Scheikunde | Hoofdstuk 10 | Geurstoffen en smaakstoffen | §1 Gaschromatografie van geurstoffen Gaschromatografie is de analysemethode waarmee geurstoffen worden onderzocht. Het principe waarop deze scheiding berust, is gelijk aan die van de papierchromatografie. mobiele fase de gasstroom stationaire fase de stof die stilstaat en waar het gas langs stroomt dragergas; een constante stroom van een gas detector; geeft aan of er stoffen zijn gepasseerd chromatogram; het plaatje die zichtbaar wordt nadat de detector een signaal afgeeft naar de recorder retentietijd; de tijd die de stof nodig heeft om de weg van het injectiepunt naar de detector af te leggen Chromatogram Elke piek in een chromatogram vertegenwoordigt een andere stof Retentietijd: 14 seconden Oppervlakte onder grafiek is de maat voor de hoeveelheid stof die de detector passeert. 0 10 14 20 30 40 t in s §2 Massaspectrometrie van geurstoffen Massaspectrometer (MSM); Stof in gasfase. 1) Inlaat MSM, heerst hoog vacuüm 2) Ionisatie van de moleculen van de zuivere stof 3) Het molecuul verliest een elektron en wordt een positief geladen ion: een moleculair ion. 4) Molecuul is verzwakt, valt uiteen in fragmentionen; de fragmentatie. 5) positief geladen fragmenten door een sterk elektrisch veld versneld. 6) Ionen in een magneetveld dat loodrecht op de bewegingsrichting staat; de ionen buigen af. (afbuiging afh. van de massa en lading van het ion) 7) Ionen komen bij detector, waarna elk fragment een elektrisch signaal veroorzaakt. Dit wordt uitgewerkt in een massaspectrum. Afbuiging is de maat voor de verhouding m/z. m is massa en z is de lading. De lading is meestal dezelfde +1. De (grootste) piek met de hoogste m/z in het massaspectrum geeft de massa aan van het moleculair ion. Massa dat ion = massa molecuul. Hoe hoger de lijn des te vaker komt die massa vaker voor ten opzichte van de andere massa's. Stel molaire massa stof (m/z) = 94. Verklaring pieken 95 & 96: Doordat isotopen i.p.v zwavel 32u zwavel 34u hebben, wordt het massagetal 2 groter dus is m/z=96. Bij m/z = 95 komt omdat zwavel 32u gebruikt wordt, maar koolstof een isotoop heeft die C13 is. Hierdoor wordt het massagetal 1 hoger. Door naar de verhouding te kijken van voorkomen in de natuur kan je de isotopenverhouding aflezen. Cl 35 = 75% Cl37 = 25% → verhouding 3:1 Tekenen molecuulformule; m/z is 86. C=12 en H=1 Onvertakt: 6C=72 + 14H = 86 → Vertakt: 6C + 14H = 86 → Verschil 86 en 57 = 29u 2,3-dimethylbutaan 29u = C2H5 (Binas 39D) Dit kan alleen afgesplitst worden van de onvertakte alkaan. Een fragment is een klein deel van een molecuul. Hierdoor hoeft de C niet 4 bindingen te hebben ……… (rest molecuul) §3 Alcoholen en ethers in rozenolie Covalentie van 4 = stof kan 4 gemeenschappelijke elektronenparen vormen. Tetraëder = regelmatig viervlak Tetraëdische omringing = als de negatieve elektronenparen zo ver mogelijk van elkaar verwijderd zijn. Starre bindingen = dubbele-, drievoudige bindingen en ringstructuren die niet kunnen draaien. voorvoegsel broom chloor jood methyl ethyl stam meth eth prop but pent hex etc… uitgang aan een yn Naamgeving: Plaatsnummers van vertakkingen. Oud: som van plaatsnummers zo klein mogelijk. Nieuw: cijfers direct achter elkaar zo laag mogelijk. achtervoegsel ol amine zuur | 3,3,7-trimethyloctaan |13 < 14 | 2,6,6-trimethyloctaan |266 < 337 Structuurisomeren : De ruimtelijke rangschikking = configuratie. Isomeren die alleen verschillen in ruimtelijke rangschikking zijn stereo-isomeren. Cis en trans Cis: 'aan deze zijde' | stof aan zelfde zijde van dubbele binding trans: 'aan de overzijde' | stof aan overzijde van dubbele binding De scheiding zit horizontaal, tussen de dubbele binding in ( = ) Voorwaarde: er moet een dubbele binding of ringstructuur aanwezig zijn. \ / = cis-trans isomerie Als aan 1 C atoom van de dubbele binding twee dezelfde groepen zitten, is geen cis-trans isomerie mogelijk. Ethers: stoffen met een C-O-C groep in de structuurformule Alkoxyalkanen: deelverzameling van ethers. Moleculen bevatten 1 O atoom met aan weerszijden een alkylgroep. Formule Systematische naam CH3-O-CH3 methoxymethaan CH3-O-C2H5 methoxyethaan C2H5-O-C2H5 ethoxyethaan CnH2n+1 -O-CmH2m+1 alkoxyalkaan -O-R = alkoxygroep -O-CH3 = methoxy -O-C2H5 = ethoxy Alkoxyalkanen en alkanolen met hetzelfde aantal koolstofatomen zijn isomeren. Extra: (opd. 9b) Bij een benzeenring waar aan H-O-C=C-O-C≡H kan geen cis-trans isomeri voorkomen, omdat het niet uitmaakt als je de H wilt verplaatsen. Aan de O kan de H maar op 1 manier zitten. Als er bv een Br aan de C had gezeten had je de H en de Br nog kunnen verwisselen.