Studentenstatuut

advertisement
Studentenstatuut
Vanaf schooljaar 15/16
Voorgenomen besluit College van Bestuur:
22 januari 2013
Ingestemd door de Studentenraad:
15 mei 2013
Definitief vastgesteld door College van Bestuur:
21 mei 2013
idcollege.nl
Inhoud
Waarvoor een studentenstatuut?
1.
Het studentenstatuut in het algemeen
2.
Algemene rechten voor studenten
3.
Schoolregels, omgangsnormen en gebruik van onderwijsvoorzieningen
4.
Aanmelden en toelating
5.
Inschrijven en onderwijsovereenkomst
6.
Niet doorgaan van de opleiding
7.Uitschrijven
8.Beroepspraktijkvorming
9.Studieloopbaanbegeleiding
10.
Onderwijs Servicecentrum en Servicepunt Passend Onderwijs
11.
Negatief studieadvies
12.Studiewijzer
13.Examens
14.Studentenraad
15.
Persoonlijke gegevens en privacy
16.
Klachten over het onderwijs
17.
Reglement over agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
18.
Schade en aansprakelijkheid
19.
Vrijwillige studentenbijdrage
20.
Aan- en afwezigheid
21.Strafmaatregelen
22.
Vaststellen en wijzigen van dit statuut
Bijlage 1:
Regeling negatief studieadvies en bindend afwijzend studieadvies
Bijlage 2:
Examenreglement
Bijlage 3:
Huishoudelijk reglement studenten Bijlage 4:
Reglement commissie van beroep voor de examens
Bijlage 5:
Formulier afwijkende wijze van examinering
Bijlage 6:
Formulier hoger niveau examinering generiek
Bijlage 7:
Formulier aanvraag en toekenning vrijstelling(en)
Bijlage 8:
Privacyreglement
Bijlage 9:
Klachtenreglement
Bijlage 10: Reglement inzake agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
1 | Studentenstatuut
2
3
3
4
5
5
6
6
6
7
8
8
9
9
10
10
10
11
11
11
12
13
14
15
19
31
33
36
39
41
44
50
57
Waarvoor een
studentenstatuut?
Als je samen werkt, samen studeert en met elkaar omgaat in een school, is het handig wanneer je met elkaar
afspraken maakt. Bijvoorbeeld over waar je informatie vandaan haalt, wat je doet als je ergens ontevreden over
bent of welke regels er gelden als je een examen doet. Regels die niet alleen gelden voor jou als student, maar
ook voor medewerkers en het management van ID College. En soms gelden die regels ook voor je ouders of
verzorgers.
Als student heb je bepaalde rechten, maar tegenover rechten staan ook plichten. Als afspraken over allerlei
zaken die zich op school kunnen voordoen duidelijk zijn, is het ook makkelijker om elkaar er op aan te spreken
als dat nodig is. Deze afspraken gelden naast de afspraken die met je zijn overeengekomen in de
onderwijsovereenkomst.
Dit studentenstatuut is daarbij een hulpmiddel. Het geeft je als student houvast, het helpt je om conflicten te
voorkomen en het verbetert de sfeer op school. Het statuut legt daarvoor een aantal basisrechten en –plichten
vast die voor alle studenten van ID College gelden. Bijvoorbeeld over gelijke behandeling, de bescherming van
je privacy en de veiligheid op school. Sommige onderwerpen worden nog verder uitgewerkt in andere
documenten, die je nog tijdens je opleiding aangeboden krijgt. Ook heb je soms bepaalde (aanvraag)
formulieren nodig om zaken goed te regelen, deze zijn te vinden op de website van ID College
(idcollege.nl).
Met dit studentenstatuut hoopt ID College een bijdrage te leveren aan een goede sfeer op school. Een sfeer
waarin we elkaar durven te wijzen op elkaars verantwoordelijkheden. Een sfeer waarin iedereen zich prettig
voelt en waarin je in staat bent een goed studieresultaat te behalen. Want daar gaat het tenslotte om in een
school.
College van Bestuur ID College
Studentenstatuut | 2
1. Het studentenstatuut in het algemeen
Dit studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten die je als student van ID College hebt en is een
onderdeel van de onderwijsovereenkomst. In sommige gevallen worden officiële documenten en reglementen
genoemd, deze vind je achterin het studentenstatuut.
Het studentenstatuut geldt tijdens en buiten de onderwijsactiviteiten, in en om de schoolgebouwen,
schoolterreinen en het leerbedrijf.
Als student kun je nog minderjarig zijn. In dit statuut gaat het soms om zaken waarvoor je meerderjarig moet zijn
om een handtekening te mogen zetten. Als het in dit statuut gaat over ‘jou, als minderjarige student’, wordt daar
ook mee bedoeld: ‘je ouders of wettelijke vertegenwoordigers’.
2. Algemene rechten voor studenten
Als student heb je recht op een begrijpelijke uitleg van dit studentenstatuut en andere documenten die met het
studentenstatuut te maken hebben. Dat zijn in elk geval de onderwijsovereenkomst, de praktijkovereenkomst en
informatie over het onderwijsprogramma en de examinering van de opleiding die je volgt.
Je hebt, voordat je je inschrijft bij ID College via de onderwijsovereenkomst, recht op volledige en voor jou
begrijpelijke informatie over:
• De inhoud en de vorm van de opleiding
• De inhoud en manier van toetsing en examinering
• De studiebelasting van de opleiding
• De kosten van de opleiding, bestaande uit de wettelijk verplichte bijdrage en een indicatie van de bijkomende
kosten
• Wat je later met de opleiding kunt doen en wat je kansen zijn op een baan
• De vooropleiding die je nodig hebt
• Welke vervolgopleiding je kunt gaan doen, als je een diploma hebt gehaald
• De inhoud en betekenis van de wettelijke documenten, zoals het studentenstatuut, de onderwijs- en
praktijkovereenkomst.
Je ontvangt deze informatie tijdens het intakegesprek.
Je hebt er als student recht op dat de school zorgt voor voldoende voorzieningen die nodig zijn om je opleiding
goed te kunnen volgen. Dat zijn onder andere goede studie informatie, studiebegeleiding en advies, een
werkbaar rooster en de benodigde faciliteiten.
Daarnaast mag je gevraagd en ongevraagd voorstellen doen aan de teamleider of andere medewerkers van
ID College over alle schoolzaken die jou aangaan.
3 | Studentenstatuut
3. Schoolregels, omgangsnormen en gebruik van onderwijsvoorzieningen
Schoolregels zijn gemaakt om de rustige en plezierige werkomgeving te behouden. Het belangrijkste
uitgangspunt is dat je als student op een gelijkwaardige en respectvolle manier met je medestudenten en de
medewerkers van school om kunt gaan. Je draagt in de eerste plaats verantwoordelijkheid voor jezelf en je
gedrag.
In de school mag iedereen vrij zijn om zijn of haar mening te geven en respecteer je ook de mening van
anderen. Discriminatie, belediging, agressie, vernieling of geweld zijn absoluut niet toegestaan. Jij bent zelf
verantwoordelijk om voor een situatie te zorgen, waarin je goed onderwijs kunt krijgen en waarin dit ook kan
worden gegeven. Studenten en medewerkers houden zich aan de regels van de school. Iedereen mag elkaar
ook aanspreken als dit niet gebeurt. Het is nooit de bedoeling dat iemand hierdoor ten nadele wordt beoordeeld.
Jij als student niet, maar ook een medewerker van ID College niet. ID College wil immers een zo prettig mogelijke
werksfeer creëren. De domeindirectie moet er ook voor zorgen om het contact tussen studenten en medewerkers
goed te laten verlopen. Het gaat hierbij om allerlei zaken die belangrijk zijn om goed onderwijs te kunnen
aanbieden en verzorgen.
Drank en etenswaren
In de vestigingen kun je koffie, thee of versnaperingen kopen. Iedereen laat de door hem gebruikte ruimtes
opgeruimd achter. Eten of drinken is niet toegestaan in de lokalen en onderwijsruimten. Wij verwachten dat je
meewerkt om de lesruimten, de aula, het schoolgebouw en het schoolterrein schoon te houden.
Alcohol, drugs en roken
Je mag geen alcohol drinken of in je bezit hebben voor of onder schooltijd. Tijdens feestavonden, werkweken en
reizen is het gebruik van alcohol aan regels gebonden. Je mag geen drugs op of in de vestigingen hebben,
verhandelen of gebruiken. Ook tijdens de door school georganiseerde activiteiten is het gebruik van drugs
verboden. Je mag geen medicijnen, waarvan je niet kunt aantonen dat ze in het belang zijn van je eigen
gezondheid, bij je hebben. In de school mag je, overeenkomstig de richtlijnen van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, niet roken.
Wapenbezit
Je mag geen vuur- en/of steekwapens, voorwerpen die eruit zien als een wapen of die als wapen worden
gebruikt (onder andere messen) in je bezit hebben in de school en/of op het terrein van de school.
Geluidsapparatuur en mobiele telefoons
Je mag alleen met toestemming van de verantwoordelijke medewerker (bijvoorbeeld een docent) in studieruimtes
en andere ruimtes waarin onderwijsactiviteiten plaatsvinden gebruik maken van apparatuur die geluid kan
voortbrengen. Het moet dan wel te maken hebben met de onderwijsdoeleinden. Tijdens lesactiviteiten, toetsen en
examens en in onderwijsruimten zet je mobiele telefoons en geluidsapparatuur uit.
Studentenstatuut | 4
Identificatie en ID-pas
Op verzoek moet je altijd een identiteitsbewijs of ID-pas kunnen tonen. Bij de start van het schooljaar ontvang je
deze ID-pas. De pas wordt gebruikt ter identificatie, absentie en presentie. Deze pas geeft je de toegang tot de
onderwijsruimte en bijzondere activiteiten zoals schoolfeesten. De ID-pas is alleen te gebruiken in het gebouw
waarin je onderwijsactiviteiten volgt. Raak je de pas kwijt, dan kun je een nieuwe pas aanvragen bij de InfoDesk
tegen (voorafgaande) betaling. De kaart blijft eigendom van school. Het is niet toegestaan de kaart te
beschadigen, te veranderen of door te geven aan iemand anders.
Lift
De meeste vestigingen met een etage hebben een lift. De lift kun je alleen gebruiken met behulp van een speciale
sleutel. Wil je wegens een lichamelijke handicap gebruik maken van de lift, dan kun je na betaling in het bezit
komen van een sleutel. Alleen de sleutelhouder mag gebruik maken van de lift. Voor hulp, bijvoorbeeld voor het
dragen van je tas, mag hooguit een extra medestudent mee. De sleutel is aan te vragen bij de InfoDesk en moet
je weer inleveren wanneer je hem niet meer nodig hebt.
Rondhangen in de gangen
Het is niet toegestaan in de gangen, hallen en trappenhuizen rond te hangen. Tijdens de pauzes kun je gebruik
maken van de aula en het buitenplein en niet van lokalen, leerpleinen of andere ruimten. Aanwijzingen van alle
medewerkers, waaronder de toezichthouder, moet je direct opvolgen.
4. Aanmelden en toelating
Bij de toelatingsregels en de vooropleidingseisen houdt ID College zich aan de wet. Op de website van ID
College kun je per opleiding deze regels en eisen terugvinden. De domeindirectie kan bepalen of je toch wordt
toegelaten tot de opleiding, ook al heb je niet precies de goede vooropleiding.
5. Inschrijven en onderwijsovereenkomst
Als je je inschrijft voor een opleiding ondertekenen jij en ID College een onderwijsovereenkomst. Bij het afsluiten
of (tussentijds) beëindigen van de onderwijsovereenkomst, houdt de domeindirectie zich aan de bepalingen van
de wet.
Voordat je als student de onderwijsovereenkomt ondertekent, heb je de onderwijsovereenkomst en het
studentenstatuut op www.idcollege.nl kunnen lezen. Er wordt van je verwacht dat je begrijpt wat de
onderwijsovereenkomst, dit studentenstatuut en de informatie over het onderwijsprogramma en examinering van
de opleiding betekent. Mocht je zaken niet begrijpen, vraag dan opheldering tijdens je intakegesprek.
Bij aanvang van je opleiding ontvang je de studiewijzer.
5 | Studentenstatuut
De onderwijsovereenkomst bestaat uit een opleidingsblad en algemene voorwaarden. Het opleidingsblad bevat
jouw opleidingsgegevens. In de algemene voorwaarden staan de rechten en plichten van jou als student en van
ID College beschreven. Bij een eerste inschrijving wordt het opleidingsblad (en daarbij de algemene
voorwaarden) getekend. Als er tussentijdse wijzigingen in het opleidingstraject zijn, hoeft er geen volledig
nieuwe onderwijsovereenkomst te worden afgesloten en ondertekend. Je krijgt een nieuw opleidingsblad
toegestuurd dat het voorgaande opleidingsblad vervangt.
6. Niet doorgaan van de opleiding
Als er te weinig aanmeldingen zijn voor een bepaalde opleiding, kan ID College besluiten om de opleiding op
een andere vestiging aan te bieden of om de opleiding niet aan te bieden. Wanneer de opleiding niet doorgaat
of als er niet voor iedereen die zich heeft aangemeld plaats is, laat ID College dit uiterlijk 4 weken voor de start
van de opleiding, schriftelijk weten aan de studenten die zich hebben opgegeven. Daarnaast zal de school
adviseren over een mogelijke andere opleiding.
7. Uitschrijven
De onderwijsovereenkomst tussen jou en ID College kan ook worden beëindigd. Dit gebeurt:
•als je de opleiding met succes hebt afgerond
•wanneer jij je zelf laat uitschrijven of wanneer je ID College op eigen initiatief definitief hebt verlaten
•met wederzijds goedvinden
•als ID College niet langer in staat is de opleiding aan te bieden (ID College zal zich wel inspannen ervoor te
zorgen dat je de opleiding bij een andere instelling kan afmaken)
•als je als student door ID College wordt verwijderd
•bij een bindend afwijzend studieadvies
•bij overlijden
Als de onderwijsovereenkomst wordt beëindigd, betekent dit dat je wordt uitgeschreven bij ID College.
Je ontvangt een bevestiging van deze uitschrijving.
8. Beroepspraktijkvorming
De beroepspraktijkvorming vormt een deel van de beroepsopleiding. Wanneer je begint aan het
praktijkgedeelte, tekenen alle betrokkenen een praktijkovereenkomst. Deze wordt getekend door het leerbedrijf,
door ID College en door jou zelf. In deze praktijkovereenkomst leggen we alle afspraken vast die nodig zijn voor
een goed verloop van de beroepspraktijkvorming.
ID College heeft een inspanningsverplichting om te zorgen voor een geschikt leerbedrijf. Met andere woorden,
zij zullen jou begeleiden bij het vinden van een bedrijf of organisatie. Maar de teamleiders mogen jou ook
vragen om je in te zetten tijdens deze zoektocht. Je wordt dan geholpen door een medewerker van school, die
met de beroepspraktijkvorming belast is. Je mag als student zelf mogelijkheden voor een beroepspraktijkvormingsplaats voorstellen. Deze moet dan wel voldoen aan de eisen die de kenniscentra er aan stellen.
Studentenstatuut | 6
Er kan natuurlijk altijd iets mis gaan. Het kan gebeuren dat je bij je beroepspraktijkvormingsplaats of stageplaats
na het sluiten van de praktijkovereenkomst door omstandigheden niet meer de werkzaamheden kan uitvoeren die
je daar zou doen. Of dat om andere redenen de beroepspraktijkvormingsplaats niet voldoet. De teamleiders
hebben dan een inspanningsverplichting om er voor te zorgen dat jij een andere plaats krijgt.
Een gedetailleerdere uitwerking van informatie over de beroepspraktijkvorming vind je in het BPV-handboek, die
je uitgereikt krijgt voordat je van start gaat met je beroepspraktijkvorming.
Beroepspraktijkvorming is voor de studenten van ID College Werkt en VAVO niet van toepassing.
9. Studieloopbaanbegeleiding
ID College verzorgt persoonlijke studieloopbaanbegeleiding, studieadvisering en beroepskeuzevoorlichting.
De domeindirectie is verantwoordelijk voor de organisatie hiervan. De teamleider heeft de taak dit proces te
coördineren, waaronder het toewijzen van de studieloopbaanbegeleider aan jou als student.
Tijdens je studie heb je recht op een regelmatige bespreking van je ontwikkeling en studievoortgang, waarin
onder andere aandacht wordt besteed aan je behaalde resultaten voor toetsen en examens, beroepshouding,
beroepspraktijkvorming en studiehouding. Op basis hiervan krijg je een advies over het verdere vervolg van je
opleiding. Zo’n gesprek noemen we een adviesgesprek.
Jij hebt met je studieloopbaanbegeleider (SLB-er) minimaal 1 keer per periode, dus 4 keer per studiejaar zo’n
adviesgesprek. Na afloop van dit gesprek maken we een verslag, het studieloopbaanverslag.
In het studieloopbaanverslag staan tenminste de afspraken en adviezen die uit het gesprek volgden. Dit verslag
wordt opgeslagen in jouw persoonlijke dossier. De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het maken van keuzes
tijdens de opleiding en ook wanneer je studie soms eens niet zo vlot verloopt. Hij begeleidt je ook bij het kiezen
van een passende beroepspraktijkvormingsplek, bij het functioneren op de arbeidsmarkt en in de maatschappij
tijdens je schoolloopbaan. Bij specifieke problemen kun je een beroep doen op de begeleiding vanuit het
Onderwijs Servicecentrum.
Als je als student ontevreden bent over je studieloopbaanbegeleider, dan kun je verzoeken om toewijzing van
een andere studieloopbaanbegeleider. Je dient een dergelijk verzoek schriftelijk en met argumenten onderbouwd
in bij de teamleider.
Binnen VAVO wordt dit mentoraat genoemd. Studenten VAVO hebben drie keer per jaar, na elk schoolexamen
(het Schriftelijk Examen) een gesprek.
7 | Studentenstatuut
10. Onderwijs Servicecentrum en Servicepunt Passend Onderwijs
De studieloopbaanbegeleider is de eerste begeleider tijdens je studie. In de meeste gevallen is deze begeleiding
voldoende, maar het is mogelijk dat je extra of andere begeleiding nodig hebt. Voor deze begeleiding kun je
terecht bij het Onderwijs Servicecentrum (OSC). Elke vestiging van ID College heeft een Onderwijs Servicecentrum.
Tijdens je opleiding kun je terecht bij het OSC als je bijvoorbeeld:
•moeite hebt met de opleiding
•twijfelt aan je opleidingskeuze
•je niet thuis voelt in de groep
•last hebt van faalangst
•het thuis moeilijk hebt
•zelf geen oplossing meer kunt vinden voor je problemen.
Samen met jou proberen we dan te zoeken naar een passende oplossing van je probleem. Bijvoorbeeld door
persoonlijke begeleiding, hulpverlening, studieondersteuning, speciale trainingen of verschillende testen.
Servicepunt Passend Onderwijs
ID College mag de toelating tot een opleiding nooit weigeren, omdat er sprake is van een chronische ziekte of
een handicap. ID College ondersteunt je als je een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking hebt
(chronische ziekte, functiebeperking of een leerprobleem). Bij het Servicepunt Passend Onderwijs is een adviseur
die je kan helpen bij het volgen van een opleiding. Deze adviseur maakt voor jou en het onderwijsteam een
advies waarin staat vermeld wat de gevolgen zijn van de beperking, voor het volgen van het onderwijs. Zo
adviseert het Servicepunt Passend Onderwijs bijvoorbeeld over noodzakelijke hulpmiddelen en voorzieningen en
over vormen van extra begeleiding.
11. Negatief studieadvies
Niet altijd verloopt de studie zoals je zou wensen. Het kan zelfs zo zijn, dat een opleidingsteam moet besluiten
om je een bindend afwijzend studieadvies te geven. We bepalen dit op basis van je studievoortgang
(studiegedrag, beroepshouding, studieresultaten en beroepspraktijkvorming) met de studieloopbaanbegeleider.
In de SLB-gesprekken maakt de studieloopbaanbegeleider met jou concreet haalbare afspraken. Deze
afspraken leggen we schriftelijk vast en onderteken je samen met je studiebegeleider. Als vervolgens blijkt dat
je je niet houdt aan de schriftelijk gemaakte afspraken, dan krijg je, na overleg met het onderwijsteam, een
negatief studieadvies. Het negatief studieadvies krijg je in een formeel adviesgesprek met de teamleider en
bijbehorende afspraken leggen we schriftelijk vast. Vervolgens krijg je een tussentijds evaluatiegesprek, waarin
het afgesproken gewenste gedrag en de acties uit het negatief studieadvies worden besproken. Wanneer je je
niet aan de gemaakte afspraken hebt gehouden, wordt het negatief studieadvies omgezet in een bindend
studieadvies. Dit houdt in dat de onderwijsovereenkomst per direct beëindigd is en je wordt uitgeschreven van
de opleiding en ID College.
Studentenstatuut | 8
12. Studiewijzer
Bij aanvang van je studie krijg je een studiewijzer uitgereikt. In de studiewijzer staat onder andere informatie
over hoe de opleiding is vormgegeven. Naast de inhoud van de opleiding, wordt er ook gekeken naar de
beroepspraktijkvorming en de studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast staat er een overzicht in van de
ontwikkelingsgerichte toetsen en kwalificerende examens (waar gaan deze over, op welke manier wordt er
getoetst en geëxamineerd, hoe zwaar telt de toets of het examen in verhouding tot andere toetsen of examens en
mag een toets en examen over worden gedaan).
Binnen ID College Werkt en VAVO werken we niet altijd met een studiewijzer. Studenten VAVO ontvangen aan
het begin van het schooljaar een studieplanner en een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). In dit PTA is
onder andere het ‘examenreglement VAVO’ opgenomen. Voor elk vak delen we een studieplanner uit met daarin
de lesstof per les(week) binnen de examenperiode.
13. Examens
ID College is wettelijk verplicht om zich aan regels te houden voor het afleggen van examens. Daarom is er een
speciaal examenreglement dat van toepassing is voor iedereen die een opleiding gestart is.
Het examenreglement is een verzameling regels, procedures en voorschriften rond de organisatie, voorbereiding,
afname, beoordeling en bezwaar en beroep van examens. Ook worden hier de mogelijkheden aangegeven om
vrijstellingen en afwijkende wijze van examinering aan te vragen als je daar voor in aanmerking komt.
Ook staat er in het examenreglement wat je kunt doen wanneer je een klacht hebt over examinering, of als je
vindt dat je in aanmerking komt voor een vrijstelling en/of een afwijkende vorm van examineren.
In het huishoudelijk reglement wordt tot in detail beschreven welke regels gelden tijdens de afname van examens.
Voor meer informatie zie:
-Bijlage 2: Examenreglement
-Bijlage 3: Huishoudelijk reglement studenten
-Bijlage 4: Reglement commissie van beroep voor de examens
-Bijlage 5: Formulier afwijkende wijze van examinering
-Bijlage 6: Formulier hoger niveau examinering generiek
-Bijlage 7: Formulier aanvraag en toekenning vrijstelling(en)
Voor de studenten van ID College Werkt is dit niet van toepassing. De studenten VAVO ontvangen een eigen
examenreglement. Dit is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). In het PTA worden per
vak de eisen, de leerinhoud, de weging, de zak- en slaagregeling en de toetsvorm van de schoolexamens en het
landelijk schriftelijk examen besproken.
9 | Studentenstatuut
14. Studentenraad
ID College heeft een Studentenraad met zeven zetels. In de Studentenraad zitten enthousiaste studenten met een
mening en ideeën over hoe het onderwijs bij ID College beter en leuker kan. De Studentenraad is er voor en
door studenten. De Studentenraad komt op voor alle studenten en heeft invloed op beter onderwijs. Zo kun je
bijvoorbeeld voorstellen doen voor betere faciliteiten binnen school. De Studentenraad mag over alles wat
studenten aangaat aan het College van Bestuur adviseren en/of meebeslissen. En dan gaat het niet alleen om het
onderwijs, maar alles wat er bij komt kijken om je studieperiode bij ID College aangenamer te maken. Het kan
bijvoorbeeld gaan over de voorzieningen en huisregels, maar ook over het beleid van schorsen en verwijderen,
of de veiligheid en het welzijn van studenten. Je kunt je tijdens je studie aanmelden voor de studentenraad.
15. Persoonlijke gegevens en privacy
ID College legt je persoonlijke gegevens vast in een dossier. Dit is wettelijk verplicht. Daarnaast stelt het College
van Bestuur vast, welke persoonlijke gegevens daarin worden vastgelegd en wie, behalve jijzelf, het recht
hebben om die gegevens te bekijken en te gebruiken. Als student ben je verplicht om ID College de juiste
persoonlijke gegevens te verstrekken, zoals naam, adres en woonplaats.
De gegevens uit het dossier mogen alleen met toestemming van jou en het College van Bestuur aan anderen
worden gegeven. Alleen als het van de wet echt moet, dan worden de gegevens zonder toestemming van jou
aan derden verstrekt.
Op school behoor je je veilig te voelen. Dit gaat niet vanzelf. Daarom is er een aantal maatregelen getroffen
zoals het verplicht bij je hebben van een legitimatiekaart, de aanwezigheid van bedrijfshulpverleners en
toezichthouders en/of videobewaking.
Voor meer informatie zie bijlage 8: Privacyreglement.
16. Klachten over het onderwijs
Tijdens je studie kunnen er ook wel eens dingen niet gaan zoals jij wilt. Als je een klacht hebt, bespreek je die als
eerste met de teamleider van de opleiding. De teamleider spreekt dan met jou af binnen welke termijn hij of zij
terugkomt op de klacht.
ID College heeft een klachtenreglement en een onafhankelijke klachtencommissie, wat wil zeggen dat er eerlijk
wordt gekeken naar beide kanten van het verhaal. Het klachtenreglement beschrijft de procedure die gevolgd
wordt wanneer jij niet tevreden bent over de afhandeling van jouw klacht door de teamleider of domeindirectie.
Studentenstatuut | 10
Als de klachtencommissie de klacht in behandeling neemt, kan een hoorzitting met betrokken partijen
plaatsvinden en zal gekeken worden wat er is voorgevallen. De klachtencommissie schrijft daarna een advies
aan het College van Bestuur en zij neemt vervolgens een besluit over het advies van de klachtencommissie en de
afhandeling van de klacht.
Voor meer informatie zie bijlage 9: Klachtenreglement.
17. R
eglement over agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
Als je je als student gekwetst voelt door een ongewenste benadering, agressie, pesten of intimiteit door een
andere student of een medewerker van school, dan kun je naar een vertrouwenspersoon.
Deze vertrouwenspersoon is speciaal door het College van Bestuur aangenomen om er voor te zorgen dat
racisme, seksuele intimidatie en ander geweld wordt tegengegaan. Dit ligt vast in een speciaal daarvoor
bedoeld reglement. Hierin wordt verwezen naar de procedure voor de behandeling van klachten over
ongewenste intimiteiten.
Voor meer informatie zie bijlage 10: Reglement inzake agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en
discriminatie.
18. Schade en aansprakelijkheid
Als je als student opzettelijk schade veroorzaakt in de school en/of op het terrein van de school stellen we je
daarvoor aansprakelijk. Het kan gaan om schade aan een andere persoon of aan zijn of haar spullen, of het
kan gaan om schade aan het schoolgebouw of aan goederen van ID College.
ID College is niet aansprakelijk voor schade aan jou of aan jouw spullen als dit is veroorzaakt door een
medestudent. Als je als student opzettelijk schade veroorzaakt, kan de teamleider, naast het eisen van een
schadevergoeding, strafmaatregelen treffen zoals deze staan beschreven in hoofdstuk 21 “Strafmaatregelen” van
dit studentenstatuut.
Als een medewerker van ID College op school en tijdens schooltijd schade veroorzaakt voor jou als student, dan
kan het bevoegd gezag deze schade aan jou vergoeden. Het bevoegd gezag vergoedt die schade ook als de
schade werd veroorzaakt door gebreken aan de school of eigendommen van de school.
19. Vrijwillige studentenbijdrage
ID College brengt geen vrijwillige studentenbijdrage in rekening aan jou.
Aan de studenten van ID College Werkt vragen we wel een vrijwillige bijdrage.
11 | Studentenstatuut
20. Aan- en afwezigheid
Je bent als student verplicht de onderwijsactiviteiten te volgen volgens het rooster, tenzij een andere regeling is
getroffen. Als je niet aanwezig kunt zijn tijdens een onderwijsactiviteit, moet dit volgens de geldende procedure
worden gemeld.
Als je ziek bent, moet je dit voor je eerste lesuur op de eerste ziektedag telefonisch melden bij de medewerker
van de Infodesk. Je moet hier ook bij vermelden hoe lang jij denkt ziek te zijn.
Als je vaak of lang ziek bent, kan de school vragen om een schriftelijke verklaring van een arts.
ID College heeft een professionele zorgverantwoordelijkheid om ongeoorloofd verzuim bij het digitaal
verzuimloket van DUO te melden. Deze melding wordt direct en automatisch doorgestuurd naar de leerplicht- en
schoolverlatersafdeling en de leerplichtambtenaar komt daarop in actie.
Wanneer melden we?
•Als je als student nog geen 18 jaar bent, je onder de Leerplichtwet en kwalificatieplicht valt en je zonder
geldige reden 16 uur in vier weken van de onderwijstijd hebt verzuimd. Wanneer je gemeld wordt,
ontvangen je ouders en/of wettelijk vertegenwoordigers en jijzelf hierover bericht.
•Als je student bent boven de 18 jaar, je nog geen startkwalificaties hebt behaald en 30 achtereenvolgende
lesdagen hebt verzuimd. Als er een melding wordt gemaakt, ontvang je hierover bericht.
Alle bovenstaande regels gelden ook tijdens de beroepspraktijkvorming.
Voor studenten VAVO geldt een 100% aanwezigheidsverplichting. Het recht op inhalen en herkansen is, volgens
het examenreglement, gekoppeld aan deze 100% aanwezigheid. Absentie moeten we volgens de wettelijke regels
melden aan leerplicht en RMC. Voor de studenten van ID College Werkt geldt dat aan- en afwezigheid
geregistreerd wordt. We melden veelvuldig verzuim aan de leerplichtambtenaar.
Schoolregels m.b.t. verzuim
Rooster
Minimaal één week voor de aanvang van de lessen krijg je een rooster. Een rooster staat niet voor een geheel
jaar vast, maar voor een bepaalde periode. Dit vanwege wisseling van vakken/modulen tijdens een schooljaar.
Dagelijkse roosterwijzigingen staan op de website, zodat je ook ‘s avonds of ‘s morgens thuis je actuele rooster
kunt bekijken.
Meestal is het minimum aantal lessen dat op een dag doorgaat twee. Je bent verplicht aanwezig te zijn bij alle
onderwijsactiviteiten, dat wil zeggen lessen, introductiedagen, excursies, werkweken, beroepspraktijkvorming, (her)
examens, enz.
Studentenstatuut | 12
Aanwezigheid
ID College verwacht 100% aanwezigheid van je. Indien je om wat voor reden niet kan deelnemen aan
onderwijsactiviteiten zal je je volgens de geldende procedures moeten afmelden.
Beschikbaarheid
Een voorwaarde voor het volgen van voltijd onderwijs aan onze school is, dat je in de dagopleiding
(Beroepsopleidende leerweg) gedurende 10 dagdelen per week beschikbaar bent. Dit betekent, dat je maandag
tot en met vrijdag beschikbaar bent voor het volgen van onderwijsactiviteiten van 8.30 tot 17.15 uur. Voor een
eventuele baan kun je dus geen vrij krijgen.
Presentie/absentieregistratie
ID College moet het verzuim heel nauwkeurig registreren. Deze registratie is noodzakelijk om een goed inzicht te
krijgen in jouw schoolbezoek. Deze gegevens worden gebruikt voor verantwoording naar de
kwalificatieplichtambtenaar, onderwijsinspectie en de Dienst Uitvoering Onderwijs.
Verwijdering uit de les
Er zijn verschillende redenen waarom een docent je uit de les kan sturen, bijvoorbeeld: Als je geen spullen bij je
hebt, nadat je herhaaldelijk bent gewaarschuwd, als je herhaaldelijk gewaarschuwd bent voor het verstoren van
de les, wanneer je respectloos gedrag vertoont tegenover docenten en medestudenten. Ben je de les uitgestuurd,
dan meld je je bij jouw teamleider. Indien nodig, volgt er een gesprek met jou en de docent die je heeft
weggestuurd.
Verwijdering van de opleiding
Je kan van ID College worden verwijderd als je met regelmaat de opleidingsactiviteiten volgens het vastgestelde
rooster niet volgt, zonder dat daarvoor verlof is verleend, dan wel zonder dat daarvoor een geldende reden is,
nadat je schriftelijk bent gewaarschuwd en gewezen bent op de mogelijke consequenties van je nalatigheid.
21. Strafmaatregelen
Als je je als student niet aan de regels van ID College houdt, zoals (onder andere) beschreven in het
studentenstatuut, kan ID College je verwijderen uit de opleidingsactiviteit, schorsen en/of verwijderen.
De maatregel moet in verhouding zijn tot de overtreding. De volgende maatregelen kunnen worden genomen:
•waarschuwing (mondeling of schriftelijk)
•verwijdering uit de onderwijsactiviteit. Als de docent vindt dat je de onderwijsactiviteit verstoort, kan hij jou
uit de onderwijsactiviteit verwijderen. Je volgt hierbij de aanwijzingen van de docent op.
•schorsing
•definitieve verwijdering van ID College
13 | Studentenstatuut
Het College van Bestuur beslist over de definitieve verwijdering van een student van ID College. Over het besluit
tot (voornemen tot) verwijdering en de redenen daarvoor, ontvang je als student een aangetekende brief. ID
College wijst je daarin op de mogelijkheid een bezwaar in te dienen bij het College van Bestuur.
Tijdens de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering, kan het
College van Bestuur besluiten jou als student, de toegang tot de school te weigeren.
Algemene gronden tot definitieve verwijdering zijn in ieder geval:
•herhaalde ernstige overtreding van de regels van ID College
•geweldpleging of dreigen met geweld
•seksuele intimidatie
•racistische gedragingen en/of uitlatingen
•diefstal
•verzuim zonder geldige reden gedurende vijf schoolweken achter elkaar
•handel in of gebruik van verdovende middelen of het regelmatig gebruik van alcoholhoudende drank op
school
•het in bezit hebben, gebruiken of verhandelen van wapens
•andere vormen van ernstig wangedrag.
22. Vaststellen en wijzigen van dit statuut
Dit statuut gaat in op 21 mei 2013 en geldt voor de duur van 2 jaar. Als de Studentenraad of het bevoegd
gezag voor het verstrijken van deze 2 jaar geen initiatief neemt om het studentenstatuut te wijzigen, wordt het
stilzwijgend voor 2 jaar verlengd. Het College van Bestuur wijzigt het studentenstatuut pas, nadat de
Studentenraad ermee ingestemd heeft.
Tenminste een keer per twee jaar overleggen het bevoegd gezag en de Studentenraad of dit statuut nog voldoet
en of wijzigingen nodig zijn.
Het College van Bestuur zorgt voor publicatie van dit studentenstatuut op de website van ID College. Tijdens het
intakegesprek word je erop gewezen dat het statuut op de website te vinden is. Als het statuut wordt gewijzigd of
opnieuw wordt vastgesteld, zorgen de teamleiders er voor dat alle studenten op de hoogte gebracht worden.
Bovendien zal op de website duidelijk aangegeven worden dat er wijzigingen in het studentenstatuut hebben
plaatsgevonden.
Studentenstatuut | 14
Bijlage 1:
Regeling negatief studieadvies en bindend afwijzend studieadvies
Voorgenomen besluit College van Bestuur
25 augustus 2011
Instemming Studentenraad
23 mei 2012
Definitief besluit College van Bestuur
29 mei 2012
Aanleiding/voortraject negatief en bindend afwijzend studieadvies
Niet altijd verloopt de studie zoals je zou wensen. Het kan zelfs zo zijn dat een opleidingsteam moet besluiten
om je een bindend afwijzend studieadvies te geven. De zorgvuldige procedure die hierbij past wordt hier
toegelicht.
Bij de studieloopbaanbegeleiding (SLB) is de studievoortgang altijd een onderdeel van gesprek. Bij de
studievoortgang wordt gekeken naar de volgende onderdelen:
a) studiegedrag,
b) beroepshouding,
c) studieresultaten
d) beroepspraktijkvorming.
Op enig moment is het denkbaar dat er in een team geconstateerd wordt dat er sprake is van onvoldoende
studievoortgang. Dit wordt dan besproken tussen jou en de studieloopbaanbegeleider. Waar nodig en wenselijk
wordt ook het Onderwijs Servicecentrum ingeschakeld.
In de SLB-gesprekken (minimaal 2) worden concreet haalbare afspraken tussen jou en de
studieloopbaanbegeleider gemaakt. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend.
Als vervolgens blijkt dat je je niet houdt aan de gemaakte schriftelijke afspraken, dan krijg je een negatief
studieadvies en treedt de onderstaande procedure in werking.
1. Negatief studieadvies
Een officieel negatief studieadvies wordt gegeven na overleg met het onderwijsteam. Daarin is ook, indien
gewenst en/of noodzakelijk, de adviseur van het Onderwijs Servicecentum betrokken.
Het negatief studieadvies wordt in een formeel adviesgesprek door de teamleider gegeven en bijbehorende
afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
15 | Studentenstatuut
In dit gesprek komt het volgende aan bod:
•De aanleiding van het negatief studieadvies. Dit gaat over (één of meer van de) hierboven vermelde
onderdelen: studiegedrag, beroepshouding, studieresultaten, beroepspraktijkvorming;
•De concrete beschrijving van het zichtbaar getoonde ongewenste gedrag, met feiten en concrete
voorbeelden;
•De concrete beschrijving van het gewenste/ afgesproken gedrag om tot verbetering van de studievoortgang
te komen; het gewenste/ afgesproken gedrag moet zodanig beschreven zijn dat het bij een volgend gesprek,
een evaluatiegesprek, duidelijk beoordeeld kan worden;
•Op welke wijze je actie moet ondernemen om tot het gewenste/ afgesproken gedrag te komen;
•Periode/datum waarin de afspraken nagekomen moeten zijn. Dit is afhankelijk van wat het afgesproken
gedrag en de verbeterpunten moeten zijn. De termijn wordt in overleg met jou vastgesteld;
•Er wordt met je afgesproken wanneer er een tussentijds evaluatiegesprek is en wat daarin besproken wordt.
Er moet minimaal 1 tussentijds evaluatiegesprek zijn. Dit gesprek moet (maximaal) binnen 10 weken
plaatsvinden;
•De datum van de eindevaluatie wordt gemeld
•Tijdens/na afloop van het gesprek worden de actiepunten vastgelegd en de termijn waarbinnen de
actiepunten moeten zijn uitgevoerd. De actiepunten worden door jou en de teamleider ondertekend en in
jouw dossier bewaard; bij minderjarigheid ondertekenen ook de ouder(s)/verzorger(s) het verslag.
Als je het niet eens bent met de inhoud, wordt dit apart vermeld in het verslag en op basis daarvan wordt er
ondertekend.
2. Tussentijds evaluatiegesprek
In het tussentijdse evaluatiegesprek worden het afgesproken gewenste gedrag en de acties uit het negatief
studieadvies besproken.
De voortgang van de gemaakte afspraken wordt schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de teamleider en
jou; bij minderjarigheid ondertekenen ook de verzorger(s)/ouder(s).
3. Eindevaluatie gesprek
De gespreksonderwerpen in het eindevaluatiegesprek zijn de vastgelegde verbeterpunten van het negatief
studieadvies (zie 1) en het tussentijdse evaluatiegesprek (zie 2).
Dit eindevaluatiegesprek heeft als uitkomst:
•dat het negatief studieadvies komt te vervallen, óf
•dat een bindend afwijzend studieadvies wordt gegeven.
Ad 1 Het negatief studieadvies vervalt als:
•Jij je hebt gehouden aan de afspraken, zoals gesteld in het negatief studieadvies en het tussentijdse
evaluatiegesprek.
•Dit betekent dat je de opleiding kan voortzetten; de uitkomst wordt schriftelijk aan jou kenbaar gemaakt.
Studentenstatuut | 16
Ad 2 Een bindend afwijzend studieadvies volgt als:
•Je je niet hebt gehouden aan de afspraken, zoals vastgelegd in het negatief studieadvies en het tussentijdse
evaluatiegesprek.
•Het onderwijsteam tot dit besluit is gekomen en de domeindirecteur hierin zijn toestemming heeft gegeven.
Dit bindend afwijzend studieadvies wordt schriftelijk aan jou kenbaar gemaakt en wordt ondertekend door de
domeindirecteur.
Daarbij gaat de procedure onder 4 in werking treden.
4. Uitschrijven/ Nazorg
Als je een bindend afwijzend studieadvies hebt gekregen, word je door of namens de domeindirecteur naar een
adviseur van het Onderwijs Servicecentrum doorverwezen, die de verdere zorg oppakt. De adviseur kijkt verder
met jou naar de mogelijkheden binnen en buiten ID College. Het OSC schakelt de leerplichtambtenaar in, als je
nog leerplichtig bent. De procedures die gelden voor uitschrijven en nazorg worden nageleefd door ID College.
NB: Wanneer er sprake is van (veelvuldig) verzuim en/of ongewenst gedrag, gelden de regels en procedures
die gesteld zijn in het ‘Handboek verzuim’ en de ‘Richtlijn ongewenst gedrag student’. De school hanteert
deze procedure en je bent hierover duidelijk geïnformeerd.
17 | Studentenstatuut
Procedure negatief studieadvies
Uitvoering door SLB-er
Standaard
SLB proces
voeren
adviesgesprek
Start procedure ongewenst
gedrag
•Veelvuldig
verzuim
•Ongewenst
gedrag
Student vertoont gedrag dat
voortgang belemmert
Kennismakingsgesprek
voorbereiden
adviesgesprek
opvolgen advies­
gesprek uitkomsten
4 x per jaar
•Studiegedrag
•Beroepshouding
•Studieresultaten
•BPV
Geven negatief studieadvies*
+ maken afspraken met
teamleider
* Geven negatief studieadvies: minimaal na 2 gesprekken met SLB-er waarbij tenminste 1 x de afspraken
niet zijn nagekomen. Afspraken zijn in de gesprekken schriftelijk vastgelegd.
Advies moet door onderwijsteam gedragen worden. Zie verder regeling nsa en bsa
Uitvoering door teamleider
Ja, afspraken zijn
nagekomen
Tussentijdse evaluatie*
Toetsen meetbare
afspraken
Vervallen van negatief
studie advies
Terug naar reguliere SLB
adviesgesprek cyclus
Bindend afwijzend
studieadvies
Start procedure
Uitschrijven Nazorg
Eindevaluatiegesprek
Toetsen nakomen
afspraken
Nee, afspraken zijn
niet nagekomen
* Er vindt minimaal 1 tussentijdse evaluatie plaats. Afspraken zijn in de evaluatie schriftelijk vastgelegd.
Zie verder regeling nsa en bsa.
Studentenstatuut | 18
Bijlage 2:
Examenreglement ID College
Voorgenomen besluit College van Bestuur
30 juni 2015
Definitief besluit College van Bestuur
30 juni 2015
Voor alle studenten die gestart zijn met een opleiding vanf 1 augustus 2015 (cohort 2015 en volgende).
Inleiding
Om te kunnen garanderen dat ID College met betrekking tot examinering functioneert en handelt in
overeenstemming met de wettelijke eisen en dat zijn dienstverlening kwalitatief hoogwaardig en transparant is,
hanteert ID College dit examenreglement dat van toepassing is voor alle studenten die een opleiding gestart zijn
vanaf 1 augustus 2015.
Wat is het doel van dit examenreglement?
Dit examenreglement is een verzameling regels, procedures en voorschriften rond de organisatie, voorbereiding,
afname, beoordeling, en bezwaar en beroep van examens. De inhoud van de examens behorend bij de
opleiding die de student volgt, staat in de studiewijzer in het bij de opleiding behorend examenplan.
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1.1 Onvoorziene omstandigheden
In geval van omstandigheden waarin het examenreglement niet voorziet, wordt door het bevoegd gezag in
samenspraak met de Centrale examencommissie beslist.
Artikel 1.2 Geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens
waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit
hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is
verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking
verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 1.3 Kwaliteitsstandaarden
Bij ministeriële regeling worden landelijke standaarden voor de kwaliteit van de examens van de
beroepsopleidingen vastgesteld (WEB artikel 7.4.4.) die betrekking hebben op:
a. de inhoud en het niveau van de examens, in relatie tot de kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier,
bedoeld in artikel 7.2.4 van de WEB waaronder de generieke kwalificatie-eisen Nederlandse taal, rekenen,
loopbaan en burgerschap en voor mbo 4: Engels;
b. de procedures rond de examens en de voorwaarden waaronder examens worden afgenomen.
19 | Studentenstatuut
Hoofdstuk 2 Voorbereiding
Artikel 2.1 Examenrooster
In een gedetailleerd examenrooster staan de exacte data, tijdstippen en locaties/ruimten waarop de examens worden
afgenomen. Dit examenrooster krijgt de student uiterlijk 5 werkdagen voor afname van elk (cluster van) examen(s).
Artikel 2.2 Toegang tot het examen
Degene die bij ID College als student of als examendeelnemer is ingeschreven, heeft het recht deel te nemen aan
examens.
Artikel 2.3 Examengelegenheden
Lid 1: ID College bepaalt per examen het aantal examengelegenheden dat het gedurende de opleiding of per
studiejaar organiseert. ID College bepaalt wanneer het de examengelegenheden organiseert.
Lid 2: De student heeft per kwalificerend examen het recht om gebruik te maken van maximaal twee
examengelegenheden.
Lid 3: ID College wijst per student en per examen aan welke examengelegenheid de eerste examengelegenheid
betreft en welke examengelegenheid de student eventueel kan benutten voor het inhalen of het herkansen van het
examen. Op schriftelijk verzoek van de student kan de sub-examencommissie de student per examen een extra
examengelegenheid toewijzen.
De student heeft het recht op deelname aan de tweede gelegenheid voor beroepspecifieke examens indien
• de student geen gebruik heeft gemaakt van de aangewezen eerste gelegenheid. of indien
• deelname aan de eerste gelegenheid heeft geresulteerd in één of meer onvoldoende resultaten. In dit geval
geldt dat:
•het hele examen opnieuw wordt gedaan of
• het gedeelte/de gedeeltes waar een onvoldoende resultaat voor is behaald opnieuw wordt gedaan.
De sub-examencommissie bepaalt of de student het hele examen dan wel een gedeelte van het examen
opnieuw dient te doen.
• De student heeft het recht op deelname aan de tweede gelegenheid voor generieke examens indien
de student geen gebruik heeft gemaakt van de aangewezen eerste gelegenheid
of indien
• de student het resultaat behaald bij de eerste gelegenheid wil verbeteren.
Bij gebruikmaking van meerdere examengelegenheden wordt alleen het hoogste resultaat van een beoordeling
meegenomen in de berekening van het eindresultaat.
Studentenstatuut | 20
Lid 4: Examens generiek
Een student kan een examen generiek afleggen als ten minste de helft van de voor de student geldende
studieduur van de opleiding is verstreken.
Examens generiek
In het geval dat een student een opleiding volgt met een studieduur korter dan 24 maanden, moet deze student
een examen generiek afleggen in de laatste 12 maanden van de opleiding.
Lid 5: Namens het bevoegd gezag wordt de student die gebruik heeft gemaakt van alle examengelegenheden
en niet is geslaagd voor de kwalificatie, geadviseerd over de voortgang van de opleiding.
Artikel 2.4 Vrijstelling1
De domein-examencommissie kan op verzoek van de student op basis van bewijsstukken van eerder afgelegde
examens vrijstelling verlenen voor het afleggen van één of meer examens.
Examens beroepspecifiek
Lid 1: Studenten die in het bezit zijn van:
• een certificeerbare eenheid verkregen op grond van met succes afgeronde examens
• een met een voldoende (minimaal cijfer: 6 of waarde ‘voldoende’) eindresultaat voor een kerntaak
wordt vrijstelling door de domein-examencommissie verleend voor de met de betreffende overeenkomende
examens beroepspecifiek van ID College.
Examens generiek
Het examen Nederlandse taal en Engels bestaat uit een centraal examen en een instellingsexamen. Het examen
rekenen bestaat alleen uit een centraal examen.
Vóór het moment dat er sprake is van centrale examens voor Nederlandse taal, rekenen en Engels wordt
eveneens gesproken van instellingsexamens.
Instellingsexamens Nederlandse taal, rekenen en Engels
Lid 2: De student is vrijgesteld van een één of meerdere generieke instellingsexamens Nederlandse taal, rekenen
of Engels, indien de domein-examencommissie heeft vastgesteld, dat:
• hij het betreffende examenonderdeel heeft afgelegd zoals is vastgesteld voor een beroepsopleiding van
eenzelfde dan wel een ander kwalificatieniveau;
• hij daarvoor tenminste het eindcijfer 5,5 heeft gehaald;
• de opleiding waarvoor vrijstelling wordt verleend wordt afgerond binnen twee studiejaren na het studiejaar
waarin de student bovengenoemd resultaat heeft behaald.
1De vrijstellingsregeling voor rekenen is onder voorbehoud, vanwege een aangekondigd wijzigingsbesluit van de Wet Educatie en
Beroepsonderwijs (WEB).
21 | Studentenstatuut
Lid 3: Mbo-studenten die al een havo- of vwo-diploma hebben komen in aanmerking voor een vrijstelling voor de
generieke instellingsexamens Nederlandse taal, rekenen en Engels, indien de domein-examencommissie heeft
vastgesteld, dat:
• voor het eindexamenvak Nederlands minimaal als eindresultaat het cijfer 5,5 is behaald;
• voor het eindexamenvak rekenen minimaal als eindresultaat het cijfer 5,5 is behaald;
• voor het eindexamenvak Engels minimaal als eindresultaat het cijfer 5 is behaald.
• de opleiding waarvoor vrijstelling wordt verleend wordt afgerond binnen twee studiejaren na het studiejaar
waarin de student bovengenoemd resultaat heeft behaald.
Een dergelijke vrijstelling voor mbo-studenten met een havo- of vwo-diploma is voor Nederlandse taal en rekenen
mogelijk voor studenten die hun eindexamen gedaan hebben vanaf studiejaar 2014/2015. Voor Engels geldt
deze vrijstelling vanaf het studiejaar 2012/2013.
Centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels
Lid 4: Vanaf het moment dat er sprake is van centrale examens voor Nederlandse taal, rekenen en Engels, en
deze resultaten meetellen voor de slaag/zak-regeling, is de student vrijgesteld van een centraal examen
Nederlandse taal en rekenen, indien de domein-examencommissie heeft vastgesteld, dat:
• hij het betreffende examenonderdeel heeft afgelegd zoals is vastgesteld voor een beroepsopleiding van
eenzelfde dan wel een ander kwalificatieniveau;
• hij daarvoor ten minste het eindcijfer 5,5 heeft gehaald;
• de opleiding waarvoor vrijstelling wordt verleend wordt afgerond binnen twee studiejaren na het studiejaar
waarin de student bovengenoemd resultaat heeft behaald.
Lid 5: Een student kan onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van het centraal examen Nederlandse
taal, rekenen en Engels op basis van het resultaat op een pilotexamen, indien de domein-examencommissie heeft
vastgesteld, dat:
• het pilotexamen heeft plaatsgevonden in de tweede helft van de opleiding;
• het pilotexamen heeft plaatsgevonden in het laatste studiejaar voorafgaande aan het studiejaar waarin
centrale examinering voor de eerste maal plaatsvindt;
• het pilotexamen is afgesloten met een voldoende resultaat (ten minste een 5,5).
Lid 6: Vanaf het moment dat er sprake is van centrale examens voor Nederlandse taal, rekenen en Engels, en
deze resultaten meetellen voor de slaag/zak-regeling, komen mbo-studenten die al een havo- of vwo-diploma
hebben in aanmerking voor een vrijstelling voor de centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels,
indien:
• voor het eindexamenvak Nederlands minimaal als eindresultaat het cijfer 5,5 is behaald;
• voor het eindexamenvak rekenen minimaal als eindresultaat het cijfer 5,5 is behaald;
• voor het eindexamenvak Engels minimaal als eindresultaat het cijfer 5 is behaald;
• de opleiding waarvoor vrijstelling wordt verleend wordt afgerond binnen twee studiejaren na het studiejaar
waarin de student bovengenoemd resultaat heeft behaald.
Studentenstatuut | 22
Een dergelijke vrijstelling voor mbo-studenten met een havo- of vwo-diploma is voor Nederlandse taal en rekenen
mogelijk voor studenten die hun eindexamen gedaan hebben vanaf studiejaar 2014/2015. Voor Engels geldt
deze vrijstelling vanaf het studiejaar 2012/2013.
Instellingsexamens en centrale examens
Lid 7: In het geval op bovenstaande gronden aan een mbo-student een vrijstelling is verleend, maar de student
loopt vervolgens studievertraging op, dan blijft de verleende vrijstelling van kracht.
Lid 8: Het is dus mogelijk om bij doorstroom van mbo-niveau 1 naar mbo-niveau 2 en van mbo-niveau 2 naar
mbo-niveau 3 onder dezelfde voorwaarden als bovengenoemd vrijstelling te krijgen voor rekenen 2F en
Nederlandse taal 2F. Een voldoende resultaat in het vmbo voor het centraal examen Nederlands of de rekentoets
geeft geen recht op vrijstelling in het mbo.
Examens beroepspecifiek en generiek
Lid 9: Bij een verkregen vrijstelling telt het eerder behaalde (eind)resultaat (cijfer of waarde) mee bij bepaling of
de student het diploma heeft behaald.
Lid 10: Vrijstellingen worden alleen toegekend op basis van onderstaande bewijsstukken:
• gewaarmerkte en ondertekende diploma’s en certificaten
• gewaarmerkte en ondertekende resultatenlijsten
Artikel 2.5 Afwijkende examinering
Lid 1: De sub-examencommissie kan studenten met een beperking en studenten die tot bepaalde doelgroepen
behoren, toestaan een examen in afwijkende vorm af te leggen.
Lid 2: De student dient schriftelijk een beargumenteerd verzoek tot afwijkende examinering in te dienen,
vergezeld van een geldig deskundigenrapport of geldige medische verklaring (afhankelijk van de beperking)
bij de sub-examencommissie. De student dient dit verzoek uiterlijk 10 weken nadat hij/zij gestart is met de
opleiding in.
Lid 3: De afwijkende vorm van het examen dient te voldoen aan de toets-technische eisen als validiteit en
betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van het afwijkende examen mogen niet anders zijn dan het
niveau van het oorspronkelijke examen en de beoogde doelstellingen.
23 | Studentenstatuut
Artikel 2.6 Generieke examens Nederlandse taal en rekenen op hoger niveau afleggen.
Lid 1: Studenten kunnen de examens Nederlandse taal en rekenen op een hoger mbo-(referentie)niveau afleggen, dan
het niveau dat hoort bij de opleiding die ze volgen. Het eindresultaat dat op dit mbo-niveau behaald wordt voor
Nederlandse taal en rekenen wordt meegenomen in het bepalen of de student het diploma voor de opleiding heeft
behaald. De student die hiervoor in aanmerking wil komen, dient minimaal 10 weken vóór afname van het eerste
examen een verzoek hiertoe in bij de sub-examencommissie.
Lid 2: De student die voor het examen Nederlandse taal en rekenen op een hoger mbo (referentie)niveau een
onvoldoende resultaat haalt, kan het examen herkansen (volgende examengelegenheid) op het mbo (referentie)
niveau dat hoort bij de opleiding. De student geeft dit uiterlijk 4 weken voor de herkansingsgelegenheid aan bij
de sub-examencommissie.
NB: Het afleggen van generieke examens Engels op een hoger niveau is wettelijk nog niet geregeld. Wel kan
een student ervoor kiezen om examens generiek Engels op een hoger niveau extra te doen. Dit wordt op de
resultatenlijst behorend bij het diploma vermeld als ‘examen van overige onderdelen (niet van invloed op het
behalen van het diploma)’.
Artikel 2.7 Aangepast rekenexamen bij ernstige rekenproblemen
Lid 1: Indien de sub-examencommissie daarin toestemt kunnen studenten van niveau 1, 2, 3, 4 met ernstige
rekenproblemen in plaats van het centraal (pilot)examen rekenen het centraal examen ER voor het onderdeel
rekenen afleggen. De student die hiervoor in aanmerking wil komen, dient minimaal 10 weken vóór afname van
het eerste examen een verzoek hiertoe in bij de sub-examencommissie.
1.De sub-examencommissie verleent toestemming voor het afleggen van het centraal (pilot)examen ER voor het
onderdeel rekenen indien aantoonbaar is gebleken dat een student:
a. ernstige problemen heeft met de beheersing van het onderdeel rekenen;
b. zichzelf heeft ingespannen de vereiste rekenvaardigheden te leren;
c. bekend is met de mogelijke gevolgen van het afleggen van het aangepaste rekenexamen;
d. van het bevoegd gezag extra ondersteuning aangeboden heeft gekregen.
2.Het bevoegd gezag informeert tijdig alle daarvoor in aanmerking komende studenten over de mogelijkheid
van het afleggen van het centraal (pilot)examen ER voor het onderdeel rekenen, alsmede over de mogelijke
gevolgen voor doorstroming naar vervolgopleidingen of voor de arbeidsmarkt.
Studentenstatuut | 24
Lid 2: Een student kan bij een voldoende voor het rekenexamen 2ER of 3ER bij een tweede examengelegenheid
kiezen om alsnog het centraal (pilot)examen respectievelijk rekenen 2F of 3F af te leggen.
Lid 3: Herkansen op een hoger niveau betekent ook dat een student die ten minste het cijfer 6 heeft behaald voor
het centraal examen ER, de mogelijkheid heeft om te herkansen met het centraal (pilot)examen rekenen op het
vereiste referentieniveau van de beroepsopleiding.
Lid 4: Indien de student zowel het centraal (pilot)examen rekenen als het centraal (pilot)examen ER heeft afgelegd
en voor beiden ten minste het cijfer 6 heeft behaald, bepaalt de sub-examencommissie in overleg met de student
welk behaald resultaat van het centraal (pilot)examen wordt gebruikt voor de eindwaardering.
De domein-examencommissie kan in uitzonderlijke gevallen of bijzondere omstandigheden besluiten om af te
wijken van het examenreglement.
Hoofdstuk 3 Afname
Artikel 3.1 Huishoudelijk reglement
Voor de afname van de examens is door het bevoegd gezag een huishoudelijk reglement vastgesteld waarin
regels zijn opgenomen met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de afname van examens.
Artikel 3.2 Aanvang examen
Een student die gestart is met een kwalificerend examen, dient het examen in die zitting af te ronden. Een
eenmaal gestart examen is altijd geldig en wordt beoordeeld.
Artikel 3.3 Afwezigheid
Afwezigheid wordt geregistreerd en is van invloed op het deelnamerecht van het aantal examengelegenheden
(zie: artikel 2.3).
Artikel 3.4 Onwel worden
Lid 1: Als een student tijdens de zitting onwel wordt, overlegt de examinator/surveillant in eerste instantie met de
student of deze het examen kan voortzetten.
Lid 2: Als de student het examen niet kan afronden, dan gaat de sub-examencommissie na of de student het
examen diezelfde dag nog kan afronden. Als dit tot de mogelijkheden behoort, dan wordt de student tot die tijd
‘in quarantaine’ gehouden.
25 | Studentenstatuut
Lid 3: Als de student het examen niet direct of op diezelfde dag kan afronden, dan verklaart de subexamencommissie het examen ongeldig. In dit geval wordt de student schriftelijk geïnformeerd over de wijze
waarop het examen alsnog wordt ingehaald.
Artikel 3.5 Voortijdig afbreken examen door overmacht
Lid 1: De sub-examencommissie kan besluiten tot het voortijdig afbreken van een examen door overmacht.
Lid 2: Bij het voortijdig afbreken verklaart de sub-examencommissie het examen ongeldig.
Artikel 3.6 Examen ongeldig verklaren
De sub-examencommissie kan op basis van het artikel 3.5 ‘Voortijdig afbreken examen door overmacht’ een
examen ongeldig verklaren. In dit geval wordt de student schriftelijk geïnformeerd over de wijze waarop het
examen alsnog wordt ingehaald. Er gaat hierbij geen examengelegenheid verloren.
• Ongeldigheidsverklaringen op individueel niveau: de student krijgt een nieuwe versie van het kwalificerend
examen toegewezen, die, indien mogelijk, zo spoedig mogelijk (in dezelfde afnameperiode) afgenomen wordt2.
• Collectieve ongeldigheidsverklaringen (voor alle studenten aanwezig op het moment van afname van het
examen)3: Alle studenten krijgen een nieuwe versie van het examen toegewezen.
Artikel 3.7 Onregelmatigheden en examenfraude
Lid 1: De sub-examencommissie treft maatregelen tegen studenten die ten aanzien van examinering
onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de student (en eventueel andere
betrokkenen) gehoord. De student kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige student kan
zich laten vergezellen door een wettelijk vertegenwoordiger.
Lid 2: Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt:
• spieken;
• ongeoorloofd papier of aantekeningen meenemen van de afnamelocatie;
• het zich niet houden aan de regels zoals vermeld in het huishoudelijk reglement;
• het niet opvolgen van instructie(s) van de surveillant;
• het gebruik van andere dan toegestane hulpmiddelen;
• plegen van plagiaat;
• examenfraude.
2In het geval van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels wordt in overleg met het College van Examens getreden over
toekennen nieuwe versie van het examen.
3In het geval van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels wordt alvorens met College van Examens in overleg te treden
over het eventueel toekennen nieuwe versie van het examen, kort gesloten met de inspectie welke beslissing wordt genomen.
Studentenstatuut | 26
Zodra een surveillant/examinator waarneemt dat de student zich hieraan schuldig maakt, stelt hij de student
hiervan terstond van in kennis. De student wordt, als dat mogelijk is, in staat gesteld om het examen af te ronden.
Verder is de domein-examencommissie gerechtigd handelingen en gedragingen van de student te beoordelen en
aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.
Lid 3: De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen
worden, kunnen zijn:
• het ongeldig verklaren van één of meer resultaten van beoordelingen; de student moet de volgende
gelegenheid het betreffend examen inhalen. Er gaat hierbij een examengelegenheid verloren;
• overige sanctiemogelijkheden.
Lid 4: De student wordt door de sub-examencommissie schriftelijk van de maatregel in kennis gesteld.
Artikel 3.8 Uitbesteden van afname en beoordeling van examens
ID College kan voor opleidingen besluiten een aantal of alle examens door en/of bij een exameninstelling te
laten afnemen en beoordelen. Dit heet uitbesteding. In het geval van uitbesteding geldt het examenreglement en
het huishoudelijk reglement van de exameninstelling in plaats van die van ID College.
De domein-examencommissie kan in uitzonderlijke gevallen of bijzondere omstandigheden besluiten om af te
wijken van het examenreglement.
Hoofdstuk 4 Afhandeling
Artikel 4.1 Beoordeling
Lid 1: Examens beroepsspecifiek en generiek
Elk gemaakt examen wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria die vastgelegd zijn in het bij het
desbetreffende examen behorende correctievoorschrift.
Centrale examens generiek
In het geval van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels wordt het gemaakte werk retour gestuurd
naar een landelijke server. Het resultaat voor het centrale examen wordt landelijk bepaald.
Lid 2: Studenten worden op de hoogte gebracht van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt.
Lid 3: In het examen wordt een cesuur benoemd, dit is de voorlopige grens voldoende / onvoldoende. Op basis
van de eerste afname van een versie van een examen wordt het cijfer van het examen door de subexamencommissie vastgesteld. Indien een eerste afname reeds een keer is gedaan, is de cesuur direct de
definitieve cesuur.
27 | Studentenstatuut
Artikel 4.2 Bepaling van resultaten en het eindresultaat
Lid 1: De domein-examencommissie stelt het resultaat van de beoordeling(en) vast. De waardering voor een
resultaat van een beoordeling kan worden weergegeven door middel van een cijfer of middels (een selectie van)
de waarden: zeer slecht, slecht, ruim onvoldoende, onvoldoende, matig, voldoende, ruim voldoende, goed, zeer
goed, uitmuntend. Indien het resultaat wordt uitgedrukt in een cijfer dan wordt dit cijfer op één decimaal
vastgesteld.
Lid 2: Beroepspecifieke kwalificatie-eisen
De domein-examencommissie bepaalt het eindresultaat door per kerntaak vast te stellen of een student voor die
kerntaak geslaagd is of niet. Het eindresultaat voor een kerntaak kan worden weergegeven door middel van het
gemiddelde cijfer of één van de begrippen zeer slecht, slecht, ruim onvoldoende, onvoldoende, matig,
voldoende, ruim voldoende, goed, zeer goed en uitmuntend. Indien het eindresultaat wordt uitgedrukt in een
cijfer, dan wordt dit cijfer vastgesteld op een geheel getal. Een student heeft een kerntaak met goed gevolg
afgerond indien het eindresultaat afgerond een 6 of hoger is, of is uitgedrukt in één van de begrippen
voldoende, ruim voldoende, goed, zeer goed, uitmuntend.
Generieke kwalificatie-eisen
De domein-examencommissie bepaalt het eindresultaat door:
• voor loopbaan en burgerschap vast te stellen of de student aan de kwalificatie eisen voldoet door te bepalen
of de student voor de vijf onderdelen een voldoende inspanning heeft aangetoond.
• voor Nederlandse taal, rekenen en/of Engels vast te stellen dat de student met de behaalde eindresultaten
(gemiddelde van resultaten voor de examens) voldoet aan de slaag- zakbeslissing, die landelijk is vastgesteld
in het Examen- en kwalificatiebesluit.
Lid 3: De domein-examencommissie bepaalt of dat deel van de kwalificatie (kerntaken en/of werkprocessen) die
de student tijdens de beroepspraktijkvorming uitvoert en waarop de student beoordeeld is, is behaald. In haar
oordeel betrekt de examencommissie het oordeel van het leerbedrijf (zie WEB art. 7.2.8).
Lid 4: Een student is geslaagd voor een kwalificatie (opleiding) indien alle generieke en specifieke
(beroepsgerichte) kwalificatie-eisen gesteld in het kwalificatiedossier en het document ‘Kwalificatie-eisen
loopbaan en burgerschap’ met voldoende of goed gevolg zijn afgesloten. Daarnaast heeft de student een
voldoende beoordeling voor de beroepspraktijkvorming gekregen (zie studiewijzer).
Artikel 4.3 Bekendmaking van resultaten en eindresultaat
Lid 1: Resultaten van de beoordelingen worden, na bepaling van de definitieve cesuur, schriftelijk aan de student
bekend gemaakt.
Studentenstatuut | 28
Lid 2: Examens beroepsspecifiek
De resultaten van de beoordelingen van een beroepsspecifiek examen worden binnen 15 werkdagen na afname
door of namens de sub-examencommissie bekend gemaakt.
Examens generiek
Resultaten van de beoordelingen van centrale examens (Nederlandse taal, rekenen en Engels) worden binnen 7
weken na afname door of namens de sub-examencommissie bekend gemaakt.
Lid 3: Het eindresultaat van kerntaken en Nederlandse taal, rekenen, Engels (indien van toepassing) en
Loopbaan en Burgerschap wordt binnen 15 werkdagen na afsluiting door of namens de domeinexamencommissie bekend gemaakt.
Artikel 4.4 Bewaartermijn, inzagerecht en recht op bespreking
Lid 1: Examens beroepspecifiek en generiek (niet-centraal)
Beroepspecifieke en generieke (niet-centrale) gemaakte examens van studenten worden, indien de aard en/of
omvang van die examens dat toelaat, tezamen met examenopgaven en het bijbehorende correctievoorschrift
door of namens het bevoegd gezag bewaard. De bewaartermijn bedraagt 18 maanden (1,5 jaar) na
diplomering van de student.
Centrale examens generiek
Wat betreft centrale (landelijke) gemaakte examens geldt dat deze niet door ID College bewaard worden. Wel
worden een rapport waarin de score van de student per item is aangegeven, een rapport met de eindscore van
de student en de wijze waarop d.m.v. een omzettingstabel het resultaat (cijfer) berekend is, bewaard door ID
College. De bewaartermijn voor deze gegevens bedraagt 36 maanden (3 jaar) na diplomering van de student.
De termijn gaat in op de dag dat het definitieve resultaat van een examen voor Nederlandse taal, rekenen en
Engels bekend wordt gemaakt.
Lid 2: Examens beroepspecifiek en generiek (niet-centraal)
Gedurende de bewaartermijn heeft de student recht op inzage van het materiaal en de beoordeling door de
examinator (zie WEB art. 7.4.8).
Centrale examens generiek
Wat betreft centrale examens generiek geldt dat de student kennis kan nemen van de beoordeling van het
gemaakte examen via het rapport van de student dat bewaard wordt door ID College. De student kan niet het
gemaakte examen en de bijbehorende beoordeling inzien. Bij twijfel aan de behaalde score en/of omzetting
van de behaalde score naar het resultaat door de onderwijsinstelling kan de student dit door een door College
van Examens aangewezen objectieve, derde partij laten controleren.
29 | Studentenstatuut
Artikel 4.5 Cijferlijsten, diploma’s en certificaten
Lid 1: Een diploma met resultatenlijst wordt uitgereikt aan de student die geslaagd is voor alle beroepspecifieke en
generieke kwalificatie-eisen, gesteld in het kwalificatiedossier en het document ‘Kwalificatie-eisen loopbaan en
burgerschap’ die bij de opleiding horen. Ook heeft de student een voldoende beoordeling voor de
beroepspraktijkvorming.
Lid 2: De student die geslaagd is voor een certificeerbare eenheid en de opleiding beëindigt, ontvangt een
certificaat met resultatenlijst voor de desbetreffende certificeerbare eenheid.
Lid 3: De student die een voldoende eindresultaat heeft behaald voor een kerntaak en die de opleiding
beëindigt, ontvangt een verklaring waarop de resultaten van het desbetreffende deel vermeld staan.
De domein-examencommissie kan in uitzonderlijke gevallen of bijzondere omstandigheden besluiten om af te
wijken van het examenreglement.
Hoofdstuk 5 Bezwaar en beroep
Artikel 5.1 Bezwaar
Een student die het niet eens is met een beslissing van de sub-examencommissie, kan hiertegen bezwaar aantekenen bij
de sub-examencommissie. De student doet dit binnen drie werkdagen, schriftelijk en met redenen omkleed. Een student
die het niet eens is met een beslissing van de domein-examencommissie, kan hiertegen bezwaar aantekenen bij de
domein-examencommissie. De student doet dit binnen drie werkdagen, schriftelijk en met redenen omkleed.
Artikel 5.2 Beroep
Een student kan tegen een beslissing van de sub-examencommissie of de domein-examencommissie schriftelijk in
beroep gaan bij de commissie van beroep voor de examens. Het reglement van de commissie van beroep voor
de examens is opgenomen in het studentenstatuut ID College.
Artikel 5.3 Civielrechtelijke procedure
Centrale examens generiek
Een student met klachten over de (totstandkoming van) het resultaat voor een centraal examen Nederlandse taal,
rekenen en Engels kan een civielrechtelijke procedure starten tegen het College van Examens.
Studentenstatuut | 30
Bijlage 3:
Huishoudelijk reglement studenten ID College vanaf cohort 2012
Voorgenomen besluit College van Bestuur
15 juli 2014
Definitief besluit College van Bestuur
15 juli 2014
In dit huishoudelijk reglement worden de richtlijnen beschreven die ID College hanteert bij de afname van
kwalificerende examens. Er wordt vanuit gegaan dat de student op de hoogte is van het ID College
examenreglement. Voor alle examenvormen die binnen een opleiding worden gehanteerd (ook bijvoorbeeld
examens in de BPV) en waarvoor niet eenduidige richtlijnen zijn op te stellen, gelden de algemene regels en
aanvullende specifieke instructies van het examen dan wel vanuit het onderwijsteam.
31 | Studentenstatuut
Algemeen
a. De student schakelt zijn/haar mobiele telefoon uit voor het betreden van de examenruimte en bergt deze op
in zijn/haar jas of tas.
b. De student mag uitsluitend de voor het examen toegestane hulpmiddelen meenemen naar de examenplek. Bij
centrale examens zijn speciale examenkluisjes aanwezig.
c. Als de student toegestane (hulp)middelen is vergeten, geeft hij dit voor aanvang van het examen aan.
d. De student tekent bij aanvang van de afname van een examen voor presentie op de presentielijst/procesverbaal.
e. Een student die de rust en orde tijdens de afname van het examen verstoort, wordt uit de examenruimte
verwijderd. De surveillant/examinator vermeldt dit op het proces-verbaal.
f. Indien een student zaken tijdens de afname van het examen als storend ervaart, dient de student dit direct te
melden bij de surveillant/examinator.
g. Gedurende de afname van het examen is het de student niet toegestaan het lokaal zonder toestemming van
de surveillant/examinator te verlaten.
h. Indien een student gestart is met het maken van het examen, doch voor de eindtijd van het examen en de
examenruimte verlaat, zonder toestemming van de surveillant/examinator, telt het resultaat van het gemaakte
werk.
i. De student tekent na afloop van het examen voor het inleveren van het gehele examen (opgaven + eventuele
bijlagen, uitwerking en klad) op de presentielijst/proces-verbaal.*
Aanvullingen
Schriftelijke examens
• De student mag tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van het examen worden toegelaten. Dit is ter beoordeling
van de surveillant/examinator.
• De student heeft een geldig legitimatiebewijs bij zich en laat deze op verzoek zien.
• De student mag tijdens de afname van een examen geen materialen en/of hulpmiddelen van andere
kandidaten lenen.
• De student mag tijdens de afname van een examen alleen de aandacht van de surveillant vragen door middel
van het opsteken van een hand.
• Een student die klaar is met het examen mag de examenruimte 35 minuten na de officiële aanvangstijd
verlaten, op zodanige wijze dat dit de overige kandidaten niet stoort.
• De laatste vijf minuten voor het officiële einde van het examenmoment is het de student niet toegestaan de
examenruimte te verlaten.
Mondelinge examens
De student is uiterlijk 5 minuten voor aanvang van het examen in de examenruimte aanwezig.
Een student die te laat is, mag niet meer tot het examen worden toegelaten.
* Tenzij op examens, ingekocht bij een exameninstelling, staat aangegeven dat de studenten de examens mogen
meenemen.
Studentenstatuut | 32
Bijlage 4:
Reglement Commissie van Beroep voor de Examens
Voorgenomen besluit College van Bestuur
18 september 2012
Instemming Studentenraad
n.v.t.
Instemming Ondernemingsraad
n.v.t.
Definitief besluit College van Bestuur
18 september 2012
Definities, reikwijdte, aard bepalingen
•Commissie van Beroep voor de Examens van ID College: de commissie conform artikel 7.5.1 van de WEB.
• Degene die beroep kan instellen: de student die een voor hem ongunstige beslissing heeft ontvangen van de
examencommissie over een door hem wel of niet afgelegd examen.
•Beroepschrift: een schriftelijk stuk dat gericht is aan de commissie.
•Dit reglement Commissie van Beroep voor de examens ID College verwijst naar het Examenreglement
ID College.
Artikel 1 Samenstelling en taak commissie
•Het College van Bestuur stelt een Commissie van Beroep voor de Examens in en benoemt haar leden,
plaatsvervangende leden, de voorzitter (tevens lid) en de plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter en de
plaatsvervangend voorzitter zijn extern.
•De Commissie van Beroep voor de Examens bestaat uit een externe voorzitter en twee leden. Zowel voor de
voorzitter als de leden zijn er plaatsvervangers.
•Het College van Bestuur kan de ondernemingsraad vragen een lid en plaatsvervangend lid voor te dragen.
Het College van Bestuur kan alleen gemotiveerd een voordracht van de ondernemingsraad ter zijde leggen.
•Het College van Bestuur benoemt de ambtelijk secretaris van de Commissie van Beroep voor de Examens. De
ambtelijk secretaris maakt geen deel uit van de Commissie van Beroep voor de Examens.
•De Commissie van Beroep voor de Examens heeft tot taak een uitspraak te doen over voorgelegde geschillen
over uitspraken van de examencommissie.
•Indien een van de leden van de Commissie van Beroep voor de Examens op enige wijze indirect of direct
betrokken is bij de dienende zaak treedt diens plaatsvervanger op in de Commissie van Beroep voor de
Examens.
•De leden en de plaatsvervangende leden alsmede de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden
benoemd voor een termijn van drie jaar en zijn na die termijn éénmaal opnieuw benoembaar.
33 | Studentenstatuut
Artikel 2 Beroepsprocedure
•Een student kan tegen een beslissing van de examencommissie schriftelijk in beroep gaan bij de Commissie
van Beroep voor de Examens.
•Voordat men beroep aantekent bij de Commissie van Beroep voor de Examens dient men eerst de procedure
van bezwaar bij de examencommissie te hebben doorlopen (zie Examenreglement ID College).
•De Commissie van Beroep voor de Examens stelt de examencommissie op de hoogte van het ingestelde
beroep. De leden van de examencommissie verstrekken aan de Commissie van Beroep voor de Examens de
inlichtingen die deze commissie voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt.
Artikel 3 Beroepschrift
Het beroepschrift houdt in:
- naam en adres van de indiener
- datum van indiening
-omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen beroep wordt ingediend (kopie meesturen).
- de gronden van het beroep.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de commissie:
ID College Bureau Bestuur en Diensten
Commissie van Beroep voor de Examens ID College
t.a.v. de ambtelijk secretaris
Postbus 70
2800 AB Gouda
Artikel 4 Termijnen
•De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 10 werkdagen. De termijn vangt aan, nadat de
bezwaarprocedure van de examencommissie is doorlopen, op de dag na de datum waarop de beslissing of
maatregel van de examencommissie is bekend gemaakt.
•Indien de beroepstermijn zonder dat er beroep is ingesteld, verstreken is, is de beslissing definitief vastgesteld.
Artikel 5 Zitting
De Commissie van Beroep voor de Examens stelt een onderzoek in en geeft degene die in beroep is gegaan dan
wel bij minderjarigheid de ouders, voogden of verzorgers de mogelijkheid te worden gehoord, alvorens te
beslissen. Degene die het beroep heeft ingesteld kan zich op eigen kosten laten bijstaan door een derde.
Studentenstatuut | 34
Artikel 6 Uitspraak
•De Commissie van Beroep voor de Examens beslist binnen 10 werkdagen na indiening van het beroepschrift
met de mogelijkheid de termijn eenmaal te verlengen met maximaal 10 werkdagen.
•De Commissie van Beroep voor de Examens maakt haar beslissing schriftelijk en met redenen omkleed
bekend aan de student of bij minderjarigheid aan de ouders, voogden of verzorgers, aan het College van
Bestuur, de examencommissie en indien van toepassing aan het bedrijf dat of de instelling die de
beroepspraktijkvorming verzorgt.
•De Commissie van Beroep voor de Examens stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze en termijn
de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen.
Artikel 7 Vernietiging beslissing
Indien de Commissie van Beroep voor de Examens het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing van de
examencommissie geheel of gedeeltelijk.
Zij kan bepalen dat opnieuw of alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat een examen of enig onderdeel
daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de Commissie te stellen voorwaarden. De examencommissie of
de examinator van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig, opnieuw in de zaak met
inachtneming van de uitspraak van de Commissie van Beroep voor de Examens ID College. De commissie kan
daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
Artikel 8 Voorlopige voorziening
In zaken waarin het belang van de student een directe maatregel eist, kan belanghebbende middels een met
redenen omkleed verzoekschrift aan de voorzitter van de Commissie van Beroep voor de Examens een
voorlopige maatregel vragen. Alvorens te beslissen stelt de voorzitter van de Commissie van Beroep voor de
Examens de voorzitter van de examencommissie en degene die beroep heeft aangetekend in de gelegenheid te
worden gehoord. Deze uitnodigingen kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden gedaan, de uitspraak
wordt schriftelijk uitgebracht.
De voorzitter kan de uitspraak mondeling aan partijen, voorafgaande aan de schriftelijke uitspraak, meedelen.
Artikel 9 Herziening
Herziening van een uitspraak van de Commissie van Beroep voor de Examens kan op verzoek van elk van beide
partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die, indien deze eerder bekend
waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
35 | Studentenstatuut
Bijlage 5
Formulier afwijkende wijze van examinering
Formulier afwijkende wijze van examinering
Kandidaat met een beperking
Kandidaat
Naam:
OV-nummer:
Opleiding
Naam opleiding en crebo-nummer
:
Kwalificatieniveau:
Leerweg:
Cohort:
Schooljaar:
Locatie ID College
:
Functiebeperking
CategorieOmschrijving/toelichting
Visueel, nl.
:
Auditief, nl.
:
Motorisch, nl.
:
Chronische ziekte, nl.
:
Hersenaandoening, nl.
:
Psychische stoornis, nl.
:
Leerproblemen, nl.
(bijv. dyslexie)
:
Nederlands als tweede taal
(maximaal 6 jaar Nederlands onderwijs gevolgd):
Anders, nl.
:
¨ Deskundigenrapport en/of (medische) verklaring is aanwezig
Studentenstatuut | 36
Aanvraag afwijkende examinering door OSC
Paraaf voor akkoord (sub-examencommissie)
¨25% examentijdverlenging bij alle schriftelijke
examens van het desbetreffende schooljaar
___________________________________________
…
___________________________________________
…
___________________________________________
…
___________________________________________
…
___________________________________________
Bovenstaande afwijkingen gelden voor de volgende examens uit het examenplan:
1. …
2. …
3. …
4. …
Eventuele uitzonderingen op het bovenstaande:
…
¨ Bovenstaande maatregelen zijn in overleg met (naam), (functie) van het betreffende domein
(domeinnaam) vastgelegd.
Datum en handtekening:
¨ Bovenstaande maatregelen zijn op basis van advies van een medewerk(st)er van het OSC vastgelegd.
Datum en handtekening:
Vastgesteld
Plaats:
Datum:
Namens de sub-examencommissie
:
Handtekening:
37 | Studentenstatuut
Afwijkende wijze van examinering
Toelichting
Bij de intake van een student met een beperking wordt in kaart gebracht welke afwijkende examinering
noodzakelijk en mogelijk is, met de volgende uitgangspunten:
1. Bij het toekennen van afwijkende wijze van examinering wordt gestreefd naar eenduidigheid in toetsing
(onderwijs) en examinering, instellingsexamens en centraal ontwikkelde examens.
2. Bij het toekennen van afwijkende wijze van examinering mag in geen geval afbreuk worden gedaan
aan de toetstechnische en inhoudelijke exameneisen.
3. De sub-examencommissie blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van examinering.
Daarom parafeert zij per maatregel voor afwijkende wijze van examinering en ondertekent zij het
gehele document.
1. Op voorgaand formulier wordt zowel de aanvraag als de toekenning geregistreerd.
2. De student ontvangt een kopie van het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier.
3. Dit document wordt na vaststelling aan de student gecommuniceerd.
4. Op voorgaand formulier wordt zowel de aanvraag als de toekenning geregistreerd.
5. De student ontvangt een kopie van het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier.
6. Dit document wordt na vaststelling aan de student gecommuniceerd.
Aanvullende informatie is te vinden op c.q. in:
1. Examenreglement ID College artikel 2.6
2. WEB artikel 7.4.8, lid h
3. Handreiking ‘Afwijkende wijze van examinering’
Studentenstatuut | 38
Bijlage 6:
Formulier hoger niveau examinering generiek
Formulier verzoek niveauverhoging examinering generiek
Kandidaat
Naam:
OV-nummer:
Opleiding
Naam opleiding en crebonummer
:
Kwalificatieniveau:
Leerweg:
Cohort:
Schooljaar:
Locatie ID College
:
Gewenst niveau examen
¨ Nederlands 3F
¨ Rekenen 3F
Niveau aangetoond
:
Toegestane niveauverhoging generiek
¨ Nederlands 3F
¨ Rekenen 3F
Vastgesteld door Sub-examencommissie
Naam:
Plaats en datum
:
Handtekening:
39 | Studentenstatuut
Hoger niveau examinering generiek
Toelichting
De student vult (eventueel samen met de SLB’er) de aanvraag in. De SLB’er dient de aanvraag in bij de Subexamencommissie.
Korte uitleg verwerking cijfers in resultatenlijst van diploma bij generieke examinering op hoger niveau:
Binnen opleiding: Hoger niveau van examinering voor generieke examens (WEB artikel I, onderdeel C +
Examenreglement Art. 2.7)
üVoorbeeld 1: Student niveau 3 heeft examen Nederland 3F aangevraagd en behaald.
Op resultatenlijst: Nederlands 3F met afgerond cijfer.
üVoorbeeld 2: Student niveau 3 heeft examen Nederlands 2F gedaan en daarna 3F.
Op resultatenlijst: Nederlands 2F met afgerond cijfer. Onder het kopje ‘Examen van overige
onderdelen’ (niet van invloed op het behalen van het diploma): Nederlands 3F
met afgerond cijfer.
Deze voorbeelden gelden ook voor rekenen en zijn van toepassing als de aanvraag en toekenning is
opgenomen in het studentdossier. In situaties als voorbeeld 1 wordt aangetoond dat de student in staat is het
examen op dit niveau te halen (bijvoorbeeld door resultaten van een diagnostische toets).
Studentenstatuut | 40
Bijlage 7:
Formulier aanvraag en toekenning vrijstelling(en)
Formulier aanvraag vrijstelling(en)
Student
Naam:
OV-nummer:
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
A. Aanvraag en toekenning voor vrijstelling(en) heeft betrekking op de volgende kwalificatie:
Naam opleiding en crebo-nummer
:
Kwalificatieniveau:
Leerweg:
Cohort:
Schooljaar:
Locatie ID College :
B. Aanvraag en toekenning vrijstelling op basis van de volgende bewijsstukken:
(de bewijsstukken opsommen en toevoegen aan de aanvraag)
41 | Studentenstatuut
Studentenstatuut | 42
:
:
Bij minderjarigheid
student ook naam en
handtekening van wettelijk
vertegenwoordiger
In ontvangst genomen
namens de Subexamencommissie door
Datum
:
:
Handtekening student
(naam en handtekening)
:
Datum
Datum
(naam en handtekening)
Verwerkt in resultatensysteem
door
(naam en handtekening)
Voorzitter Domeinexamencommissie
Datum
Plaats
:
Plaats
:
:
:
:
:
In te vullen door Domein-examencommissie bij toekenning
In te vullen door student/aanvrager bij aanvraag
Paraaf Sub-examencommissie
Eerder behaald resultaat
Kerntaak, werkprocessen,
Certificeerbare eenheid of
generieke (deel)vaardigheid
Inhoudelijke argumenten
(de relatie tussen bewijsstuk en kwalificatie)
In te vullen door Sub-examencommissie
In te vullen door student/aanvrager in samenwerking met zijn/
haar SLB’er
(relatie leggen tussen de bewijsstukken en de wettelijke kwalificatiestructuur met de daarbij behorende wettelijke documenten)
C. Inhoudelijke argumenten voor vrijstelling:
Aanvraag en toekenning vrijstelling(en)
Doel
Dit formulier bestaat uit twee gedeelten. Allereerst is het een hulpmiddel voor de student om vrijstelling(en)
voor onderde(e)l(en) uit het crebotraject aan te vragen bij de Sub-examencommissie. Daarnaast registreert
de Sub-examencommissie met dit formulier de onderbouwing inzake de vrijstelling(en). Na ontvangst door
deSub-examencommissie wordt een kopie van het aanvraagformulier met handtekening voor ontvangst
gecommuniceerd naar de student.
Na toekenning van vrijstelling(en) door de Domein-examencommissie wordt opnieuw een kopie
gecommuniceerd aan de student. De procedure van het aanvragen en het toekennen van vrijstellingen staat
beschreven in het Examenreglement van ID College, artikel 2.4.
Toelichting bij het invullen van tabel onder C
In te vullen door student/aanvrager in samenwerking met zijn/haar
studieloopbaanbegeleider
Kolom 1: Vermelding voor welke kerntaak/welk werkproces of generiek examen (Nederlands, rekenen,
Moderne Vreemde Taal en Loopbaan en Burgerschap) vrijstelling wordt aangevraagd. Bij de generieke
onderdelen dient ook het niveau (1F, 2F, 3F, CEF) vermeld te worden.
Kolom 2: Hier geeft de student aan op basis van welke inhoudelijke informatie hij/zij van mening is in
aanmerking te komen voor vrijstelling. Daarvoor legt hij/zij een relatie tussen bewijsstukken en de wettelijke
kwalificatiestructuur met de daarbij behorende wettelijke documenten (bijv. kwalificatiedossier, te vinden op
kwalificatiesmbo.nl).
In te vullen door de examencommissie
Kolom 3: Als de vrijstelling de totale kerntaak of het gehele generieke onderdeel (alle examens van een
onderwijseenheid) betreft, dan wordt in de tabel een resultaat vermeld indien er een resultaat bekend is.
In geval er geen resultaat bekend is, wordt de ‘V’ van vrijstelling vermeld. De gegevens vanuit deze kolom
worden ingevoerd in het cijferregistratiesysteem. Betreft de vrijstelling niet de totale kerntaak, maar een of
meerdere examens, dan wordt in de tabel een resultaat (cijfer/o-v-g) vermeld indien er een resultaat bekend
is. In geval er geen resultaat bekend is, wordt “behaald” vermeld. De gegevens vanuit deze kolom worden
ingevoerd in het cijferregistratiesysteem.
Kolom 4: Elke regel in de tabel wordt geparafeerd voor goedkeuring door de voorzitter van de Domeinexamencommissie.
Aanvullende informatie is te vinden op c.q. in:
1. Examenreglement ID College artikel 2.4
2. Checklist vrijstellingen generieke examenonderdelen
43 | Studentenstatuut
Bijlage 8:
Privacyreglement
Definitief besluit College van Bestuur
5 november 2007
Instemming medezeggenschapsraad
18 februari 2008
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a.Student: persoon die is ingeschreven of ingeschreven is geweest bij het ID College;
b.Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
c.Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot
persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken,
wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of
enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het
afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;
d.Administratiecode: eenduidige code die wordt gebruikt ten behoeve van efficiënte verwerking van
persoonsgegevens;
e.Bestand: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens
gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde
criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen;
f.Verantwoordelijke: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat,
alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens
vaststelt, in casu het College van Bestuur van ID College;
g.Beheerder: degene die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke is belast met de (dagelijkse)
zorg voor de verwerking van persoonsgevens, alsmede voor het bewaren, verwijderen en verstrekken van
gegevens, in casu het hoofd van Studentenadministratie Shared service centre Administraties;
h.Bewerker: degene die op basis van een overeenkomst ten behoeve van de verantwoordelijke
persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen;
i.Gebruiker: degene in de zin van artikel 7 die gerechtigd is kennis te nemen van bepaalde gegevens in
een persoonsregistratie, in casu de medewerkers van de Studentenadministratie;
j.Betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;
k.Derde: ieder niet zijnde de betrokkene, de verantwoordelijke, de bewerker, of degene(n) die onder gezag
van de verantwoordelijke of de bewerker gemachtigd is (zijn) om persoonsgegevens te verwerken;
l.College bescherming persoonsgegevens: het college bedoeld in artikel 51 van de Wet Bescherming
Persoonsgegevens;
Studentenstatuut | 44
m.Toestemming van betrokkene: elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee
betrokkene aanvaardt dat de hem / haar betreffende persoonsgegevens worden verwerkt;
n.WBP: Wet Bescherming Persoonsgegevens;
o.Vrijstellingsbesluit Wbp: besluit van 7 mei 2001, (Staatsblad 2001, 250), houdende aanwijzing van
verwerkingen van persoonsgegevens die zijn vrijgesteld van de melding bedoeld in artikel 27 van de Wet
bescherming persoonsgegevens.
Artikel 2 R
eikwijdte en doelstelling van het reglement
2.1 Dit reglement is van toepassing op alle persoonsgegevens van een student die door of namens de
verantwoordelijke worden verwerkt.
2.2Dit reglement heeft tot doel:
a.
de persoonlijke levenssfeer van studenten van wie persoonsgegevens worden verwerkt te beschermen
tegen misbruik van die gegevens en tegen het verwerken van onjuiste gegevens;
b.te voorkomen dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze
verzameld zijn;
c. de rechten van de studenten te waarborgen.
Artikel 3 D
oel van de verwerking van persoonsgegevens
De verwerking geschiedt met in achtneming van artikel 19 van het Vrijstellingsbesluit slechts ten behoeve van:
a.de organisatie of het geven van het onderwijs, de begeleiding van studenten dan wel het geven van
studieadviezen;
b.het verstrekken of ter beschikking stellen van leermiddelen;
c.het berekenen, vastleggen en innen van inschrijvingsgelden, school- en lesgelden en bijdragen of
vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten, waaronder begrepen het in handen van
derden stellen van vorderingen;
d.het behandelen van geschillen en het doen uitoefenen van accountantscontrole;
e.de uitvoering of toepassing van een wettelijke regeling.
Artikel 4Verwerking van persoonsgegevens
Geen andere persoonsgegevens van een student worden verwerkt dan:
a.naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats,
telefoonnummer, emailadres, burgerservicenummer, pasfoto en soortgelijke voor communicatie bedoelde
gegevens, alsmede bankrekeningnummer van de student;
b.een administratiecode, dat geen andere informatie bevat dan bedoeld onder a;
c.nationaliteit en geboorteplaats;
d.gegevens als bedoeld onder a, van de ouders, voogden of verzorgers van de student;
e.gegevens die noodzakelijk zijn met het oog op de gezondheid of het welzijn van de student;
45 | Studentenstatuut
f.gegevens betreffende de godsdienst of levensovertuiging van de student, voor zover die noodzakelijk zijn
voor het onderwijs;
g.gegevens betreffende de aard en het verloop van het onderwijs, alsmede de behaalde studieresultaten;
h.gegevens met het oog op de organisatie van het onderwijs en het verstrekken of ter beschikking stellen van
leermiddelen;
igegevens met het oog op het berekenen, vastleggen en innen van inschrijvingsgelden, school- en
lesgelden en bijdragen of vergoedingen voor leermiddelen en buitenschoolse activiteiten;
j.andere dan de onder a tot en met i bedoelde gegevens waarvan de verwerking wordt vereist ingevolge of
noodzakelijk is met het oog op de toepassing van een wettelijke regeling.
Artikel 5 H
et beheer van (de verwerking van) persoonsgegevens
5.1Persoonsgegevens worden op naam van de student verzameld. De verzameling van persoonsgegevens
van de student vormt het dossier.
5.2De beheerder is belast met het beheer van de geautomatiseerde en niet geautomatiseerde
persoonsgegevens. Hij is aan de verantwoordelijke verantwoording schuldig voor het goed functioneren
van de verwerking van de persoonsgegevens, waaronder begrepen de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer van betrokkenen. Hij legt de hiervoor vereiste procedures ter goedkeuring voor aan de
verantwoordelijke en ziet toe op de uitvoering hiervan.
Artikel 6 Verstrekking van gegevens
De persoonsgegevens worden slechts verstrekt:
a.
aan betrokkene, danwel zijn/haar ouders, voogden of verzorgers in het geval van minderjarigheid van de
betrokkene;
b.aan degenen, waaronder begrepen derden, die leiding geven aan of belast zijn met de verwerking van
persoonsgegevens van studenten of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken;
c.aan derden, indien en voor zover de verantwoordelijke daartoe op grond van enige wettelijke bepaling
verplicht is of die gegevens nodig zijn voor de uitvoering van een bij of krachtens de wet vastgestelde
regeling;
d.in alle overige gevallen voor zover dit in overeenstemming is met het gestelde in de WBP.
Artikel 7 Toegang tot persoonsgegevens
Onverminderd eventuele wettelijke voorschriften ter zake hebben slechts toegang tot de persoonsgegevens:
a.degenen, waaronder begrepen derden en anderen, die zijn belast met of leiding geven aan de activiteiten
die in verband staan met de verwerking van de gegevens of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken, in
ieder geval vallen hieronder de beheerder en de door de beheerder aangewezen gebruikers;
b.anderen, in gevallen als bedoeld in artikel 8 onder a, c en d, en artikel 9 derde lid van de Wbp.
Studentenstatuut | 46
Artikel 8 Beveiliging en geheimhouding
8.1
8.2
8.3
De verantwoordelijke draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen ter
voorkoming van verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Deze maatregelen
garanderen, rekening houdend met de stand der techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een
passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de te beschermen
gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en
verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
Indien sprake is van elektronische verwerking van persoonsgegevens zal de beheerder via een coderingsen wachtwoordbeveiliging de verschillende functionarissen, als bedoeld in artikel 7, toegang geven tot
bepaalde gedeelten van de persoonsgegevens of tot alle persoonsgegevens al naar gelang hun
werkzaamheden dit vereisen.
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over
persoonsgegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden en voor
wie niet reeds uit hoofde van beroep, functie of wettelijk voorschrift ter zake van de persoonsgegevens een
geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Dit geldt niet indien enig wettelijk
voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak
tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 9 Informatieplicht
9.1De verantwoordelijke informeert betrokkene over de persoonsgegevens die worden verwerkt, met welk
doel dat gebeurt en aan wie de gegevens worden verstrekt.
9.2De verantwoordelijke informeert betrokkene over het verwerken van diens persoonsgegevens,
voorafgaand aan de verzameling van de persoonsgegevens of, indien de gegevens van derden afkomstig
zijn, voorafgaand aan de verwerking.
Artikel 10 Rechten betrokkene(n): inzage, correctie, verzet
10.1Elke betrokkene heeft het recht op inzage. Aan een verzoek om inzage kunnen kosten worden verbonden.
10.2Een verzoek om inzage dient te worden gedaan aan de verantwoordelijke, die binnen vier weken na
ontvangst van dit verzoek hierop schriftelijk reageert.
10.3Indien de betrokkene bij de verantwoordelijke aantoont dat bepaalde opgenomen gegevens onjuist c.q.
onvolledig zijn, dan wel gezien de doelstelling van het systeem niet ter zake doen, dan wel strijdig zijn
met dit reglement, draagt de verantwoordelijke binnen vier weken nadat betrokkene de onjuistheid c.q.
onvolledigheid heeft aangetoond, zorg voor verbetering, aanvulling of verwijdering. In dat geval worden
eventueel betaalde kosten terugbetaald.
10.4Indien de verantwoordelijke twijfelt aan de identiteit van de verzoeker, vraagt hij zo spoedig mogelijk aan
de verzoeker schriftelijk nadere gegevens inzake zijn identiteit te verstrekken of een geldig identiteitsbewijs
te overleggen. Door dit verzoek wordt de termijn opgeschort tot het tijdstip dat het gevraagde bewijs is
geleverd.
47 | Studentenstatuut
10.5Wanneer de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt op de grondslag dat die verwerking
a. n
oodzakelijk is voor de goede vervulling van een door de verantwoordelijke verrichte publiekrechtelijke
taak, of
b. n
oodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of een derde,
c. kan betrokkene schriftelijk verzet aantekenen tegen de verwerking van de gegevens, op basis van zijn
bijzondere persoonlijke omstandigheden. De verantwoordelijke dient binnen vier weken na ontvangst
van het verzet te beoordelen of het verzet terecht is. Is dat het geval, dan dient de verwerking van
persoonsgegevens onmiddellijk te worden beëindigd.
Artikel 11 Bewaartermijnen
De persoonsgegevens worden verwijderd uiterlijk twee jaren nadat de studie is beëindigd, tenzij de
persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke bewaarplicht.
Artikel 12 Oud-studenten
12.1 De verantwoordelijke kan besluiten over te gaan tot het instellen van een verwerking betreffende
oud-studenten.
12.2 De verwerking geschiedt slechts voor:
a.het onderhouden van contacten met de oud-studenten;
b.het verzenden van informatie aan de oud-studenten;
c.het berekenen, vastleggen en innen van bijdragen en giften, waaronder begrepen het in handen van
derden stellen van vorderingen, alsmede andere activiteiten van intern beheer;
d.het behandelen van geschillen en het doen uitoefenen van accountantscontrole.
12.3Geen andere persoonsgegevens worden verwerkt dan:
a.naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, geboortedatum, adres, postcode, woonplaats,
telefoonnummer, emailadres, burgerservicenummer, pasfoto en soortgelijke voor communicatie
benodigde gegevens, alsmede bankrekeningnummer van de student
b.gegevens betreffende de aard van de studie en de periode gedurende welke de oud-leerling, de
opleiding heeft gevolgd;
c.gegevens met het oog op het berekenen, vastleggen en innen van bijdragen en giften.
d.een administratiecode dat geen andere informatie bevat dan bedoeld onder a t/m c.
12.4De persoonsgegevens worden slechts verstrekt aan:
a.degenen, waaronder begrepen derden, die zijn belast met of leiding geven aan de in het tweede lid
bedoelde activiteiten of die daarbij noodzakelijk zijn betrokken;
b.anderen, in de gevallen bedoeld in artikel 8, onder a, c en d, en artikel 9, derde lid, van de Wbp.
12.5De persoonsgegevens worden verwijderd op een daartoe strekkend verzoek van de betrokkene of bij
diens overlijden, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke
bewaarplicht.
Studentenstatuut | 48
Artikel 13 Klachten
13.1Indien de betrokkene van mening is dat de bepalingen van dit reglement niet door de instelling worden
nageleefd dient hij zich te wenden tot de verantwoordelijke.
13.2Indien de ingediende klacht voor de betrokkene niet leidt tot een voor hem acceptabel resultaat, kan hij
zich wenden tot het College Bescherming Persoonsgegevens.
Artikel 14 Publicatie
Dit reglement wordt voor een ieder ter inzage gelegd bij de beheerder.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit reglement kan aangehaald worden als privacyreglement ID College Studenten en treedt in werking op 18
februari 2008.
49 | Studentenstatuut
Bijlage 9:
Klachtenreglement
Voorgenomen besluit College van Bestuur
18 september 2012
Instemming Studentenraad
31 oktober 2012
Instemming Ondernemingsraad
07 november 2012
Definitief besluit College van Bestuur
20 november 2012
Artikel 1 Begripsbepalingen
College van Bestuur:het College van Bestuur als genoemd in artikel 5 van de statuten van de stichting
ID College regionaal opleidingen centrum (=ID College).
Klager:een (ex-)student, ouder/voogd/verzorger van een (ex-)student, (ex-) medewerker/
vrijwilliger van ID College of een andere persoon, die een klacht indient.
Aangeklaagde:degene (ID College) op wie de klacht zich richt, dan wel op wie de klacht betrekking heeft.
Gemachtigde:iemand die op verzoek voor anderen optreedt. Dit kan zijn bijvoorbeeld een collega,
familielid, vertrouwenspersoon, advocaat.
Klacht:een schriftelijke uiting van ongenoegen over gedragingen en beslissingen dan wel het
nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door de aangeklaagde, dan
wel overige ontevredenheid met betrekking tot resultaten en/of dienstverlening van ID
College, gericht aan de klachtencommissie.
Klachten die betrekking hebben op de bepalingen opgenomen in een ander reglement van
ID College, waaronder geschillenregeling (CAO aangelegenheden), examenreglement,
reglement Commissie van Beroep voor de Examens, vallen buiten onderhavig
klachtenreglement (zie ook artikel 5.5).
Klachtencommissie:een door het College van Bestuur ingestelde onafhankelijke klachtencommissie die
bevoegd is om kennis te nemen van de klachten in de zin van dit reglement en daaromtrent
advies uitbrengt.
Studentenstatuut | 50
Artikel 2 Doel
Het doel van dit klachtenreglement is:
Het vastleggen van een procedure om klachten, ingediend bij de klachtencommissie, binnen een redelijke termijn
op een zorgvuldige, vertrouwelijke en constructieve wijze af te handelen;
het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening van ID College met behulp van klachtenbehandeling en
klachtenanalyse.
Artikel 3 Samenstelling en zittingsduur
1.Er is een klachtencommissie die een ingediende klacht onderzoekt en over de afhandeling daarvan aan
het College van Bestuur advies uitbrengt.
2.De klachtencommissie bestaat uit minimaal drie leden, te weten een voorzitter en tenminste twee leden, die
worden benoemd, geschorst en ontslagen door het College van Bestuur. Voor ieder lid wordt een
plaatsvervangend lid benoemd.
3.De ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld om één lid plus diens plaatsvervanger voor te
dragen voor benoeming in de klachtencommissie.
4.De klachtencommissie is zodanig samengesteld dat zij voldoende deskundig moet worden geacht voor de
behandeling van klachten. De voorzitter van de klachtencommissie is een externe, onafhankelijke
deskundige.
5.De benoeming van de (plaatsvervangende) leden is voor een periode van drie jaren. Na het verstrijken
van deze genoemde periode zijn aftredende (plaatsvervangende) leden terstond voor een zelfde periode
herbenoembaar.
6.De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden kunnen op ieder moment het College van Bestuur aangeven
ontslag te willen nemen. Het College van Bestuur eerbiedigt deze wens en verleent ontslag. Ontslag van
(plaatsvervangende) voorzitter en leden kan tevens op initiatief van het College van Bestuur plaatsvinden.
7.Voor het uitbrengen van een advies aan het College van Bestuur is de klachtencommissie bevoegd, indien
dit naar haar oordeel noodzakelijk is, deskundigen te raadplegen en inlichtingen in te winnen. Indien aan
de inschakeling van interne en/of externe deskundigen kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf
machtiging van het College van Bestuur vereist. Het College van Bestuur neemt deze kosten voor haar
rekening, voor zover zij naar het oordeel van het College van Bestuur redelijk zijn.
8.De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst
mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De (plaatsvervangende) leden van de
klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in de hoedanigheid van
(plaatsvervangend) lid van de klachtencommissie vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn
taak als (plaatsvervangend) lid van de klachtencommissie heeft beëindigd.
51 | Studentenstatuut
Artikel 4 Secretariaat
1.Het College van Bestuur wijst een (plaatsvervangend) secretaris aan.
2.
Het secretariaat van de klachtencommissie wordt gevormd door een secretaris, die geen deel uitmaakt van
de klachtencommissie.
3.Het postadres van het secretariaat is:
ID College Bureau Bestuur en Diensten - Klachtencommissie t.a.v. secretaris Klachtencommissie
Postbus 70
2800 AB Gouda
Artikel 5 Indiening en behandeling van een klacht
1.Klager treedt, alvorens op de hierna omschreven wijze een schriftelijke klacht in te dienen, in overleg met
(de leidinggevende van) aangeklaagde c.q. het betreffende onderwijsteam, dan wel de betreffende dienst,
teneinde eerst op deze wijze te trachten om tot een oplossing te komen.
Indiening
2.Wanneer het in het eerste lid bedoelde overleg niet tot een voor de klager bevredigende oplossing heeft
geleid, dan kan klager op hierna vermelde wijze een klacht indienen.
3.De klacht wordt schriftelijk bij het secretariaat van de klachtencommissie ingediend en door de klager
voorzien van:
- naam, adres en telefoonnummer van de klager;
-o
mschrijving en motivering van de klacht;
- ondertekening en dagtekening.
4.Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het
verzuim binnen tien werkdagen te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde
lid, dan kan klager in zijn klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. Op het bestaan van deze
mogelijkheid wordt de klager bij het verzoek om herstel geattendeerd. Indien klager in zijn klacht nietontvankelijk wordt verklaard, wordt dit aan de klager, de aangeklaagde en het College van Bestuur
medegedeeld.
Studentenstatuut | 52
5.
6.
Geen verplichting tot klachtbehandeling
De klachtencommissie is niet verplicht de klacht te behandelen indien deze klacht betrekking heeft op een
gedraging (of nalaten):
a. vallend onder enige andere regeling van ID College, zoals ‘geschillenregeling’, examenreglement,
Reglement Commissie van Beroep voor de Examens. De klachtencommissie verklaart zich onbevoegd;
b. die expliciet valt onder een overig reglement van ID College. De klachtencommissie verklaart zich
onbevoegd;
c. waarover reeds eerder een klacht is ingediend welke met inachtneming van dit klachtenreglement is
behandeld;
d. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden.
Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk
binnen tien werkdagen na dagtekening van ontvangst van de klacht, door de klachtencommissie in kennis
gesteld.
Indien een klacht betrekking heeft op een (plaatsvervangend) lid van de klachtencommissie, dan dient
deze zich te onthouden van deelneming aan de behandeling van die klacht en zal een plaatsvervanger
als lid optreden.
Procedure
7.
De secretaris stuurt de klager uiterlijk binnen tien werkdagen na dagtekening van ontvangst van de klacht
die aan de eisen als bedoeld in het derde lid voldoet een ontvangstbevestiging, waarin zijn opgenomen:
- korte omschrijving van de klacht (inclusief datum, plaats en bijzondere omstandigheden);
- procedure afhandeling van de klacht;
- de termijn waarbinnen de klachtencommissie verwacht de klacht af te handelen.
8.
Tegelijkertijd met de verzending van de ontvangstbevestiging stuurt de secretaris een afschrift van de klacht
aan de aangeklaagde en wijst op de mogelijkheid om binnen tien werkdagen een schriftelijk verweer bij
de klachtencommissie in te dienen. Van dit verweerschrift wordt klager, indien van toepassing, terstond
een afschrift gezonden.
Vooronderzoek
9.
De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd alle
gewenste informatie en inlichtingen in te winnen. Het College van Bestuur is verplicht hieraan
medewerking te verlenen, tenzij een wettelijke verplichting dit verhindert. De klachtencommissie kan
interne en externe deskundigen inschakelen en hen zo nodig uitnodigen voor een oriënterend voorgesprek
dan wel voor de hoorzitting.
Hoorzitting
10. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin de klager en aangeklaagde in de
gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De hoorzitting vindt in ieder geval plaats binnen twintig
werkdagen na de datum van de ontvangstbevestiging van de klacht.
De secretaris van de klachtencommissie stuurt alle genodigden een bevestiging van de hoorzitting,
inclusief datum, tijdstip, locatie, genodigden en eventuele schriftelijke stukken. Partijen kunnen zich op
eigen kosten laten bijstaan door een gemachtigde.
53 | Studentenstatuut
11.De klachtencommissie heeft de mogelijkheid naast klager en aangeklaagde andere personen die naar het
oordeel van de klachtencommissie gehoord moeten worden, uit te nodigen voor een hoorzitting.
12.Van het horen kan worden afgezien indien klager verklaard heeft geen gebruik te willen maken van het
recht te worden gehoord.
Indien de klager of aangeklaagde, minimaal 24 uur van tevoren, laat weten verhinderd te zijn voor de
hoorzitting, wordt éénmaal een nieuwe hoorzitting gepland.
Indien een klager zich voor een hoorzitting niet tijdig afmeldt of zonder opgaaf van reden niet op de
hoorzitting verschijnt, wordt de klacht niet verder in behandeling genomen en wordt als afgehandeld
beschouwd.
13.Door de secretaris wordt van de hoorzitting een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de voorzitter en
de secretaris ondertekend. Dit verslag bevat in ieder geval:
- de namen en functies van de aanwezigen;
- een zakelijke weergave van hetgeen over en weer is gezegd;
- advies voor het College van Bestuur.
Artikel 6 Termijnen
1.Indien de klachtencommissie van oordeel is dat de behandeling van de klacht een spoedeisend karakter
heeft, dan kan zij de in dit reglement genoemde termijnen bekorten. Ingeval de klager een inburgeraar
van ID College betreft, zullen termijnen uit artikel 5 verkort worden. De totale termijn, van datum ontvangst
tot besluit College van Bestuur, bedraagt maximaal zes weken. Artikel 6.2 is eveneens van toepassing.
2.De klachtencommissie heeft tevens de mogelijkheid om de termijnen te verlengen.
3.Indien artikel 6.1 of 6.2 van toepassing zijn, deelt de klachtencommissie dit partijen zo spoedig mogelijk
schriftelijk en met opgave van redenen mee.
Artikel 7 Intrekking en staking
1.De klager is te allen tijde gerechtigd de klacht in te trekken. Hiervan moet de klager schriftelijk en
gemotiveerd mededeling doen aan de klachtencommissie. De klachtencommissie deelt dit aan de
aangeklaagde en het College van Bestuur mee.
2.In iedere fase van de klachtenbehandeling kan de klachtencommissie nagaan of de klager door middel
van een informele afhandeling van zijn klacht tevreden gesteld kan worden. Zodra de klachtencommissie
vastgesteld heeft dat naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de
verplichting tot het verder toepassen van dit reglement en deelt de klachtencommissie deze uitkomst
schriftelijk aan partijen en aan het College van Bestuur mee.
Studentenstatuut | 54
Artikel 8 Opstellen advies
1.
2.
3.
4.
De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over de klacht en over het advies.
De klachtencommissie adviseert schriftelijk aan het College van Bestuur, binnen tien werkdagen nadat de
hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijn kan eenmaal met een zelfde termijn worden verlengd.
De klachtencommissie geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van
de klacht.
Daarnaast adviseert de klachtencommissie zo nodig of er maatregelen genomen kunnen worden om in de
toekomst herhaling te voorkomen van de omstandigheden die tot de klacht hebben geleid. Voorts kan het
advies vergezeld gaan van aanbevelingen, waaronder een correctie, genoegdoening en/of het
aanbieden van een vervangende dienst.
Artikel 9 Besluit
1.
2.
Het College van Bestuur neemt binnen tien werkdagen na de dagtekening van ontvangst van het verslag
inclusief advies een besluit ten aanzien van de ingediende klacht. Deze termijn kan met eenzelfde periode
worden verlengd.
Van dit besluit stelt het College van Bestuur de klager en aangeklaagde schriftelijk op de hoogte.
Dit besluit gaat vergezeld van afschriften van het verslag inclusief advies van de klachtencommissie.
Artikel 10 Afhandeling
1.
2.
Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat het genomen besluit daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Indien een klager, zijnde een student die een inburgeringstraject volgt bij ID College, niet tevreden is met
het besluit van het College van Bestuur, dan kan deze persoon zich richten tot de externe
geschillencommissie Keurmerk of - indien van toepassing - tot de gemeente, als opdrachtgever van het
traject. Het College van Bestuur maakt in een voorkomend geval de klager attent op het bestaan van deze
mogelijkheden.
Artikel 11 Evaluatie
1.
2.
De klachtencommissie registreert de binnengekomen klachten die voldoen aan de onder artikel 5 lid 3
genoemde vereisten.
De klachtencommissie analyseert voor 1 juli van elk jaar de klachten en de afhandeling hiervan. In een
jaarverslag geeft de klachtencommissie in ieder geval aan:
- hoeveel klachten er dat jaar zijn ingediend;
- hoeveel van de ingediende klachten zijn afgehandeld;
- de termijn waarbinnen de klachten zijn afgedaan;
- de aard van de klachten;
- hoeveel klachten gegrond en ongegrond zijn verklaard.
55 | Studentenstatuut
3.
4.
Deze gegevens worden in niet tot de persoon herleidbare vorm weergegeven. De klachtencommissie kan
voorts beoordelen of er naar haar mening sprake is van trends en of corrigerende maatregelen hebben
geleid tot tevredenheid dan wel of eventuele preventieve maatregelen geleid hebben tot verbetering.
Deze evaluatie wordt voorgelegd aan het College van Bestuur en aan de Ondernemingsraad.
Artikel 12Openbaarheid
1.
2.
Het College van Bestuur legt dit reglement voor een ieder ter inzage.
Het College van Bestuur stelt alle belanghebbenden op de hoogte van dit reglement.
Artikel 13 Wijziging
Dit reglement kan door het College van Bestuur na overleg met de klachtencommissie en na instemming van de
Ondernemingsraad worden gewijzigd of ingetrokken.
Artikel 14 Slotbepalingen
1.
2.
3.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur.
Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Klachtenreglement ID College’.
Dit reglement treedt in werking op 20 november 2012
Studentenstatuut | 56
Bijlage 10:
Reglement inzake agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
Voorgenomen besluit College van Bestuur
nvt
Instemming Studentenraad
nvt
Definitief besluit College van Bestuur
20 september 2010
Artikel 1 Begripsbepaling
Ongewenst gedrag:
(non)verbale agressie, persoongerichte bedreiging, fysieke agressie
(non)verbale agressie:
Beledigen, vernederen, smaad, treiteren, discrimineren, seksuele intimidatie. Voorbeelden zijn schelden;
beledigen; middelvinger geven; dreigende opmerkingen maken (al dan niet op de persoon gericht);
kwetsen; aanhoudend grieven; krenken; aanhoudend kleineren; zwart maken; aantasten in goede naam
of eer; aanhoudend plagen, pesten of sarren; discrimineren naar herkomst, seksuele geaardheid, religie of
fysieke kenmerken; ongewenste seksuele aandacht. Ook uitingen via bijvoorbeeld telefoon, weblog, blog,
brief, fax of e-mail vallen hieronder.
Persoonsgerichte bedreiging:
Dreigen door houding, gebaar of andersoortig gedrag; bemoeilijken, onmogelijk maken of juist dwingen;
lokaalvredebreuk; schennis der eerbaarheid; pogingen tot schoppen, slaan of verwonden; stalken.
Voorbeelden zijn een op de persoon (of directe naasten) gerichte bedreiging waarbij het aannemelijk is dat
dreiging zal worden uitgevoerd; het openlijk dragen van een wapen (pistool, mes, gevaarlijke hond e.d.);
dwingen tot uitvoeren of juist opzettelijk bemoeilijken en/of onmogelijk maken van uitvoeren van taken;
huisvredebreuk, schennis van de goede zeden; dreigen met schoppen, slaan en stompen; stelselmatig
hinderen, stelselmatig volgen, stelselmatig bedreigen. Ook schriftelijke dreigingen via bijvoorbeeld brief,
telefoon, weblog, blog, e-mail en fax vallen onder deze definitie.
Fysieke agressie:
Mishandeling; verwonding, pijn veroorzaken; aanranden; beetpakken, duwen, trekken, slaan, gericht
gooien, spugen; wapengebruik; vernielen.
Voorbeelden zijn mishandeling, verwonden, schoppen, aanranden, beetpakken, duwen, trekken, slaan,
spugen en gericht gooien met voorwerpen, krabben, ongewenst aanklampen, seksuele handtastelijkheden,
het vernielen van meubels, het gooien van objecten, het fysiek verhinderen dat iemand een vertrek kan
verlaten, het fysiek verhinderen van werkzaamheden, grijpen, bijten of krabben, stompen en een kopstoot
geven.
57 | Studentenstatuut
Incidentenmonitor:
Het MBO kent de Incidentenmonitor als een belangrijk ondersteunend instrument bij het werken aan een
veilige school en de aanpak van ongewenst gedrag op het werk.
Onderwijsinstelling:
ID College.
Student:
Een ieder die bij ID College als student of cursist staat ingeschreven
Personeelslid:
Een ieder die werkzaamheden verricht voor ID College, al dan niet met via een dienstverband met ID
College, en uit dien hoofde geacht wordt deel uit te maken van de gemeenschap van ID College.
Leidinggevende:
degene die uit hoofde van zijn functie in het organigram bevoegd is om leiding te geven.
De Landelijke Klachtencommissie BVE:
De Landelijke Klachtencommissie BVE,
Postbus 85191, 3508 AD Utrecht
Melding:
Een melding is een uiting van onvrede over een behandeling, bejegening of besluit dat door betrokkene
als onjuist wordt ervaren en is ingediend bij de vertrouwenspersoon.
Klacht:
Een klacht is een mondelinge of schriftelijke uiting van onvrede over een behandeling, bejegening of
besluit dat door betrokkene als onjuist wordt ervaren en is ingediend bij de vertrouwenspersoon, de
klachtencommissie ID College en of de Landelijke Klachtencommissie BVE.
Klager:
Persoon die een klacht heeft over seksuele intimidatie, discriminatie, pesten en agressie.
Beklaagde:
De natuurlijke of rechtspersoon tegen wie de klacht is gericht.
Vertrouwenspersoon:
De door het College van Bestuur benoemde functionaris tot wie de klager zich kan wenden voor advies,
begeleiding en ondersteuning.
Studentenstatuut | 58
Agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie kunnen zich voordoen in de volgende relaties:
- tussen leidinggevenden;
- tussen leidinggevende en niet - leidinggevende;
- tussen leidinggevende en student;
- tussen niet – leidinggevenden;
- tussen niet leidinggevende en student;
- tussen studenten onderling;
- tussen studenten en externe personen in het kader van stage’s of BPV.
Artikel 2 Werkingssfeer
Dit reglement is van toepassing op personeelsleden, studenten en een ieder die anderszins deel uit maakt van de
gemeenschap van de onderwijsinstelling en geconfronteerd wordt met agressie en geweld, pesten, seksuele
intimidatie en discriminatie. Dit betekent dat niet alleen personen die in dienst zijn van de onderwijsinstelling een
klacht kunnen indienen maar ook bijvoorbeeld gastdocenten, gedetacheerden, uitzend- en inhuurkrachten,
stagiaires, ouder/verzorger namens de student en de studenten.
Van dit reglement zijn uitgezonderd besluiten met algemene strekking en het examenreglement (alsmede de
toepassing ervan).
Artikel 3 V
erbod inzake agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
Personeelsleden, studenten en iedereen die anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap van de
onderwijsinstelling wordt geacht zich te onthouden van elke vorm van agressie en geweld, pesten, seksuele
intimidatie en discriminatie.
Artikel 4 Meld- en aangifteplicht
4.1Indien het College van Bestuur van de onderwijsinstelling kennis heeft dan wel een gegrond vermoeden
heeft van een geval van wetovertredend gedrag binnen de eigen onderwijsinstelling is het verplicht
daartoe aangifte te doen bij politie en (indien hierbij studenten zijn betrokken) onmiddellijk met de
vertrouwensinspecteur in overleg te treden indien er sprake is van vermeend zedendelict. In dit laatste
geval stelt het College van Bestuur de aangeklaagde en de ouders van de (minderjarige) klager op de
hoogte. Het College van Bestuur verwijst de klager naar de Landelijke Klachtencommissie BVE.
4.2De aangifteplicht zoals genoemd in lid 1, geldt eveneens wanneer het College van Bestuur kennis draagt
dan wel een gegrond vermoeden heeft van een geval van agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie
en of discriminatie dat zich heeft voorgedaan in een externe organisatie waarbinnen een student
onderricht in de theorie en/of praktijk van het beroep ontvangt of waarbinnen een personeelslid
werkzaamheden verricht.
4.3Een personeelslid die kennis heeft van een geval van ontucht, aanranding of verkrachting binnen de
onderwijsinstelling dient het College van Bestuur hiervan onverwijld op de hoogte te stellen.
59 | Studentenstatuut
Artikel 5 B
eroepspraktijkvorming – Buitenschools programma
De onderwijsinstelling heeft de taak de studenten die in het kader van een buitenschools programma of activiteit
zoals beroepspraktijkvorming aan de zorg van anderen worden toevertrouwd zoveel mogelijk te beschermen
tegen agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie.
Artikel 6 Vertrouwenspersoon
6.1Het College van Bestuur benoemt vertrouwenspersonen, met als taak klachten over seksuele intimidatie,
discriminatie, pesten en agressie te signaleren. De vertrouwenspersoon zal de klager tevens ondersteunen
en begeleiden.
6.2De vertrouwenspersoon geeft zelfstandig, in samenwerking met en/of op verzoek van het management
van ID College voorlichting en informatie aan alle bij de onderwijsinstelling betrokken personen welke
mede gericht zijn op het treffen van maatregelen ter voorkoming van vormen van agressie en geweld,
pesten, seksuele intimidatie en discriminatie in de beroepsopleiding en/of onderwijs.
6.3Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat iedereen binnen de onderwijsinstelling op de hoogte kan
zijn van het bestaan van de vertrouwenspersonen, de namen, het adres van de werkplek in de
onderwijsinstelling en (GSM)-telefoonnummers van de vertrouwenspersonen.
6.4De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in zijn hoedanigheid als
vertrouwenspersoon verneemt of heeft vernomen, ook nadat hij zijn taak als vertrouwenspersoon niet meer
uitoefent voor de onderwijsinstelling. De geheimhoudingsplicht geldt niet ten aanzien van de
klachtencommissie ID College en of Landelijke Klachtencommissie BVE, het College van Bestuur en Justitie.
De plicht tot geheimhouding geldt eveneens niet ten aanzien van door de overheid erkende
hulpverleningsinstanties, mits de klager hiermee akkoord gaat en mits de anonimiteit van de
aangeklaagde wordt gewaarborgd.
Artikel 7 Klachtenregeling
7.1De klager kan een klacht indienen bij de klachtencommissie ID College of bij de Landelijke
Klachtencommissie BVE.
7.2De reglementen en bijbehorende procedures van beide klachtencommissies zijn bij de vertrouwenspersoon
bekend en beschikbaar.
7.3Na behandeling van de klacht brengt de betreffende klachtencommissie van haar bevindingen een advies
uit aan het College van Bestuur, waarna het College van Bestuur een besluit neemt. Het College van
Bestuur brengt betrokkenen, zijnde klager en aangeklaagde, op de hoogte van het besluit.
7.4Indien een klacht ongegrond is verklaard door de Landelijke Klachtencommissie BVE zorgt het College van
Bestuur voor rehabilitatie van de aangeklaagde.
7.5Klager kan zich voor het indienen van een klacht en tijdens de behandeling van de klacht laten bijstaan
door de vertrouwenspersoon.
Studentenstatuut | 60
Artikel 8 Benadeling van de klager/melder
8.1Een klager mag niet wegens het indienen van een klacht benadeeld worden in de uitoefening van zijn
functie dan wel het volgen van een beroepsopleiding en/of onderwijs.
8.2Op welke manier een melding kan worden gedaan en op welke manier een melder wordt beschermd
staat beschreven in de Klokkenluidersregeling ID College.
Artikel 9 B
ekendmaking en beschikbaarstelling reglement
9.1Het College van Bestuur van de onderwijsinstelling licht alle bij de onderwijsinstelling betrokken partijen in
over het bestaan van het reglement agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie.
9.2Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat het reglement bekend gemaakt wordt aan haar
personeelsleden, studenten en anderen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de
onderwijsinstelling. Tevens zorgt het College van Bestuur dat een exemplaar van dit reglement op de
onderwijsinstelling op een vrij toegankelijke (digitale) plaats ter inzage voor een ieder ligt.
Artikel 10 Privacy en Publiciteit
10.1Wanneer ID College wordt geconfronteerd met journalistieke belangstelling voor een incident in het kader
van agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie of vermoedens daaromtrent, dienen
alle perscontacten om redenen van privacy bescherming en veiligheid van de betrokkenen via het College
van Bestuur te verlopen. Zonodig zal het College van Bestuur de manager van de dienst Communicatie &
Marketing opdracht geven de contacten, conform handboek crisiscommunicatie, voor haar uit te voeren.
10.2Indien de melding omtrent ongewenste agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie
een lid van het College van Bestuur betreft, dan worden de taken met betrekking tot mogelijke
perscontacten uitgevoerd door de voorzitter van de Raad van Toezicht van ID College, dan wel door
anderen uitgevoerd, niet zijnde een lid van het College van Bestuur, op basis van opdrachten en
eindverantwoordelijkheid van de voorzitter van de Raad van Toezicht van ID College.
Artikel 11 R
egistratie en (sociaal) jaarverslag
11.1Voor de registratie van de (bijna-)incidenten maakt ID College gebruik van een
incidentenregistratiesysteem. In 2010 is dit de landelijk voorgeschreven en gehanteerde incidentenmonitor.
11.2In het (sociaal) jaarverslag van de instelling wordt als onderdeel van het personeelsbeleid van de
onderwijsinstelling aandacht besteed aan de werking van dit reglement.
Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden
Indien er zich omstandigheden voordoen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur dan
wel de Raad van Toezicht van de onderwijsinstelling.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Dit reglement vervangt versie 22 februari 2001 en treedt in werking op 20 september 2010.
61 | Studentenstatuut
Studentenstatuut | 62
63 | Studentenstatuut
Studentenstatuut | 64
Studentenstatuut
Vanaf schooljaar 15/16
Voorgenomen besluit College van Bestuur:
22 januari 2013
Ingestemd door de Studentenraad:
15 mei 2013
Definitief vastgesteld door College van Bestuur:
21 mei 2013
idcollege.nl
Download