Wisselwerking De zwaartekracht en de elektromagnetische krachten zijn de bekendste voorbeelden van fundamentele wisselwerkingen. De eerst genoemde speelt bij elementaire deeltjes geen rol. De elektromagnetische wisselwerking is verantwoordelijk voor de aantrekkingskracht tussen ladingen en magneten, maar ook voor elektromagnetische golven. Licht is een voorbeeld van een elektromagnetische golf en in hoofdstuk 29 van Physics wordt uitgelegd dat op atomair niveau licht een deeltjeskarakter vertoont. Het blijkt dat op dit niveau élk elektromagnetisch verschijnsel moet worden beschreven in termen van deze fotonen. De quantummechanische theorie van het elektromagnetisme is in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld en het is de meest nauwkeurige theorie fysische theorie die we kennen. Er zijn verschijnselen bekend waarin deze theorie in staat is meetresultaten te voorspellen met een nauwkeurigheid van 12 significante cijfers. Om tot zulke nauwkeurige resultaten te komen moet er zeer veel gecompliceerd rekenwerk worden verricht. Om dit rekenwerk in goede banen te leiden ontwikkelde Richard Feynman een grafisch hulpmidddel: het Feynmandiagram. De volgende tabel toont een aantal voorbeelden van Feynmandiagrammen voor elektromagnetische processen. 1 2 3 Dit is een diagram voor de afstotende wisselwerking tussen 2 elektronen. Links de elektronen voor de wisselwerking, recht na de wisselwerking. De golflijn stelt het foton voor. Aan de ruimtelijke eigenschappen van een diagram moet niet veel betekenis worden toegekend. Er is spraken van uitzenden en absorberen van een foton. Voor de wisselwerking tussen een elektron en een positron zijn twee van zulke diagrammen mogelijk (2 en 3). Als beide diagrammen in de berekening worden meegenomen resulteert dit in een aantrekkende kracht. Als de kracht nauwkeuriger moet worden berekend, dan moet bijvoorbeeld ook diagram 4 worden meegenomen. Als een elektron en een positron elkaar aantrekken, moeten we er volgens de theorie van uitgaan dat de processen van de diagrammen 2 en 3 beide plaatsvinden. Dit is vergelijkbaar met het elektron bij het dubbelspleetexperiment dat door 4 5 beide spleten tegelijk gaat (zie §29.5) Hoe meer knooppunten een diagram heeft, hoe kleiner de bijdrage van dat diagram aan de volledige berekening van de aantrekkende kracht. Het aantal verschillende diagrammen dat mogelijk is wordt echter ook steeds groter. En bij elk diagram hoort een andere berekening. Dit is een diagram dat hoort bij het proces 6 7 8 . Een foton met een energie groter dan 10,22 MeV kan veranderen in een elektron-positron paar. Deze paarproductie kan alleen plaatsvinden in de buurt van een ander geladen deeltje. In dit diagram is dat een proton. Dit diagram hoort bij een wisselwerking tussen een elektron en een proton. Als het elektron voldoende energie heeft (>2 GeV) is de golflengte van het elektron (zie §29.5) zo klein, dat het met de afzonderlijke quarks in het proton kan wisselwerken. Het neutrale pion is een deeltje met een gemiddelde levensduur van: 8,4.10-17 s. Het vervalt in 2 fotonen. Dit diagram beschrijft het verval van het Het bovenste foton wordt uitgestraald als het d-quark versnelt, het onderste foton ontstaat als het dquark annihileert met het anti-dquark. Ook het diagram waarin het anti-d-quark versnelt moet in de volledige berekening van de levensduur worden meegenomen. Elementaire knooppunten van de elektromagnetische wisselwerking Alle diagrammen die puur elektromagnetische wisselwerkingen beschrijven kunnen worden opgebouwd uit drie elementaire knooppunten: emissie/absorptie annihilatie creatie In deze diagrammen kan een willekeurig deeltje (dus ook een ant-deeltje!) met elektrische lading zijn en is het antideeltje van . Het eerste diagram kan zowel het uitzenden als het absorberen van een foton beschrijven. Het uitzenden van een foton kan het deeltje niet in een ander deeltje veranderen. opdracht A Schets de diagrammen van de volgende elektromagnetische processen: 9 proces Comptonverstrooiing besproken in §29.4 10 Elektron-positron-annihilatie §32.6 11 Remstraling §30.7 voorbeeld De zwakke wisselwerking Omdat de beschrijving van de elektromagnetische wisselwerking met behulp van het foton zo succesvol was, werd deze methode ook toegepast bij de andere fundamentele krachten. Voor de zwakke wisselwerking blijken er 3 wisselwerkingsdeeltjes nodig te zijn. De zogenaamde vectorbosonen: W+, W- en Z0. De zwakke wisselwerking is een belangrijke kracht, omdat alle deeltjes deze kracht ervaren, en omdat dit de enige kracht is die quarks van de ene in de andere smaak kan veranderen. De volgende tabel toont een aantal voorbeelden van Feynmandiagrammen voor ‘zwakke’ processen. 12 Wanneer er neutrino’s betrokken zijn bij een proces, dan moet er spraken zijn van zwakke wisselwerking. Hiernaast wordt een diagram van het verval van een muon getoond. De behoudswetten van leptongetal zijn een gevolg van het feit dat in de knooppunten met een vectorboson alleen leptonen van dezelfde familie kunnen worden gekoppeld. 13 14 15 16 17 18 Dit is het diagram van het verval van een positief pion. In het linker knooppunt zien we dat twee verschillende quarks kunnen koppelen aan een vectorboson. De zwakke wisselwerking is ooit geïntroduceerd om het verval van neutronen te beschrijven. Hier zien we het diagram. Onder uitzending van een W- verandert een d-quark in een u-quark. Neutrino’s kunnen worden verstrooid aan een proton. In het eenvoudigste diagram dat bij dit proces hoort zal de wisselwerking via het neutrale vectorboson verlopen. Het K0 mesonen zijn zwaar genoeg om te vervallen in een muon-paar. Het verval wordt echter nooit waargenomen. Blijkbaar is het hier getoonde diagram niet mogelijk. Het Z0 kan (in tegenstelling tot de geladen broers) niet aan verschillende quarks koppelen. Dit diagram toont een andere manier waarop het neutrale kaon zou kunnen vervallen in een muon-paar. Alle knooppunten in dit diagram zijn correct en worden in andere processen wel ‘waargenomen’. Het feit dat dit verval desondanks niet werd waargenomen was aanleiding om een 4e quark te voorspellen: het charm-quark. Zie diagram 18. Dit diagram is gelijk aan diagram 17, met één verschil: het u-quark is vervangen door een c-quark. Het verval van het kaon kan nu dus op twee manieren. Echter: deze twee diagrammen hebben in het achterliggende wiskundige formalisme een tegengesteld teken: ze interferenen elkaar weg. Dankzij het bestaan van het c-quark kan het kaon nog steeds niet vervallen in een muon-paar. Elementaire knooppunten van de zwakke wisselwerking De deeltjes a en b zijn óf beide leptonen van dezelfde familie óf beide quarks. Er zijn ook nog knooppunten mogelijk tussen de vectorbosonen onderling. opdracht B Schets de diagrammen van de volgende zwakke wisselwerkingsprocessen. 19 20 21 De sterke wisselwerking Alleen quarks ervaren de sterke wisselwerking. Dat komt omdat de quarks een speciale lading hebben, die wordt aangeduid met de term kleur. Deze lading is er in 3 soorten die worden aangeduid met de termen rood, groen en blauw. Deze kleurlading heeft niets te maken met ‘kleur’ in de dagelijkse betekenis van het woord. De wisselwerkingsdeeltjes voor deze kracht worden gluonen genoemd. Bijzonder is dat deze wisselwerkingsdeeltjes zelf ook kleurlading bezitten. Ze kunnen dus ook met zichzelf wisselwerken. Dit geeft deze kracht een heel andere aard dan de elektromagnetische of de zwakke kracht. De sterke kernkracht tussen quarks wordt bijvoorbeeld groter als de quarks verder bij elkaar vandaan raken. De gluonen hebben geen massa en geen elektrische lading. voorbeelden 22 23 24 Een bestaat uit 3 up-quarks. Het deeltje is heel instabiel en een deel van de energie kan via een gluon worden omgezet in een d-quark-paar. Zo valt de uiteen in een proton en een . Een elektron probeert een dquark uit het proton te slaan. De bindingsenergie neemt snel toe (want de quarks trekken elkaar sterk aan) en uit die energie maakt het gluon een d-quarkpaar. Die quarks verbinden zich tot een proton en een . Dankzij de werking van de gluonen kunnen het proton en het neutron een uitwisselen. Deze pionuitwisseling leidt tot een sterke binding tussen de nucleonen. 25 Het produceren van nieuwe hadronen verloopt vrijwel altijd via gluonen. Hier wordt een proton beschoten met een meson. Uit de energie ontstaan 2 gluonen die zorgen voor extra s-quarks. Zo kan het deeltje ontstaan. Elementaire knooppunten van de sterke wisselwerking Gluonen kunnen worden uitgestraald of geabsorbeerd door een quark. Het quark krijgt hierbij een ander kleurlading, maar kan zo niet van smaak veranderen. Ook kunnen quarkanti-quark-paren opgaan ín of ontstaan uit een gluon. Omdat gluonen zelf ook keurlading hebben, kunnen ze met zichzelf wisselwerken en wel op twee manieren. De accenten in de diagrammen geven aan dat de deeltjes van kleur veranderd kunnen zijn. opdracht C Schets Feynmandiagrammen voor de volgende processen, die waar mogelijk via de sterke wisselwerking verlopen. 26 27 28 wisselwerking samenvatting kracht E.M. symbool lading massa 0 0 zwakke W+ WZ0 g sterke +1 -1 0 0 Het foton is stabiel, maar kan in wisselwerking wel materialiseren (diagram 6). 81 GeV Deze vectorbosonen zijn instabiel en hebben -25 81 GeV een gemiddelde levensduur van ca 3.10 s. 91 GeV 0 Gluonen lijken op fotonen maar zijn vanwege hun kleurlading zeer sterk gebonden aan de quarks. regels voor Feynmandiagrammen 1. Alleen deeltjes met elektrische lading koppelen aan fotonen. 2. Alleen quarks en gluonen koppelen aan gluonen. 3. In elk knooppunt is er behoud van elektrische lading. 4. Bij een knooppunt met leptonen zijn de leptonen allemaal van dezelfde familie. 5. Alleen bij een knooppunt met een geladen vectorboson kunnen quarks van smaak veranderen. opdracht D Probeer op basis van wat je geleerd hebt over het quarkmodel en de wisselwerkingen een verklaring te geven voor de wet van behoud van baryongetal. het rekenwerk De volgende figuur ligt een tipje van de sluier op waar het gaat om het rekenwerk dat achter de diagrammen schuil gaat. Voor elke lijn en elk knooppunt in een diagram is er een wiskundige uitdrukking. Voor een volledig diagram moeten al deze factoren worden gecombineerd en moeten en flinke integralen worden uitgerekend.