VERSLAG - AZ Monica

advertisement
ZHH – P – aërogene isolatie
Ziekenhuishygiëne
Procedure: aërogene isolatie (code A)
Zoektermen
Isolatiebeleid,
In voege van
01/10/2010
01/10/2015
Versie
1
Pg
1/4
aërogene isolatie, A
Status
Definitief
Herziening op
Auteur
Mevr. L. Garitte
Handtekening
Verantw. dep.
Mevr. V Baekelandt
Handtekening
Machtiging
Mevr. G. Peeters
Handtekening
1 Toepassingsgebied
Volgende maatregelen dienen aanvullend genomen te worden op de standaard
voorzorgsmaatregelen (zie procedure ziekenhuishygiëne:
standaardvoorzorgsmaatregelen) bij patiënten die vermoedelijk of gekend geïnfecteerd
zijn met kiemen die zich langs aërogene weg verspreiden (zie procedure
ziekenhuishygiëne: indicaties voor isolatie).
2 Respiratoire staalname
De respiratoire stalen van patiënten verdacht van of gediagnosticeerd met tuberculose
(TBC) mogen nooit met de buizenpost naar het laboratorium verstuurd worden. Dit
zorgt voor aërosolvorming bij analyse.
3 Ruimte en materiaal
-
-
-
20/07/2017
Plaats de patiënt in een afzonderlijke kamer, bij voorkeur een isolatiekamer met
drukhiërarchie (creëer onderdruk).
Houd de patiënt op de kamer met een gesloten kamerdeur.
Aan de deur van de kamer wordt het type isolatie (hygiënekaart lucht)
weergegeven.
Zolang de patiënt niet in een geschikte kamer opgenomen kan worden, draagt hij
een masker en eerbiedigt hij de maatregelen van hoesthygiëne.
Materialen voor gebruik bij de patiënt zijn bij voorkeur disposable of zoveel
mogelijk patiëntgebonden. Het is verboden grote voorraden verpleegartikelen
aan te leggen in de kamer.
Herbruikbaar medisch en verpleegkundig materiaal dat in contact met de patiënt
geweest is moet worden gereinigd en gedesinfecteerd alvorens voor een andere
patiënt te gebruiken.
Na het beëindigen van de isolatie wordt de voorraad disposable materiaal uit de
kamer vernietigd.
Een uitgeprinte procedure is maximum 1 maand geldig
pag. 2/4
4 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
-
Voor het betreden van de kamer wordt steeds een mondneusmasker gedragen.
In geval van open longtuberculose, larynxtuberculose en SARS zijn
bijzondere ademhalingsmaskers (type FFP2) vereist.
Aantrekken en verwijderen van PBM
- Indien kamer met SAS: het masker aantrekken en verwijderen in het SAS.
- Indien kamer zonder SAS: masker aantrekken en verwijderen op de gang.
- Controleer het masker op luchtlekken alvorens de isolatiekamer te betreden door
krachtig uit te ademen. Indien lucht ontsnapt t.h.v. de neusbeugel dan moet men
deze hervormen.
5 Kleding van de patient
-
Het dragen van eigen kleding door de patiënt is toegestaan.
6 Linnengoed
-
Voor linnengoed hoeven geen bijzondere maatregelen te worden genomen.
7 Serviesgoed
-
Voor serviesgoed hoeven geen bijzondere maatregelen te worden genomen. Er
is geen indicatie voor het gebruik van disposable serviesgoed.
8 Vervoer van de patient
-
-
Beperk het verplaatsen en vervoeren van de patiënt tot het strikt noodzakelijke.
Enkel dringende of niet uitstelbare zaken mogen buiten de kamer gebeuren.
De vervoersdienst en de afdeling waar de patiënt heen gaat, worden vooraf
ingelicht over de isolatie en eventueel te nemen maatregelen.
De patiënt wordt vervoerd met schone kleding en schoon beddengoed.
De patiënt past handhygiëne toe bij het verlaten van de kamer.
De patiënt wordt een ultrafiltrerend mondneusmasker (FFP2) voorgedaan.
(de WIP heeft gekozen om het chirurgisch mondmasker aan te bevelen omdat
naar hun oordeel het dragen van een FFP2 masker door de patiënt te belastend
is.)
De ontvangende afdeling neemt dezelfde maatregelen als hier beschreven.
Er zijn geen bijzondere maatregelen nodig bij het vervoer van een overleden
patiënt.
9 Bezoek
-
Bezoekers dienen zich vooraf te melden bij de verpleging.
pag. 3/4
-
-
De verpleging dient het bezoek te instrueren omtrent de te nemen maatregelen
en dient erop toe te zien dat deze juist worden uitgevoerd.
Bezoek van jonge kinderen en vatbare personen (rubeola, varicella) wordt
afgeraden.
Oudere kinderen (+ 6 jaar) mogen, onder begeleiding, alleen komen als ze zich
aan de algemeen geldende regels voor bezoekers (kunnen) houden.
Het bezoek dient een mondneusmasker te dragen (type FFP2 indien vereist).
Het mondneusmasker wordt bij het verlaten van de kamer in het SAS of buiten
de kamer afgedaan.
Bezoekers dienen voor en na afloop van het bezoek de handen in te wrijven met
handalcohol.
10 Schoonmaak kamer
-
De kamer wordt dagelijks gereinigd volgens procedure.
Na ontslag van de patiënt wordt de kamer gedesinfecteerd volgens procedure.
De kamer dient minstens 1 uur goed verlucht te worden (alle ramen open met
gesloten deur) alvorens hierin een nieuwe patiënt op te nemen.
11 Afval
-
Zie procedure afval
12 Beëindiging van de isolatie
-
Is afhankelijk van type infectie en/of verwekker (zie procedure
ziekenhuishygiëne: indicaties voor isolatie).
13 Referenties
1. WIP. Aërogene isolatie. 2006.
2. M. Vandeputte. Hygiëne in het ziekenhuis: handboek infectiepreventie voor
verpleegkundigen. 2008.
3. G. Demaiter. Ziekenhuishygiëne: beknopte praktijkgids. 2008.
pag. 4/4
Download