ZHH – P – RSV Ziekenhuishygiëne Procedure: respiratoir Syncytieel Virus (RSV) Zoektermen RSV, isolatiebeleid, In voege van 01/10/2010 01/10/2015 Versie 1 Pg 1/3 respiratoir syncytieel virus Status Definitief Herziening op Auteur Mevr. L. Garitte Handtekening Verantw. dep. Dhr. Y. Giebens Handtekening Machtiging Mevr. G. Peeters Handtekening 1 Indicatie Isolatiebeleid bij een infectie met het Respiratoir Syncytieel Virus (RSV – infectie) op de afdeling Pediatrie. 2 Omschrijving Het Respiratoir Syncytieel virus (RSV) is de belangrijkste oorzaak van luchtweginfecties bij jonge kinderen. De frequentie van de ziekte is het hoogst in het eerste levensjaar, wanneer 1% van de primaire RSV-infecties tot ziekenhuisopname leidt. RSV-infecties zijn seizoensgebonden en komen met name in de winter voor (van oktober t/m maart). De besmetting gebeurt voornamelijk via handen en voorwerpen, minder via hoesten en niezen. Het RSV dringt het lichaam binnen via de mucosa van neus en keel. De incubatieperiode bedraagt twee tot acht dagen (gemiddeld vijf dagen). De symptomen kunnen variëren van een milde bovenste luchtweginfectie, waarbij hoesten op de voorgrond staat, tot een ernstige bronchiolitis of pneumonie. 3 Isolatiemaatregelen Volgende maatregelen dienen aanvullend genomen te worden op de standaardvoorzorgsmaatregelen bij patiënten die (vermoedelijk) gekoloniseerd of geïnfecteerd zijn met RSV, dat voornamelijk overgedragen wordt via de handen (direct of indirect contact). Cave: handhygiëne Aard van de isolatie: druppel – contact. Duur van de isolatie: tot klinisch herstel. Indicaties: baby’s, kinderen, immuungecompromiteerde patiënten. 20/07/2017 Een uitgeprinte procedure is maximum 1 maand geldig pag. 2/3 3.1 Ruimte en materiaal - De patiënt wordt verpleegd op een éénpersoonskamer. - Aan de deur van de kamer wordt het type isolatie (hygiënekaart druppel contact) weergegeven. - Materialen voor gebruik bij de patiënt zijn bij voorkeur disposable of zoveel mogelijke patiëntgebonden. Het is verboden grote voorraden verpleegartikelen aan te leggen in de kamer. - Niet patiënt gebonden materialen worden eerst gereinigd en gedesinfecteerd volgens procedure, alvorens bij een andere patiënt te gebruiken. - Na het beëindigen van de isolatie wordt de voorraad uit de kamer zonodig vernietigd of gedecontamineerd/ontsmet volgens procedure. 3.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) - Voor ieder contact met de patiënt of zijn directe omgeving worden handschoenen aangetrokken. De handen worden vooraf ingewreven met handalcohol. - Draag een beschermende schort + masker indien contact met de patiënt of zijn directe omgeving. - Verwijder bij het verlaten van de kamer eerst de schort, dan de handschoenen, het masker en ontsmet vervolgens de handen met handalcohol. 3.3 Kleding van de patiënt - De patiënt mag eigen kleding dragen, indien die op 60°C gewassen kan worden. 3.4 Linnengoed - Voor linnengoed hoeven geen bijzondere maatregelen genomen te worden. 3.5 Serviesgoed - Voor serviesgoed hoeven geen bijzondere maatregelen genomen te worden. Er is geen indicatie voor het gebruik van disposable serviesgoed. Cave: plaats vuile plateaus nooit terug in de kar indien nog op te dienen maaltijden aanwezig! 3.6 Speelgoed - Eigen speelgoed van het kind is toegelaten indien vervaardigd uit materiaal dat tegen reiniging en desinfectie bestand is. Het speelgoed blijft op de kamer en mag niet door andere kinderen gebruikt worden. Bij het beëindigen van de isolatie of bij ontslag wordt het speelgoed gereinigd en gedesinfecteerd volgens procedure. - Speelgoed van het ziekenhuis blijft eveneens op de kamer en wordt gereinigd en gedesinfecteerd bij het beëindigen van de isolatie of voordat het door een ander kind wordt gebruikt. - De patiënten mogen gedurende hun ziekte niet naar de speelruimte. 3.7 Vervoer van de patiënt - Beperk het transport van geïnfecteerde patiënten tot het strikt noodzakelijke. Enkel dringende of niet uitstelbare zaken mogen buiten de kamer gebeuren. - De vervoersdienst en de afdeling waar de patiënt heen gaat, worden vooraf gewaarschuwd. pag. 3/3 - De patiënt wordt vervoerd met schone kleding en schoon beddengoed. - De patiënt past handhygiëne toe bij het verlaten van de kamer. - Vervang gecontamineerde PBM en pas handhygiëne toe alvorens de patiënt te transporteren. - De ontvangende afdeling neemt dezelfde maatregelen als hier beschreven. - Er zijn geen bijzondere maatregelen nodig bij het vervoer van een overleden patiënt. - Leer het kind een goede hoest- en nieshygiëne. Indien niet mogelijk en indien veelvuldig productief hoesten, voorzie het kind dan van een masker bij transport. 3.8 Bezoek - Bezoek van jonge kinderen wordt afgeraden. - Oudere kinderen (+6 jaar) mogen, onder begeleiding, alleen komen als ze zich aan de algemeen geldende regels voor bezoekers (kunnen) houden. - Bezoekers dienen voor en na afloop van het bezoek de handen in te wrijven met handalcohol. - Het wordt de bezoekers aangeraden nadien geen andere kinderen/baby’s of immuungecompromiteerde patiënten in het ziekenhuis te bezoeken. 3.9 Schoonmaak kamer - De kamer wordt minstens dagelijks gereinigd volgens procedure, met extra aandacht voor high touch oppervlakken (bedsponden, deurknoppen, belsystemen, nachttafels, …). - De kamer wordt steeds als laatste gereinigd. Er worden steeds nieuw sop en nieuwe sopdoeken genomen alvorens een andere ruimte te poetsen. - Na ontslag van de patiënt of bij het beëindigen van de isolatie wordt de kamer gereinigd en gedesinfecteerd volgens procedure, met extra aandacht voor de high touch oppervlakken. 3.10 Beëindiging van de isolatie - De isolatie mag worden beëindigd bij klinisch herstel van de patiënt. 4 Referenties 1. 2. 3. WIP. Contactisolatie kinderen. 2004. G. Demaiter. Ziekenhuishygiëne: beknopte praktijkgids. 2008. CDC. Guideline for isolation precautions: preventing transmission of infectious agents in healthcare settings. 2007.