ANTWOORDBLAD Belgium Team A OPDRACHT B.1 Aluminium-luchtbatterij (40 p.) Opdracht B.1.1 Preparatie van koolstofelektrodes ALS JE VRAAGT OM EXTRA GAAS ZAL DE ZAALASSISTENT HIER TEKENEN. Aantal vervangen gaas Handtekening zaalassistent -0,5 punt voor elk extra stuk 4,4x17 cm gaas. Opdracht B.1.2 De chemie en natuurkunde van de aluminium-lucht batterij B.1.2.1 Schrijf een gebalanceerde chemische reactievergelijking op voor het ontladen van de batterij door twee halfreacties te combineren. Wat is het aantal overgedragen elektronen π§ in de reactie? ANTWOORD (een gebalanceerde reactievergelijking en een waarde voor π) (2 punten): z= 0 B.1.2.2 Bereken de standaard cel potentiaal πΈπππ voor de reactie van B.1.2.1 door de potentiaal van de twee halfreacties te combineren. 1 ANTWOORDBLAD Belgium Team A ANTWOORD (berekeningen en eindresultaat met eenheid) (1 punt): π¬ππππ = B.1.2.3 Bereken de theoretische energiedichtheid van de aluminium-lucht batterij, wat de Gibbs energie is per massa aluminium in MJ/kg. ANTWOORD (berekeningen en eindresultaat met eenheid) (3 punten): De theoretische energiedichtheid van aluminium-lucht batterij = B.1.2.4 Leid een formule af voor de schakeling (figuur 2.1) die het verband weergeeft tussen de spanning π, de stroom πΌ, de interne weerstand π en de bronspanning πΈ (geleverd door de bronspanningl van de batterij). 2 ANTWOORDBLAD Belgium Team A ANTWOORD (afleiding) (1,5 punten): 3 ANTWOORDBLAD Belgium Team A Opdracht B.1.3 Batterijopbouw B.1.3.1 Laat je luchtkathodes aan een zaalassistent zien, die er foto’s van maakt. Als je er niet bent geslaagd om de kathodes te maken dan geeft de assistent je vervangende kathodes met een strafpunt en 1,5 s extra tijd in de autorace voor elke vervangen kathode (als de vervangende kathodes worden gebruikt bij de autorace). HANDTEKENING VAN ZAALASSISTENT (1 punt): Aantal vervangen kathodes Handtekening van zaalassistent (en neemt foto) -1,5 punten voor elke vervangen kathode B.1.3.2 Laat aan een zaalassistent zien dat je geen kortsluiting hebt in beide cellen. De zaalassistent zal ook foto’s maken van de opgebouwde cellen. Als er kortsluiting is in een cel, of als er een te los is ingepakt, dan kan de zaalassistent je vragen om de cellen opnieuw te verpakken. Als er na de tweede poging nog steeds kortsluiting is krijg je (een) vervangende cel(len) tegen strafpunten (5 strafpunten voor elke vervangen cel) en 5 s straftijd in de autorace (als de vervangen cel gebruikt wordt bij de autorace). HANDTEKENING VAN ZAALASSISTENT (1 punt): Kortsluiting Aantal vervangen cellen Handtekening van zaalassistent (en neemt foto) 1e poging: yes / no 2e poging: yes / no 4 ANTWOORDBLAD Belgium Team A Opdracht B.1.4 Modelwagen race HANDTEKENING VAN ZAALASSISTENT (10 punten): Bewogen Strafseconden (als de wielen? cellen of kathodes zijn vervangen) Race resultaat (sec) Afstand (als het wagentje niet is gefinisht) (m) Handtekening racejury Opdracht B.1.5 Metingen van spanning en vermogen B.1.5.1 Bouw een elektrische schakeling zoals figuur 2.1 voor de metingen van stroom en spanning met verschillende weerstanden (zoals bij opdracht B.2.1). Eén van de aluminium batterijcontacten sluit je nog niet aan! Zodra je de schakeling klaar hebt vraag je om goedkeuring van de zaalassistent. Als je er niet in slaagt om een goede schakeling te bouwen krijg je een tweede kans om het zelf nog eens te doen. Als je de tweede keer er nog niet in slaagt dan geeft de zaalassistent je de juiste schakeling maar verlies je punten. HANDTEKENING VAN ZAALASSISTENT (1 punt): Correcte schakeling Handtekening van zaalassistent 1e poging: yes / no 2e poging: yes / no B.1.5.2 Elektrische stroom- en spanningsmetingen met NaOH als het elektrolyt. ANTWOORD: VUL DE TABEL IN HET EXCELBESTAND IN OP JE LAPTOP (2,5 punten). SLA HET BESTAND OP! 5 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.1.5.3 Bereken het vermogen voor elke meting van opdracht B1.5.2 in het Excelbestand. De grafiek verschijnt als je de tabel met experimentele data vult. ANTWOORD: VUL DE TABEL IN HET EXCELBESTAND IN OP JE LAPTOP (0,5 punt). SLA HET BESTAND OP! B.1.5.4 Lees het maximum vermogen af uit de grafiek in het Excelbestand. Schrijf het antwoord op het antwoordblad. ANTWOORD (waarde+eenheid) (3,5 punten): Maximum vermogen van de cel gevuld met NaOH: B.1.5.5 Gebruik de spanning (y) als functie van stroom (x) in het Excelbestand om een lineaire trendlijn en de vergelijking voor de trendlijn weer te geven. De grafiek verschijnt als je de tabel vult met de experimentele data. Schat uit de grafiek de waarde van de interne weerstand π van het elektrolyt. ANTWOORD (waarde+eenheid) (2 points): Interne weerstand van de cel gevuld NaOH : B.1.5.6 Waarom is een basische elektrolyt (NaOH-oplossing) beter dan een neutrale oplossing (NaCl-oplossing) in een aluminium-lucht batterij? ANTWOORD (voor elke regel, + voor waar of 0 voor onwaar) (2 punten): NaOH is de betere elektrolyt, omdat ... Vul in + of 0 1 het een grotere ionische geleidbaarheid heeft (en kleinere weerstand) 2 het oxide van het oppervlak van aluminium verwijdert 3 aluminiumchloride is slechter oplosbaar dan aluminiumhydroxide 4 zuurstof reductie verloopt sneller in dit elektrolyt, oftewel de stroom is groter 6 ANTWOORDBLAD Belgium Team A Opdracht B.1.6 Alledaagse toepassingen B.1.6.1 Wat is het maximale rendement van de samengestelde aluminium-lucht batterij, gebaseerd op de hoogste spanning behaald met de 10% NaOH-oplossing? Rendement = maximale gemeten spanning / theoretische spanning berekend in opdracht B.1.2 ANTWOORD (berekeningen en eindresultaat) (2 punten): Maximum behaalde spanning = Maximale rendement = B.1.6.2 Welke van jullie waarnemingen tonen aan dat het rendement van de batterij lager is dan 100%? ANTWOORD (voor elke regel, + voor waar en 0 voor onwaar) (2,5 punten): Waargenomen bewijzen 1 afgifte van licht 2 temperatuurtoename 3 gasvorming bij anode 4 gasvorming bij kathode 5 spanning is lager dan theoretisch verwacht Vul in + of 0 7 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.1.6.3 Mijn groene auto haalt 700 km, maar ik heb het gevoel dat het milieutechnisch niet groen is. Hij heeft een interne verbrandingsmotor met een 20% brandstof-naar-wiel rendement en hij heeft plaats voor 40 kg brandstof, met een verbrandingswaarde van 44 MJ kg -1. Ik heb het idee om de motor eruit te halen en te vervangen door een elektrische motor en om de benzinetank te vervangen door een Al-lucht batterij. Hoe ver zou een dergelijke auto kunnen rijden als hij 40 kg aluminium in de batterij zou hebben? (de energieopbrengst van de aluminium-lucht batterij is berekend in B.1.2.3). Neem aan dat het rendement van de batterij zo groot is als berekend bij opdracht B.1.6.1 en dat de elektrische motor een rendement heeft van 90%. ANTWOORD (berekeningen en eindresultaat met eenheid) (3 punten): Afgelegde weg = 8 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.1.6.4 De aluminium-lucht batterij heeft een groter vermogen dan de microbiologische brandstofcel, omdat de aluminium-lucht batterij …. ANTWOORD (voor elke regel, + voor waar of 0 voor onwaar) (2,5 points): Vul in + of 0 1 een lagere interne weerstand heeft 2 een hogere anode reagens concentratie heeft 3 een hogere kathode reagens concentratie heeft 4 een hogere concentratie van ionen heeft 5 De concentratie van bacteriën lager is dan de concentratie van NaOH 9 ANTWOORDBLAD Belgium Team A OPDRACHT B.2 Een microbiële brandstofcel en de microben daarin Opdracht B.2.1. De microbiële brandstofcel (13,5 punten) Maak de schakeling zoals weergegeven in figuur 2.1, maar sluit één van de twee batterijdraden niet aan. Met één multimeter meet je nu de spanning en met de andere de stroomsterkte. Als je de opstelling hebt gemaakt vraag je een zaalassistent om hem goed te keuren. Indien je ergens een fout hebt gemaakt krijg je nog één kans om deze te verbeteren; lukt het je dan nog niet, dan zal de assistent de correcte opstelling maken, wat je wel punten zal kosten. HANDTEKENING VAN ZAALASSISTENT (2 punten): Microbiële brandstofcel code Correcte schakeling Handtekening van de zaalassistent 1e poging: yes / no 2e poging: yes / no B.2.1.1 Vul de ‘weerstand-spanning-stroom-vermogen’-tabel in in het Excelbestand Battery B.2.1 Belgium Team A.xlsx door hiervoor de benodigde metingen en berekeningen te doen. ANTWOORD: VUL DE TABEL IN HET EXCELBESTAND IN OP DE LAPTOP DOOR DE NODIGE METINGEN EN BEREKENINGEN TE DOEN (3 punten). B.2.1.2 Wat is de grootste spanning die je verkrijgt? Wat is de grootste stroomsterkte? Wat is het maximaal geleverde vermogen? ANTWOORD (3 getallen met eenheid) (1,5 punten): Maximale spanning Maximale stroom Maximale vermogen 10 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.1.3 Gebruik een spanning (y) tegen stroomsterkte (x) -grafiek in het Excelbestand om een lineaire trendlijn te tekenen en de vergelijking hiervan op te stellen. De grafiek verschijnt vanzelf als je de meetresultaten in de tabel invoert. Als je weet dat de inwendige weerstand van de cel π = – (helling van de lijn) of − (rico), bereken dan die inwendige weerstand. ANTWOORD: MAAK DE TRENDLIJN EN TRENDLIJN VERGELIJKING IN HET EXCELBESTAND. SLA HET BESTAND OP! Antwoord (interne weerstand π met eenheid) (1 punt): r= B.2.1.4 Bereken de totale massa aan microbiële brandstofcellen die nodig is voor het aandrijven van een 75 kW elektrische wagen. De massa van één brandstofcel bedraagt ongeveer 300 g. Neem het brandstofcelvermogen van opdracht B.2.1.2. ANTWOORD (berekeningen en eindresultaat met eenheden) (1,5 punten): Totale massa aan microbiële brandstofcellen = 11 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.1.5 Waarvoor kun je in de praktijk een microbiële brandstofcel gebruiken? ANTWOORD (voor elke regel, + voor waar of 0 voor onwaar) (2 punten): Mogelijke toepassingen 1 als een batterij voor een elektrische auto 2 als een batterij voor een temperatuursensor in een broeikas 3 om elektrische energie te produceren bij afvalwaterzuiveringen 4 om gevaarlijke kernenergiecentrales te vervangen Vul in + of 0 B.2.1.6 Bekijk de opbouw van een microbiële brandstofcel en beslis dan welke soort bacteriekolonies (aerobe of anaerobe) je op de bodem van de cel mag verwachten 1. Aerobe 2. Anaerobe ANTWOORD (een nummer) (0,5 punten): B.2.1.7 Geef een eenvoudige reactievergelijking voor het ontladen van de brandstofcel. Geef hiervoor afzonderlijk de halfreacties weer die plaatsvinden aan de anode en aan de kathode. Veronderstel hierbij dat het verbruikte voedsel een eenvoudig organische verbinding is met formule (CH2O)n. Gebruik protonen (waterstofionen) en water om de vergelijking kloppend te maken. ANTWOORD (twee kloppende reactievergelijkingen) (2 punten): anode reactie: kathode reactie: 12 ANTWOORDBLAD Belgium Team A Opdracht B.2.2 Identificatie van een bacteriestam, geïsoleerd uit een microbiologische brandstofcel (25.5 punten) B.2.2.1.1 Bepaal de Gram reactiviteit van de onbekende bacteriestam. 1. Gram positief 2. Gram negatief ANTWOORD: (een nummer) (0.5 punten): B.2.2.1.2 Bepaal de vorm van de onbekende bacterie-stam (Figuur 2.4) 1. Bacillus 2. Coccus 3. Coccobacillus ANTWOORD: (een nummer) (1 punt): B.2.2.1.3 Indien je niet tevreden bent met je microscopische observatie en je een nieuwe kleuring wil uitvoeren, mag je een nieuw voorwerpglaasje aan de assistent vragen. Wanneer je zowel de Gramreactiviteit als de vorm hebt bepaald, toon je ter beoordeling het preparaat onder de microscoop aan de assistent. De lab assistent zal de juiste gramreactiviteit en vorm noteren op je antwoordblad. HANDTEKENING ZAAL-ASSISTANT (4 punten): Handtekening Kwaliteit Werkelijke Gram reactiviteit Werkelijke vorm 13 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.2.1 Bekijk de bacteriën en noteer of de onbekende bacteriestam beweeglijk is of niet. 1. Beweeglijk 2. Niet beweeglijk ANTWOORD: (een nummer) (0.5 punten): B.2.2.2.2 Als je de beweeglijkheid hebt beoordeeld, laat je je preparaat onder de microscoop zien aan de assistent. Deze geeft zijn zijn/haar oordeel. HANDTEKENING ZAAL-ASSISTANT (2 punten): Handtekening Kwaliteit Werkelijke beweeglijkheid B.2.2.2.3 Kan je met de gebruikte vergroting bacteriële zwemstaartjes waarnemen? 1. Ja, omdat de zwemstaartjes qua structuur en dimensie gelijk zijn aan de zwemstaartjes van eucaryotische cellen zoals sperma. 2. Ja, maar de bekeken stam heeft geen zwemstaartjes 3. Nee, omdat bacteriële zwemstaartjes maar 20 nm groot zijn en de gebruikte vorm van licht microscopie niet sterk genoeg is. 4. Nee, omdat de bacteriële zwemstaartjes te kort zijn vergeleken met de lengte van de cel. ANTWOORD: (een nummer) (1 punt): B.2.2.3.1 Bepaal de aanwezigheid van cytochroom c oxidase in de onbekend bacteriestam X. 1. oxidase positief 2. oxidase negatief ANTWOORD (een nummer) (0.5 punt): B.2.2.4.1 Bepaal of het enzym Katalase aanwezig is in de onbekende bacteriestam X. 1. Katalase positief 2. Katalase negatief ANTWOORD (een nummer) (0.5 punten): 14 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.4.2 Noteer de reactievergelijking van de afbraak van waterstofperoxide en maak deze kloppend. ANTWOORD (een reactievergelijking) (1 punt): B.2.2.5.1 Bepaal de aanwezigheid van β-galactosidase in de onbekende bacteriestam. 1. ONPG positief 2. ONPG negatief ANTWOORD (een nummer) (0.5 punten): B.2.2.5.2 Welke van stoffen die hieronder opgesomd staan zijn producten van de reactie die gekatalyseerd wordt door β-galactosidase met lactose als substraat? ANTWOORD (voor iedere cel, schrijf + voor juist of 0 voor onjuist) (1.25 punten): Product 1. sucrose 2.glucose 3. fructose 4. mannose 5. galactose Juist of onjuist B.2.2.6.1 Maak de reactievergelijking voor de hydrolyse van ureum [CO(NH2)2] door urease op en maak deze kloppend. ANTWOORD (een reactievergelijking) (1 punt): 15 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.6.2 Bestudeer de buisjes en beslis of de stellingen juist (+) of onjuist (0) zijn. ANTWOORD (voor iedere rij, schrijf + voor juist en 0 voor onjuist) (2 punten): Stelling + or 0 1. Proteus vulgaris is niet in staat om ureum af te breken, waardoor de pH van het medium afneemt. 2. Phenol Red is de primaire koolstofbron voor bacteriën in Christensen’s agar. 3. Naast de ureum kan Proteus vulgaris ook Phenol Red hydrolyseren. 4. Proteus vulgaris is in staat ureum te hydrolyseren, waardoor de pH van het medium toeneemt. B.2.2.6.3 Bepaal of de onbekende bacteriestam ureum kan hydrolyseren (urease positief?). 1. urease positief 2. urease negatief ANTWOORD (een nummer) (0.5 punten): B.2.2.6.4 Welke van de volgende stellingen zijn juist (+) en welke zijn onjuist (0) ANTWOORD: (voor elke rij: + voor ‘waar’ of 0 voor ‘onwaar’) (2 punten): Statement + or 0 1. Urease negatieve bacteriën zijn niet in staat om zich te vermenigvuldigen, omdat ze de enige stikstofbron in het medium niet kunnen omzetten. 2. Omdat er ook alternatieve stikstofbronnen in het medium aanwezig zijn, kunnen urease negatieve bacteriën ook groeien In Cristensen’s medium. 3. Urease negatieve bacteriën creëren een sterk zure omgeving en zullen daarom door hun eigen afvalproducten worden gedood, omdat deze producten niet geneutraliseerd kunnen worden door gebrek aan urease. 4. Omdat de meeste urease negatieve bacteriën stikstof uit de lucht kunnen binden, zullen ze, ondanks dat ze geen stikstof uit het medium kunnen halen, toch in Christensen’s medium kunnen groeien. 16 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.7.1 Welke impact heeft natriumcarbonaat (product uit het verbruik van Na-citraat) op de pH in het groeimedium? 1. Het natriumcarbonaat dat is geproduceerd zorgt voor een basische omgeving, waardoor het medium blauw wordt. 2. Omdat natrium carbonaat geen invloed heeft op de pH van het medium, is visuele observatie de enige manier om bacteriële groei te bestuderen. 3. Natriumcarbonaat lost op en splitst in ionen, waardoor een zure omgeving ontstaat die ervoor zorgt dat het medium geel kleurt. ANTWOORD (één nummer) (1 punt): B.2.2.7.2 Bestudeer de buisjes en bepaal of de onbekend stam Na-citrate kan gebruiken als koolstof- en energiebron. 1. citraat positief 2. citraat negatief ANTWOORD (een nummer) (0.5 punten): B.2.2.8.1 Welke gassen worden geproduceerd gedurende de fermentatie van glucose? Houd rekening met de zuren die geproduceerd worden tijdens de fermentatie en hun eindproducten! ANTWOORD (voor elke cel, schrijf + voor waar of 0 voor onwaar) (1.25 punten): Gas O2 H2 CO2 N2 CH4 Waar of onwaar? 17 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.8.2 Hoe verwacht je dat de buisjes die geïnoculeerd zijn met de hierboven genoemde vier verschillende type bacteriën er uit zullen zien? ANTWOORD (een letter in iedere rij) (2 punten): Type metabolisme Paar reageerbuizen uit figuur 2.10 1. oxidatief 2. niet-sacharolytisch 3. fermentatief zonder gasproductie 4. fermentatief met gasproductie B.2.2.8.3 Bepaal hoe de onbekende bacteriestam glucose verbruikt. Met andere woorden welk type metabolisme (een nummer) heeft de bacterie en produceert de onbekende bacterie wel of geen gas? 1. De bacterie heeft een oxidatief type metabolisme. 2. De bacterie heeft een fermentatief type metabolisme. 3. De bacterie heeft een niet-sacharolytisch type metabolisme. ANTWOORD (een nummer) (1 punt): 1. De bacterie produceert gas. 2. De bacterie produceert geen gas. . ANTWOORD (een nummer) (0.5 punten): 18 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.2.2.9 Doordat je nu acht testen met de onbekende bacteriestam hebt gedaan kun je bepalen tot welk geslacht de bacterie behoort. 1. Bacillus 2. Enterobacter 3. Erwinia 4. Escherichia 5. Klebsiella 6. Micrococcus 7. Pseudomonas 8. Raoultella 9. Salmonella 10. Serratia 11. Shigella 12. Staphylococcus ANTWOORD: (een nummer) (1 punt): 19 ANTWOORDBLAD Belgium Team A Opdracht B.3 Het bouwen van een natte batterij met een zo hoog mogelijke spanning (11 p.) B.3.1 Meet de spanning en de kortsluitstroom van je batterij. ANTWOORD (Twee getallen met eenheden) (3 punten): spanning: kortsluitstroom: B.3.2 Probeer een rode LED te laten branden (deze heeft een minimale spanning van 1,6 V nodig) en vervolgens een witte LED (benodigde minimumspanning 2,3 V). Laat beiden zien aan een zaalassistent. HANDTEKENING VAN DE ZAALASSISTENT (5 punten): Handtekening Rode LED 1e poging: ja / nee 2e poging: ja / nee Witte LED 1e poging: ja / nee 2e poging: ja / nee B.3.3 Schrijf de vergelijking op van de halfreactie die plaatsvindt aan de anode, de vergelijking van de halfreactie aan de kathode en de totale, kloppend gemaakte, vergelijking van de redoxreactie. ANTWOORD (Drie reactievergelijkingen) (2 punten): halfreactie aan de anode: halfreactie aan de kathode: totale, kloppend gemaakte, vergelijking van de redoxreactie: 20 ANTWOORDBLAD Belgium Team A B.3.4 Zijn de metalen die je hebt gekregen sterkere reductoren in zuur of in basisch milieu? 1. In zuur milieu 2. In basisch milieu ANTWOORD (een nummer) (0,5 punten): B.3.5 Zijn de oxidatoren uit tabel 3.1 sterkere oxidatoren in zuur of in basisch milieu? 1. In zuur milieu 2. In basisch milieu ANTWOORD (een nummer) (0,5 punten): 21