Een oogje op oogpathologie Deel II: casuïstiek Handleiding voor LOK-groepen Domus Medica 2006 Casus 1: mevrouw Claes Mevrouw Claes, directiesecretaresse, 44 jaar, komt op het avondspreekuur met een rood, pijnlijk linker oog, waarmee ze wazig ziet. De klachten zijn deze morgen zonder aanleiding begonnen, er is geen trauma geweest. Eigenlijk wil ze vooral symptoomverlichting voor het slapengaan, ze moet morgen ook weer paraat zijn. Overigens geen relevante antecedenten. Zij gebruikt contactlenzen. Medicatiegebruik: enkel anticonceptiepil. Patiënte heeft zelf al oogdruppels (Lacrinorm) gedruppeld, wat ze van de oogarts mocht gebruiken bij (gevoel van) droge ogen. Casus 2: Ivo Ivo, 26 jaar, komt de spreekkamer binnen met een zonnebril op. Vannacht begonnen zijn ogen vreselijk pijn te doen, en sinds vanmorgen kan hij geen licht meer verdragen. Zijn ogen zijn erg geïnjecteerd, hij knippert ermee als je ernaar wil kijken. Ivo is arbeider in een metaalverwerkend bedrijf. Overigens geen relevante antecedenten; Geen medicatiegebruik. Hij gebruikt bril noch lenzen. Casus 3: Stan Stan, 64 jaar, met pensioen, komt bij u aanbellen op het ogenblik dat het spreekuur afgelopen is, en u net de auto instapt op weg naar uw eerste huisbezoek. Hij komt omdat hij roodheid heeft opgemerkt, en toenemende pijn ondervindt aan het rechter oog. Het is een zonnige zomerdag en u merkt dat de man veel last heeft van het zonnelicht. Zijn pupillen staan ongelijk. De patiënt merkt nu pas dat het spreekuur afgelopen is, en verontschuldigt zich. Hij zegt morgen wel op het avondspreekuur te zullen terugkomen. Overige informatie: Stan neemt medicatie voor zijn COPD, en voor zijn morbus Bechterew. Hij is geopereerd van darmpoliepen, nu 8 jaar geleden. Hij draagt geen bril noch contactlenzen.