aarde poollichten kunnen laten verschijnen. Planeten die geen poollicht kunnen creëren, kunnen bepaalde atmosferische of magnetische bestanddelen missen, die niet worden vervangen of aangepast. Door het niet compleet zijn van de bestanddelen kan zich geen poollicht aan de hemel voor doen. Mercurius en Pluto missen het bestanddeel de atmosfeer en Venus de Magnetosfeer. In sommige gevallen is het nog niet duidelijk waarom de planeten het poollicht niet kunnen vormen. Uranus en Neptunus zijn voorzien van alle eigenschappen die nodig zijn om een poollicht te kunnen creëren, alleen is deze nooit ontdekt. Profielwerkstuk Poollicht 40 Onderzoek naar poollicht Profielwerkstuk Poollicht 41 6.0 Wat voor onderzoeken worden er gedaan naar Aurora’s? 6.1 Inleiding De mens is altijd al bezig geweest met het onderzoeken van verschijnselen in de natuur, zo ook de Poollichten. Poollichten bestaan al zo lang als de aarde maar er is pas sinds kort echt veel onderzoek naar gekomen. Men deed er vroeger wel onderzoek naar maar ze hadden er gewoon niet de goede instrumenten en apparatuur voor. Een groot obstakel was vroeger dat men de ruimte nog niet in kon. En aangezien de ruimte en vooral de zon een grote rol spelen in het vormen van de Poollichten was het erg moeilijk om er goed onderzoek naar te doen en conclusies te kunnen trekken. In deze deelvraag zullen er verschillende onderwerpen aan de orde komen: De vroegere onderzoeken naar poollichten. De huidige en toekomstige onderzoeken naar poollichten De waarnemingen: waar en hoe vaak ze voorkomen. Profielwerkstuk Poollicht 42 6.1 De vroegere onderzoeken naar poollichten De poollichten danken hun naam aan Galileo Galilei (1564-1642). Hij gaf de poolichten hun wetenschappelijke naam die wij nog steeds gebruiken, Aurora Borealis. Dit betekend “morgenrood van het noorden”. De poollichten hebben meerdere namen die ze danken aan deze man. Aurora Borealis, noorderlicht. Aurora Australis, zuiderlicht Aurora Polaris, poollicht Galileo De eerste echte onderzoeken naar poollichten begonnen in de 18e eeuw. In 1744 deed de Duitser Samuel Von Triewald al een experiment op het gebied van het noorderlicht. In een donkere kamer, met een gaatje in de muur om het zonlicht door te laten, stelde hij een prisma, een glas cognac en een scherm op. Lichtstralen die door de opening kwamen, werden gebroken en waaierden uiteen bij doorgang door het prisma. Wanneer het gebroken licht langs het oppervlak van de cognac kwam, werd een patroon op het scherm geprojecteerd. Dit was het begin van een wereldwijde theorie die ervan uitging dat het poollicht ontstaat uit zonlicht dat gebroken wordt door verstrooide gassen, die in de atmosfeer verdampen. Deze gassen werden door de wind meegevoerd waardoor er een aurora ontstond. In 1897 voegde Kristian Berkeland, een natuurkundige uit Noorwegen er nog iets aan toe. Hij deed in 1897 en 1903 mee aan expedities om de hoogte van het noorderlicht te bepalen. Hij slaagde erin om foto’s te maken van het noorderlicht op twee plekken die 3,4 km uit elkaar lagen. Met een driehoeksmeting stelde hij vast dat het noorderlicht zich op 100 km hoogte bevond. Hij was ook een van de eersten die erachter kwam dat zonnewinden iets te maken hadden met het verschijnen van een noorderlicht. In het begin nam niemand de ideën van Kristian Berkeland, ze gingen er vanuit dat alles wat hij zei puur toeval was geweest. Carl Stormer veranderde dit. Stormer deed wiskundige berekeningen aan de bewegingen van geladen deeltjes in een eenvoudig magnetisch dipoolveld. In 1907 publiceerde hij een artikel waarin hij beschreef hoe geladen deeltjes spiraliseren om de magnetische veldlijnen. In het magnetisch veld van de aarde lopen de veldlijnen op grotere hoogte verder uit elkaar. Als de deeltjes op en neer spiraliseren langs de veldlijnen maken ze steeds kleinere en dichter op elkaar liggende lussen naarmate ze dichter bij de aarde komen. Op en gegeven moment houdt de neerwaartse bewegingen op bij de spiegelpunten en begint het deeltje weer terug, naar buiten toe, te spiraliseren. In 1853 werd Hendrik Antoon Lorentz geboren. Hij is een van de meest bekende natuurkundigen van Nederland. In 1902 ontving hij de Nobelprijs voor Natuurkunde. Hij werkte samen met onder andere Marie Curie en Albert Einstein. Ook was hij de man die de formule voor de Lorentz/Lorenz kracht uitvond. Hij deed tijdens zijn leven veel onderzoek naar de snelheid van het licht. In 1875 verklaarde hij hoe de kleurschifting van het licht in zijn werk gaat en in het jaar 1878 kon hij het verband tussen de dichtheid van een stof en zijn brekingsindex verklaren. Hieruit ontstond de beroemde Lorentz / Lorenz formule. Hendrik Antoon Lorentz (1853-1928) Profielwerkstuk Poollicht 43 In 1882 en 1932 waren de eerste internationale pooljaren waarin men onder andere onderzoek deed naar poollichten. De eerste persoon die onderzoek deed naar de zonnevlekken was een apotheker en sterrenkundige uit Duitsland genaamd Samuel Schwabe. Sinds 1826 noteerde hij dagelijks het aantal zonnevlekken. Hij deed dit over een periode van 10 jaar. In het jaar 1840 ontdekte een Engelse sterrenkundige en ook militair genaamd Sir Edward Sabine ( 1788-1883 ) dat er een relatie was tussen het magnetisch veld van onze aarde en de zonnevlekken. Hij deed meerdere onderzoeken waaronder een onderzoek naar magnetische stormen die de naalden van een kompas deden afwijken. Hij kwam er achter dat dit tegelijkertijd op de noord- en zuiderlichten voorkwam en kreeg de Engelse regering zover dat ze in 1840 verschillende meetstations bouwden zodat hij het fenomeen verder kon onderzoeken. Na veel metingen en analyses kwam hij er achter dat magnetische stormen een levenscyclus hadden van zo’n 10 tot 11 jaar. Sir Edward Sabine legde zijn eigen resultaten naast die van de Duitser Samuel Schwabe en trok de conclusie dat er een relatie bestond tussen zonnevlekken en storingen in het aardmagnetisme. In het jaar 1957 kwam men er tijdens het internationaal geografisch jaar achter dat de energie afkomstig van de zon vrij komt op een hoogte tussen de 80 en 100 kilometer en dat dit er voor zorgt dat zij het kleurrijke poollicht te zien krijgen. Het internationaal geofysisch jaar duurde van 1 juli 1957 tot 31 december 1958 en er deden ruim 60 landen aan mee. In een periode van anderhalf jaar werden vanaf circa 2000 meetpunten metingen gedaan. In Nederland kwam er een automatische equator tafel in de Koninklijke sterrenwacht van Ukkel zodat men de zon continue in de gaten kon houden. Profielwerkstuk Poollicht 44 6.2 De huidige onderzoeken naar het poollicht Tegenwoordig doet men veel meer onderzoek naar het ontstaan van poollichten en de relatie van poollichten met de zon. Eigenlijk doet ieder land wel onderzoek en ze doen allemaal andere dingen. Sommige landen onderzoeken waar poollichten voorkomen en wanneer, anderen wat de zon te maken heeft met de poollichten en weer anderen doen onderzoek naar poollichten op andere planeten. In dit deel zal ik de meest recente en belangrijkste onderzoeken bespreken omdat het gewoon onmogelijk is om alle onderzoeken uit te leggen en te noteren. Het jaar 2007 is het heliofysisch jaar. De Verenigde Naties de wetenschappelijke gemeenschap hebben dit jaar in plaats van geofysisch jaar heliofysisch jaar genoemd omdat ze niet alleen de studie van de zon (Helios) maar ook de relatie van de zon met de aarde. Met het heliofysisch jaar willen ze mensen stimuleren om meer onderzoek te doen naar de ruimte en om mensen de schoonheid van de zon en de ruimte te laten zien. Dit jaar was een van de georganiseerde activiteiten een tentoonstelling over de zon in het Planetarium van de Koninklijke Sterrenwacht van België. In het jaar 1990 stuurde BIRA (Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie) een satelliet genaamd Ulysses de ruimte in. Ulysses is gemaakt om de snelheden van zonnewinden op de polen en bij de evenaar te meten. Ulysses is nog steeds in gebruik en stuurt dus al ruim 17 jaar gegevens naar de aarde. Door de gegevens van Ulysses te bekijken en te onderzoeken heeft men uitgevonden dat de snelheid bij de polen hoger is dan bij de evenaar. Dit komt door de Lorentzkracht. Profielwerkstuk Poollicht 45 Ulysses meet de verschillende snelheden. Het BIRA heeft ook onderzoek gedaan naar de magnetosfeer. De verbinding tussen de zonnewinden en de magnetosfeer veroorzaakt een aparte stroom in de magnetosfeer die het mogelijk maakt om energie op te slaan. Ze kwamen er achter dat een substorm (lichte versie van een magnetische storm) er voor kan zorgen dat die opgeslagen energie zich plotseling ontlaadt met als mogelijk gevolg het ontstaan van een heel fel en kort poollicht. Het BIRA doet op het moment ook veel onderzoek naar de poollichten zelf. Ze bekijken ze vanuit de ruimte door middel van het ruimtevaartuig CLUSTER. Profielwerkstuk Poollicht 46 geladen deeltjes op te vangen in de cellen. Men hoopt dat de kleine deeltjes zullen blijven hangen in de molecuulstructuur van de cellen. Ze kunnen kijken of de hoeveelheid deeltjes en de verschillende soorten deeltjes invloed hebben op de kleur, duur en felheid van de poollichten. Ook willen ze kijken of er tijdens zonnewinden meer deeltjes of andere soorten deeltjes vrijkomen dan normaal. Men verwacht dat ze dit rond 2010 uit zullen kunnen gaan voeren. Een ander onderzoek dat op dit moment ontwikkeld wordt is te zien geweest op de televisie (Discovery Channel). Men wil een voertuig de ruimte in sturen om in de buurt van de zon onderzoek te doen. Ze willen op een veilige afstand van de zon een onbemand voertuig laten zweven. Dit voertuig heeft meerdere “cellen”gemaakt van de meest edele metalen op aarde. Ze willen proberen om de kleine fotonen en andere magnetisch Profielwerkstuk Poollicht 47 6.3 Poollicht op andere planeten Er wordt op dit moment veel onderzoek gedaan naar de poollichten die te zien zijn op andere planeten. De Koninklijke Universiteit van Leuven (België) heeft hier de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan. Er werd altijd gezegd dat de voorwaarden om een poollicht te kunnen creëren, een magnetisch veld en een atmosfeer waren. De wetenschappers in Leuven kwamen er achter dat de poollichten op Jupiter, Saturnus, en Neptunus “anders” waren dan die op aarde. Ze hebben de volgende kenmerken. Ze hebben andere kleuren Grotere en snellere veranderingen in het poollicht Een grotere magnetosfeer. Poollicht op Jupiter ( bron : NASA) Poollicht op Saturnus Profielwerkstuk Poollicht 48 6.4 Het opwekken van poollichten In Amerika is men op het moment druk bezig om uit te zoeken of men zelf een poollicht op kan wekken. Op kleine schaal kan dit al ( zie het experiment van dit PWS ) maar op grote schaal in de buitenlucht is het nog nooit geprobeerd. Op 2 februari 2005 hebben onderzoekers van het HAARP (High Frequency Active Auroral Research Program) in Alaska dit geprobeerd. Voor het project gebruikten ze enkele antennes en een generator van 1 megawatt. Elke 7,5 seconden stuurden ze een radiogolf de lucht in. Men zag tijdens het experiment enkele groene spikkels verschijnen. Tijdens het experiment was er ook een echt poollicht te zien. Dit poollicht bevond zich op 80km hoogte. Foto’s gemaakt tijdens het experiment. Hetzelfde experiment is ook nog een keer uitgevoerd door onderzoekers van de Cornell University uit New York. Zij gebruikten een 960 kW zender en meerdere antennes. Profielwerkstuk Poollicht 49 6.5 Waarnemingen van poollichten Poollichten komen overal op aarde voor. Alleen zijn ze niet overal even vaak en even duidelijk te zien. Een poollicht is het meest intens tussen ongeveer 22.00 uur en 00.00 uur ’s Avonds. Een helder poollicht is meestal zo om de 27 dagen te zien. In de late herfst en vroege lente worden de meeste poollichten gezien. In Noorwegen is dit anders daar worden in de maanden oktober, maart en februari de meeste poollichten waargenomen. Tijdens een zonminimum zijn de poollichten 20 tot 30 % minder te zien dan normaal. Een zonminimum komt eens in de tien of elf jaar voor. Er is een erg groot verschil tussen de polen, evenaar en het Middellandse zeegebied wat betreft poollicht. In de “Noorderlichtzone” die ligt op 67,5° noorderbreedte is bijna iedere heldere winternacht een poollicht te zien terwijl in het Middellandse zeegebied slechts 1 of 2 keer om de elf jaar een poollicht te zien is. En precies op de evenaar is gemiddeld 1 keer om de 200 jaar een poollicht te zien. Onderstaand schema weergeeft het aantal dagen per jaar dat poollicht zichtbaar is in een percentage Plaats Barrow, Alaska Churchill, Canada Fairbanks, Alaska Tromsö, Noorwegen Kiruna, Zweden Anchorage, Alaska Winnipeg, Canada Calgary, Canada Oslo Montreal Bangor, VS Edinburgh New York Moskou Denver, VS Melbourne Sydney Kaapstad Los Angeles Rome MexicoStad Buenos Aires Tokio Profielwerkstuk Poollicht Percentage 100 100 90 90 80 30 20 18 10 10 9 8 4 3 3 3 1 0,5 0,5 0,1 0,05 0,01 0,01 50 Ook in Nederland zijn af en toe Poollichten te zien. Helaas niet erg vaak omdat ons land zich ver weg zijn van de polen bevind. Ook zijn bij ons de poollichten niet even goed waar te nemen als op de polen. De meest recente waarneming van een poollicht in Nederland is van 19 december 2006. De verwachting is dat er in Nederland pas in 2010 weer een poollicht te zien zal zijn omdat we op dit moment in een zonneminimum zitten. Deze foto is gemaakt tijdens het poollicht van 2006 in Nederland. Profielwerkstuk Poollicht 51 Interview Profielwerkstuk Poollicht 52 7.0 Interview met Mevrouw Damen van de Leidse Universiteit. We hebben een interview gehouden met mevrouw Maaike Damen. Zij doet sterrenkundig onderzoek en heeft voor ons een aantal vragen beantwoord. Mevrouw Damen heeft ons plaatjes met duidelijke informatie gegeven die goed passen bij het interview. Hoe lang doet u al sterrenkundig onderzoek? Ruim twee jaar geleden ben ik begonnen met professioneel onderzoek. Ik bestudeer het ontstaan en de ontwikkeling van sterrenstelsels zoals onze Melkweg. Wij zijn maken een profielwerkstuk over poollicht, wat vindt u van dit verschijnsel? Vindt u het verschijnsel bijzonder? Zo ja, wat vindt u er bijzonder aan? Het poollicht is een prachtig verschijnsel. Normaal gesproken kijken we niet op van het effect van de zon op ons leven: haar dagelijks op- en ondergaan, de seizoenen. Het poollicht is een spectaculair voorbeeld van hoe de zon op nog veel meer manieren aanwezig is en de aarde beïnvloedt. Op 19 december 2006 is het Noorderlicht voor het laatste gesignaleerd in Nederland heeft u het gezien? Of heeft u er iets van gehoord? Helaas heb ik het gemist! Ook verder noordelijk heb ik het poollicht nog nooit gezien. Per jaar is het poollicht ongeveer 6 dagen(!) in Nederland zichtbaar, maar het is bijna nooit zo mooi als wanneer je het in het verre Noorden ziet. Wat vindt u er van dat het Noorderlicht af en toe helemaal Nederland kan bereiken want ons land ligt toch meer dan 8000 kilometer van de Noordpool af? Een afstand van 8000 km betekent voor een sterrenkundige niet zo veel. Het meest dichtsbijzijnde object waar ik dagelijks mee werk ligt op 150 miljard(!) kilometer afstand. Het licht van de zon bereikt de aarde en Nederland moeiteloos, ik ben dus niet heel verbaasd dat de zonnewind ons ook kan bereiken, al is het dan niet zo heftig! Denkt u dat er nog veel onduidelijkheden zijn over de aurora’s die nog moeten worden opgelost? Zo ja, wat zou er onderzocht moeten worden? Ik ben geen expert op dit gebied, maar ik denk dat we een duidelijk beeld hebben van aurora's. We kunnen de kleuren en locatie verklaren en zelfs voorspellen wanneer er een periode van veel poollicht aankomt. Als jullie hier meer details over willen weten, kan ik hier nog dieper op in gaan. Laat het me maar weten. Het raadsel poollicht hebben we dus redelijk opgelost. Maar behalve dat een aurora van zichzelf een heel interessant verschijnsel is, kan het ons ook meer vertellen over de zon en onze atmosfeer. Het poollicht geeft ons een direct signaal van heftige processen die zich op het oppervlak van de zon afspelen. Ook ontstaan aurora's hoog in de atmosfeer. Door een aurora te bestuderen, kunnen we dus informatie krijgen over de zon en onze atmosfeer. Profielwerkstuk Poollicht 53 Heeft u al veel te maken gehad met leerlingen van het voortgezet onderwijs die bezig zijn voor het profielwerkstuk met een sterrenkundig onderwerp? Nee, nog niet. Maar ik hoop dat meer leerlingen voor sterrenkunde gaan kiezen als onderwerp, want het is ontzettend interessant! Met wat voor sterrenkundige onderzoeken bent u vooral bezig? Zoals ik zei onderzoek ik het ontstaan van sterrenstelsels. Een sterrenstelsel is een verzameling van miljoenen sterren, zoals bijvoorbeeld onze eigen melkweg. Er zijn nog veel raadsels over het ontstaan van alle sterrenstelsels en hoe het kan dat ze zo groot en zwaar zijn. Dat probeer ik op te lossen. Het is tegenwoordig bekend dat er ook op andere planeten poollichten zijn ontdekt. Verder zijn er nog onderzoeken gaande. Weet u hier meer over? Helaas weet ik hier niet van. Het poollicht op aarde ontstaat doordat ons magnetisch veld kleine deeltjes, afkomstig van de zon, afbuigt, waarna die deeltjes in onze atmosfeer het poollicht doen ontstaan. Op elke andere planeet met een magnetisch veld en een atmosfeer zou dus in principe poollicht mogelijk kunnen zijn. Hoe ontstaat uit de zon een zonnewind? Aurora’s ontstaan ondermeer door zonnewinden. Wat is in uw woorden een zonnewind? Het oppervlak van de zon is heel onstuimig. Er zijn verschillende effecten die de deeltjes aan the oppervlak tot grote hoogten doen opstijgen. Deze deeltjes worden tot een miljoen graden opgewarmd en sommige krijgen hierdoor zo'n hoge snelheid dat ze ontsnappen. De stroom van ontsnapte zonnedeeltjes noemen we zonnewind. Profielwerkstuk Poollicht 54 Aan het oppervlak van de zon vindt een uitbarsting van zonnedeeltjes plaats. De deeltjes vormen een zonnewind richting aarde. De paarse lijnen stellen het magnetisch veld van de aarde voor die de deeltjes in bepaalde banen leiden Wat doet een zonnewind precies met ons hemellichaam? Het effect van een zonnewind op de zon is niet zo heftig. Het massaverlies lijkt behoorlijk: 10 miljard kg per jaar. Maar als je dat bekijkt over de hele leeftijd van de zon, is de zon door de zonnewind slechts 0.1% van haar massa verloren. Vinden zonnewinden vaak plaats? Zo ja, hoe vaak ongeveer? Zonnewind ontstaat continu, alleen is het niet altijd even heftig. Dit staat in verband met iets wat we zonnevlekken noemen. Zonnevlekken zijn donkere vlekken aan het oppervlak van de zon en op een zonnevlek is de activiteit van de zon het heftigst. Het oppervlak van de zon is voortdurend in beweging en zo gebeurt het dat de zonnevlekken van boven naar beneden over de zon trekken. Als ze op de evenaar zijn is de activiteit het grootst, zijn de zonnevlekken heftiger en zien we dus meer poollicht. Wat zonnevlekken precies zijn en hoe ze ontstaan is nog een groot raadsel! Profielwerkstuk Poollicht 55 Waar is de heliosfeer bij een zonnewind precies voor nodig en wat doet het? De heliosfeer is het hele gebied waar de zonnewind zich bevindt en zijn invloed op uitoefent. De volgende figuur laat duidelijk zien hoe groot de heliosfeer (heliosphere) wel niet is. Ver buiten Pluto is het effect van de zonnewind dus nog steeds merkbaar. Ga je nog verder van de zon af, dan kom je in de buurt van andere sterren en daar vind je geen zonnedeeltjes meer. Buiten de heliosfeer en tussen de andere sterren zijn maar weinig deeltjes te vinden. Al deze deeltjes bij elkaar noemen we het interstellaire medium (interstellar medium). De heliosfeer ‘doet’ dus niet zoveel het is alleen de naam van de bol waarbinnen we zonnewind aantreffen. Waarom zijn langzame zonnewinden alleen langs de evenaar met 15 graden uitwijking en snelle zonnewinden langs de polen? Poeh, dat is lastig uit te leggen en eerlijk gezegd durf ik me daar niet aan te wagen! Ik hoop dat dat geen probleem is.. Dat was het.. veel succes met het uitwerken hiervan en de rest van jullie werkstuk en als er nog vragen zijn, dan hoor ik het graag! Profielwerkstuk Poollicht 56 Experiment Profielwerkstuk Poollicht 57 8.0 Experiment met licht 8.1 Onderzoeksvraag Theorieën geven aan dat tijdens het verschijnen van het licht de elektronen in moleculen worden aangetast. Hoog in onze atmosfeer is de druk lager. Het poollicht komt alleen voor in deze hoge luchtlagen. De verschillende eigenschappen voor het creëren van poollicht hangen samen met dit experiment. Er wordt op dezelfde manier licht geproduceerd zoals het bij poollicht gebeurt alleen op een kleine schaal. Lukt het om zo licht te laten verschijnen dan kunnen we zeggen dat de theorie achter het poollicht werkelijk klopt. Onderzoeksvraag: Hoe verschijnt er licht uit verschillende elementen? 8.2 Hypothese We verwachten dat er in lage druk een lichtverschijnsel ontstaat. De lage druk is nodig voor het versnellen van de elektronen. Door een hogere druk zouden ze direct al botsen zonder daar genoeg energie bij af te geven. De energie die vrij komt bij het terugvallen van de elektronen naar hun oorspronkelijke schil zijn fotonen die op een bepaalde afstand van elkaar vrijkomen, dit is de golflengte. Profielwerkstuk Poollicht 58 8.3 Uitvoering Dit experiment heeft een vrij grote opstelling. Er is grof geweld nodig om de elektronen een flinke snelheid te geven. Daarom is een Ruhmkorff, een grote condensator, nodig. Het zorgt dat de stroomkring in pulsen gesloten wordt en er daardoor hoogspanning ontstaat. Nodig: -Ontladingsbuis -Ruhmkorff -Vacuümpomp -2 maal statief -Spanningskastje -Krokodillenbekjes -Bekabeling Benodigdheden: Ontladingsbuis Ruhmkorff Vacuümpomp 2 maal statief Spanningskastje Krokodillenbekjes Bekabeling Profielwerkstuk Poollicht Functie: Opslagruimte voor gas Maakt hoogspanningspulsen Creëert een lage druk Versteviging van de positie van de ontladingsbuis Dient als spanningsbron Voor het contact tussen de bekabeling en de ontladingsbuis Voor het aansluiten van alle componenten 59 8.4 Experiment Om een lage druk te kunnen creëren wordt er gebruik gemaakt van een vacuümpomp. De pomp zuigt de moleculen uit de ontladingsbuis. Waardoor er minder deeltjes in het gehele volume voorkomen. Dit verschijnsel wordt lage druk genoemd. De lage druk is essentieel om de elektronen de ruimte te geven om te versnellen. Bij de uitvoering van het experiment werd eerst de ontladingsbuis zo goed mogelijk luchtledig getrokken. Vervolgens is het spanningskastje aangezet en werd het circuit opgeladen. De Ruhmkorff vormt bij contact hoogspanning. Deze impuls gaat door de ontladingsbuis en forceert de elektronen in een bepaalde richting te bewegen. 8.5 Resultaten Nadat de instellingen van de Ruhmkorff juist waren ingesteld en de stroomkring ging lopen gaf dit een paars lichtverschijnsel als resultaat. Dit is de kleur violet die ontstaat als de elektronen in aanraking komen met stikstof moleculen. De blauwe gloed komt van het element Neon. Profielwerkstuk Poollicht 60 8.6 Conclusie Met dit onderzoek hebben we de theorie achter het lichtverschijnsel kunnen bewijzen. Met de foto’s als resultaat kan er worden opgemerkt dat dit lichtverschijnsel inderdaad ontstaat. De verschillende kleuren ontstaan door de elementen die in de ontladingsbuis overblijven na een aantal seconden de vacuümpomp aan te hebben gezet. Beantwoording onderzoeksvraag: Door de elektronen in de ontladingsbuis te versnellen krijgt het een hoeveelheid kinetische energie mee. Wanneer het elektron botst tegen een molecuul van het aanwezige element verspringen de originele elektronen naar een hoger energieniveau. De elektronen worden geforceerd in hun eigen baan terug te gaan. Bij de terugvalling ontstaat een pakketje energie, een zogenaamde foton. Dit is een pakketje met energie dat een bepaalde golflengte meekrijgt. Deze golflengte staat equivalent aan een kleur die wij als mens zijnde zien. Als voorbeeld ontstaat er bij een botsing van een elektron met een stikstofmolecuul een paarse en bij neon een blauwe -gloed. Deze kleuren zijn terug te vinden op de spectraalplaat. Profielwerkstuk Poollicht 61 9.0 Afsluiting 9.1 Conclusie Inhoudelijk is poollicht niets anders dan geladen deeltjes die botsen met moleculen in de atmosfeer. De energie die hierbij vrij komt is voor de mens zichtbaar als licht. Samenvattend: Door reacties in de zon komen er veel geladen deeltjes vrij die met een grote snelheid het heelal in geschoten worden. Door de magnetosfeer van de Aarde of een andere planeet wordt deze stroom deeltjes in banen naar het hemellichaam geleidt. De deeltjes botsen met moleculen in de atmosfeer waardoor elektronen een energieniveau opschuiven. De elektronen willen terug naar hun ‘eigen’ schil en vallen terug. Hierbij komt energie vrij in de vorm van een foton. De hoeveelheid energie die vrijkomt staat gelijk aan een zekere golflengte. De mens ziet een golflengte tussen de 400 en de 800 nanometer als zichtbaar licht. Als de fotonen stroom deze hoeveelheid energie meekrijgt word voor ons het ‘poollicht’ zichtbaar. In de geschiedenis waren mensen vooral bang voor poollichten. Andere volken fascineerde het. En gaven er een mooie betekenis aan. Tegenwoordig staat het bekend als natuurkundig verschijnsel. Voor alsnog kent slechts een klein groepje mensen de werking van dit proces. Profielwerkstuk Poollicht 62 9.2 Bronnen http://allesoversterrenkunde.nl/content.shtml?http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ID=1756&ww=1&view_records=1 http://chandra.harvard.edu/photo/2007/jupiter/ http://www.spacepage.be/content/view/1352/53/ http://www.spacepage.be/content/view/798/53/ http://www.infoster.be/negepl/jupite.html http://www.answers.com/topic/europa http://www.pgserve.demon.nl/Astro/jupiter.htm http://www.infoster.be/negepl/jupite.html http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/manen-groot.php http://www.astronomie.nl/beeldbank.php?cat=43&img=453 http://allesoversterrenkunde.nl/content.shtml?http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ww=on&ID=582&view_records=1 http://saturn.jpl.nasa.gov/news/press-release-details.cfm?newsID=542 http://www.njrs.nl/?nav=themas&sub=sterrenkunde&bericht_id=81 http://saturn.jpl.nasa.gov/news/press-release-details.cfm?newsID=542 http://www.saturntoday.com/news/viewpr.html?pid=16180 http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleID=g1mfg9kc http://www.europlanetarium.be/view.php?id=448 http://www.berkeley.edu/news/media/releases/2005/12/12_mars.shtml http://allesoversterrenkunde.nl/cgibin/scripts/db.cgi?db=nieuws&uid=default&ID=837&mail_records=1&ww=on http://www.astronomie.be/forum/viewtopic.php?p=420&sid=e408e9f4141c1554a70b289a276a8b8 b http://nl.wikipedia.org/wiki/Mars_(planeet)#Atmosfeer http://www.xs4all.nl/~ghsimons/uranus.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Uranus_(planeet) http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/uranus.php Profielwerkstuk Poollicht 63 http://nl.wikipedia.org/wiki/Pluto_(dwergplaneet) http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/terrestrische.php http://nl.wikipedia.org/wiki/Mercurius_(planeet) http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/terrestrische.php http://www.owc.be/nl/publicaties/artikel.mv?id=50 http://www.scholieren.com/werkstukken/18612 http://nl.wikipedia.org/wiki/Neptunus_%28planeet%29 http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/neptunus.php http://nl.wikipedia.org/wiki/Venus_(planeet) http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/terrestrische.php http://chandra.harvard.edu/photo/2007/jupiter/jupiter_aurora_sm.mov http://users.pandora.be/hhc.tervuren/DELP/oplossingzonnestelsel.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnevlek http://nl.wikipedia.org/wiki/Neptunus_%28planeet%29 http://www.spacepage.be/index.php?option=com_content&task=view&id=1338&Itemid=53 http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnewind http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/DeZon/ http://www.urania.be/sterrenkunde/zonnestelsel/zon.php http://www.urania.be/sterrenkunde/waarnemen/poollicht/poollicht20031030.php http://www.spaceweather-chat.info/faq-nl.php http://webcam.paanstra.nl/?id=2,6&lat=&al=&le= http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnevlam http://www.urania.be/dossiers/50jaarruimtevaart/solar.php http://www.urania.be/sterrenkunde/waarnemen/poollicht/poollicht20031030.php http://www.xs4all.nl/~carlkop/auralern.html http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/kometen.html http://home.hccnet.nl/h.de.jong/zonnig.html http://www.infoster.be/negepl/sol.html http://www.kennislink.nl/web/show?id=173939 http://www.kennislink.nl/web/show?id=111916 http://www.spacepage.be/content/view/1195/53/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Zon http://nl.wikipedia.org/wiki/Ster_(hemellichaam) http://www.edybevk.dds.nl/astronomie/Les%2010/Les%2010%20De%20zon.htm Binas Profielwerkstuk 6VWO magnetisme “Doorbraken in de Natuurkude” Redactie Machiel Keestra Profielwerkstuk Poollicht 64 9.3 Begrippenlijst Atmosfeer Gassen boven planeetoppervlak. CME Coronal Mass Ejection – Plasma uitbarsting in bel-vorm Elektron Negatief geladen deeltje Gravitatie Aantrekkingskracht door massa van een hemellichaam Kernenergie Energie die vrijkomt bij versmelting van moleculekernen Magnetosfeer Het gebied om ‘n planeet waar magnetisme heerst Neutrino’s Ongeladen deeltje zonder wisselwerking met materie Poollicht Gekleurde gloed aan de hemel op een planeet. Positron Positief geladen deeltje, familie van de Elektron. Schil Energieniveau van atoom, afstand van elektron tot kern. Zonnecyclus Periode van 11jaar met verhoogde activiteit van de zon. Zonnestelsel Verzameling planeten rond een actieve ster. Zonnevlam (Flare) Plasma uitbarsting aan het oppervlak van de zon. Zonnevlek Gebied op de zon waar een zonnevlam ontstaat. Zonnewind Verzameling geladen deeltjes in het heelal. Profielwerkstuk Poollicht 65 9.4 Problemen - 9.5 Informatie Binas niet accuraat Vacuümpomp niet sterk genoeg Magneetsensor kapot Samenwerking Afwezigheid Leon Dank Wij willen Dhr. G. Broers in het speciaal bedanken. Hij is een geweldige hulp voor ons geweest bij het opstelling van het experiment en het meedenken over de theorieën. Dhr. Veenstra heeft door zijn functie als begeleider, ons in de goede richting gestuurd. Dhr. Vunderink (Natuurkundige) heeft ons flink op weg geholpen met de theorie over poollicht. Maaike Damen (sterrenkundige) heeft op het gebied van sterrenkunde ons duidelijk gemaakt wat er zich in het heelal afspeelt voordat er een poollicht op een planeet te zien is. Als laatst willen we de heer F. Weggelaar bedanken voor het keurig afdrukken van dit enorme verslag. Allen bedankt. Profielwerkstuk Poollicht 66 9.6 logboek Tijdens het onderzoeken is een logboek bijgehouden met het aantal werkuren exact ingevuld. Ook andere informatie zoals de activiteit en de datum zijn weergeven. Leon Datum 7-9-2007 20-9-2007 24-9-2007 12-10-2007 15-10-2007 16-10-2007 1-11-2007 5-11-2007 6-11-2007 7-11-2007 10-11-2007 16-11-2007 17-11-2007 19-11-2007 20-11-2007 21-11-2007 23-11-2007 24-11-2007 25-11-2007 26-11-2007 27-11-2007 28-11-2007 Totaal: Profielwerkstuk Poollicht Uren 1 2 2 1 2 6 5 2 2 4 6 6 6 4 3 5 4 3 5 6 6 8 89 Omschrijving onderzoek onderwerp zoeken informatie zoeken informatie overleg voorbereiding bezoek lisse Bezoek Lisse + uitwerking uitwerken samenvatting theorie voortgangsgesprek + theorie schrijven van deelvragen schrijven van deelvragen schrijven van deelvragen schrijven van deelvragen schrijven van deelvragen uitwerken uitwerken uitwerken uitwerken uitwerken opmaken opmaken, afronden 67 Daniëlle Aantal minuten 75 50 60 50 50 60 90 60 50 120 50 135 50 90 210 90 50 30 75 390 30 90 135 90 270 150 150 100 50 90 240 150 240 330 50 150 330 4480 Datum 7-sep 17-sep 18-sep 21-sep 24-sep 30-sep 1-okt 2-okt 5-okt 7-okt 8-okt 9-okt 16-okt 3-nov 6-nov 7-nov 11-nov 18-nov 19-nov 20-nov 21-nov 22-nov 23-nov 27-nov 28-nov Profielwerkstuk Poollicht Tijd 14:15 - 15:30 12:10 - 13:00 20:00 - 21:00 9:20 - 10:10 12:10 - 13:00 16:00 - 17:00 16:30 - 18:00 19:45 - 20:45 15:05 - 15:55 19:30 - 21:30 12:10 - 13:00 14:15 - 16:30 15:05 - 15:55 19:30 - 21:00 14:00 - 17:30 9:00 - 10:30 12:10 - 13:00 12:30 - 13:00 13:30 - 14:45 11:00 - 15:30 12:30 - 13:00 15:00 - 16:30 21:00 - 23:15 14:00 - 15:30 13:00 - 17:30 20:00 - 22:30 13:30 - 16:00 8:30 - 10:10 10:10 - 11:00 14:30 - 16:00 13:30 - 17:30 15:00 - 17:30 19:00 - 23:00 17:00 - 22:30 12:10 - 13:00 15:00 - 17:30 21:00 - 02:30 75 uur totaal 68 Activiteit Onderzoek onderwerp Evalutatie experiment Notitie hoofd- en deelvragen Opmaak taakverdeling Uitwerkingen taakverdeling Onderzoek sterrenkundige Vooronderzoek experiment Vooronderzoek experiment Gesprek met TOA Contact sterrenwacht Test experiment Uitvoering experiment Vorming interviewen Uitwerking experiment Afronding interview Contact natuurkundige en sterrenkundige Voorgangsgesprek groep Voortgangsgesprek Interview Natuurkundige Onderzoek deelvraag 6 Voortgangsgesprek Onderzoek deelvraag 6 Onderzoek deelvraag 6 Onderzoek deelvraag 6 Beantwoording deelvraag 6 Beantwoording deelvraag 6 Onderzoek deelvraag 4 Onderzoek deelvraag 4 Beantwoording deelvraag 4 Beantwoording deelvraag 4 Bewerkingen Bewerkingen Controles Opmaak Opmaak Opmaak afronding Franka Datum Tijd Wat gedaan? 7 september 10 september 17 september 22 september 2 oktober 5 oktober 8 oktober 9 oktober 14 oktober 15 oktober 17 oktober 14:15-15:30 9:30-10:30 12:10-13:00 13:00-15:00 14:15-16:30 16:00-18:00 12:10-13:00 12:10-13:00 13:30-15:00 13:00-17:00 18:30-21:45 18 oktober 12:30-15:30 19 oktober 20 oktober 23 oktober 27 oktober 19:00-21:30 13:15-17:30 18:30-20:45 15:15-17:00 Onderwerp zoeken Informatie zoeken Evaluatie onderwerp Op internet info zoeken Experiment Informatie zoeken via internet Vergadering met groep Voortgangsgesprek Informatie zoeken + typen Ifnormatie zoeken Info zoeken in encyclopedie en op internet Naar bibliotheek voor informatie Typen +informatie zoeken Typen + informatie zoeken Typen + informatie Typen 31 oktober 14:30-16:50 2 november 5 november 6 november 9 november 11 november 14 november 11:00-15:00 9:00-10:30 12:30-13:00 16:15-18:00 19:00-21:00 15:00-17:30 en 18:45-21:20 14:00-17:20 16 november 19 november 20:30-22:10 20:30-22:00 21 november 23 November 14:00-17:00 15:30-17:00 24 november 29 November 29 november 11:00-13:45 8:00-8:10 9:50-10:30 63 uur :15 min Profielwerkstuk Poollicht 69 Mailen naar mevrouw Damen en typen. Typen van deelvraag Typen van deelvraag Voortgangsgesprek Typen Typen, informatie zoeken en afbeeldingen zoeken Typen Bekijken en verwerken interview met Damen (19) Mail met verdere vragen aan mevrouw Damen opstellen en sturen en bedanken voor het interview Typen en geschikte afbeeldingen zoeken Verzenden naar Leon Typen + verzenden Sturen Bronnenlijst Typen + verzenden logboek Intentionally blank Profielwerkstuk Poollicht 70