Verslag vrouwenvertegenwoordiger PrepCom 4 te Bali De vrouwenvertegenwoordiger doet verslag van de PrepCom te Bali Maandag 27 mei is om 10 uur de vierde PrepCom door voorzitter Salim geopend. Hans Hoogeveen bood hier namens staatssecretaris Faber van Landbouw de rapportage aan over de COP-6 voor Biodiversiteit, die in april jl. onder haar voorzitter-schap heeft plaatsgevonden in Den Haag. De 123 ministers, die aan COP-6 hebben deelgenomen, hebben in hun verklaring onder andere 0,7% ODA opgenomen. Aan PrepCom IV werd gevraagd deze ministersverklaring in WSSDverband te onderschrijven. Bali is de laatste en tevens ministeriële PrepCom voor de WSSD. De derde PrepCom eind maart/begin april in New York heeft geen politieke verklaring of concreet actieprogramma opgeleverd. Wel is er een begin gemaakt met de zogenaamde type-2 uitkomsten. De type-2 uitkomsten moeten de kloof naar de uitvoering overbruggen en voor een andere aanpak zorgen, die beter aansluit bij de behoeften in de samenleving en minder ‘top-down’ is georganiseerd. Verslag vrouwenvertegenwoordiger, zaterdag 25 mei 2002 Singapore airport 15:15 uur. Een goede vlucht gehad en een half uur eerder geland dan voorzien. Het is nu 11:15 uur Nederlandse tijd; hier al ruim in de middag. Twee uur wachten voor de overstap naar Bali. Te weinig om iets van Singapore te gaan zien. Dus mooi de gelegenheid te beginnen met een dagboek. Bali: daar moet het gebeuren. Dit is de laatste en tevens ministeriële PrepCom voor de WSSD. Tijdens de derde PrepCom eind maart/begin april in New York is men niet zoveel opgeschoten. Geen politieke verklaring, of een aanzet daartoe, en ook nog geen kort en concreet actieprogramma, dat uit het 150 pagina’s tellende voorzittersdocument moest worden gedestilleerd. Wel is er een begin gemaakt met de zogenaamde type-2 uitkomsten. Dat moeten vrijwillige partnerships worden, “coalitions of the willing”, die zich op een bepaald thema of specifiek probleemgebied richten en dan gezamenlijk tot probleem formulering en probleem oplossing komen. Het is de bedoeling dat deze partnerships de verschillende actoren in het duurzaamheidsproces bijeen brengen: nationale overheden, internationale instellingen, financiers en natuurlijk de ‘major groups’ in de samenleving, waaronder de vrouwen, de jongeren, de natuur-, milieu- en ontwikkelingsorganisaties (NMO) en het bedrijfsleven. Nederland wil ervoor waken dat deze type-2 uitkomsten niet in de plaats komen van de politieke verklaring en het actieprogramma. Daarin leggen de landen immers hun bereidheid tot actie en wederzijdse verplichtingen vast. De type-2 uitkomsten moeten de kloof naar de uitvoering overbruggen en voor een andere aanpak zorgen, die beter aansluit bij de behoeften in de samenleving en minder ‘topdown’is georganiseerd. De Bali conferentie is drie dagen eerder begonnen dan gepland om de achterstand van New York in te halen en het nu voorliggende voorzittersdocument te bespreken. De vrouwen-, jongeren- en NMOvertegenwoordiger waren daarbij niet aanwezig. Morgenochtend half 8 is er een delegatie overleg. Dan zullen we horen hoe de zaken ervoor staan. De officiële opening van PrepCom IV is maandag 27 mei om 10 uur. Die ochtend zullen onder andere de resultaten van de besprekingen over het voorzittersdocument gepresenteerd worden. In de middag begint de ‘Multistakeholder Dialogue’, die twee dagen zal duren. Hier kunnen de maatschappelijke groeperingen (Major Groups) en intergouvernementele organisaties hun standpunten inbrengen in het officiële WSSD-proces en hierover met de regeringsdelegaties van gedachten wisselen. Een gezamenlijke verklaring van de ‘Major Groups’ zal deel uitmaken van de uitkomsten van de Bali conferentie. Van dinsdag 28 mei tot woensdag 5 juni vinden de besprekingen tussen de verschillende (ambtelijke) delegaties plaats. De onderwerpen zijn: a) de inhoud van de politieke verklaring, b) de bestuurlijke organisatie voor duurzame ontwikkeling, en c} organisatorische zaken voor Johannesburg. De laatste drie dagen zijn er besprekingen op ministerieel niveau. Ook tijdens dit zogenaamde ‘High-Level Segment’ zullen de intergouvernementele organisaties en de NGOs een bijdrage kunnen leveren. Tijdens de hele conferentie zijn er bijeenkomsten over type-2 initiatieven en andere side-events. Al met al een vol programma, waarbij het zaak is duidelijke keuzes te maken, vooral wat betreft de side-events. Het dossier dat we van buitenlandse zaken hebben meegekregen, is vrij uitgebreid, maar een deel van de stukken kende ik al van het internet. De CSDwomen’s caucus zorgt voor een snelle berichtgeving. De instructie voor de Nederlandse delegatie is vertrouwelijk, dus daar kan ik niet over uitwijden. Er staan echter vele punten in, waar ook de vrouwen op hebben aangedrongen. Dus dat stemt tot tevredenheid. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, zondag 26 mei Hoewel de officiële PrepCom nog niet is begonnen, gonst het van de activiteiten. De delegatievergadering was al om half acht ’s ochtends. Daarna gingt iedereen zijns weegs. Er werd ook vandaag in verschillende werkgroepen aan het voorzittersdocument gewerkt. Om 13 uur en om 18:00 uur kwamen de delegatieleden kort bij elkaar om elkaar op de hoogte te brengen van de nieuwste ontwikkelingen. Het schiet nog niet echt op met de onderhandelingen, zoveel is zeker. Om 8 uur s’avonds ging men dan ook weer vrolijk verder. Intussen bleek ook dat de NGO’s niet bijster gelukkig zijn met de gang van zaken. Er circuleerde een concept verklaring, waarin het voorzittersdocument categorisch wordt afgewezen, zowel op de inhoud als op het proces (geen echte participatie en invloed van de NGO’s). Het Indonesian Peoples Forum (waarin zo’n 50 Indonesische NGO’s verenigd zijn) organiseerde vanavond een spoedbijeenkomst om de meningen van de aanwezige NGO’s hierover te peilen en gezamenlijk te zien wat te doen. Het leek me zinnig daarheen te gaan. Toen ik eindelijk het betreffende hotel gevonden had, bleek de bijeenkomst verplaatst naar een ander hotel, zodat ik behoorlijk te laat kwam. Er waren zeker 90 NGO-vertegenwoordigers aanwezig, voornamelijk uit ontwikkelingslanden Er was een enkele Europeaan en Amerikaan en een Australische. Over het feit dat de tekst niet deugde, was men het snel eens. Over wat er allemaal niet deugt en wat de beste strategie is om de onvrede van de NGO’s onder de aandacht van de regeringsdelegaties te brengen, is geruime tijd gediscussieerd. Besloten is een korte en algemene verklaring op te stellen. Een kleine groep zal vannacht aan de concept tekst werken, die morgenochtend, tijdens het NGO-overleg besproken zal worden. Nadat de reacties zijn verwerkt, zal de verklaring circuleren om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. Om elf uur morgenochtend hebben de grote internationale NGO’s, waaronder WWF, Green Peace en Friends of the Earth, een persconferentie gepland om hun bezwaren tegen het voorzittersdocument kenbaar te maken. Blijkbaar heeft deze groep ook al de regeringsleiders in verschillende landen benaderd en hen gevraagd hun delegaties andere instructies te geven over wat er in het voorzittersdocument zou moeten komen te staan. De NGO groep wil bij die persconferentie aansluiten. Ook zijn er plannen om tijdens de opening van de PrepCom actie te voeren. Of dat doorgaat, zal morgen wel blijken. ’s Middag waren er allerlei NGO-vergaderingen. Ik heb het laatste deel bijgewoond van de bijeenkomst van de women’s caucus, die drie uur duurde. Er gingen geruchten, dat de algemene gender paragraaf in de inleiding van het voorzittersdocument geschrapt zou zijn. Daar was men zeer bezorgd over. Ik heb die zorg uiteraard aan onze delegatie overgebracht. Het zou onbegrijpelijk zijn, dat, terwijl gender tijdens de vorige PrepCom van zoveel kanten is ingebracht, deze algemene gender paragraaf nu zou komen te vervallen. Maar laten we niet op de feiten vooruit lopen. Hopelijk blijkt het een storm op een glas water. In elk geval hebben de vrouwen afgesproken hiervoor bij de verschillende delegaties te zullen lobbyen. Verder was men druk met de voorbereiding van de verklaring, die de vrouwen tijdens de Multistakeholder Dialogue kunnen inbrengen. Jennifer Francis van de Gender & Water Alliance, is verantwoordelijk voor de tekst over partnerships en type-2 uitkomsten.. Het is inmiddels haf een, dus de hoogste tijd voor een (korte) nachtrust. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, maandag 27 mei Op zo’n tweede dag begint er al een beetje routine te komen. Om kwart voor acht delegatie overleg. Er zijn weer wat nieuwe gezichten en ook Tanya van Gool is inmiddels gearriveerd en zit de vergadering voor. Organisatorische en inhoudelijke zaken volgen elkaar snel op. Ook de niet-ambtelijke delegatieleden krijgen hun taken. Ik zal onder andere verslag doen van een side-event over partnerships, een van de aandachtsvelden, die we in de begeleidingsgroep van de vrouwenvertegenwoordiger hebben afgesproken. Na het delegatie overleg ben ik naar de NGO bijeenkomst gegaan, die het Sustainable Development Issues Network (SDIN) iedere ochtend organiseert om de aanwezige NGO’s op de hoogte te brengen van de nieuwste ontwikkelingen in de regeringsonderhandelingen. Irene Dankelman, de co-voorzitter van het Nationaal Platform Johannesburg, had verteld dat dit zo’n goede bijeenkomst was. En dat is inderdaad het geval. Je krijgt daar een goed inzicht in de pijnpunten van de NGO’s, die zich in caucusses op onderwerp of als major group over de teksten van het voorzittersdocument buigen. Soms zijn de uitspraken vrij dramatisch en ook niet helemaal correct, is mij gebleken. Bij navraag binnen de delegatie bleek een bepaalde zinssnede, die de caucus over energie heel belangrijk vond en volgens de woordvoerder geschrapt zou zijn, er nog gewoon in te staan. Dat krijg je natuurlijk als de onderhandelingen gesloten zijn en men het met schaarse informatie uit de wandelgangen moet doen. Tijdens deze SDIN bijeenkomst werd ook de verklaring van de NGO’s over het voorzitters-document gepresenteerd. Aan de aanwezige NGO’s werd gevraagd deze te onderschrijven. Voor 11 uur werd een persconferentie aangekondigd. De grote internationale NGO’s, die de persconferentie hadden georganiseerd, hebben deze opengesteld voor de NGO-platforms van Zuid-Afrika en Indonesië, de trekkers van deze verklaring. Ook de officiële kop is er af. Om 10 uur vanochtend is de vierde PrepCom door voorzitter Salim geopend. Door uitlopen van de NGO-briefing was ik te laat. Echter net op tijd om de toespraak van Hans Hoogeveen, te horen, die namens staatssecretaris Faber van Landbouw de rapportage aanbood over de COP-6 voor Biodiversiteit, die in april jl. onder haar voorzitter-schap heeft plaatsgevonden in Den Haag. De 123 ministers, die aan COP-6 hebben deelgenomen, hebben in hun verklaring onder andere 0,7% ODA opgenomen. Aan PrepCom IV werd gevraagd deze ministersverklaring in WSSD-verband te onderschrijven. Vanuit de openingssessie maar meteen door naar het perscentrum, waar om 11 uur een persconferentie zou plaatsvinden van het Zuid-Afrikaanse NGO netwerk, het Indonesian Peoples Forum, World Wildlife Fund, Green Peace International, Friends of the Earth en het Third World Network. Het was daar een drukte van belang. De zaal was overstroomd met NGO’s. Voor de pers was geen plaats meer. Een VN-woordvoerder vroeg de NGO’s de zaal te verlaten omdat VNpersconferentie alleen toegankelijk zijn voor de pers. De NGO’s wilden daar niet van horen, maar gingen uiteindelijk toch. Ik mocht blijven. Toch wel handig, zo’n delegatiepasje. Enkele hoofdpunten uit de verklaring: 1. De opdracht van de VN was: de WSSD moet leiden tot een politieke verklaring, waarin landen zich tot duurzame ontwikkeling verplichten, en een kort maar krachtig actieprogramma dat op implementatie van Agenda 21 is gericht. De NGO’s willen dat de regeringen aan deze verplichtingen vasthouden. 2. De uitkomsten van Rio mogen niet afgezwakt worden. 3. De Europese Unie en de G77 (ontwikkelingslanden) zijn zwak, werd gezegd.. Op een vraag van de pers of de NGO’s type-2 initiatieven (vrijwillige op implementatie gerichte samenwerkingsverbanden) dus volledig afwijzen was het antwoord: - Wel als er geen ‘corporate accountability’ is - Wel als ze in e plaats komen van een sterke politieke verklaring en actieprogramma komen - Wel als er geen concrete criteria voor vastgesteld worden, die ervoor zorgen dat de uitkomsten ook ten goede komen aan de bevolking zelf. Maatschappelijke organisaties werken al lang volgens het partnership principe met het verschil dat partners daarbij gelijk zijn. In dit proces is dat niet het geval. Green Peace heeft haar schip, de ‘Arctic Sunrise’ naar Bali laten komen met mensen uit alle delen van de wereld aan boord om de voorbereidingen voor Johannesburg kritisch te volgen. Tussen de middag heb ik een side-event over partnerships (type-2) bijgewoond. Daarvan heb ik voor geïnteresseerden een apart verslag gemaakt. Er onstaan nu wereldwijd allerlei initiatieven, naast de vele negatieve geluiden.Het is dus zaak de ontwikkelingen en mogelijkheden te volgen, voor het geval men mee wil doen. Ik zal er dus hier verder niet over uitweiden. Het wordt toch al zo’n lang verhaal. Na de teurgkoppeling met de delegatie van 6 tot 7 nog even getracht de vrouwengroep te localiseren. Zij waren in diverse werkgroepen bezig de verklaringen voor te bereiden voor de Multi Stakeholder Dialogue over deskundigheidsbevordering en over partnerships, die morgen de gehele dag zullen plaatsvinden. De vrouwen niet gevonden; die waren klaar. Irene Dankelman gaf me de tekst. Dus gelegenheid om de NGO’s te volgen, die ook druk met de partnerships bezig waren. In het NGO-kamp waren de meningen nogal verdeeld. De hardliners vonden dat partnerships helemaal afgewezen moesten worden; anderen wilden best partnerships als er maar eerst echt politiek en inhoudelijk commitment van overheden zou liggen. Anders zijn we over tien jaar nog niets opgeschoten, zo vond men. Om tien uur hield ik het voor gezien; kreeg wel de conceptverklaring mee. Voldoende om de delegatie een indruk te geven. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, dinsdag 28 mei Eerst de vrouwen caucus opgezocht omdat ik daar nog nauwelijks ben geweest. De vrouwen gaan al na tien minuten in verschillende werkgroepjes uiteen om te zien hoe men nog invloed kan uitoefenen op bepaalde teksten. Ik sluit me aan bij een groepje, dat zich op goed besturen (good governance) wil richten. Het grote probleem is dat niemand weet hoe dat onderdeel zich zal ontwikkelen. Het onderwerp ligt erg gevoelig bij de G77, de ontwikkelingslanden. Zij willen niet dat de Westerse landen zich met hun nationale zaken bemoeien. In elk geval kon ik de zorgen van de groep over bepaalde passages in de voorliggende teksten aan de delegatie overbrengen, onder andere over het respecteren van mensenrechten en ook het recht van vrouwen op toegang tot land, water en dergelijke. De nieuwe term is ‘gender justice’: gender rechtvaardigheid. Ook reproductieve gezondheid staat zwaar onder druk en mag niet uit de tekst verdwijnen; de tekst zou overeen moeten komen met wat in Beijing en Cairo is besloten. Om 10 uur begon de Multi Stakeholder Dialogue over partnerships, die ik mij voorgenomen had te zullen volgen. Dat lukte maar zeer ten dele. Om elf uur begon namelijk de eerste bijeenkomst van de caucus over landbouw en plattelands-ontwikkeling. Het leek me nuttig om voor de drie plattelandsvrouwenorganisaties na te gaan wat er speelt op het gebied van duurzame plattelandsontwikkeling en contacten te leggen voor eventuele toekomstige samenwerking. Ook wilde LNV graag weten wat er op dat gebied speelt. Nederland is betrokken bij een type-2 initiatief over duurzame landbouw en plattelandsontwikkeling, waarover in de tweede week van deze PrepCom een ronde tafel bijeenkomst om ministerieel niveau zal plaatsvinden. Deze eerste bijeenkomst ging voornamelijk over organisatorische zaken en teksten over landbouw en platteland. Ook hier werd aandacht gevraagd voor toegang tot land, inclusief erfrecht voor vrouwen, gender gelijkheid in het algemeen en de actieve betrokkenheid van lokale gemeenschappen. Ik heb hun schriftelijke voorstellen aan de delegatie doorgegeven. Voor wat betreft de Multi Stakeholder Dialogue (MSD) heb ik in elk geval de verklaringen van de vrouwen, jongeren, NGO’s , inheemse bevolkingsgroepen en de lokale overheden kunnen horen. De vrouwen sprongen eruit met krachtig geformuleerde problemen en gerichte vragen aan de VN leden. Ook ’s middags heb ik nog een stukje MSD kunnen volgen. Ik zal een apart verslag maken van de totale Multi Stakeholder Dialogue, die maandagmiddag is begonnen en tot morgenmiddag zal duren. De delegatie bereidt zich inmiddels voor op de komst van de Prins van Oranje voor de bijeenkomst morgen van het panel van eminente personen, dat Kofi Annan bijstaat in de voorbereidingen voor de WSSD. De heer van der Beesen, adviseur aan de prins van Verkeer & Waterstaat, is al enkele dagen aanwezig. Van hem krijg ik de nieuwe uitgave van No Water No Future, die morgen zal worden uitgereikt. Vlug even kijken of onze NVR-aanbevelingen erin staan. Dat blijkt het geval: Op pagina 3 is onder ‘goed bestuur’ opgenomen dat instanties en politieke instrumenten open en rechtvaardig moeten zijn en gelijk voor iedereen, ongeacht klasse, ras of gender. Ook onze andere aanbeveling om de principes van de Bonn Conferentie over zoetwater als uitgangspunt te nemen, is overgenomen (pagina 4). Toch nog maar even Jocelyn Daw van WEDO ingeseind, die met Prins Willem Alexander in het panel van eminenties zit. Een beetje extra aandacht voor gender kan geen kwaad in dit stadium. ’s Avonds mogen de sectiehoofden van de delegatie mee naar een bijeenkomst met de prins. Namens ons zal Irene Dankelman hierheen gaan. Zij vertegenwoordigt immers het Platform Johannesburg en dus ons allemaal. Ikzelf ben naar een side-event over het derde Wereld Water Forum volgend jaar in Japan (Kyoto) geweest. De Japanners hebben kosten noch moeite gespaard. Na uitgebreide informatie over het hele WWF-3 proces kunnen de deelnemers zeggen wat er nog ontbreekt en hoe men de weg van Johannesburg naar Kyoto wil invullen. Na afloop is er een uitgebreid buffet op het strand. Een welkome afwisseling na alle hectiek van de afgelopen dagen, waarbij de maaltijd er meestal bij inschoot. Heb hier goed kunnen netwerken en onder andere een afspraak gemaakt met de dame, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de NGO gedeelte van het Wereld Water Forum 3. Voor geinteresseerden is er een verslag van deze side-event. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, woensdag 29 mei Een rommelige dag. De delegatie van de prins druppelt geleidelijk aan binnen. Uitgebreid gesproken met Jaco Mebius, Eerste Secretaris van de Nederlandse Ambassade in Indonesië en belast met waterbeheer. Hij is zeer geïnteresseerd in de NVR activiteiten op het gebied van duurzaam waterbeheer en gender. Beide aspecten zijn in Indonesië van belang. Ook Bert Diphoorn, die we nog kennen van het Wereld Water Forum 2 in 2000 in Den Haag. Hij is nu verantwoordelijk voor de Water Dome tijdens de WSSD in Johannesburg. Het NGO overleg is niet zo interessant vandaag. Ik probeer vervolgens nog wat mee te pikken van het slot van het Multi Stakeholder Forum. Chee Yoke Ling van het Third World Network houdt een vlammend betoog over wat duurzame ontwikkeling echt inhoudt. Ze krijgt een staande ovatie van de zaal. Irene en ik zitten bij het bordje van Nederland. Er komen verschillende mensen van de organisaties naar ons toe vanwege de aanstaande toespraak van de prins. Er zijn nog logistieke problemen. Hoe moet de aankondiging; er zijn geen exemplaren van zijn toespraak voor de tolken. Ik speel dus maar boodschapper voor het komende uur. De toespraak van de prins is om kwart voor een en die wonen we als Nederlanders natuurlijk netjes bij. Daardoor mis ik wel het eerste stuk van een side event over genetische modificatie in de landbouw. Gelukkig is Keith Jones van CropLife bereid me even bij te praten, zodat ik toch een volledig verslag kan maken. Van hem krijg ik ook informatie over IFOAM, de internationale federatie voor organische landbouw. De discussie vertoont veel overeenkomsten met de discussie die we begin dit jaar in Nederland hadden over ‘Eten en Genen’. Alleen veel heftiger omdat hier de gevolgen van bedrijven als Monsanto voor lokale boeren direct merkbaar zijn. Er worden schrijnende voorbeelden gegeven van arme boeren, die alles zijn kwijtgeraakt en vaak volledig afhankelijk zijn van de bedrijven, die het genetisch gemodificeerde zaaigoed en de daarbij behorende bestrijdingsmiddelen verkopen. Er zijn veel NGO’s aanwezig uit Indonesië en omstreken. Het ministerie van Milieu van Indonesië probeert deze problematiek aan te pakken, maar worstelt onder andere met gebrek aan gegevens. Van deze side event is voor geïnteresseerden een uitgebreid verslag beschikbaar. Echt een landbouw dag vandaag. Om drie uur is er weer een bijeenkomst van de caucus over landbouw en plattelandsontwikkeling. Het fijne van die caucuses is dat er altijd mensen zijn, die de delegatie onderhandelingen op de voet volgen en daarover aan de rest rapporteren. Ik hoor dat Noorwegen en Nieuw Zeeland zich sterk maken voor ‘right for food’ en de EU de gender component er in lijkt te krijgen. Ook probeert men hier het Carthagena protocol over biodiversiteit in de tekst te krijgen. Om 18:15 uur nog even de side event van Nederland en Zuid-Afrika over de Water Dome in Johannesburg bijgewoond. Er komt daar een uitgebreide NGOsectie, waar men gratis ruimte kan krijgen. Ook zullen er andere vormen van sponsoring voor NGO’s komen. Misschien kunnen we daar als vrouwen gebruik van maken. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, zondag 2 juni De eerste week zit er op. Iedere dag een stukje schrijven zit er niet meer in. Als ik de verslagen voor de delegatie af heb, is het meestal behoorlijk laat en is mijn energie op. Het Earth Negotiations Bulletin (www.iisd.ca/linkages/2002/pc4/ ) geeft een goed inhoudelijk overzicht van de verschillende officiële bijeenkomsten. Ik zal me dus wat inhoudelijke dingen betreft meer richten op de side-events en caucuses. Wel wil ik de Multi Stakeholder Dialogue even apart noemen Een caucus is een groep van NGO’s, die in VN-verband samenwerken aan een bepaald thema dan wel een ‘Major Group’vertegenwoordigen. De NGOStuurgroep heeft deze caucus structuur in het verleden ontwikkeld om het NGOproces rond de VN-vergaderingen te reguleren en om ervoor te zorgen dat er een goede vertegenwoordiging van alle regio’s was in de meningsvorming en verklaringen, die namens de NGO-gemeenschap worden afgelegd. Een ander doel was ervoor te waken dat die meningsvorming democratisch is en niet eenzijdig gericht op de belangen van bepaalde groeperingen. Er was altijd een gekozen covoorzitterschap, een persoon uit het Zuiden en een uit het Noorden. De verklaringen kwamen via uitgebreide regionale consultaties tot stand. Inmiddels is het aantal NGO’s, dat toegang heeft tot de VN exponentieel toegenomen. De NGO’s uit het Noorden en de vrouwencaucus hebben zich van het NGO-Steering Committee afgescheiden en er is een behoorlijk aantal thematische caucuses. Welke daarvan nog gelieerd zijn aan het NGO-Steering Committee en hoe de gelijkwaardige vertegenwoordiging van de verschillende regio’s en groeperingen in de thematische caucuses tot stand komt, weet ik op dit moment niet. De aanwezige leden van het NGO-Steering Committee voelen zich in elk geval buiten het proces geplaatst. Men is nu min of meer een Zuidelijke caucus, krijg ik de indruk. Alice Bouman Bezoek de site: www.iisd.ca/linkages/2002/pc4/ Verslag vrouwenvertegenwoordiger, maandag 3 juni Maandag 3 juni en dinsdag 4 juni 2002 Gisterochtend tijdens de vrouwencaucus werden we door de Canadese NGOvertegenwoordiger geattendeerd op het feit dat er in paragraaf 45 van de voorzitterstekst over gezondheid een zinsnede is opgenomen, die ingaat tegen alles wat bevochten is in Beijing en Cairo en ook al in Agenda 21 stond. Het gaat om de paragraaf over toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg voor iedereen. Het komt erop neer dat deze toegang tot gezondheidszorg afhankelijk is gemaakt van nationale wetgeving en culturele en godsdienstige waarden zonder verwijzing naar mensenrechten en ‘fundamental freedoms’. De Spaanse EU-voorzitter heeft dat laten gaan, waardoor de hele EU hiermee accoord is. Irene en ik hebben dit opgebracht in het delegatie overleg. Minister Pronk, die inmiddels gearriveerd was, gaf heel duidelijk aan dit niet acceptabel te vinden. Geen afzwakking van bestaande akkoorden, zei hij. Irene en ik hebben dus flink doorgewerkt die avond om te kijken wat er precies in de teksten van de bevolkingtop, CEDAW, Beijing Platform for Action, de kindertop en natuurlijk Agenda 21 staat. Terwijl Pronk dit opnam met de EU-ministers heb ik de hele dinsdag doorgebracht met lobbyen in de wandelgangen bij regeringsdelegaties en NGO’s en het schrijven van een verklaring vanuit de women’s caucus. Finland had zelfs een delegatielid naar de women’s caucus gestuurd die ochtend om te kijken wat de vrouwen hieraan gingen doen. In de caucus is afgesproken, dat alle aanwezige vrouwen hun delegaties hierop zouden aanspreken en in elk geval het mensenrechtenaspect in de tekst op te nemen. Ik ben zo’n beetje de hele dag met de verklaring en het lobbyen bezig geweest. Er is een overleg in voorbereiding van de Europese NGO’s met het Spaanse EU-voorzitterschap. Daar zal Marijke van Duin van de Wereldraad van Kerken dit opbrengen. Eens zien hoe Spanje daarop reageert. Het probleem is natuurlijk dat de tekst van die paragraaf al in de vergadering geaccepteerd is. Men zal geen geaccordeerde teksten willen heropenen omdat dat een precedent schept voor andere stukken. En het is toch al zo’n moeizaam proces om tot overeenstemming te komen. De verwachting is dat hierover iets in de politieke verklaring komt. Daar moeten we dan wel alert op zijn, straks in Johannesburg. Dit voorbeeld geeft de moeilijkheid van dit proces aan: Het gaan over zoveel onderwerpen en alles raakt aan alles. Zaken zoals gender komen in allerlei hoofdstukken aan bod en de onderhandelaars zijn niet noodzakelijkerwijs deskundig op dat terrein. Dan liggen er kansen voor conservatieve landen om afgezwakte teksten ten opzicht van andere conferenties er door te drukken. De Nederlandse ambtenaren zijn fantastisch, maar kunnen ook niet op alles letten. Soms zit er geen Nederlander bij. De delegatie is ingekrompen, zoals bekend, en je kunt niet overal tegelijk zijn. Bovendien is Nederland gebonden aan de EU. Je moet dus af en toe concessies doen. Maar niet op fundamentele zaken zoals dit. Gelukkig zijn onze ministers Herfkens en Pronk het daarmee eens. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, donderdag 6 juni Donderdag 6 juni 2002 Vanmiddag was de ministeriële ronde tafel over landbouw voor voedselzekerheid en duurzame plattelandsontwikkeling. Ons ministerie van LNV organiseerde dit, samen met hun Indonesische collega’s. Er waren op het laatste moment ook een aantal plaatsen beschikbaar voor NGO’s, als toehoorder. Het valt niet mee om op zo korte termijn de mensen de pakken te krijgen, waarvoor dit interessant is. De landbouw, de water en de biodiversiteits caucus kwamen niet bij elkaar die ochtend en dan wordt het zoeken in de wandelgangen. Tijdrovend, maar wel belangrijk, zodat niet alleen de voor de hand liggende belangengroeperingen er zijn, maar juist ook vertegenwoordigers van de plattelandsbevolking. De deelnemers hebben dit erg gewaardeerd en dat geeft voldoening. Aangezien deze ronde tafel om 2 uur begon in een ander hotel, heb ik de side event van Nederland en het bevolkingsfonds (UNFPA) maar gedeeltelijk kunnen volgen. Het ging over de link tussen Agenda 21, de ICPD (bevolkingsconferentie, Cairo) en armoedebestrijding. Minister Herfkens hield daar een vlammend betoog over het belang van reproductieve gezondheidszorg voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Ze gaf aan dat dit een kernpunt is om een einde te maken aan armoede, maar ook de voor de bestrijding van bijvoorbeeld HIV/AIDS. Het is niet alleen een belang voor vrouwen, maar ook voor mannen, zo zei de minister. Dit stond natuurlijk in schril contrast met de opstelling van de Europese Unie bij het hoofdstuk ‘Gezondheid’ en dan in het bijzonder paragraaf 45, waarover ik eerder heb bericht. Vandaar dat ik zeer geïnteresseerd was in de toespraak van minister Herfkens. Ondanks haar sterke pleidooi in dit panel, zijn onze zorgen nog niet over. Voorlopig staat de gewraakte tekst nog altijd als geaccepteerde tekst in het voorzittersdocument. Morgen komt weer een nieuwe versie uit. Eens zien of daarin iets veranderd is. Die side events vind ik overigens vaak het interessantste gedeelte van deze conferentie. Daar wordt over de inhoud gesproken, over de vertaalslag naar de praktijk en de problemen waar men dan tegenaan loopt. De side events zijn tussen de middag (13:15 uur tot 14:45 uur) of tijdens de namiddag pauze (18:15 – 19:45 uur). Om 15:00 uur, respectievelijk 20:00 uur beginnen dan weer de onderhandelingen en de plenaire vergadering. De maaltijden schieten er dus regelmatig bij in. Deze tweede week zie je steeds vaker dat er tijdens side event tussen de middag broodjes worden verstrekt. Ook de caucus bijeenkomsten gaan de hele dag door. Ze duren meestal een uur, maar de hele dag door zijn het andere groeperingen, die bij elkaar komen. Omdat ik zowel water als vrouwen als duurzame landbouw volg, en ook nog zoveel mogelijk de NGO-briefings, zijn mijn dagen overvol. De vrouwen en de water caucus zijn steeds op dezelfde tijd: allebei om 10 uur ’s ochtends. Dus ik hobbel vaak op en neer. Wat er in het officiële onderhandelingsproces gebeurt, volg ik slechts vanaf de zijlijn, tenzij er natuurlijk iets gebeurt, waar ik als vrouwenvertegenwoordiger per se bij moet zijn, zoals het probleem bij het hoofdstuk gezondheidszorg en de verschillende verklaringen, die de vrouwen hebben afgelegd, zowel als major group in de multistakeholder dialogue, als via de women’s caucus. De delegatie komt drie keer per dag bij elkaar om terug te koppelen. Dus als er echt belangrijke ontwikkelingen zijn, hoor ik dat daar wel. En het Earth Negotiations Bulletin geeft prima samenvattingen. Terug naar de ronde tafel van de landbouwministers. Dat was een verademing naar alle eindeloze onderhandelingen. Herfkens riep de aanwezige ministers op geen verklaringen van papier op te lezen. Dat doen we al genoeg in de PrepCom zelf, zo zei ze. Ze presenteerde deze ronde tafel als een gelegenheid om frank en vrij te discussiëren en de problemen en tegenstellingen open op tafel te leggen en te bespreken. De Japanse minister gaf meteen het goede voorbeeld. Dat was extra indrukwekkend omdat hij met een heel gevolg was verschenen en met protocol omgeven. Ik kon dat goed volgen, want is zat er direct naast zijn gevolg en schuin achter hem. Hij noemde kort drie punten, die hij belangrijk vond en ging toen zelf een kopje koffie halen. Zijn hele staf was in paniek. Dat zijn dan de leuke dingen om te zien. Iedereen was het roerend eens over de belangrijke rol van landbouw en duurzame plattelandsontwikkeling en dat dit onvoldoende op de agenda staat voor de WSSD. Nog een klus dus voor de aanwezige ministers om hun staatshoofden om te turnen. Minder eens was men het over handel en over landbouwsubsidies. Vooral de NV werden af en toe behoorlijk in een hoek gedreven. Een pikant detail was dat minister Herfkens, in overleg met haar Indonesische co-voorzitter, een plaatselijke NGO het woord gaf tijdens de ronde tafel. Zij bracht onder andere het voorzorgsbeginsel ter tafel, dat in de onderhandelingen uit de tekst dreigt te verdwijnen. Na afloop was er een Indonesisch buffet. Ook wel eens prettig . Heb uitgebreid gesproken met de tweede man van de Nederlandse ambassade in Jakarta, die enthousiast vertelde over Nederlandse projecten op het gebied van educatie, duurzame plattelandsontwikkeling en gender. Daarna weer snel terug voor het delegatie overleg om te horen dat er geen noemenswaardige vooruitgang is geboekt. Alice Bouman Verslag vrouwenvertegenwoordiger, vrijdag 7 juni en zaterdag 8 juni Vrijdag 7 juni 2002 De laatste dag alweer. Zal proberen tussentijds steeds een stukje op te schrijven, zodat het bericht nog verzonden kan worden voordat alles hier opgeruimd wordt. Veel NGO’s blijken al te zijn vertrokken. De women’s caucus ging vanochtend vooral over organisatorische zaken: wat moet er gedaan worden tussen nu en Johannesburg en hoe kan men straks, tijdens de WSSD het optimale effect bereiken. Het probleem is dat veel vrouwen deelnemen aan thematische caucuses en al naargelang men tijd en mogelijkheden heeft, ook de women’s caucus bezoeken. Ik herken dat, want voor mij geldt hetzelfde. De vrouwen staan voor een dubbele taak: gender mainstreamen en bijdragen leveren op specifieke thema’s. Dit leidde tot minder structuur tijdens de women’s caucus. Dat moet de volgende keer anders. In het verleden heeft de women’s caucus gefunctioneerd als een ‘linkage caucus’: vrouwen volgden specifieke onderwerpen en rapporteerden daar steeds over terug aan de groep. Zo wil men dat in Johannesburg weer organiseren. Vervolgens werd uitgebreid gepraat met een vertegenwoordiger van het Global Forum over de organisatie van dit NGO-forum tijdens de WSSD. Ik heb daar slechts een deel van kunnen bijwonen. De vergadering is doorgegaan tot 1 uur ’s middags. Een van de beperkingen, waar ik tijdens deze PrepCom tegenaan liep is, dat je niet weet wie de niet-ambtelijke delegatieleden in andere regeringsdelegaties zijn. Een aantal kom je in de loop van de conferentie tegen, vooral tijdens de side-events. Uit die gesprekken kwam naar voren, dat ook zij het prettig zouden vinden elkaar te kennen en waar mogelijk de krachten te bundelen, of in elk geval met elkaar af te stemmen. Ik had me voorgenomen hier iets aan te doen, zodat we tijdens de WSSD in Johannesburg elkaar beter weten te vinden. En nu is hel alweer vrijdag. Navraag gedaan bij het VN-secretariaat; daar zijn deze gegevens niet bekend. Dat had ik eigenlijk ook niet verwacht. Tijdens mijn AVVN vertegenwoordiging in 1999 liep ik tegen hetzelfde aan. Dit betekent dat we zelf een netwerk moeten opzetten. Een extra complicatie is dat er weinig continuïteit is. Het feit dat een major group tijdens deze PrepCom in de regeringsdelegatie zit, wil niet automatisch zeggen dat men in Johannesburg ook deel zal uitmaken van de delegatie. En, zo dit al het geval is, is het vaak niet dezelfde persoon of zelfs dezelfde organisatie. Ook is het niet automatisch zo, dat niet-ambtelijke delegatieleden dezelfde functie/opdracht en onafhankelijke positie hebben als in onze Nederlandse delegatie. Ik heb bijvoorbeeld gesproken met een aantal delegatieleden van de Verenigde Staten. Dat waren experts van (ontwikkelings)organisaties op het gebied van bijvoorbeeld energie, water, bosbouw en aangewezen als focal points om partnerships tot stand te brengen op hun respectievelijke terreinen. Dat is natuurlijk iets heel anders dan een onafhankelijk vertegenwoordiger van het maatschappelijk veld. Ik heb vanochtend nog even een aantal van mijn collegae opgespoord om afspraken te maken over vervolgcontacten. Datzelfde heb ik gedaan met een aantal vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties, onder andere van Japan en van Uganda. Om een uur was er geen delegatieoverleg. Iedereen is nog druk in bespreking. De tijd gaat dringen. Vanavond moet het actieprogramma afgerond worden en veel schot zit er niet in. Ik ga dus naar de side-event over partnerships. Deze blijkt afgelast. Dan maar naar de side-event, die mijn tweede voorkeur had: een door Japan gesubsidieerd initiatief om de wereld in kaart te brengen via remote sensing technologie (satellietopnames). Het is een samenwerking van nationale cartografie instituten. Men heeft nu ongeveer eenderde van de wereld in kaart gebracht en de gegevens zijn vrij beschikbaar via het internet. Enkele landen geven voorbeelden van hoe deze gegevens voor hen van nut zijn en in dienst staan van duurzame ontwikkeling. Bangladesh heeft er bijvoorbeeld baat bij dat men overstromingen kan voorspellen en inzicht krijgt in de snel veranderende rivierlopen in deze delta. In de discussie blijkt dat er veel overlap is tussen dit Global Mapping initiatief en andere remote sensing projecten, bijvoorbeeld van de ‘Space Agencies’. Ook de VN houden zich met dit soort werk bezig, waarbij er volgens de experts nogal wat overlap is. Men wil via een partnership tijd en vooral ook veel kosten besparen. Uit de zaal werd opgemerkt dat al deze gegevens verzamelen geen zin heeft als men vervolgens niet bereid is de problemen ook daadwerkelijk aan te pakken. Dit is de vraag, die tijdens deze PrepCom steeds weer opduikt: wie is bereid daadwerkelijk iets aan de problemen in de wereld te doen? Is dat niet in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de overheden? De politieke wil om tot een krachtig actieprogramma te komen en hier ook substantieel in te investeren, is echter ver te zoeken. De plenaire zitting blijkt geschorst. Ik ga dus lunchen met een vertegenwoordiger van ICLEI, de internationale organisatie van lokale overheden. Zij hebben in hun verklaring de rol van lokale overheden bij de implementatie van Agenda 21 benadrukt. Omdat ik zelf ook vindt dat duurzame ontwikkeling op lokaal niveau gestalte moet krijgen, ben ik zeer geïnteresseerd in hun ideeën daarover. We besluiten op deze laatste dag het nuttige met het aangename te verbinden en naar het dorpje te lopen, zodat ik tenminste iets van het dagelijkse leven op Bali heb gezien. We zitten meteen op een lijn. Het valt me steeds op hoe snel praktijk mensen elkaar vinden en hoe ver dit afstaat van het ambtelijke proces. Waar vinden we de middelen om onze plannen uit te voeren? ’s Avonds eten we gezamenlijk met de delegatie buiten bij het strand. Minister Herfkens schuift ook aan en iedereen doet zijn best niet uitsluitend over het werk te praten. Om elf uur komt minister Pronk er nog even bij. Hij doet verslag van de laatste ontwikkelingen. Het ziet er niet naar uit dat het gaat lukken om overeenstemming te bereiken over het actieprogramma. Over de politieke verklaring wordt niet eens meer gesproken. Om 12 uur vannacht gaat de plenaire zitting verder. Ik besluit hier niet meer heen te gaan. Ben al twee dagen vreselijk verkouden en mijn hoofd neemt toch niets meer op. Zaterdag 8 juni 2002 De PrepCom is afgelopen. Ik loop vanochtend nog even naar het conferentiecentrum om mijn mails te versturen. Alles is al afgebroken. Ook via de delegatiekamer kan ik niet meer mailen. Dus ik kan nog even het laatste nieuws erbij zetten en hopelijk straks op het vliegveld nog het een en ander versturen. Had toch nog even wakker moeten blijven, gisteravond. Irene Dankelman meldt dat Canada nogmaals paragraaf 45 over het verstrekken van basale gezondheidszorg aan de orde heeft gesteld. Hoewel in EU-verband was afgesproken, dat men een bezwaar tegen de huidige formulering zou steunen, liet de Spaanse EU-voorzitter het andermaal afweten. Toen dit gebeurde, nam Zweden het woord en liepen alle aanwezige Nederlanders naar de EU- woordvoerder toe om te protesteren. De Spaanse woordvoerder heeft toen alsnog het bezwaar van de EU aan de vergadering kenbaar gemaakt. Wat dat voor de tekst betekent, weet ik op dit moment niet. Dit zijn toch wel heel vervelende incidenten. Het mag toch niet zo zijn dat op deze wijze de verworvenheden van Rio, Cairo en Bejijng teniet worden gedaan. Ik word er niet vrolijk van. Jammer dat ik deze rapportage niet optimistischer kan afsluiten. Alice Bouman