Beleggen in private equity of in beursgenoteerde bedrijven Lood om oud ijzer? VBA-lezing 2007 Jean Frijns 1 Onderwerpen • Het succes van private equity • Aantrekkelijkheid voor de belegger • Systeemrisico’s en maatschappelijke issues • Conclusies 2 Het succes van private equity • Groter aanbod risicodragend kapitaal • Superieur resultaat: hoe? – Superieure strategie en uitvoering – Betere Governance – Kapitaalmarkt arbitrage en timing – Leverage – Geen last van regelzucht en short termism 3 Groter aanbod risicodragend kapitaal • Venture Capital – Geen spectaculaire groei • Mid caps : gezonde groei • Aanbod in distressed situaties thans minder actueel, uitzonderingen als Chrysler daargelaten (Cerberus) • Spectaculaire groei; geen tekort aan kapitaal: mega deals 4 Global mid-cap buy-outs, under $500m Year Value, $bn No of deals 1997 30 400 1999 60 700 2001 38 500 2003 50 550 2005 95 1200 2007/1thQ 80 850 5 LBO’s in USA plus Europe Year Value, $bn 1999 80 2001 50 2003 100 2004 150 2005 280 2006 440 6 Superieure strategie en uitvoering: Venture Capital • • • • • Pick the likely winners Lange horizon nodig: nurture Geen mogelijkheden tot leverage Skill gedreven, lage succeskans Verkoop aan strategic buyer, IPO is uitzondering 7 Superieure strategie en uitvoering: Mid Caps • Vergroot winstgevendheid • Verhoog kapitaalproductiviteit: verkoop non-core assets, securitiseer vorderingen • Vergroot totale productiviteit: kostenreductie (heronderhandel bestaande contracten) • Discipline in uitvoering • IPO vereist buy and build strategie 8 Distressed companies en PE – Kapitaalinjectie – Herschikking financiële structuur • Debt wordt equity • ESOP’s – Timing aspect belangrijk 9 An ESOP to the worker • ESOP is an Employee Share-Ownership Plan • Examples – United Airlines, in 1994 55% to ESOP, in 2002 UA entered bankruptcy – 2007, Tribune bought by Sam Zell for $8.2 bn, equity stake Zell is $315 mln, ESOP will borrow the rest in return for equity – 2007, Chrysler: ESOP in exchange for giving up pension and health care claims 10 Grote public-to-private deals • Aanbod of vraaggedreven? • Focus op companies met stabiele cash flows • Wat kan PE toevoegen – Herschikking strategie – Herschikking financiële structuur w.o. vergroting leverage – Discipline in uitvoering 11 Top 10 private equity deals in US Year Value, $bn Target Acquiror 2007 44.4 TXU KKR, TPG 2006 37.7 Blackstone 2006 32.1 Equity Offices HCA 1998 30.2 2006 27.5 RJR Nabisco Kinder M. BainCapital KKR KKR GS Capital 12 Top 5 private equity deals in Europe Year Value, $bn Target Acquiror 2007 16.6 Boots KKR 2006 11.3 VNU Valcon Acq 2005 10.6 TDC 2006 10.4 AWG Nordic Teleph.. Osprey Ac. 2006 9.5 Philips semicond. KKR 13 Groeistrategie grote public companies • Endogene groei, oa via portfolio of ventures • Consolidatie strategie via gerichte overnames • Groei als doel: alles of niets fusies of overnames: sprong in het donker • Conglomoraatsstrategie: portfolio van ondernemingen • PE ontmantelt resultaten niet-succesvolle groeistrategie 14 Bijsturing strategie via PE of via AVA? • Wijziging strategie door PE – PE is dure methode; echter strategiewijziging kan in stilte – Rol zittend management: PE is ‘vriendelijk’ voor zittend mangement ( transparantie over ‘change of control clauses’ gewenst) • Discipline via actieve aandeelhouders? – Actieve aandeelhouders belagen publieke onderneming en ‘zetten management in hun hemd’ – Lagere transactiekosten dan bij PE 15 Het governancemodel van PE • PE streeft naar control over onderneming – Aandeelhouder schrijft strategie voor, bepaalt financiële structuur en bepaalt exit – GP levert zonodig strategische expertise en bemiddelt bij verkrijgen bankleningen – Dit staat op gespannen voet met verantwoordelijkheden bestuur onder NL vennootschapsrecht • Aandeelhouder oefent strak toezicht uit – Direct via frequente rapportages – Indirect via benoeming RVC – Bestuur is zetbaas 16 Het governancemodel van PE (vervolg) • Aanvullende governance instrumenten – Alignment of interests via aandeelhouderschap management – Hoge leverage werkt disciplinerend, ook naar andere stakeholders in de onderneming • Banken bereid tot hoge leverage vanwege strakke governance (zo luidt het verhaal) – Door private karakter ontbreekt noodzaak tot publieke verantwoording en is slagvaardig optreden makkelijker 17 Kapitaalmarkt arbitrage en timing • Buy low, sell high: aankoopmultiple lager dan exit multiple door – – – – Koop in private markt, verkoop in public market Koop distressed companies Koop in distressed markets Dit is niet het dominante model van dit moment • Profiteer van kapitaalmarkt inefficienties – Lage credit spreads: thans zeer aantrekkelijk – Premies of discounts voor ICT, conglomoraatskorting: PE volgt opportunistische koers: vorm van arbitrage 18 Impact van leverage en credit spread arbitrage • Financiering met geleend geld: senior, high yield en mezzanine – Senior corporate debt: tussen 50 en 250 bp; nu ca 100 bp – High yield: spread tussen 270 en 900 bp; nu ca 300bp – Mezzanine; thans tussen 750 en 1000bp • Waardering publieke aandelenmarkt geeft conglomoraatskorting: – waarde totaal < som der delen 19 Leverage • Door hogere leverage dan standaard in markt worden middelmatige resultaten opgepimt • Waarom hebben veel publieke ondernemingen zulke lage leverage – Pecking Order Theory: is wel handig (zie oo Arnott en Asness over verband tussen groei en ingehouden winst) – Angst voor deconfiture individuele onderneming (specifiek risico) minder groot bij GP (portefeuille diversificatie) 20 Geen last van regelzucht en short termism • Transparantie-eisen gering: feitelijke transparantie ook • Weinig regels, veel contracten: een ‘lawyers paradise’ • Geen kwartaaldata maar maandcijfers naar aandeelhouder • Horizon is 2 tot zes jaar: hoge rendements-eis betekent dat tijd kostbaar is 21 Aantrekkelijkheid voor de belegger • • • • • • Steeds meer geld naar private equity Governance model PE Verbreding universum Rendement toont grote spreiding Gemiddeld rendement Risk adjusted performance 22 Steeds meer geld naar private equity • Omvang committed capital toont sterke groei – Opkomst megafunds – Is groei vraag – of aanbodgedreven? – GP zelf is initiërende partij; ophalen geld thans erg eenvoudig 23 Institutional investments in PE, in US and Canada Year Value, $bn 1995 60 % allocation by pension funds 5% 1997 90 5% 1999 150 7% 2001 220 7% 2003 180 7% 2005 140 7% 24 Buy-out funds raised Year Value, $bn No of funds 2003 40 64 2004 60 95 2005 140 156 2006 220 189 2007, 1th Qrt 200 >200 25 5 largest buy-out funds Year Size, $bn Fund status 2007 19 GS Capital Open 2007 17 KKR 2006 15.6 Blackstone Completed 2006 15 2007 15 Texas Pacific Carlyle Open Completed Open 26 Governance van het PE partnership • PE lost PA-probleem voor belegger op maar creëert nieuwe laag van PA problemen • LP’s moeten vertrouwen hebben in GP – LP’s hebben geen control over GP – Alignment of interests via carried interest en eigen geld GP in partnership • Gedwongen ontbinding na x jaar – Macht beleggers bij nieuwe fondswerving – Systeem steunt op reputatie 27 PA problemen bij PE partnership • Starten megafund zeer lucratief voor GP – Hoge vaste fee over committed capital – GP deelt in upside maar heeft alleen downside over eigen inbreng – Cijfers in ‘private placement memorandum’ vertekend door weglaten ‘living dead’ • Carried interest mechanisme krachteloos bij ‘ongelukkige’ jaargangen 28 Verbreding universum • Traditionele argument voor PE is verbreding universum – Geeft institutionele beleggers toegang tot private market – Voorbeeld ‘3i’ is beursgenoteerd fonds met portefeuille van voornamelijk private-to-private deals in mid-cap segment • Megafunds richten zich op public-to-private deals en zijn dus substituut voor publieke markten – Legitimering bestaansrecht is superieure performance 29 Rendement toont grote spreiding • Spreiding over vintages • Spreiding over GP’s – Top-quartile versus mediaan – Persistentie in top-quartile performance (zo lang als het duurt) • Spreiding over groepen beleggers 30 Rendement Europees PE 2006, bron EVCA Categorie Topsegment Gemiddelde Startkapitaal 23.5 6.4 Overnames 37.6 13.7 Totaal 29.1 10.3 31 Historical Net IRR’s, vintages 1989-1994, GSAM 2001 Sample size Upper quartile Median Lower quartile USA Liquid. 315 US Unliq. 1115 Europe Liq. 75 Europe unliq 495 17.1% 23.8% 12.9% 17.1% 9.5% 10.7% 5.2% 6% 2.5% 0.5% -2.8% 0% 32 Average return from PE, between 1991 and 2001, J Lerner Investor Average return Endowment 21% Public pension fund 7.5% Insurance company 6% Corporate pension fund 5% Funds of fiunds -2% Banks -3% Others 4% 33 Verklaring grote verschillen • Timing is belangrijk – PE is bet op ontwikkeling waardering publieke markt cq PE ontvangt beloning voor beschikbaar stellen kapitaal als de risico-aversie groot is • Skills zijn belangrijk – PE is een ‘alpha play’ – Skills zijn zeldzaam, ook in PE wereld • Andere meer generieke factoren achter succes PE (governance, focus etc) zouden tot uiting moeten komen in superieure gemiddelde performance cijfers 34 Gemiddeld rendement • IRR lastige maatstaf • Ongewogen en gewogen IRR laten grote verschillen zien – Weging met ‘capital invested’ danwel ‘duration value weights’ leidt tot halvering gemiddelde IRR (studie Phalippou) • IRR bruto of netto maakt wereld van verschil – Studie Phalippou (UVA), ca 7% per jaar 35 Risk adjusted performance • Risicometing bij PE – Stale prices hebben impact op risico- en correlatiemeting – Smoothing resultaten PE reduceert sigma maar ook correlatie met genoteerde aandelen • Leverage vergroot risico – Beta risico gaat proportioneel mee • Na correctie voor hoge kosten en hogere beta is performance voor beleggers gemiddeld negatief (vaak zelfs dramatisch negatief) 36 Swensen (2000) • 542 buy-out deals between 1987 and 1998 • ‘pooled’ gross rate of return 48%; net of fees rate of return 36% • Similarly sized S&P benchmark, after adjustment for leverage, would substantially outperform PE • For the Yale portfolio the figures were – Yale invested in 118 of these 542 deals – Gross rate of return 63%, net RoR 48% – Levered S&P benchmark 41% 37 Citybank, 2006 • Citybank public equity reseach team compared buy out funds with PanEuropean mid-cap stocks over last ten years – Net IRR buy-out 14.3% – Leveraged benchmark 38.4% • “the higher fees of PE will ultimately be paid out of hard-earned pensions and savings” 38 Rendement PGGM, 2002-2006 • Genoteerde aandelen – Meetkundig gemiddelde 8.5% – Standaard afwijking 17% • Private equity – Meetkundig gemiddelde 11.4% – Standaard afwijking 18% • Correlatiecoefficient 0.77 39 Waarom beleggen in PE? • Strategische motieven – Banken via captives • Verbetering risicoprofiel institutionele belegger – Verbreding universum – Perceptie lage correlatie met public equity – Hoger Beta-risico valt weg tegen smoothing korte termijn volatiliteit • De ‘illusie’ van alpha selectie: “iedereen ziet zichzelf in top kwartiel” 40 Systeemrisico’s en maatscahappelijke issues • Zijn er systeemrisico’s? • De maatschapplijke rol van PE 41 Zijn er systeemrisico’s? • Direct kapitaal verschaft aan PE is klein deel totale allocatie en bovendien breed gespreid – GP zelf streeft ook naar diversificatie in portefeuille • Concentratierisico’s groter bij verstrekte bankleningen aan LBO’s – Zicht op risico’s verdwijnt door securitisatie en uitponding – Securitisatie leidt op zich tot grotere spreiding • Door hoge leverage LBO’s is kans groter dat individuele LBO in problemen raakt – Herfinanciering gemakkelijker door volwassen financiële markten (bestaande kapitaalverschaffers zijn de dupe) – Onderneming verdwijnt; activiteiten worden voortgezet 42 Risicomanagement van PE Risicomanagement – GP beheert portefueille call opties – Stijging volatiliteit verhoogt waaarde portefeuille, ondanks grotere kans dat individule call optie ‘out of the money’ eindigt – GP volgt risicozoekende strategie: hoge leverage, gedurfde overnames etc – GP krijgt ‘oneindige’ Amerikaanse optie: uitoefenen call optie als markt gunstig is: • Weinig animo voor investeringen met lange lead time • Bij tegenvallende markt of resultaten: wachten op betere tijden 43 Maatschappellijke issues • Voegt PE waarde toe? – Afgaande op gerealiseerd rendement: neen • Zeker niet na correctie voor risico en kosten – Echter deel waardecreatie wordt naar voren gehaald en aan verkoper betaald • Vergroting aanbod risicodragend kapitaal in small en midcap segment is positief • Hoe zit dat bij grote public-to-private deals? 44 Maatschappelijke issues, vervolg • Grotere kans dat individuele onderneming in financiële problemen komt – Nog weinig evidence – Ook niet in post-IPO fase • Grotere inkomensongelijkheid – Voor Nederlandse begripen ongehoord • Einde van stakeholdersmodels – Dominantie aandeelhouders evident 45 Wie profiteert van PE? • De verkoper: meestal wel – Bij kleine ondenemingen risico van teleurstelling achteraf: ziitend familiemanagement vliegt eruit • De GP: ja en hoe! • Het zittend management: vaak wel en hoe! • De investeerder in equity: vaak niet maaar ‘eigen schuld, dikke bult’ • De verschaffer van vreemd vermogen: hangt van credit cycle af; thans niet attractief lijkt het • De samenlevoing als geheel: beeld gemengd maar overwegend positief – Wel overgang naar aandeelhoudersmodel 46 Conclusies in de vorm van stellingen • De kracht van PE ligt in beter governance • • • Als het zo simpel was Voorzover dat waar is is dat krachtige case voor activistische aandeelhouders PE is verschaffer risicodragend vermogen als dat echt nodig is • • Dat is één facet maar niet meest belangrijke PE is vooral financiële arbitrage • • Vormt belangrijk onderdeel PE leeft in symbiose met publieke markt 47 Stellingen, vervolg • PE is superieur aan public equity – Neen, wel complementair • PE weerspiegelt de dwaasheid van beleggers – Tot op zekere hoogte, ja • PE heeft maatschappelijke meerwaarde – Ja in bepaalde segmenten – Neen voor grote publieke onderneming 48