HET HEELAL EN WAAR KOMT DE KOSMISCHE STRALING VANDAAN? Ian Deckert en Marlon Bakker A3 INHOUD • Het heelal • Clusters • Sterrenstelsel • Zonnestelsel • De Aarde • Kosmische straling • Neutrino • Zon HET HEELAL • 500 miljoen lichtjaar lang • 300 miljoen lichtjaar breed • Bevat Clusters en Superclusters • Supernova: een ster die op een spectaculaire wijze explodeert en zendt CLUSTERS • Tientallen tot honderden miljoen lichtjaren • Honderden tot duizenden sterrenstelsels • Twee soorten Clusters: Clusters en Superclusters • Een verzameling sterrenstelsels STERRENSTELSEL • Ca. 100000 lichtjaar doorsnee (Melkwegstelsel) • Er zitten zonnestelsels in • Actief sterrenstelsel: Centrum van zeer klein gebied die veel energie geeft • Sterrenstelsel: een grote verzameling sterren die zich op relatief geringe onderlinge afstand bevinden. • Zelfde straling als van de zon ZONNESTELSEL • Ca. 30000 lichtjaren van het centrum van het melkweg • Bevindt zich in een lokale bel • Er zitten planeten en een ster (zon) in DE AARDE • In het Zonnestelsel • 15 à 20 miljard kilometer van de rand van het zonnestelsel • Ontvangt ultraviolette-, infrarode-, röntgen- en gammastraling • Licht is zichtbaar door fotonen die de zon uitstraalt KOSMISCHE STRALING • Hoog-energetische straling die ons vanuit de kosmos bereikt • Deeltjes in de straling (protonen, kernen van helium, fotonen en neutrino’s) • Meeste straling uit sterren NEUTRINO • Ongeladen subatomair, elementair deeltje • Spanning • Heel snel (bijna de licht snelheid) • Is overal • Afkomst: dampkring heelal en zon ZON • Straalt fotonen uit • Straalt infrarode straling (warmte-straling) uit • Straalt radiostraling uit • Straalt ultraviolette straling uit • Straalt röntgenstraling uit • Straalt gammastraling uit Bedankt voor het kijken en luisteren naar deze presentatie