PROTOCOL VROEDKUNDE Verblijfskatheter plaatsen M7 Verblijfskatheter plaatsen Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene”. Na het doorwerken van dit protocol kan/ken je: Leerdoelen De De De Op Op basisprincipes toepassen op deze techniek. indicaties voor het plaatsen van een verblijfskatheter. gepaste GVO geven aan de zorgvrager. een vlotte manier een verblijfssonde plaatsen. een correcte manier rapporteren. Voorbereiding Zorgvrager Zorgverlener - Verzamel noodzakelijke gegevens. - Informeer de zorgvrager over het soort, doel en verloop van het onderzoek… - Controleer de algemene toestand van de zorgvrager. - Vraag aan de zorgvrager om 1uur vóór de katheterisatie niet meer te urineren. - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene. Nazorg - Geef de zorgvrager aandachtspunten over hygiëne en mobiliteit o.a.: Urineopvangzak lager houden dan blaasniveau. Geen tractie veroorzaken op de katheter. Zo mogelijk: veel drinken (min.2l) om bacteriurie te beperken en zweten van katheter tegen te gaan. - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene.’ - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene.’ - Ruim het materiaal op een correcte manier op. Materiaal Basismateriaal - Om intiem toilet te geven. - Steriele blaaskatheterisatie set bestaande uit volgende materialen, zo niet zelf verder aanvullen: Steriele handschoenen 2 steriele anatomisch pincetten Steriel veld Steriel recipiënt voor niet-prikkelende ontsmettingsstof 5 steriele deppers 5/5 vrouw - (Niet prikkelende ontsmettingsstof vb. Hacdil; Hibidil). - Unidosis steriel water: 20ml - Recipiënt voor gebruikte materiaal - Steriel glijmiddel: Installagel (dit geeft ook een ontsmettende werking) of KY-gel - Bedbeschutting - Beschutting voor de patiënt - Eventueel hulpmiddel om stuit te verhogen bij de vrouw - Materiaal om handen en werkruimte te ontsmetten en te drogen - Naaldcontainer 1 PROTOCOL VROEDKUNDE Verblijfskatheter plaatsen M7 Specifiek materiaal - Steriele verblijfscatheter: juiste soort + gepaste charrière 14-16 (ch=1/3mm) + reservesonde - Steriele (of niet-steriele) urinecollector + indien nodig ophangsysteem - Steriele spuit 10ml met 10cc aqua distillata - Anti-allergisch fixatiemateriaal - Lichtbron - Zorg voor privacy Omgeving Stap 1 - - - 3 Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene.’ Actie - 2 - - Opmerkingen Zorg voor voldoende privacy en voorkom afkoeling. Gebruik molton indien nodig. Geef intiem toilet. Zorg voor een propere onderlaag in bed. Ev. bedpan Reinig en ontsmet je werkblad. Handhygiëne Trek 10ml steriel water (of zoals voorgeschreven) op in de spuit. - Houd het optrekgedeelte van de spuit steriel: de optreknaald in naaldcontainer spuit terug in steriel spuitverpakking plaatsen. Breng het materiaal binnen handbereik Handhygiëne Open de blaaskatheterisatie set op steriele wijze. Steriel veld volledig openleggen Steriele sonde met binnen verpakking in veld leggen. Steriele urinecollector in veld leggen. Steriel glijmiddel voorbereiden. Ev. extra kompressen. Steriele handschoenen voorbereiden. Breng bedbeschutting aan onder de stuit. Plaats recipiënt met bevochtigde deppers in bed. Plaats de lege blister ervoor. Handhygiëne Doe de steriele handschoenen aan. Verwijder de binnen verpakking van de katheter en koppel de katheter aan op de steriele urineopvangzak. Maak de spuit met glijmiddel gebruiksklaar. Neem steriel pincet en reinig/ontsmet de genitale zone: Reinig/ontsmet de verste grote schaamlip van boven naar onder, Reinig/ontsmet de dichtste grote schaamlip van 2 PROTOCOL VROEDKUNDE Verblijfskatheter plaatsen M7 boven naar onder met een nieuwe depper. Kleine schaamlippen: idem - Plaats duim en middenvinger van de linkerhand tussen de grote schaamlippen en spreiden zodat urethra zichtbaar wordt. Reinig/ontsmet de schaamspleet van boven naar onder. Pincet weg. Neem de spuit met glijmiddel. Plaats het uiteinde in de urethra en spuit langzaam tot het terugvloeit. - Leg je duim en middenvinger in de volledige lengte zodat je beter gespreid kunt houden. Vanaf dit moment is de linkerhandschoen niet meer steriel! - Houd rekening met de optimale inwerkingstijd van 2 à 5min. zodat het glijmiddel ontsmettend en verdovend kan werken. - Bij gevoel van weerstand (wegens spasme) laat je de patiënt even uitblazen of zuchten. Klem de leiding van de opvangzak af met een kocher wanneer er onmiddellijk 500ml afvloeit. 4 - Neem de katheter tussen rechterduim en wijsvinger op ong. 5cm van de top. Neem het overige deel in de rechterhand. - Breng de katheterpunt in de urethra en schuif voorzichtig en langzaam tot halverwege de lengte van de katheter.n ev. - Controleer of er afvloei is in de urineopvangzak. - Neem de katheter over in je linkerhand en blijf hem goed fixeren. - Neem met je rechterhand de spuit met steriel water. - Plaats op steriele draaiende wijze op het zijkanaal van de katheter. - Vul de ballon met de totale hoeveelheid aqua; stamper van de spuit loslaten ter controle of ballon intact is; vloeistof weer inspuiten en spuit onder tegendruk verwijderen. - Trek de katheter voorzichtig en langzaam terug tot je weerstand voelt. Duw de katheter dan iets terug. - Reinig en droog de genitale streek. - Doe de handschoenen uit. - - Vul de ballon alleen wanneer er urine afvloeit en de katheter voldoende in de blaas zit. - Meestal volstaat 10 ml tenzij anders voorgeschreven/ cfr. vulcapaciteit van de ballon. Onvoldoende vulling verzoorzaakt een asymmetrisch gevulde ballon waardoor de tip van de katheter scheef kan trekken. Deze prikkelt dan de blaaswand en kan ev. blaaskrampen veroorzaken. Een te grote vulling zorgt ervoor dat de ballon te zwaar is en deze rust dan op de gevoelige blaaswand, wat pijn en ongemak kan geven. Bovendien kan een te grote of te kleine vulling teveel wrijving veroorzaken waardoor er ontsteking en ev. retractie optreedt van het slijmvlies.Dit kan lekkage naast de katheter tot gevolg hebben. 5 - Fixeer de katheter zodat er geen tractie is op de urethraopening. Fixeer de katheter met een lichte buiging tussen urethra en fixatieplaats. - Hang het urineopvangzakje lager dan het blaasniveau. 3