Datum: 12-10-2016 Onderwerp: Wijzigingen samenhangend met de overgang op nieuwe analyse-apparatuur voor de belangrijkste routinebepalingen Geachte collega, Op 18 oktober 2016 a.s. zal het Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium (KCHL) van het Groene Hart Ziekenhuis overgaan op nieuwe analyse-apparatuur voor de belangrijkste routinebepalingen. Met deze overgang zijn we in staat het testenarsenaal uit te breiden en de nieuwste technieken toe te passen voor het bepalen van de door U aangevraagde laboratoriumonderzoeken. Bovendien zal het laboratorium het komende half jaar bouwkundig worden aangepast om nog een tweede verbeterslag te kunnen realiseren, namelijk het koppelen van de nieuwe apparatuur aan een volledig geautomatiseerde track (loopband) in maart 2017. Wij vertrouwen er op hiermee ons diagnostische laboratoriumproces nog efficiënter en servicegericht aan u te kunnen aanbieden. De overgang op nieuwe analyse-apparatuur en andere methodes brengt voor een aantal bepalingen noodzakelijke wijzigingen met zich mee. Zo kunnen referentiewaarden zijn aangepast, o.a. door het afijken op de laatste Internationale Standaarden. Aangepaste referentiewaarden zullen in de rapportage duidelijk worden aangegeven. Hieronder hebben we de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij gezet. Nierfunctie: Voor kreatinine wordt de bepalingsmethode gewijzigd van de klassieke Jaffé in de enzymatische methode. De Jaffé methode kent beperkingen van een onder- of overschatting van de kreatinine concentratie door exogene en endogene stoffen. De enzymatische methode gebruikt specifieke enzymen en laat nauwelijks interferentie zien. De referentiewaarden en eGFR-berekening blijven hierbij ongewijzigd. Schildklierdiagnostiek: De TSH en vrij-T4 bepaling worden met nieuwe methodes bepaald met (enigszins) aangepaste referentiewaarden. Dit betekent dat u geringe verschillen kunt waarnemen in schildklierparameters bij het vervolgen van patiënten. Op basis van recente literatuur is onze verwachting dat het aantal gevonden patiënten met een subklinische hypothyreoïdie met de nieuwe TSH en vrij-T4 bepaling zal halveren. Subclinical hypothyroidism: a ‘laboratory-induced’ condition? K. Coene, A. Demir, M. Broeren, et al. European Journal of Endocrinology 2015; 173:4, 499–505. PSA: De nieuwe PSA bepaling is gebaseerd op de World Health Organization (WHO) International Standard (96/670). De bijbehorende leeftijdsafhankelijke referentiewaarden zijn als volgt aangepast: tot 50jr: <2,0 ug/l 50-59 jr: <3,0 ug/l 60-69 jr: <4,0 ug/l Vanaf 70 jr: <5,0 ug/l Troponine: De huidige cardiale Troponine T bepaling wordt gewijzigd in een cardiale Troponine I bepaling. Kwalitatief zijn beide testen even sterk. Troponine I is echter een ander eiwit dan Troponine T, waarmee ook de grenzen voor een acuut coronair syndroom veranderen. Nieuwe actiegrenzen die gebruikt worden door onze cardiologen zijn als volgt: Troponine (t=0) <40 ng/l: waarde ligt beneden het 99e percentiel van normale personen, hertesten na 3 uur. Troponine (t=0) 40-126 ng/l: mogelijk infarct/ACS, na 3 uur nogmaals meten (stijging >16ng/l duidt op myocard infarct). Troponine (t=0) >126 ng/l: duidt op een acuut coronair syndroom. Anemie en vitamine B12 protocol: Het bestaande vitamine B12 protocol blijft gehandhaafd met aangepaste afkapwaarden. Dit betekent dat we bij een dubieuze vitamine B12 waarde nog steeds een homocysteine toevoegen om een vitamine B12 tekort uit te sluiten of aan te tonen. Afkapwaarden zijn opnieuw kritisch beoordeeld en aangepast naar de nieuwe methoden rekening houdend met het NHG standpunt en het beperken van overdiagnostiek. In het kort worden de volgende actiegrenzen gehanteerd met de nieuwe assay: Vitamine B12 >275 pmol/l; vitamine B12 spiegel is normaal Vitamine B12 <165 pmol/l; vitamine B12 spiegel is verlaagd. 165 pmol/l <vitamine B12 <275 pmol/l; homocysteine wordt bepaald Homocysteïne <18,0 umol/l sluit een vitamine B12 deficiëntie vrijwel uit. Foliumzuur en ferritine worden beiden met de nieuwe bepalingsmethode gestandaardiseerd naar de World Health Organization (WHO) International Standard en geven daarmee wat lagere waarden en bijbehorende referentiewaarden. Leverfunctie: De directe bilirubinemeting zal conform het totaal bilirubine in concentratie (umol/l) worden gerapporteerd, in plaats van het huidige % van totaal bilirubine. Vanzelfsprekend worden doorbelgrenzen waar nodig aangepast aan de nieuwe in gebruik genomen bepalingen. Bij vragen kunt u contact opnemen met de dienstdoende klinisch chemicus, direct te bereiken op tel: 0182-505267 (toestel 5267). Voor meer informatie en achtergronden kan u ook terecht op de website https://www.ghz.nl/specialismen/klinisch-chemisch-laboratorium/ Namens de vakgroep Klinisch Chemici, Marieke Frasa, Jacques Hens, Jeffrey Keuren en Gideon Lansbergen