van oerknal tot mens

advertisement
VAN OERKNAL TOT MENS
1. Evolutie vanaf het begin.
Voet aan wal
o 300 miljoen jaar BP : Amfibieën en reptielen
o 245 miljoen BP : eerste dinosauriërs
o 65 milj ( sec) kometen en meterorietenregen
Zoogdieren en vogels dominant
o 3 milj BP ( tertiair)
2. Argumenten voor evolutie.
1. Fossielen
= overblijfselen of afdrukken van organismen uit vroegere
tijdperken die op een natuurlijke manier bewaard zijn gebleven
Fossiele overgangsvorm : Archeopteryx
Fossiele vogel die kenmerken van reptielen heeft.
2.
Embryologie en vergelijkende anatomie van gewervelden
Embryonale ontwikkeling
Rudimentaire organen (overbodige)
Adaptatie
Homologe organen :- organen/skelet die dezelfde
oorsprong hebben
- Verschillen in functie
Analoge organen : - Niet uit eenzelfde structuur
- aanpassing aan milieu
 vergelijkbare functie.
3.
Convergente adaptatie/evolutie
Onafhankelijk van elkaar is er een ontwikkeling van
soortgelijk concept.
Bv. Torpedovorm,antivries,buidelzak,…
4.
Fylogenetische afstamming : moleculaire verschillen.
Men kan inschatten wanneer soorten uit elkaar evolueerden
= moleculaire klok hypothese
2 organismen behoren tot eenzelfde soort als ze hetzelfde aantal
chromosomen hebben en paarsgewijs op ieder chromosoom
evenveel nucleotiden.
3. Evolutietheorieën.
Het Lamarckisme
Uit interactie met omgeving ontstaan over lange periodes variaties en
aanpassingen die uiteindelijk erfelijk worden.
Darwin
Er is altijd variatie aanwezig binnen een soort als gevolg van
toeval en geslachtelijke voortplanting.
- Best aangepaste
- Beste overlevingskans
- Meeste kans om zich voort te planten
Evolutietheorie van Darwin
- Soort is veranderlijk.
- Strijd om het leven en overlevingskansen afhankelijk v/h milieu.
= Struggle for life
- De best aangepaste overleven
= Survival of the fittest
- Minder goed aangepaste dieren zullen uitsterven
= Natuurlijke selectie
4. Moderne evolutieleer.
Belangrijke factoren voor de evolutie




Ontstaan van variatie door mutaties (toevallige verandering genotype)
Geslachtelijke voortplanting (recombinatie )
Natuurlijke selectie
Isolatie
 Ethologische isolatie (zang van vogels)
 Geografische isolatie (vermenging niet meer mogelijk)
 Seizoenisolatie (verschillende voortplantingsperiode)
 Ecologische isolatie (bv. andere voedingniche (bodem-tak))
 Anatomische isolatie (verschillende lichaamsbouw)
Australopithecus afarensis
3,9-1,0 mj.
O-Z Afrika
Kleine tanden,kromme handen en tenen,eenvoudige werktuigen
Homo Erectus
1,9- 400 000 mj.
Afrika China Indonesië Europa
Ontdekken vuur en verlieten als eerste Afrika
Homo Neanderthalis
230 000-30 000 jaar
Europa Midden Oosten
Sterk en massief gebouwd,goede jagers,verbeterde werktuigen en vertonen zorggedrag.
Homo Sapiens
150 000-nu
Wereldwijd
Groter voorhoofd,uit zich via afbeeldingen en symbolen
Download