Inhoudsopgave functieboek SKOE

advertisement
Stichting Katholiek Onderwijs Enschede
Stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs
Functieboek
St. KOE
Vastgesteld in januari 2010
1
Inhoudsopgave functieboek SKOE
Versie 2.1
19 januari 2010
Inleiding
Informatie over functiewaardering en functiedifferentiatie
Het functiewaarderingssysteem voor het primair onderwijs
3
4
4
OOP
Schoonmaker
Medewerker met concierge taken (ID-er)
Medewerker met administratieve taken (ID-er)
Lokaalassistent (ID-er)
Conciërge
Klassenassistent
Administratief medewerker
Onderwijsassistent
Secretaresse
Leraarondersteuner
Maatschappelijk medewerker
Logopedist
Beleidsmedewerker
Bovenschools ICT coördinator
Orthopedagoog/Psycholoog
7
8
9
11
12
14
16
18
20
22
24
27
29
31
34
OP
Vakleraar LA
Vakleraar LB
Leraar basisonderwijs LA
Excellente leraar basisonderwijs LB
Leraar Speciaal (basis)onderwijs LB
Gespecialiseerde leraar speciaal basisonderwijs LC
37
39
42
45
53
56
Management
Middenmanager AB
Middenmanager AC
Directeur DB
Directeur DC
Algemeen adjunct directeur
Algemeen directeur
61
64
67
70
73
75
2
Inleiding
Voor u ligt het functieboek van de St. KOE. Het beschrijft alle bestaande en evt. in de
toekomst wenselijke/mogelijke functies binnen onze stichting. Alle functies zijn beschreven
en gewaardeerd door drs. R.W. Mentink, SPO gecertificeerd en geregistreerd Fuwasys
adviseur.
De st. KOE heeft er dus niet voor gekozen gebruik te maken van de voorbeeldfuncties, maar
heeft alle functies opnieuw laten beschrijven en waarderen. In veel gevallen wijken de
functies overigens niet veel af van de voorbeelfuncties, echter in een aantal gevallen hebben
we echt voor een eigen beschrijving gekozen. Hierover is ook uitvoerig overleg met de
achterban geweest.
Het functieboek is in 2010 vastgesteld door het bestuur van de St. KOE en de PGMR heeft
hierop instemming verleend.
De St. KOE heeft ervoor gekozen een relatief eenvoudig model van functiegebouw te
hanteren. Doel daarbij is behoud van flexibiliteit en ruimte voor maatwerk binnen de
schoolorganisaties. Het organogram van de St. KOE ziet er als volgt uit:
Algemeen directeur
Adjunct algemeen directeur
Directeur
Middenmanager
Leerkrachten en onderwijs ondersteunend personeel
De functies hebben we gegroepeerd in 3 groepen:
 Onderwijsondersteunend Personeel (OOP)
 Onderwijsgevend Personeel (OP)
 Management
Dit functieboek is tot stand gekomen met grote betrokkenheid van iedereen binnen de
organisatie. Het speelt niet alleen in op de wens die werd uitgesproken in het strategisch
beleidsplan 2006-2010 om ons functiebouwhuis te vernieuwen, maar past ook naadloos in
een landelijke ontwikkeling die zich daarna voordeed: de functiemix.
Wij denken dat we met dit functieboek de komende jaren op een goede wijze verder te
kunnen werken op een wijze die past bij onze organisatie op stichtings- en op schoolniveau.
Januari 2010
Rob van der Vegt
Algemeen directeur
3
Informatie over functiewaardering en functiedifferentiatie
Wat is functiewaarderen?
Wel beschouwd is de term ‘functiewaarderen’ ongelukkig gekozen. Bij waardering denken we
meestal aan persoonlijke appreciatie, individuele erkenning, een schouderklopje. Het gaat
dan om de vraag of je wel of niet wordt gewaardeerd als mens, als collega.
Functiewaarderen is een andere manier van waarderen. Het is een methode om op grond
van objectieve criteria op een systematische manier functies te wegen en te ordenen. Dat
gebeurt met behulp van een wegings- of meetinstrument. Het doel van functiewaarderen is
om een evenwicht te bereiken tussen bezoldigingsverhoudingen volgens het principe
‘gelijkwaardig werk, gelijke beloning’. Maar ook om structuur aan te brengen in de
organisatie en te komen tot rechtvaardig sociaal beleid. Door middel van functiewaarderen
kan een bepaalde (maximum)salarisschaal gekoppeld worden aan een bepaalde functie. Om
een functie te kunnen waarderen is een goede functiebeschrijving noodzakelijk.
Wat is functiewaarderen niet?
Functiewaarderen is niet een oordeel vellen over een functionaris: het zegt niets over het
functioneren zelf. Het gaat om de activiteiten, taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden die bij een functie behoren en niet om de wijze waarop die taken
worden uitgevoerd. Functiewaarderen gaat ook niet over de vraag of je het druk hebt. Heel
veel dezelfde (eenvoudige) taken leiden niet tot een hoge(re) waardering van de functie en
dus niet tot een hoger salaris.
Functiedifferentiatie
Functiedifferentiatie (het creëren van nieuwe/andere functies binnen de school) en
functiewaardering zijn belangrijk voor een goed en integraal personeelsbeleid. Het biedt de
mogelijkheid om naar eigen inzicht een functiebouwwerk te maken. Dat wil zeggen dat een
instelling zelf kiest welke (soorten) functies ze ‘in huis wil hebben’, bijvoorbeeld:
lerarenondersteuner, leraar, senior leraar, of bouw-coördinator, integraal directeur of
bovenschools directeur. Dat veronderstelt dat de doelstellingen van de school duidelijk
omschreven zijn. Zo kan vanuit de eigen doelstellingen (en natuurlijk rekening houdend met
de besteedbare middelen) de ene school kiezen voor meer lerarenondersteuners, een ander
voor een conciërge, een andere voor meer seniorleraren en weer een andere voor bouwcoördinatoren. Kortom: functiedifferentiatie is een beleidskeuze, terwijl functiewaarderen
een instrument is om de bijpassende bezoldiging en bezoldigingsverhoudingen vast te
stellen.
De betrokkenheid van het personeel en de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad
(P(G)MR) bij functiedifferentiatie en de toepassing van het functiewaarderingssysteem is
essentieel.
Het functiewaarderingssysteem voor het primair onderwijs
Aanleiding
De basis van het functiegebouw in het primair onderwijs wordt gevormd door zogenaamde
normfuncties. Deze functies waren vroeger te vinden in het Rechtspositiebesluit WPO/WEC.
Het Rechtspositiebesluit is per 1 augustus 2006 afgeschaft. Sindsdien staan de normfuncties
in een bijlage (VII) van de cao po. Het gaat dan om korte taakkarakteristieken en een
bijbehorende salarisschaal.
Daarnaast bestaan er in het primair onderwijs ook niet-normfuncties. Die zijn ontstaan
omdat steeds meer scholen gebruik maken van de mogelijkheid om af te wijken van de
normfuncties door op de eigen situatie toegesneden functiebeschrijvingen op te stellen:
4
functiedifferentiatie. Deze niet-normfuncties werden tot 1 augustus 2006 meestal
gewaardeerd met behulp van een Fuwasys-variant, met name FUWA VO 2002.
Omdat de behoefte om functiedifferentiatie in het primair onderwijs toe te passen toenam, is
er een Fuwasys-variant speciaal voor het primair onderwijs ontwikkeld: FUWA PO. Vanaf 1
augustus 2006 moeten alle niet-normfuncties die ontwikkeld worden met behulp van het
functiewaarderingssysteem FUWA PO beschreven en gewaardeerd worden.
Wat is FUWA PO?
FUWA PO is een geautomatiseerd functiewaarderingssysteem dat bestaat uit een
meetsysteem en een set van ongeveer 25 voorbeeldfuncties die relevant zijn in het primair
onderwijs. Geautomatiseerd wil overigens beslist niet zeggen dat we te maken hebben met
een automaat waarmee je door op een paar knoppen te drukken het gewenste resultaat
krijgt. Het systeem vraagt een behoorlijke deskundigheid van de gebruiker.
Het meetsysteem bestaat uit 14 kenmerken waarop een functie wordt doorgemeten. Ieder
kenmerk is uitgewerkt naar vijf niveaus van oplopende zwaarte (1 = eenvoudig, licht, 5 =
moeilijk, zwaar). Door een functie op alle 14 kenmerken te scoren wordt de zwaarte van de
functie gemeten. Het systeem komt op basis van de toegekende scores met een bij die
functie passende (maximum) salarisschaal.
In het systeem is ook een aantal voorbeeldfuncties opgenomen. Deze voorbeeldfuncties zijn
met behulp van het systeem beschreven, gemeten (gewaardeerd) en van een (maximum)
salarisschaal voorzien. De voorbeeldfuncties in FUWA PO zijn niet willekeurig gekozen: het
zijn voorbeelden van functies die in het primair onderwijs regelmatig voorkomen. De
voorbeelden zijn zoals gezegd gewaardeerd met het meetsysteem (14 kenmerken, 5puntsschaal). De status van zo’n waardering is: wanneer je de verzameling taken,
verantwoordelijkheden, bevoegdheden, etc. onderbrengt in een functiebeschrijving zoals in
de voorbeeldfunctie dan is dit scorepatroon en dus deze waardering op die functie van
toepassing.
De voorbeeldfuncties hebben tot doel:
* het aanbieden van kant-en-klare functiebeschrijvingen die gebruikers rechtstreeks kunnen
overnemen zonder zelf functiebeschrijvingen te hoeven maken en het systeem ‘er op los te
laten’ om de bijpassende (maximum) salarisschaal uit te (laten) rekenen.
* het aanreiken functiebeschrijvingen waarvan gebruikers onderdelen/ elementen kunnen
verwerken in eigen functiebeschrijvingen c.q. aanpassen aan de eigen situatie.
* het aanreiken van vergelijkingsmateriaal waaraan gebruikers de inschaling van
zelfgemaakte functiebeschrijvingen en –waarderingen kunnen toetsen;
Om misverstanden te voorkomen: de voorbeeldfuncties zijn beslist geen nieuwe
normfuncties! De voorbeeldfuncties in FUWA PO vormen dan ook niet een lijst van functies
waaruit scholen verplicht zijn hun keuze te maken en die daarmee een voorschrijvend
karakter voor de functie-inhoud zouden hebben.
(bron: website onderwijsbonden CNV 2010)
5
Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP)
Schoonmaker
Medewerker met concierge taken (ID-er)
Medewerker met administratieve taken (ID-er)
Lokaalassistent (ID-er)
Conciërge
Klassenassistent
Administratief medewerker
Onderwijsassistent
Secretaresse
Leraarondersteuner
Maatschappelijk medewerker
Logopedist
Beleidsmedewerker
Bovenschools ICT coördinator
Orthopedagoog/Psycholoog
7
8
9
11
12
14
16
18
20
22
24
27
29
31
34
6
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Schoonmaker
: Intern beheer -> Huishoudelijke verzorging ->
Regeling huishoudelijke zaken,
schoonmaakwerkzaamheden
: Verlenen van hand- en spandiensten
: 12111 11112 11 11
: 16
:1
2. Omgeving
De werkzaamheden worden verricht binnen een school primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De schoonmaker houdt het gebouw schoon, houdt de toiletbenodigdheden op peil en
signaleert wanneer de voorraad schoonmaakmiddelen en toiletartikelen opraakt.
3. Werkzaamheden
1.Houdt het afgesproken deel van het gebouw schoon conform het schoonmaakplan
door o.a.:
 het zuigen, moppen, strippen en in de was zetten van vloeren;
 het afnemen van stof van randen, richels en buizen;
 het zemen van de ramen;
 het reinigen van meubilair en toiletten;
 het leegmaken van afvalbakken;
 het vervangen van de hand- en theedoeken.
2.Houdt de toiletbenodigdheden op peil en signaleert wanneer de voorraad
schoonmaakmiddelen en toiletartikelen opraakt.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: (in beperkte mate) de volgorde van de werkzaamheden.
Kader: gedetailleerde werkafspraken en huisregels.
Verantwoording: aan de verantwoordelijk leidinggevende voor wat betreft de wijze waarop
de schoonmaakwerkzaamheden worden verricht.
5. Kennis en vaardigheden
Kennis van schoonmaaktechnieken en –middelen.
Vaardigheid in het hanteren van schoonmaakapparatuur en -middelen.
6. Contacten
Met de verantwoordelijk leidinggevende over praktische aangelegenheden om daarover
informatie te verschaffen.
7
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Medewerker met conciërge taken (ID-er)
: Bedrijfsvoering – Facilitaire zaken
: Verlenen van hand- en spandiensten
Invoeren en/of bewerken van gegevens
: 22111 11122 12 21
: 20
: 2
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De medewerker verricht facilitaire en ondersteunende werkzaamheden die nauwelijks
vakbekwaamheid vereisen. Het gaat hierbij om uitvoerende werkzaamheden die in een
logisch gestructureerd verband staan.
3. Werkzaamheden
1.Verricht op aanwijzing van de leidinggevende kleine onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, rekening houdend met de
afspraken o.a.:
 signaleert (ver)storingen;
 verhelpt eenvoudige gebreken;
 neemt, hoort klachten van technische aard aan;
 geeft klachten van technische aard door of meldt (ad hoc) situaties;
 verstrekt informatie aan personeelsleden over de voortgang van werkzaamheden.
2.Verricht routinematige ondersteunende werkzaamheden o.a:
 beheert audiovisueel materiaal en zet dit klaar;
 beheert het magazijn en bestelt schoonmaakartikelen en kantoorartikelen;
 maakt kopieën;
 zet en verzorgt koffie en thee e.d.;
 verricht eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden;
 neemt meldingen van zieke kinderen, te laat komen e.d. aan;
 beantwoordt de telefoon en geeft boodschappen door.
4. Kader, bevoegdhede & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het op aanwijzing verhelpen van eenvoudige gebreken en het verrichten
van routinematige ondersteunende werkzaamheden
Kader: regels en werkafspraken.
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van de
werkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden
Praktisch gerichte kennis in het omgaan met apparaten en de toepassingsmogelijkheden
ervan.
Inzicht in de relevante werkwijzen in de school.
Nauwkeurige, zorgvuldige en communicatieve en klantvriendelijke vaardigheden.
6. Contacten
met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie uit te
wisselen en dienstverlenend te zijn.
Met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te
verstrekken.
8
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Medewerker met administratieve taken (ID-er)
: Bedrijfsvoering - Managementondersteuning
: Verlenen van hand- en spandiensten
Invoeren en/of bewerken van gegevens
gereedschap,instrumenten
: 22111 11122 12 21
: 20
:2
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De medewerker verricht administratief en ondersteunende werkzaamheden die nauwelijks
vakbekwaamheid vereisen. Het gaat hierbij om uitvoerende werkzaamheden die in een
logisch gestructureerd verband staan.
3. Werkzaamheden
1.Verricht op aanwijzing van de leidinggevende administratieve werkzaamheden rekening
houdend met de afspraken o.a.:
 behandelt (binnen gemaakte afspraken) ingekomen en uitgaande post;
 bereidt vergaderingen en besprekingen op aanwijzingen van de leidinggevende administratief
voor (verzamelt en verzendt vergaderstukken
 doet op basis van inhoudelijke aanwijzingen schriftelijke mededelingen en/of vraagt
informatie op;
 typt aangeleverde conceptteksten uit;
 notuleert vergaderingen en werkt de notulen (na controle) uit;
 legt naar onderwerp of project werkdossiers aan en houdt werkdossiers (verslagen,
brieven, e.d.) bij;
 verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens op formulieren en in diverse overzichten;
 verwerkt/muteert standaard gegevens in de administratie of geeft informatie door aan
het administratiekantoor;
 verstrekt informatie aan personeelsleden over de voortgang van werkzaamheden.
2.Verricht routinematige ondersteunende werkzaamheden o.a:
 verwerkt de facturen;
 maakt kopieën;
 zet en verzorgt koffie en thee e.d.;
 neemt meldingen van zieke kinderen, te laat komen e.d. aan;
 beantwoordt de telefoon en geeft boodschappen door;
 verstrekt standaard informatie aan ouders/verzorgers en leerlingen.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het op aanwijzing verrichten van administratieve werkzaamheden en het
verrichten van routinematig ondersteunende werkzaamheden. werkzaamheden
Kader: regels en werkafspraken.
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van de
werkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden
Praktisch gerichte administratieve kennis.
Inzicht in de relevante werkwijzen in de school.
9
Nauwkeurige, zorgvuldige en communicatieve en klantvriendelijke vaardigheden.
6. Contacten
met melders personeelsleden, ouders/verzorgers en leerlingen en derden om informatie uit
te wisselen en dienstverlenend te zijn.
Met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te
verstrekken.
10
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Lokaalassistent (ID-er)
: Onderwijsproces- instructie en assistentie
: Verlenen van hand- en spandiensten
Invoeren en/of bewerken van gegevens
: 22111 11122 12 21
: 20
:2
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De lokaalassistent verricht ondersteunende werkzaamheden voor de leerkracht die
nauwelijks vakbekwaamheid vereisen. Het gaat hierbij om uitvoerende werkzaamheden die
in een logisch gestructureerd verband staan.
3. Werkzaamheden
1. Ondersteuning van de leerkracht door o.a.:
 verricht eenvoudige routinematige, verzorgende taken, zoals bij het vastmaken van de veters,
het omkleden van de kinderen bij gymnastiek, e.d.;
 houdt toezicht op gedrag van leerlingen tijdens de les binnen en buiten de school;
 geeft gedragsproblemen van leerlingen door aan de leerkracht;
 is behulpzaam bij hygiënische verzorging, e.d.;
 begeleidt op aanwijzing van de leerkracht leerlingen in en buiten school;
 surveilleert tijdens binnen- en buitenschoolse activiteiten;
 assisteert bij uitstapjes, vieringen, festiviteiten, e.d..
2. Helpt bij het op orde houden van de lesruimte, op aanwijzing van de leraar
(huishoudelijk) door o.a.:
 zet het onderwijsmateriaal klaar en ruimt het op;
 assisteert bij het vertonen van presentaties e.d.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het ondersteunen van de leerkracht en het op orde houden van de
lesruimte.
Kader: regels en werkafspraken.
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van de
werkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden
Praktisch gerichte kennis in verzorgingstaken voor kinderen van de basisschoolleeftijd.
Inzicht in de relevante werkwijzen in de school.
Nauwkeurige, zorgvuldige en communicatieve en klantvriendelijke vaardigheden.
6. Contacten
met ouders/verzorgers en leerlingen om informatie uit te wisselen en dienstverlenend te
zijn.
Met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te
verstrekken.
11
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Conciërge
: Bedrijfsvoering - Facilitaire Zaken
: Verlenen van hand- en spandiensten
Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen,
gereedschap, instrumenten
: 22121 11122 12 21
: 21
:3
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De conciërge verricht onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en
inventaris, verricht ondersteunende werkzaamheden en verricht werkzaamheden op het
gebied van leerling-zaken.
3. Werkzaamheden
1. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris,
rekening houdend met (technische) onderhoudsvoorschriften en –afspraken o.a.:
 signaleert (ver)storingen;
 verhelpt eenvoudige gebreken;
 neemt, hoort klachten van technische aard aan;
 geeft klachten van technische aard door of meldt (ad hoc) situaties (bijv. tijdens
controle rondes);
 legt administratieve gegevens samenhangend met de te verrichten technische taken vast;
 verstrekt informatie aan personeelsleden over doel, doorlooptijden e.d.
van werkzaamheden.
 houdt technische logboeken bij (bijv. zichtcontroles speeltoestellen)
2. Ondersteunende werkzaamheden.
 beheert audiovisueel materiaal en zet dit klaar;
 beheert het magazijn en bestelt op verzoek en na toestemming van een leidinggevende
food, schoonmaakartikelen, materialen t.b.v. klein onderhoud en kantoorartikelen;
 maakt kopieën;
 zet koffie en thee;
 verricht eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden.
3. Werkzaamheden op het gebied van leerling-zaken.
 roept leerlingen tot de orde tijdens pauzes e.d.of attendeert de leerkracht
op ordeproblemen conform interne gedragsregels;
 neemt meldingen van ziekte, te laat komen e.d. aan;
 ziet toe op strafmaatregelen waarvoor de conciërge wordt ingeschakeld.
12
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het verhelpen van eenvoudige gebreken, het magazijnbeheer en het
attenderen van de leerkracht op ordeproblemen.
Kader: regels en werkafspraken, veiligheids- en inspectievoorschriften en technische
voorschriften.
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en volledigheid van
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan gebouwen, terreinen en inventaris, van
ondersteunende werkzaamheden en van werkzaamheden op het gebied van leerling-zaken.
5. Kennis en vaardigheden
Praktisch gerichte kennis in het omgaan met apparaten en de toepassingsmogelijkheden
ervan.
Inzicht in de organisatie en werkwijze van de school.
Vaardigheid in het oplossen van problemen bij klachten, storingen en onderhoud.
Vaardigheid in de omgang met leerlingen bij ordeverstoringen passend binnen de daartoe
gemaakte afspraken en schoolregels.
6. Contacten
Met melders van klachten en/of gebruikers van het gebouw(en) om informatie in te winnen
bij het traceren en dienstverlenend te zijn bij het verhelpen van storingen en gebreken aan
gebouwen en inventaris.
Met personeelsleden over de uitvoering van werkzaamheden om feitelijke informatie te
verstrekken.
Met leerlingen over hun gedrag om hen tot de orde te roepen.
13
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Klassenassistent
: Onderwijsproces -> Instructie en assistentie
: Verlenen van hand- en spandiensten
: 22122 11122 12 22
: 23
:3
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De klassenassistent verzorgt, op aanwijzing van leraar, individuele leerlingen,
assisteert de leraar en brengt, op aanwijzing van de leraar, de lesruimte
(huishoudelijk) op orde.
3. Werkzaamheden
1. Verzorging, op aanwijzing van de leraar/senior leraar, van de individuele leerlingen o.a.:
 verricht eenvoudige routinematige, verzorgende taken, zoals bij het vastmaken van
de veters, het omkleden van de kinderen bij gymnastiek, e.d.;
 houdt toezicht op en begeleidt gedrag van leerlingen tijdens de les binnen en
buiten de school (bijvoorbeeld bij gymnastiek buiten);
 rapporteert (periodiek) over het waargenomen gedrag bij de leerlingen aan
de leraar en houdt dit zonodig in overleg met de leraar bij;
 is behulpzaam bij hygiënische verzorging, e.d.;
 begeleidt leerlingen bij (therapeutische) oefeningen;
 begeleidt leerlingen in en buiten school;
 surveilleert tijdens binnen- en buitenschoolse activiteiten;
 assisteert bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten, e.d..
2. Orde in de lesruimte, op aanwijzing van de leraar/senior leraar (huishoudelijk) o.a.:
 zet het onderwijsmateriaal klaar en ruimt het op;
 assisteert bij het vertonen van dia's of video-opnamen.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
-Beslist bij/over: het verrichten van eenvoudige routinematige, verzorgende taken, het
klaarzetten van het onderwijsmateriaal en het opruimen ervan.
-Kader: werkafspraken, regels en voorschriften.
-Verantwoording: functioneel aan de leraar/senior leraar en hiërarchisch aan de
leidinggevende
over de juiste en correcte verzorging van de individuele leerlingen en van het op orde
brengen
van de lesruimte (huishoudelijk).
5.Kennis en vaardigheden
Praktisch gerichte kennis van de aanpak van de verzorgingstaken.
Bekend met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen.
Vaardigheid in het uitvoeren van de gevraagde verzorgingstaken.
Vaardigheid in het bewust reageren op gedrag van leerlingen en het hierover kunnen
Rapporteren.
Vaardigheid in het uitvoeren van eenvoudige huishoudelijke werkzaamheden.
6. Contacten
Met de leerling(en) over de verzorging om hen te vertellen wat er gaat gebeuren en ter
14
voorbereiding op de verzorging om te weten te komen of er rekening gehouden moet
worden met specifieke omstandigheden.
Met de leraar om indrukken over de ontwikkeling van de leerling tijdens de
lessituatie door te geven.
Met ouders over het halen en brengen van de leerlingen en over het verloop van de dag en
bijzonderheden om algemene informatie te geven.
15
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Administratief medewerker
: Bedrijfsvoering - Managementondersteuning
: Invoeren en/of bewerken van gegevens
: 22122 22222 1222
: 26
:4
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling
voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs of binnen een school voor primair en
(voortgezet) speciaal onderwijs.
De administratief medewerker verricht administratief ondersteunende werkzaamheden,
financieel/cijfermatige werkzaamheden en balie- en loketactiviteiten.
3. Werkzaamheden
1. Administratieve ondersteuning o.a.:
 behandelt ingekomen en uitgaande post;
 bereidt vergaderingen en besprekingen administratief voor (verzamelt en
verzendt vergaderstukken en regelt vergaderruimte);
 doet op basis van inhoudelijke aanwijzingen schriftelijke mededelingen en/of
vraagt informatie op;
 typt en werkt aangeleverde (handgeschreven en/of onvolledige) conceptteksten
uit en controleert daarbij de lay-out en het taalgebruik;
 notuleert vergaderingen en werkt de notulen uit;
 legt naar onderwerp of project werkdossiers aan en houdt werkdossiers
(verslagen, brieven, e.d.) bij;
 verwerkt op aanwijzing administratieve gegevens op formulieren en in diverse overzichten;
 verwerkt/muteert diverse soorten van gegevens in de leerlingenadministratie;
 verwerkt aangeleverde gegevens en teksten tot het ouderbulletin;
 verwerkt aangeleverde gegevens en teksten tot het personeelsblad.
2. Financieel/cijfermatige werkzaamheden o.a.:
 stelt cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen op;
 beheer het NAW-bestand van debiteuren en crediteuren;
 bereidt documenten die door het administratiekantoor moeten worden verwerkt voor.
 verwerkt de facturen.
3. Balie- en loketactiviteiten o.a.:
 verstrekt mondeling (telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren
over algemene administratieve aangelegenheden;
 verstrekt informatie aan ouders/verzorgers en leerlingen over administratieve regelingen.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het behandelen van ingekomen en uitgaande post, het opstellen van
cijferoverzichten ten behoeve van statistische bewerkingen, het verstrekken van mondelinge
(telefonisch) inlichtingen aan ouders/verzorgers en leraren over algemene administratieve
aangelegenheden.
Kader: werkafspraken en administratieve voorschriften.
16
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van
de administratief ondersteunende werkzaamheden, van financieel/cijfermatige
werkzaamheden en van balie- en loketactiviteiten.
5. Kennis en vaardigheden
Vaktechnische kennis van administratieve voorschriften en procedures.
Kennis van de Nederlandse spelling en grammatica.
Kennis van de interne administratieve en procedurele uitvoeringsvoorschriften.
Inzicht in de mogelijkheden van tekstverwerkingsprogramma’s.
Inzicht in de organisatie en werkwijze van de school.
Vaardigheid in het uitwerken en opmaken van tekstmateriaal, overzichten, tabellen,
schema's,grafieken, e.d..
Vaardigheid in het (telefonisch) te woord staan van derden.
6. Contacten
Met medewerkers van de school om gegevens te vragen en om gestelde vragen te kunnen
Beantwoorden.
Met medewerkers over het aangeleverde/geproduceerde materiaal om informatie uit te
wisselen.
Met ouders/verzorgers en leerlingen om informatie te verstrekken.
17
1. Functienaam
: Onderwijsassistent
Werkterrein
Activiteiten
: Onderwijsproces -> Instructie en assistentie
: Verlenen van hand- en spandiensten
Bedienen van c.q. werken met apparaten, systemen, gereedschap,
instrumenten
: 22122 22122 22 22
: 26
:4
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De onderwijsassistent ondersteunt de leraar bij het verrichten van eenvoudige
routinematige onderwijsinhoudelijke taken, levert een praktische/organisatorische bijdrage
aan het klassenmanagement en neemt deel aan professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Ondersteuning van de leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige
onderwijsinhoudelijke taken o.a.:
 begeleidt individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van leerlingen die van
de leraar instructie hebben ontvangen;
 begeleidt leerlingen bij de verwerving van vaardigheden, ziet toe op het handen wassen,
tanden poetsen e.d.;
 inspireert leerlingen tot luisteren, op te ruimen, zich te concentreren, vragen te
stellen, e.d..
 houdt leerlingen in de gaten tijdens les, pauzes, spel en vervoer en corrigeert gedrag;
 helpt leerlingen bij expressie-activiteiten;
 assisteert bij het samenwerken van leerlingen, het groepswerk en het werken in hoeken;
 ziet toe op het zelfstandig werken van leerlingen;
 begeleidt individuele leerlingen bij niveaulezen;
 helpt leerlingen bij het uitdiepen van een onderwerp in het documentatiecentrum;
 begeleidt leerlingen met een aparte leertaak en het registreren van het ontwikkelingsen leerproces;
 surveilleert tijdens binnen- en buitenschoolse activiteiten en corrigeert gedrag van
leerlingen;
 signaleert problemen en bespreekt deze met de leraar;
 helpt bij de uitvoering van handelingsplannen voor leerlingen;
 rapporteert (periodiek) over het waargenomen gedrag bij de leerlingen aan
de leraar.
2. Praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement o.a.:
 richt het leslokaal in en ruimt na afloop van de lessen op;
 vervaardigt illustraties, e.d. voor projecten;
 maakt het lesmateriaal gereed;
 controleert de staat van les- en ontwikkelingsmateriaal en bespreekt het met de leraar;
 levert een bijdrage aan de administratie van leerlingprestaties en andere leerlinggegevens;
 vult voorraden aan;
 assisteert bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten, e.d..
18
3. Professionalisering o.a.:
 houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het begeleiden van individuele leerlingen of kleine (sub)groepen van
leerlingen die van de leraar/senior leraar een aparte leertaak hebben gekregen, het
vervaardigen van illustraties e.d. voor projecten, het deelnemen aan
professionaliseringsactiviteiten.
Kader: werkafspraken over de ondersteunende taken.
Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende
over juistheid en tijdigheid van ondersteuning van de leraar bij het verrichten van
eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, van praktische/organisatorische
bijdrage aan het klassenmanagement en van deelname aan professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
Vaktechnische kennis van eenvoudige didactische en pedagogische toepassingen
(bijvoorbeeld tellen bij rekenen).
Bekendheid met groepsprocessen.
Bekendheid met hygiëne, voeding en gezondheid van kinderen.
Vaardigheid in het omgaan met en corrigeren van gedrag van leerlingen.
Vaardigheid in het organiseren van groepjes in de klassensituatie en kinderopvang.
Vaardigheid in het uitvoeren van praktische/organisatorische werkzaamheden.
6. Contacten
Met leerlingen over hun gedrag om ze op de regels te wijzen en vragen te beantwoorden.
Met de leraar/senior leraar om indrukken over de ontwikkeling van de leerling tijdens de
lessituatie door te geven.
Met andere onderwijsassistenten binnen de school om informatie uit te wisselen over het
maken van afspraken voor uit te voeren gemeenschappelijke taken.
Met ouders over halen en brengen van leerlingen en over het gedrag van de leerling om
informatie te geven.
19
1. Functienaam
: Secretaresse
Werkterrein
Activiteiten
: Bedrijfsvoering -> Managementondersteuning
: Bewerken van gegevens
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
: 32222 23222 22 22
: 30
:5
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling
voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs of binnen een school voor primair en
(voortgezet) speciaal onderwijs.
De secretaresse verleent management- en secretariële ondersteuning, beheert het archief
van het (bovenschools)management en stelt managementinformatie samen.
3. Werkzaamheden
1. Management- en secretariële ondersteuning o.a:
 verzorgt de correspondentie voor het (bovenschools) management aan de hand
van concepten of volgens ontvangen, gedetailleerde aanwijzingen voor de opstelling
van brieven, mededelingen e.d., voegt naar eigen inzicht voor de afhandeling benodigde
bescheiden bij;
 bereidt in concept correspondentie van algemene aard voor, typt verlangde
bescheiden, legt een en ander ter ondertekening voor en draagt zorg voor de verdere
afhandeling van correspondentie (kopiëren, distribueren etc.);
 registreert en distribueert de post;
 deelt in overleg de agenda in, bewaakt de agenda, houdt daarbij rekening met het
belang/vertrouwelijkheid van te maken afspraken, attendeert op afspraken;
 neemt telefoongesprekken bij afwezigheid van het (bovenschoolse) management
aan, noteert of geeft boodschappen door, verstrekt eventueel informatie aan de hand
van beschikbare gegevens;
 bereidt administratief/organisatorisch vergaderingen en andere bijeenkomsten voor;
 notuleert vergaderingen en besprekingen, werkt de notulen uit of maakt verslagen.
2. Archiefbeheer (bovenschools)management o.a.:
 stelt volgens aanwijzing informatiedossiers samen en houdt deze bij;
 verzamelt gegevens en overzichten ten behoeve van jaarverslagen;
 legt naar onderwerp of project werk- en vergaderdossiers aan en houdt deze bij;
 bergt bescheiden op, resp. verstrekt op aanvraag informatie daar uit;
 houdt het (werk)archief ordelijk en toegankelijk.
3. Samenstellen managementinformatie o.a.:
 verwerkt en verzamelt gegevens in/uit de diverse administratieve systemen en
stelt periodieke overzichten op;
 stelt informatiedossiers samen en houdt deze bij.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het verzorgen van de correspondentie voor het (bovenschools)
management, het verwerken en verzamelen van gegevens in/uit de diverse administratieve
systemen en het opstellen van periodieke overzichten;
Kader: administratieve en procedurele werkafspraken en voorschriften;
Verantwoording: aan de leidinggevende over de tijdigheid, juistheid en zorgvuldigheid van
verleende management- en secretariële ondersteuning, van archiefbeheer van het
20
(bovenschools)management en van samengestelde managementinformatie.
5. Kennis en vaardigheden
Vaktechnische kennis van de procedurele en administratieve organisatie.
Kennis van de Nederlandse taal en grammatica.
Vaardigheid in het tekstverwerken met de computer, het notuleren van vergaderingen, het
uitwerken van de notulen en het naar eigen inzicht concipiëren van brieven.
Vaardigheid in het toegankelijk maken en bijhouden van archieven en werkdossiers.
Vaardigheid in het te woord staan van derden voor het maken en afhouden van afspraken.
6. Contacten
Met derden om (agenda)afspraken te maken.
Met derden over de secretariële afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over
inhoud en voortgang van in behandeling zijnde onderwerpen.
21
1. Functienaam
: Leraarondersteuner
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
:
:
:
:
:
Onderwijsproces -> Instructie en assistentie
Overdragen van informatie en vaardigheden
33232 23223 2332
35
7
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal
onderwijs.
De lerarenondersteuner voert ondersteunende taken in onderwijs en leerlingbegeleiding uit
onder de verantwoordelijkheid van een leraar, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en
neemt deel aan professionalisering.
Extra informatie:
Deze functie is o.a. van toepassing op de laatste van oorsprong OALT-leerkracht en
op LIO-ers die al wel voor de klas staan (als invaller), maar nog geen PABO-diploma hebben
3. Werkzaamheden
1. Ondersteuning onderwijs en leerlingbegeleiding o.a.:.
 voert mede repeterende en routinematige lestaken uit en begeleidt (groepen) leerlingen;
 draagt bij aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd
voelen;
 stimuleert en begeleidt mede de sociale vaardigheden van leerlingen;
 structureert, organiseert en plant de activiteiten van leerlingen in homogene en
heterogene groepen, inclusief subgroepen;
 kijkt mede na en corrigeert onderwijsactiviteiten van leerlingen;
 houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en
cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en speelt
er in de les op in;
 signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt deze aan de orde bij
de leraar;
 begeleidt leerlingen op basis van instructie, aan de hand van handelingsplannen en
zoals voorzien in het zorgplan;
 houdt de voortgang en ontwikkeling van leerlingen bij en bespreekt deze met de leraar;
 assisteert en participeert bij gesprekken van de leraar met de ouders tijdens de
ouderavonden.
2. Ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding o.a.:
 bereidt mede de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;
 kiest en hanteert, op aangeven van de leraar, verschillende didactische werkvormen
en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen;
 denkt mee over les- en opvoedingsdoelen;
 houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur,
natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing en denkt mee
over de vertaling hiervan in werkvormen en leeractiviteiten;
 doet voorstellen voor de aanschaf van (leer)materiaal.
3. Professionalisering o.a.:
 houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit.
22
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het bijdragen aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig
en gewaardeerd voelen, bij het kiezen en hanteren van verschillende didactische
werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen, het deelnemen aan
professionaliseringsactiviteiten.
Kader: werkafspraken, vastgestelde opdrachten binnen het lesplan, behandel- en
zorgplannen.
Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over de
kwaliteit van de ondersteuning van onderwijs en leerlingbegeleiding, van ondersteuning van
de onderwijsvoorbereiding en van deelname aan professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden.
Kennis van de leerstof.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
6. Contacten
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen.
Met leraren over de vorm en werkwijze van de lesondersteuning en leerlingbegeleiding om
deze te bespreken en de leraren te informeren over de leerresultaten en leer- en
gedragsproblemen.
Met ouders over de ontwikkeling van de leerling tijdens ouderavonden ter assistentie van de
leraar om informatie uit te wisselen.
Met collega lerarenondersteuners over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale
besprekingen/consultatie.
23
1. Functienaam
werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Maatschappelijk medewerker
: Onderwijsproces ->Onderwijsbegeleiding
: Begeleiden, verzorgen en (therapeutisch) behandelen
: 33332 33223 33 32
: 38
:8
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school(scholen) voor primair en
(voortgezet) speciaal onderwijs en/of in de thuissituatie van de leerlingen.
De maatschappelijk medewerker verleent hulp aan leerlingen, ouders/verzorgers en leraren
en neemt deel aan professionaliseringsactiviteiten.
De maatschappelijk medewerker is verantwoordelijk voor het onderzoeken, oplossen en
onderhouden van contacten met betrekking tot sociale relaties tussen leerlingen, ouders,
leerkrachten en schoolmanagement. De maatschappelijke medewerker participeert vanuit
het vakgebied in de commissie van onderzoek.
3. Werkzaamheden
1. Verricht werkzaamheden op het niveau van de individuele leerlingen, ouders en
leerkrachten o.a.:
 het onderzoeken van aanleiding en mogelijke consequenties van conflicten van leerlingen
met ouders, leerlingen met groepsleerkrachten, ouders met leerkrachten en leerlingen
onderling;
 het onderzoeken van mogelijkheden om te komen tot acceptabele oplossingen voor
(dreigende) confrontaties en/of conflicten;
 het adviseren en ondersteunen van directie en groepsleerkrachten bij de aanpak van
het gedrag van leerlingen;
 het adviseren en ondersteunen van directie en groepsleerkrachten bij het voeren van
leerling-besprekingen bij dreigende of reeds ontstane problemen en conflicten;
 het adviseren en ondersteunen van directie en groepsleerkrachten bij het voeren van
ouderbesprekingen bij dreigende of reeds ontstane problemen en conflicten;
 het incidenteel op verzoek van een groepsleerkracht of de directie observeren en
begeleiden van de interactie tussen een groepsleerkracht, een individuele leerling of
een leerlingengroep met als doel de continuïteit van het sociaal gedrag te waarborgen
en verbeteren;
 het adviseren van groepsleerkrachten bij het interpreteren van sociaal gedrag van
individuele leerlingen en voor zover bekend de mogelijke achtergronden daarvan;
 het adviseren en/of begeleiden van groepsleerkrachten bij het opstellen, uitvoeren en
evalueren van handelingsplannen voor sociaal-emotionele ontwikkeling;
 het begeleiden van de groepsleerkrachten bij de uitvoering van de taken;
 het monitoren van de uitvoering van deze handelingsplannen.
2. Verricht werkzaamheden op schoolniveau o.a.:
 het mede uitwerken van het schoolbeleid voor sociaal-emotionele ontwikkeling;
 het reflecteren van de geboden sociaal-emotionele ontwikkeling aan de in het schoolplan
vast-gestelde kwaliteitscriteria;
 het mede borgen van de kwaliteit van de zorgverbreding;
 het verzorgen van de organisatie planning extra hulp en het coördineren van activiteiten
van externe hulpverlenende instanties op de school;
 het controleren en evalueren van de gemaakte afspraken;
24
 het participeren in de commissie van onderzoek;
 het mede voorbereiden van gesprekken voor de commissie van onderzoek en externe
hulpverleners;
 het verwerven en verschaffen van inzicht in de kwaliteit en de voortgang van geboden
en/of te bieden sociaal-emotionele ondersteuning;
 het op verzoek bepalen van de prioriteiten voor de aanpak en de voortgang van de
sociaal-emotionele ontwikkeling;
 het evalueren van de sociaal-emotionele aanpak op schoolniveau en de opbrengst daarvan;
 het vastleggen van kwaliteits(bevorderende) afspraken;
 het deelnemen aan het overleg van het ‘zorgteam’ om de organisatie, planning en
ontwikkeling van ‘zorgactiviteiten’ op elkaar af te stemmen;
 het fungeren als vraagbaak en gesprekspartner groepsleerkracht bij de uitvoering van
extra ‘zorgactiviteiten’ ;
 het bijhouden van een actueel overzicht van de inzet van uren;
 het op verzoek van de directeur inzicht verschaffen in de kwaliteit en voortgang van de
geboden ondersteuning;
 het deelnemen aan het structureel stafoverleg en de commissie van onderzoek met als
inbreng de ontwikkelingen op het gebied van zorgverbreding;
3. Verricht werkzaamheden gericht op ontwikkelingen o.a.:
 het anticiperen op sociaal-emotionele ontwikkelingen en mogelijkheden voor het onderwijs;
 het bijhouden van landelijke en locale ontwikkelingen;
 het inbrengen van actuele ontwikkelingen in het schoolmanagementteam;
 het binnen de srs-kaders ontwikkelen van een plan van aanpak ten behoeve van
kwaliteitsverbetering sociaal-emotionele ontwikkeling;
 het evalueren en bijstellen van het ontwikkelingsproces en de resultaten.
4. Professionalisering o.a.:
 houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het verzamelen en beoordelen van de voor de hulpvraag benodigde
informatie, het (mede) opstellen van handelingsplannen, de werkzaamheden op
schoolniveau en de werkzaamheden gericht op ontwikkeling en het deelnemen aan
professionaliseringsactiviteiten.
Kader: de uitvoeringsafspraken binnen de school en de regels en voorschriften van de
beroepscode maatschappelijk werkers.
Verantwoording: aan de leidinggevende over de kwaliteit van hulpverlening aan leerlingen,
ouders/verzorgers en personeel, de werkzaamheden op schoolniveau en de werkzaamheden
gericht op ontwikkelingen.
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische en praktische kennis van het vakgebied (Maatschappelijk Werk en
Dienstverlening, Jeugdhulpverlening) en methodische principes.
Kennis van communicatie(technieken).
Enige kennis van ontwikkelingspsychologie, orthopedagogiek en pedagogiek en van de sociale
wetgeving.
Inzicht in zorgstructuur, sociale kaart en problematiek "multiproblem"-gezinnen.
inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school.
Praktische vaardigheden op het gebied van psychosociale- en gedragsproblematiek van
Leerlingen.
25
Vaardigheid op het gebied van communicatie, gesprekstechnieken en conflicthantering.
6. Contacten
Met ouders/verzorgers en/of leerlingen om de hulpvraag te formuleren van de leerling op
school en/of in het gezin hen te begeleiden en te ondersteunen.
Met leden uit management en/of multidisciplinaire teams over de begeleiding van leerlingen om
afspraken te maken over de hulpverlening.
Met collegae, vakgenoten, specialisten en andere deskundigen over gedragsvraagstukken,
behaalde resultaten om tot evaluatie te komen.
Met externe organisaties en/of deskundigen over probleemleerlingen en over de hulpverlening
en/of doorverwijzing om afspraken te maken.
26
1. Functienaam
: Logopedist
Werkterrein
Activiteiten
: Onderwijsproces -> Onderwijsbegeleiding
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Begeleiden, verzorgen en (therapeutisch) behandelen
: 33333 33333 33 33
: 42
:9
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school (scholen) voor primair en
(voortgezet) speciaal onderwijs.
De logopedist neemt deel aan multidisciplinaire (bestaande uit arts en andere
specialisten/deskundigen) teamvergaderingen waarin handelingsplannen, methoden en
voortgang van de leerling worden besproken.
De logopedist draagt zorg voor het tot stand komen van de inbreng van het vak logopedie in
het school-, zorg- en voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling, verleent curatieve
logopedie en neemt deel aan professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Inbreng van het vak logopedie in het school-, zorg- en voorlichtingsplan van de
onderwijsinstelling o.a.:
 heeft overleg met het management van de school over het (te voeren) beleid ten aanzien
van het eigen vakgebied;
 toetst school-, zorg- en voorlichtingsplannen op logopedische aspecten;
 draagt zorg voor preventiemaatregelen, zoals het verzorgen van voorlichting aan ouders,
leerlingen en docenten en het uitvoeren van logopedische screening en onderzoek;
 adviseert de schoolleiding en docenten inzake te nemen maatregelen, te gebruiken
methoden en technieken, e.d. en het begeleiden van docenten bij de toepassing;
 verricht mede toelatingsonderzoeken of onderzoeken op verzoek van ouders, docenten,
 deskundigen, e.d.;
 ontwerpt testen en oefenmaterialen die gericht zijn op de spraak- en taalontwikkeling van
leerlingen.
2.










Curatieve logopedie o.a.:
voert logopedisch onderzoek uit en het stelt de diagnose;
stelt het handelingsplan op en stelt dat tijdens de behandeling bij;
behandelt de leerling op basis van het opgestelde handelingsplan en met behulp van de
oefeningen en trainingen, zowel individueel als in groepsverband en legt de resultaten
vast;
instrueert de betrokken leerling over de uit te voeren oefeningen, methoden en/of het
gebruik van hulpmiddelen;
voert overleg met betrokkenen zoals ouders, leerlingen, andere deskundigen en
docenten over de behandeling, de voortgang en de resultaten;
consulteert en/of overlegt met andere deskundigen, behandelaars en begeleiders en
verwijst (eventueel) door naar andere deskundigen;
stelt de voorgeschreven rapportages op, de rapportages voor leerlingbesprekingen en
rapporteert aan andere deskundigen;
woont leerlingbesprekingen bij vanuit de eigen vakinhoudelijke expertise;
neemt deel aan teamvergaderingen en woont ouderavonden bij;
voert de administratie verbonden aan de eigen werkzaamheden.
27
3.




Professionalisering o.a.:
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
participeert in kwaliteitskringen om te komen tot intercollegiale toetsing;
houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante
vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het toetsen van school-, zorg- en voorlichtingsplannen op logopedische
aspecten, het uitvoeren van logopedisch onderzoek en het stellen van de diagnose, het
participeren in kwaliteitskringen om te komen tot intercollegiale toetsing.
Kader: beleidslijnen van de directie, regels van de beroepscode voor logopedisten (BIG);
Verantwoording: functioneel in het multidisciplinaire team en hiërarchisch aan de
leidinggevende over de kwaliteit van de inbreng van het vak logopedie in het school-, zorgen voorlichtingsplan van de onderwijsinstelling, van de verleende curatieve logopedie en van
deelname aan professionalisering
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische kennis en praktijkkennis op het vakgebied van logopedie.
Kennis van didactische methoden en technieken en vaardigheid in de toepassing ervan.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school.
Vaardigheid in het opzetten en aanpassen van handelingsplannen.
Vaardigheid in het ontwikkelen en samenstellen van oefenmateriaal.
Vaardigheid in het hanteren van de betreffende instrumenten.
6. Contacten
Met leidinggevenden, de IB-er, orthopedagoog/psycholoog en andere
specialisten/deskundigen en docenten over behandelmethodes, behandeling, e.d. om
informatie uit te wisselen en tot afstemming te komen.
Met leerlingen in het kader van de begeleiding om te instrueren, te motiveren en te
stimuleren.
Met ouders om hen te informeren en de voortgang te bespreken.
Met andere deskundigen om hen te consulteren, kennis uit te wisselen, door te verwijzen en
af te stemmen.
28
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Beleidsmedewerker
:Algemeen ondersteunend -> Beleid
:Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren
en evalueren
Coördinatie van activiteiten en processen
:43443 43333 33 33
:46
:10
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling
voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. De beleidsmedewerker ontwikkelt beleid op
een aantal beleidsterreinen, verricht procesondersteuning en adviseert het management.
De beleidsmedewerker krijgt een aandachtsgebied toegewezen, zoals bijvoorbeeld:
personeel & organisatie, identiteit, public relations, organisatie en beheer. Hiervoor kan een
specifiek taakprofiel worden opgesteld. Tevens kan er sprake zijn van voor het
aandachtsgebied specifieke vereisten.
3. Werkzaamheden
1. Draagt zorg voor beleidsontwikkeling op een aantal beleidsterreinen o.a.:
 Analyseert relevante onderwijskundige en maatschappelijke ontwikkelingen en vertaalt
deze naar consequenties voor beleid;
 formuleert alternatieven voor noodzakelijke maatregelen ter bijstelling van het beleid en
stelt deeladviezen/deelrapportages op;
 beoordeelt beleidsvoornemens en stelt preadviezen op het ten behoeve van
overlegsituaties van de algemene directie;
 voert vooroverleg voor het verkrijgen van nadere informatie dan wel het inventariseren
en afstemmen van standpunten;
 adviseert de algemene directie bij het directeurenoverleg en het overleg met externe
instanties;
 bereidt de beantwoording van vragen van medezeggenschapsorganen voor en voert
desgevraagd overleg hierover met de (G)MR.
2.








Geeft procesondersteuning o.a.:
stelt beleidsstukken en -rapportages op;
adviseert de scholen ten aanzien van specifieke (beleids)ontwikkelingen en - uitvoering;
draagt zorg voor het opzetten en uitvoeren van projecten;
begeleidt uitbestede onderzoeken en bewaakt de voortgang en kwaliteit, verzorgt de
eindredactie van de projectrapportages;
coördineert beleidsontwikkelings- en uitvoeringsactiviteiten;
draagt zorg voor kennisoverdracht op de toegewezen beleidsvelden;
treedt op als inhoudelijk klankbord;
is verantwoordelijk voor het begeleiden en bewaken van procedures.
3. Advisering en begeleiding o.a.:
 adviseert het management van de aangesloten scholen bij de verdere vormgeving en
uitvoering van beleid;
 begeleidt groepen van medewerkers op het beleidsgebied;
 organiseert thema en scholingsbijeenkomsten betreffende het beleidsgebied;
 onderhoudt contacten met relevante instanties.
29
4. Verricht desgevraagd door de leidinggevende tijdelijke werkzaamheden op hetzelfde
functieniveau.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het formuleren van alternatieven voor noodzakelijke maatregelen ter
bijstelling van het beleid (o.a. strategisch, onderwijs en zorg , kwaliteit), het adviseren van
de scholen ten aanzien van specifieke (beleids)ontwikkelingen en -uitvoering.
Kader: beleidslijnen van de algemene directie en relevante wet- en regelgeving.
Verantwoording: aan de algemene directie over de beleidsontwikkeling op een aantal
beleidsterreinen, de procesondersteuning en de advisering van het management.
5. Kennis en vaardigheden
Kennis van het onderwijsveld en -beleid en van onderwijskundige ontwikkelingen.
Kennis van de diverse deelgebieden van de beleidsterreinen binnen het primair onderwijs.
Specifieke kennis wat betreft het met de leiding afgesproken aandachtgebied.
Inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende
besluitvormingscircuits.
Goede communicatieve vaardigheden.
Inzicht in relevante wet- en regelgeving binnen het betreffende onderwijsgebied.
Vaardigheid in het vertalen van inzichten en informatie naar adviezen, onderwijsplannen en
rapportages en in het beoordelen van de daaruit voortvloeiende financiële en beleidsmatige
consequenties.
6. Contacten
Met het management van scholen over beleidsmatige, organisatorische en procedurele
aspecten om tot afstemming te komen en te adviseren.
Met leden van projectgroepen over de voortgang van het project om tot afstemming te
komen.
Met vertegenwoordigers van het ministerie, andere relevante (overheids)organisaties en
vakorganisaties over de nadere uitwerking van aspecten van het beleid en over de
beleidsontwikkeling om informatie uit te wisselen.
30
1. Functienaam
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
:Bovenschools ICT Coördinator (BICT-er)
:Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende
Werkzaamheden
Coördinatie van activiteiten en processen
: 43343 43333 33 33
: 45
: 10
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling
voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs.
De BICT-er adviseert de algemene directie op het gebied van informatievoorziening en
automatisering en coördineert de organisatie en inrichting van het beheer van hard- en
software en de te onderscheiden netwerken van de scholen in samenspraak met de ICTcoördinatoren van de scholen.
3. Werkzaamheden
1. Advisering algemene directie op het gebied van informatievoorziening en
automatisering van de instelling door o.a.:
 inventariseert de informatiebehoefte van de organisatie en de wensen hiertoe en initieert
mede ICT vernieuwingen binnen de stichting;
 stelt het bovenschools ICT-beleidsplan op;
 analyseert de bestaande informatievoorziening en het signaleert knelpunten daarin;
 adviseert omtrent aanpassingen c.q. verbeteringen;
 specificeert de systeemvereisten en adviseert over de organisatorische-, economischeen sociale aspecten die samenhangen met de informatievoorziening en automatisering;
 stemt de informatievoorziening af op organisatie - c.q. bedrijfsprocessen;
 beheert het budget ICT;
 draagt zorg voor de ontwikkeling van specifieke toepassingen;
 Organiseert het bovenschools ICT-platform.
2. Coördinatie van de organisatie en inrichting van het beheer van hard- en
software en de te onderscheiden netwerken door o.a.:
 adviseert over en het inrichten van ICT;
 adviseert over standaards;
 voert het datamanagement uit;
 draagt zorg voor beveiliging, back-up procedures etc.
3.








Begeleiding van de scholen en ICT coördinatoren door o.a.:
leiden van vergaderingen van het ICT platform van de stichting/vereniging;
begeleiden en coachen van ICT-coördinatoren;
aansturen van extern ingehuurde deskundigen;
optreden als stagebegeleider en –coördinator voor kandidaten ICT-opleidingen;
deel uitmaken van de stuurgroep BOK:
beoordelen van hulpvragen;
monitoren van de werkhoeveelheid en het zorgdragen voor de werkverdeling;
deelnemen aan relevante netwerken.
4. Voert aspecten uit van het financiële beleid die gerelateerd zijn aan het
ICT-beleidsplan o.a.:
31
 bieden van ondersteuning aan directies bij het voorbereiden en uitvoeren van de ICTbegrotingen;
 mede beheren van specifieke ICT-budgetten op bovenschools niveau;
 afsluiten van leverings- en onderhoudscontracten op bovenschools niveau;
 advisering over de aanschaf van hardware en software;
 mogelijkheden van sponsoring en subsidies onderzoeken;
 mogelijkheden gezamenlijke inkoop hardware en software onderzoeken
4. Draagt zorg voor advisering en applicatieontwikkeling en -beheer van de
informatiesystemen van de scholen door o.a.:
 controleren of de operationele applicaties en apparatuur functioneren conform de
daaraan gestelde eisen;
 signaleren en melden van storingen en afwijkingen in de software en het zonodig
inschakelen van de leverancier;
 inventariseren en afstemmen van de wensen van gebruikers bij wijziging of uitbreiding
van de applicaties en het beoordelen van de wensen op productietechnische
uitvoeringsmogelijkheden, financiële en organisatorische randvoorwaarden, alsmede de
vastgestelde automatiseringsstandaarden van de scholen en deze vertalen in op de
gebruikerswensen afgestemde programmawijzigingen;
 het in geval van noodzakelijk geachte aanpassingen aan het informatiesysteem
verzamelen van specifieke informatie voor het opstellen van een functioneel ontwerp;
 beoordelen van de programma-aanpassingen op gebruiksvriendelijkheid en
toepassingsmogelijkheden, het daartoe uitvoeren van tests en het rapporteren ter zake;
 toezien op de naleving van voorschriften inzake de beveiliging van gegevens;
 beheren en onderhouden van de applicatiedocumentatie en het informeren en
ondersteunen van (nieuwe) gebruikers.
5. Verzorgt projectbegeleiding op het gebied van ICT.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het adviseren van de algemene directie, het coördineren van de organisatie
en inrichting, de begeleiding van de scholen en het uitvoeren van deelaspecten van het
financiële beleid.
Kader: het geformuleerde informatievoorzienings- en automatiseringsbeleid van de instelling
en de beschikbaar gestelde budgetten.
Verantwoording: aan de algemene directie voor wat betreft de kwaliteit van advisering van
de algemene directie op het gebied van informatievoorziening en automatisering van de
instelling en van coördinatie van de organisatie en inrichting van het beheer van hard- en
software en de te onderscheiden netwerken.
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische kennis van het vakgebied automatisering.
Kennis van informatievoorzienings- en automatiseringsmethoden, - technieken en processen, alsmede van kwaliteits- en service level management.
Kennis van en inzicht in de organisatie van de instelling.
Inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de beschikbare hard- en software.
Vaardigheid in het analyseren van de bestaande informatievoorziening en in het adviseren
omtrent aanpassingen c.q. verbeteringen.
6. Contacten
Met interne gebruikers over gebruikerswensen om deze af te kunnen zetten tegen de
mogelijkheden, randvoorwaarden en het organisatiebelang.
32
Met het management, specialisten en externen (o.a. ICT –platform BOK) over de inrichting
van de informatievoorziening en automatisering om te komen tot afstemming en
coördinatie.
Met leveranciers van hard- en software over de aanschaf van producten en diensten om
overleg te voeren over prijzen, leveringsvoorwaarden e.d.
33
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Orthopedagoog/Psycholoog
: Onderwijsproces -> Onderwijsbegeleiding
: Begeleiden, verzorgen en (therapeutisch) behandelen
: 44343 43334 43 43
: 49
: 11
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen één of meer speciale scholen voor
basisonderwijs of één of meer scholen voor speciaal onderwijs.
De orthopedagoog neemt deel aan multidisciplinaire (bestaande uit een
orthopedagoog/psycholoog en andere specialisten/deskundigen) teamvergaderingen waarin
handelingsplannen, methoden en voortgang van de leerling worden besproken.
Indien het een (V)SO school betreft neemt de orthopedagoog/psycholoog deel aan de
wettelijk verplichte commissie van begeleiding.
De orthopedagoog/psycholoog ontwikkelt het beleid met betrekking tot plaatsing van
leerlingen, gericht verricht psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op een
verantwoorde plaatsing van de leerlingen in de school en neemt deel aan
professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Beleidsontwikkeling met betrekking tot plaatsing van leerlingen o.a.:
 adviseert van het (bovenschools) management inzake de ontwikkeling van het beleid op
het vakgebied en op het gebied van leerlingenzorg;
 verricht onderzoeken en ontwikkelt het beleid op schoolniveau;
 levert bijdragen aan het ontwikkelen en actualiseren van een visie omtrent de
doelstellingen en functie van dit beleid binnen de school, rekening houdend met positie,
functie en doelstelling van de diverse andere disciplines binnen de school;
 neemt deel aan teamvergaderingen en draagt vanuit de eigen invalshoek bij aan het
totstandkomen van het schoolwerkplan en de pedagogische en/of didactische aanpak van
de leerlingen;
 brengt het eigen specialisme in, in multidisciplinair verband.
2. Psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek gericht op plaatsing van leerlingen in
de school o.a.:
 analyseert gegevens van arts en/of gegevens van toeleveringsscholen, na toestemming
ouders;
 onderhoudt contacten met de ouders/opvoeders ter verkrijging van een persoonbeeld
van de leerling, de vorderingen en gedragingen van de leerling in de thuissituatie en
adviseert over de behandeling van de leerling;
 observeert de leerlingen individueel en in groepsverband;
 verricht diagnostisch onderzoek, neemt tests af en analyseert de testresultaten ten
behoeve van advisering, behandeling, begeleiding;
 maakt verslagen van het psychologisch onderzoek ten behoeve van de bespreking met
de leden van de commissie van begeleiding alsmede voor de dossiervorming van de
leerling;
 stelt een therapeutisch plan of handelingsplan voor begeleiding van probleemleerlingen
op, bespreekt dit met de leraren en overige medewerkers en ziet toe op de uitvoering
ervan;
 voert herhalingsonderzoeken uit bij problemen of ten behoeve van plaatsing in het
reguliere onderwijs, een andere niveaugroep of overgang naar het (voortgezet) speciaal
onderwijs;
 woont leerlingbesprekingen bij, verwijst en begeleidt probleemleerlingen naar externe
34


3.



instellingen voor hulpverlening;
adviseert het onderwijsteam over individueel of groepsgerichte aanpak van de leerlingen;
geeft thematische voorlichting aan leerlingen en medewerkers over bepaalde
probleemsituaties.
Professionalisering o.a.:
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante
vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het ontwikkelen van beleid op schoolniveau, het verrichten van diagnostisch
onderzoek, afnemen van tests en het analyseren van de testresultaten ten behoeve van
advisering, behandeling, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan het management van de school over het ontwikkeld beleid met
betrekking tot plaatsing van leerlingen, het psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek
gericht op plaatsing van leerlingen in de school en van deelname aan professionalisering
5. Kennis en vaardigheden
Brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen op) het vakgebied van
orthopedagogiek/orthodidactiek en het algemene terrein van de leerlingbegeleiding.
Kennis van de gedragspatronen (o.a. diverse culturele achtergronden) van de leerling(en).
Kennis van het samenwerkingsverband, de zorgstructuur van het praktijkonderwijs en de
sociale kaart in de regio.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school.
Vaardigheid in het analyseren van problemen en het zoeken naar passende oplossingen.
Vaardigheid in het begeleiden van leerlingen.
Vaardigheid in het adviseren van ouders/opvoeders, het onderwijsteam en het management.
6. Contacten
Met leerlingen om diagnoses te stellen.
Met ouders/verzorgers over de resultaten van onderzoeken, de daaruit voortvloeiende
adviezen en de uitwerking ervan naar handelingsplannen, waarbij van emotionele weerstand
sprake kan zijn.
Met het onderwijsteam over de individueel of groepsgerichte aanpak van de leerlingen om af
te stemmen en hen te adviseren.
Met de leden van de commissie van indicatiestelling over de diagnose over de leerling om tot
afspraken te komen.
Met vertegenwoordigers van verwijzende scholen en scholen waarnaar verwezen wordt over
gegevens, na toestemming ouders, met betrekking tot de leerling om af te stemmen en te
adviseren.
Met collegae, vakgenoten, specialisten en andere deskundigen over gedragsvraagstukken
en/of de behaalde resultaten om tot evaluatie te komen.
35
Onderwijsgevend personeel (OP)
Vakleraar LA
Vakleraar LB
Leraar basisonderwijs LA
Excellente leraar basisonderwijs LB
Leraar Speciaal (basis)onderwijs LB
Gespecialiseerde leraar speciaal basisonderwijs LC
37
39
42
45
53
56
36
1. Functienaam : Vakleraar LA
Werkterrein
: Onderwijsproces -> Leraren
Activiteiten
: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Overdragen van informatie en vaardigheden
Kenmerkscore
: 33333 33333 33 33
Somscore
: 42
Salarisschaal
: LA
2. Context
De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs.
De leraar geeft onderwijs en begeleidt leerlingen voor een specifiek vak, bijvoorbeeld
bewegingsonderwijs of muziek, levert een bijdrage aan de voorbereiding en
ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is
verantwoordelijk voor professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Onderwijs en leerlingbegeleiding o.a.:
 bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;
 geeft les aan en begeleidt leerlingen voor het betreffende vakgebied;
 hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de
leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd
voelen;
 stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele
achtergronden;
 structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen
 kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;
 speelt in de les in op ontwikkelingen op het terrein van het vakgebied of aanverwante
terreinen;
 registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis
daarvan handelingsplannen op;
 signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose;
 bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de
directeur;
 begeleidt leraren, onderwijsassistenten en/of stagiaires;
 bespreekt mede de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers;
 houdt desgevraagd gegevens in het leerlingdossier bij;
 geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over het vakgebied in het
kader van het bevorderen van hun deskundigheid;
 neemt deel aan teamvergaderingen;
 organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;
 onderhoudt desgevraagd contacten met ouders en de ouderraad.
2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling o.a.:
 draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van het eigen vakgebied, in
onderlinge samenhang met andere vakgebieden;
 vertaalt ontwikkelingen in maatschappij naar didactische werkvormen en
leeractiviteiten;
 doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s betreffende het vakgebied;
 zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met
37

betrokkenen
en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten.
3. Professionalisering o.a.:
 houdt de voor het vakgebied vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig
uit;
 neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
 houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante
vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding voor het vak, het mede, in
teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met
betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten,
het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding,
de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs op het vakgebied en
van de professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden.
Kennis van ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Izicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties).
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
Communicatieve vaardigheden.
6. Contacten
Met leerlingen om de leerstof en werkvormen te bespreken en uit te leggen en
resultaten c.q. problemen te bespreken.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken.
Met collega’s over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale
besprekingen/consultatie.
Met de directie over de begeleiding van personeel en stagiaires om tot nadere afspraken te
komen.
38
1. Functienaam:
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
Vakleraar LB
Onderwijsproces -> Leraren
Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Overdragen van informatie en vaardigheden
43343 43333 43 43
47
LB
2. Omgeving
De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs.
De leraar geeft onderwijs en begeleidt leerlingen voor een specifiek vak,
bijvoorbeeld bewegingsonderwijs of muziek.
De leraar levert een bijdrage onderwijsvoorbereiding en ontwikkeling op
schoolniveau of op bovenschools niveau, coördineert uitvoering van onderdelen
van beleid en coördineert en begeleidt OOP en leerkrachten.
3. Werkzaamheden
1. Onderwijs en leerlingbegeleiding o.a.:
 bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;
 geeft les aan en begeleidt leerlingen voor het betreffende vakgebied;
 hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend
op de leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende
sociaal-culturele achtergronden;
 structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen;
 kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;
 speelt in de les in op ontwikkelingen op het terrein van het vakgebied of aanverwante
terreinen;
 registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis
daarvan handelingsplannen op;
 signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose;
 bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de
directeur;
 begeleidt leraren, onderwijsassistenten en/of stagiaires;
 bespreekt mede de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers;
 houdt desgevraagd gegevens in het leerlingdossier bij;
 geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over het vakgebied in het
kader van het bevorderen van hun deskundigheid;
 neemt deel aan teamvergaderingen;
 organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;
 onderhoudt desgevraagd contacten met de ouderraad.
2. Procesrol o.a.:
 registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen in de school/scholen op het
betreffende vakgebied en aanverwante gebieden en doet voorstellen voor beleid en
actieplannen;
39







vertaalt ontwikkelingen in de maatschappij naar voorstellen op schoolniveau of op
bovenschools niveau;
levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen in de
school/scholen op het vakgebied en aanverwante vakgebieden en adviseert het
management hierover;
formuleert de kaders voor leer- en pedagogische doelen van de school/scholen, in
onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren;
analyseert data, zoals zorggegevens, en doet naar aanleiding daarvan voorstellen voor
verbetering;
draagt desgevraagd zorg voor de implementatie van verschillende beleidsonderdelen;
bewaakt onderdelen van het beleid aan de hand van (zelf) opgestelde protocollen en
aanpakken;
vertegenwoordigt de school/de stichting desgevraagd in extern overleg.
3. Coördinatie en begeleiding o.a.:
 begeleidt en coacht leraren en OOP bij scholing en ontwikkeling op het eigen vakgebied
en/of aanverwante vakgebieden;
 coördineert collega vakleerkrachten;
 coördineert onderdelen van beleid van de school of van het bovenschools beleid;
 treedt op als inhoudelijk klankbord voor collega's;
 signaleert (dreigende) problemen in de uitvoering en adviseert het management over te
nemen maatregelen.
4.



Professionalisering o.a.:
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante
vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding voor het vak , het vervullen van de
procesrol, het begeleiden en coördineren van collega's, het initiëren van beleid, het
signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van beleidsonderdelen en het
leveren van bijdragen aan de beleidsontwikkeling op deelgebieden.
Kader: onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de (algemeen) directeur over de kwaliteit van onderwijs en de
begeleiding, de bijdrage aan het beleid , de coördinatie en begeleiding en de
professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
Brede theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden.
Kennis van ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(instanties).
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
Communicatieve vaardigheden.
40
6. Contacten
Met leerlingen om de leerstof en werkvormen te bespreken en uit te leggen en resultaten
c.q. problemen te bespreken.
Met ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten over leer- en gedragsproblemen van
leerlingen om moeilijk bespreekbare onderwerpen en knelpunten te bespreken en tot
overleg en afstemming over oplossingsrichtingen te komen.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken.
Met leerkrachten over onderwijs en begeleiding om af te stemmen.
Met externe organisaties om beleidsonderdelen en aanpakken af te stemmen.
Met de ouders uit vertegenwoordigende organen over ontwikkelingen om deze toe te lichten.
Met het management over de bijdrage aan de beleidsontwikkeling om te adviseren.
41
1. Functie-informatie
Werkterrein
Activiteiten
Deelscores
Score
Salarisschaal
: leraar basisonderwijs LA
: Onderwijsproces – leraren
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Beleids- en bedrijfsvoeringondersteunende werkzaamheden
: 33333 33333 33 33
: 42
: LA
2. Context
De werkzaamheden worden verricht op een (of meerdere) school (scholen) voor
basisonderwijs. De leraar geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de
voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie
en is verantwoordelijk voor professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Onderwijs en leerlingbegeleiding o.a.:
 speelt in op de leefwereld van leerlingen en begeleidt hen.
 bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;
 geeft les aan en begeleidt leerlingen;
 hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de
leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 ontwerpt en realiseert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 ontwikkelt bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie
(ervaren en weten dat je zelf een probleem aan kunt) en relatie (weten en voelen dat je
gewaardeerd wordt);
 stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij alle leerlingen;
 structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant
activiteiten in homogene en heterogene groepen;
 kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;
 speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en
techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 registreert, diagnosticeert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen
a.h.v. handelingsplannen waarmee de leerlingen begeleid worden, en bespreekt de
voortgang in samenwerking met het begeleidingsteam;
 signaleert didactische en (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een
eerste diagnose;
 consulteert (interne en/of externe) specialisten (collega´s, intern begeleider, directeur,
jeugdarts, orthopedagoog, logopedist, schoolmaatschappelijk werker etc.), biedt op
grond daarvan hulp en/of verwerkt hun adviezen in het handelingsplan;
 coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep;
 realiseert leerlingenzorg op basis van het zorgplan;
 begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistenten en/of stagiaires in de eigen
les/groep;
 bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers;
 houdt het leerling-dossier bij;
 neemt deel aan teamvergaderingen;
 organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit;
 onderhoudt contacten met de ouders inzake schoolactiviteiten.
42
2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling.
 draagt bij aan de pedagogische en didactische ontwikkeling van de school;
 doet voorstellen voor onderwijsverbetering op terreinen als maatschappij en
cultuur,natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s;
 houdt relevante dossiers m.b.t. de groep bij;
 draagt bij aan leerlijnen waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de
leerlingen;
 ontwikkelt eigen lesmateriaal;
 formuleert les- en opvoedingsdoelen voor de dagelijkse onderwijsuitvoering;
 onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen.
3.



Professionalisering.
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante
vakliteratuur.
4. Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden.
Beslist bij/over: het geven van les- en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband
uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en
het verwerken van de koers in werkvormen/ leeractiviteiten in de onderwijsprogramma’s.
het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Verantwoordelijkheid: de leraar is verantwoordelijk voor de zorg voor alle leerlingen, het
onderwijsproces en de resultaten van zijn/haar groep, en is medeverantwoordelijk voor de
ontwikkeling van de school.
Kader: de leraar handelt binnen het kader van onderwijs wet- en regelgeving,
kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school.
Verantwoording: de leraar legt verantwoording af aan de directeur over de kwaliteit van
onderwijs en leerlingbegeleiding, over de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van
het onderwijs en over de afgesproken professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden.
Theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO-opleiding: de pedagogische
academie voor het basisonderwijs.
Kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof.
Kennis van vaardig in het overdragen van leerstof en vaardigheden aan leerlingen dan
wel leerlingen hierin kunnen begeleiden.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van
hulpverlening(sinstanties).
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Kennis van en vaardig in het omgaan met leer- en gedragsproblemen.
Vaardigheid in het samenwerken met andere disciplines.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Communicatieve vaardigheden.
43
6. Contacten.
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q.
problemen te bespreken.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken
en medewerking te verwerven en te verlenen voor een actieve ondersteuning voor de
ontwikkeling van
de leerling.
Met collega leraren en intern begeleider over de eigen werkzaamheden in de vorm
van collegiale besprekingen/consultatie.
Met, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of interne of externe specialisten om diagnoses te
bespreken en door te verwijzen.
Met de directie over de kwaliteit van het eigen functioneren.
Met de leraar-in-opleiding en onderwijsassistent over wijze van en de voortgang in de
ondersteuning die zij bieden, de taken zie zij uitvoeren, gericht op een goede verloop van
het onderwijsproces.
Met interne / externe specialisten om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te
komen.
44
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Score
Deelscores
Salarisschaal
: Excellente leraar basisonderwijs LB
: Onderwijsproces –leraren
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Beleids – en bedrijfsvoeringondersteunende werkzaamheden
: 46
: 43343 43333 43 43
: LB
2. Context
De werkzaamheden worden verricht op een (of meerdere) school (scholen) voor
basisonderwijs. De excellente leraar heeft reeds meerdere jaren ervaring als leraar
basisonderwijs. Hij/zij levert een belangrijke meerwaarde aan de school / de stichting / een
samenwerkingsverband doordat hij/zij door een hoge graad van ervaring/kennis/expertise
als deskundige functioneert voor collega’s, en/of inzetbaar is in één of meerdere specifieke
domeinen, dan wel een beleidsondersteunende, -uitvoerende dan wel een aansturende taak
op zich kan nemen waarbij sprake is van gemandateerde eindverantwoordelijkheid.
In uitvoering ligt de nadruk op
A. De groep
B. Interne begeleiding
C. Coördinatie.
3. Werkzaamheden:
3a. Excellent leraarschap in de groep
1. Onderwijs en leerlingbegeleiding
Zie hiervoor de taakomschrijving "leraar basisonderwijs LA", aangevuld met:
 speelt in op de leefwereld van leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen en met
meervoudige ontwikkelingsproblemen en begeleidt hen;
 maakt in moeilijke groepen de effecten van het gedrag van de leerlingen bespreekbaar
en leert daarbij leerlingen het eigen groepsgedrag reguleren;
 geeft adequate sturing aan een groep die onvoldoende taakgericht is;
 hanteert bij moeilijke groepen, en/of bij leerlingen met meervoudige
ontwikkelingsproblemen werkvormen waardoor leerlingen leren samen werken;
 stelt voor leerlingen met meervoudige ontwikkelingsproblemen – evt. na consultatie
deskundigen – handelingsplannen op;
 onderhoudt contacten met collega leraren in verband met collegiale consultatie gericht op
het signaleren van complexere problemen;
 begeleidt collega's bij het opstellen van les- en opvoedingsdoelen en bij het opstellen
en bijstellen van complexe handelingsplannen;
 treedt op als inhoudelijk klankbord naar collega’s betreffende het omgaan met moeilijke
groepen, leerlingen met meervoudige, complexe ontwikkelingsproblemen.
2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling.
Zie hiervoor de taakomschrijving "leraar basisonderwijs LA", aangevuld met:
 signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert op basis
hiervan bijdragen aan de ontwikkeling en de verzorging van nieuwe
onderwijsprogramma's;
 formuleert mede de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge
samenhang en voor één of meerdere leerjaren;
45
 vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek,
gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en
leeractiviteiten op het inhoudelijke specialisme(n) waar hij/zij taken in heeft;
 geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen de school, maakt beleid en planning
voor het specialisme waarin hij/zij functioneert, en draagt zorg voor de implementatie
ervan;
 draagt bij aan de pedagogische koers, zet deze in teamverband uit en verwerkt de koers in
onderwijsprogramma's;
 geeft het voorbeeld aan collega docenten daar waar het gaat om de beheersing, verdieping
en verbreding van de (specifieke) kennis en vaardigheden;
 treedt op als inhoudelijk klankbord op het specialistische onderwerpen;
 begeleidt (aanstaande) leraren en collega’s bij (aspecten van) wat het onderwijs vraagt, en
doet dit tevens bij scholing en ontwikkeling van medewerkers op specifieke thema’s;
 draagt zorg voor en geeft inhoud aan de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming
van de onderwijsactiviteiten binnen (een deel van) het eigen team;
 participeert in coördinerend overleg inzake het zorgen voor afstemming van inzichten,
werkvormen en beleidsontwikkelingen tussen vakken.
3. Professionalisering
Hij/zij professionaliseert zich voortdurend verder op hetgeen aan aanvullende
kennis/specialisme is ontwikkeld
4. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Beslist bij/over: het geven van les- en leerlingbegeleiding, het initiëren en in teamverband
uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en
het verwerken van de koers in werkvormen/ leeractiviteiten in de onderwijsprogramma’s,
het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en het op
basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling en verzorging van nieuwe
onderwijsprogramma’s, het begeleiden van collega’s gericht op opstellen (les- en
opvoedings)doelen en/of handelingsplannen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Verantwoordelijkheid: voor de kinderen van de groep, voor het onderwijsproces en de
resultaten van de groep als geheel en van de individuele kinderen afzonderlijk, en is
medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de school.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de directeur over het eigen functioneren, de kwaliteit van onderwijs
en leerlingbegeleiding, de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs,
de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de afgesproken professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden.
Brede theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO+opleiding, bereikt door gevolgde
relevante cursussen (master classes) dan wel een HBO Master opleiding.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en
de mogelijkheden van hulpverlening(instanties).
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en
gedragsproblemen.
Ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
46
Communicatieve vaardigheden.
6. Contacten.
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te
bespreken.
Met ouders/verzorgers en/of (intern-/externe) specialisten om de voortgang en ontwikkeling
van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van voorkomende
specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven en te verlenen voor een
actieve
ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling.
Met collega leraren en intern begeleider over de eigen werkzaamheden in de vorm van
coaching, collegiale besprekingen/consultatie, waarbij een specifieke gerichtheid is op zaken
die als gevolg van opgebouwde kennis en ervaring vergaand ontwikkeld zijn.
Met ouders/verzorgers, hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten om
diagnoses te bespreken en door te verwijzen
Met de leraar-in-opleiding en onderwijsassistent over wijze van en de voortgang in de
ondersteuning die zij bieden, de taken die zij uitvoeren, gericht op een goede verloop van
het onderwijsproces;
Met interne / externe specialisten om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te
komen.
3b. Gerichtheid op interne begeleiding
De leraar is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met (het leveren van een
bijdrage aan) de ontwikkeling van het interne en/of bovenschoolse zorgbeleid, verzorgt de
afstemming tussen beide niveaus, is belast met de coördinatie en uitvoering van het
zorgbeleid in de school, de begeleiding van leraren op het gebied van zorgbeleid, en is
verantwoordelijk voor professionalisering van collega’s t.a.v. versterking zorg voor leerlingen
binnen de school.
1. Lesgevende taak.
Indien van toepassing dan geldt hiervoor hetgeen is opgenomen in de functieomschrijving
leerkracht LA onder resultaatgebied 1 (Onderwijs en leerlingbegeleiding)
2.










Administratieve en coördinerende werkzaamheden t.b.v. kinderen en/of leerkrachten
observeren van leerlingen in klassensituaties, bespreken van de observatie met de
leerkracht en adviseren ten aanzien van vervolgstappen;
plannen, bespreken en evalueren van het handelingsplan met de leerkracht;
coördineren van de aanmelding van een leerling voor interne zorg;
bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor interne hulp door remedial teacher,
onderwijsassistent (en orthopedagoge) en het organiseren deze hulp;
samen met de leerkracht de ouders wijzen op hulpverlenende instanties zoals
logopedist, fysiotherapeut, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk, e.a.;
bepalen of extra onderzoek, intern en/of extern, geïndiceerd is en het organiseren van
dit onderzoek;
coördineren van de verwijzing van een leerling voor externe zorg;
coördineren van de activiteiten met betrekking tot schoolverlaters;
mede de toelaatbaarheid van zij-instromers tot de school beoordelen en het coördineren
van de toelating van deze leerlingen;
het terugplaatsen van leerlingen van het speciaal basisonderwijs naar het basisonderwijs
coördineren;
47








samen met de leerkracht, ouders, directie en eventueel ingeschakelde instantie
bespreken, of aanmelding bij het speciaal (basis)onderwijs wenselijk, cq. noodzakelijk
is;
het proces van aanmelding voor plaatsing op het speciaal (basis)onderwijs, coördineren;
de aanvraag van een leerlinggebonden financiering coördineren, waaronder het (laten)
invullen van het onderwijskundig rapport;
de contacten met de leerkracht, de ouders en de ambulant begeleider van het speciaal
(basis)onderwijs coördineren en het bewaken van het opstellen van een begeleidings- en
handelingsplan;
bewaken van procedures en toezien op het naleven van de afspraken;
coördineren en zorg dragen voor dossiervorming en -beheer van de zorgleerlingen;
overleg voeren met de directie over leerlingen;
toezien op goed contact tussen ouders en school als basis voor een goede
samenwerking.
3. Begeleidende en coachende werkzaamheden
a. Gericht op individuele leraren:
 collegiale consultatie verlenen, d.w.z. en advies geven aan leerkrachten met
betrekking tot het pedagogisch en didactisch afstemmen op leerlingen; waarbij de
leerkracht de verantwoordelijkheid houdt;
 groepsbesprekingen over toetsresultaten houden en nagaan of er adequate hulp
wordt ingezet bij kinderen die opvallen;
 leerkrachten hulp bieden bij het opstellen van een groepsplan of individueel
handelingsplan;
 leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van remediërend materiaal en hen wegwijs
maken in de orthotheek;
 systematisch klassenbezoeken afleggen en leerkrachten begeleiden ten aanzien van
het klassenmanagement, wanneer daar behoefte aan is;
 leerkrachten ondersteunen bij gesprekken met ouders van zorgleerlingen;
 (mede)coachen van leerkrachten;
b.









4.





Gericht op het team:
opstellen van een toetskalender;
zorgdragen voor de opzet van de orthotheek en het up to date houden daarvan;
procedures en richtlijnen opstellen ten aanzien van de signalering binnen de school
en het leerlingvolgsysteem actueel houden;
verzamelen van de toetsgegevens en /of groepsoverzichten;
analyses en schooloverzichten maken aan de hand van toetsgegevens;
deze met het team bespreken;
voeren van groepsstaten besprekingen;
leerlingbesprekingen, intervisiebijeenkomsten houden over (gedrags)problemen bij
leerlingen;
modellen voor individuele- en groepsoverzichten ontwerpen en het gebruik bewaken.
Innoverende taken voor de school als organisatie
in de schoolgids de paragrafen opstellen ten aanzien van de zorg voor leerlingen;
de ontwikkelingen binnen de zorgverbreding analyseren;
de zorgverbreding binnen de school als organisatie evalueren en ideeën tot ontwikkeling
van beleid geven;
alert blijven op hiaten in de didactische leerlijnen binnen de school en de mogelijkheden
tot verbetering hiervan onderzoeken;
initiatieven nemen tot verbetering van het didactisch en sociaal-emotioneel functioneren
van de leerlingen binnen de school;
48







voorstellen doen en implementeren van keuzes voor nieuwe methoden en daarmee een
bijdrage leveren aan de vernieuwing van het onderwijsaanbod;
het schoolplan en het meerjarenbeleidsplan, mede, opstellen en deze jaarlijks uitwerken
tot jaarplannen; voor kennisoverdracht zorgen bij inhoudelijke vergaderingen;
een zorgplan voor de school opstellen en deze vertalen naar actieplannen;
in het jaarverslag de leerlingenzorg en onderwijskundige ontwikkelingen verzorgen;
het team op de hoogte stellen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van
zorgverbreding, materialen, methodes, orthodidactische middelen en software;
overleg voeren met de directeur en adviseren en meedenken ten aanzien van het
(onderwijskundig) beleid van de school;
voorstellen doen ten aanzien van de nascholing van het team met betrekking tot de
didactische aanpak en pedagogische lijn.
5. Vertegenwoordigende taken
 contacten onderhouden met andere intern begeleiders onder meer uit het
samenwerkingsverband;
 contacten onderhouden met externe instanties als schoolarts, schoollogopedist, Bureau
Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk, RIAGG;
 bovenschools overleg voeren met betrekking tot beleid op bijvoorbeeld het terrein van
het samenwerkingsverband.
4. Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Beslist bij/over: het analyseren van observaties van klassensituaties, van zorgactiviteiten,
toetsresultaten en leerlingbesprekingen en het signaleren en analyseren van behoeften tot
vernieuwing van het onderwijs, en het op basis daarvan uitwerken van didactische
leerlijnen, het opstellen van het schoolspecifieke zorgplan, het zorgen voor afstemming van
dit plan tot het bovenschoolse (regionaal) zorgbeleid, het adviseren van collega’s t.a.v.
begeleiding van een leerling, en het zorg dragen voor opzet en uitwerking van het
leerlingvolgsysteem, alsook het op basis hiervan leveren van bijdragen aan de ontwikkeling
en verzorging van zorgbeleid, het begeleiden van collega’s gericht op opstellen van
handelingsplannen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen, het
zorgplan en de beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de directeur over het eigen functioneren, de kwaliteit van de
leerlingbegeleiding en het zorgbeleid (ontwikkeling en uitvoering), de bijdrage aan het
formuleren van integraal onderwijsbeleid, de begeleiding/coaching van leraren gericht op
zorgbeleid, de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de afgesproken professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden.
Brede theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden op het niveau van een afgeronde HBO+ opleiding, bereikt door gevolgde
relevante cursussen (master classes) dan wel een HBO Master opleiding, gevolgde IB
opleiding, en daarmee gecertificeerd IB-er zijn.
Kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof.
Vaardig in het opstellen van plannen en het geven van adviezen.
Vaardig in het begeleiden en coachen van leraren.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en
de mogelijkheden van hulpverlening(instanties).
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en
gedragsproblemen.
49
Ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden en vaardig in het motiveren van anderen.
Communicatieve vaardigheden.
6. Contacten.
Met leraren over de ondersteuningsvraag en de begeleiding van (zorg)leerlingen met als
doel afspraken te maken en/of af te stemmen.
Met ouders/verzorgers en/of (interne-/externe) specialisten om mede de voortgang en
ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van
voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een
actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling.
Met collega leraren in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie, waarbij
een specifieke gerichtheid is op zorg voor leerlingen.
Met hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten om diagnoses te
bespreken, begeleiding af te stemmen en om in gezamenlijkheid het zorgbeleid te
ontwikkelen/bewaken.
Met bovenschoolse organisaties en netwerken intern begeleiders om bovenschools
(regionaal) zorgbeleid te ontwikkelen, te evalueren, te bewaken.
Met interne / externe specialisten om afspraken te evalueren / tot nieuwe afspraken te
komen.
3c. Gerichtheid op het coördineren van een eenheid (bouw/ locatie)
De leraar is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met de coördinatie van het
onderwijs en de begeleiding van leerlingen binnen een deel van de school, coördineert de
werkzaamheden van de medewerkers van dat deel van de school en is verantwoordelijk voor
de kwaliteit van de onderwijskundige ontwikkeling van de eenheid in relatie tot de
onderwijskundige ontwikkeling van de totale school.
1. Lesgevende taak.
Indien van toepassing dan geldt hiervoor hetgeen is opgenomen in de functieomschrijving
leerkracht LA onder resultaatgebied 1 (Onderwijs en leerlingbegeleiding)
2. Initieert en coördineert de invulling en uitvoering van de voor de locatie vastgestelde
onderwijskundige beleidskaders door:
 het vertalen van ontwikkelingen binnen de bouw/locatie en diens omgeving naar voorstellen
voor de directeur en uitvoeringsprogramma's voor de school;
 het coördineren van de ontwikkeling van leermiddelen, lesmateriaal en andere delen van
het curriculum en de ontwikkeling van nieuwe onderwijsprogramma's;
 het initiëren en stimuleren van scholing/bijscholing van aan de bouw/locatie verbonden
personeel.
3. Geeft leiding aan de bouw/locatie door:

het coördineren van de werkzaamheden van medewerkers binnen de eenheid;

het voeren van coachingsgesprekken met het personeel in het kader van
professionele
ontwikkeling;

het voorzitten van bouw/locatievergaderingen;

het afhandelen/behandelen van klachten betreffende de bouw/locatie;

het stimuleren en coachen van het personeel;

het toezien op naleving van de regels die gelden voor de bouw/locatie en ingrijpen bij
overtredingen.
50
4. Draagt mede zorg voor de uitvoering van het onderwijs binnen de bouw/locatie
door:
 levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsbeleid van de
school als totaal, vertaalt deze in leer- en opvoedingsdoelen voor de bouw/locatie en
 adviseert de directeur op basis van uitgevoerde evaluaties binnen de bouw/locatie;
 optimaliseert leerprocessen en werkmethoden binnen de bouw/locatie, en doet aan de
directeur voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s;
 zet mede de pedagogische koers van de school uit, voert hierover overleg met de leraren
binnen de bouw/locatie, en verwerkt samen met het team van de bouw/locatie de koers in
didactische werkvormen en leeractiviteiten uit;
 bewaakt programma's voor toetsing binnen de bouw/locatie;
 neemt deel aan de professionaliseringactiviteiten van het onderwijsteam;
 verzorgt informatie en/of faciliteert de informatievoorziening binnen en buiten de
bouw/locatie;
 geeft (in voorkomende gevallen) gedurende een deel van de week les en het begeleiden
van individuele- en groepen leerlingen (zie functie groepsleraar).
5. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van de onderwijsinstelling door:

het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan de directeur;

het deelnemen aan de vergaderingen van het managementteam (bouw/locatieleiders
en
directeur);

het deelnemen (als voorzitter of als lid) aan commissies op onderwijsinstellingniveau;

het uitvoeren van één of meerdere taken op onderwijsinstellingniveau en/of invulling
uitvoering geven aan één of meerdere door de directeur toegewezen beleidsterreinen.
6. Bijdrage schoolorganisatie door:

neemt deel aan netwerken ten behoeve van aangegeven beleids- en
uitvoeringskwesties;

verzorgt mede communicatieve zaken (intern en extern);

organiseert huishoudelijke zaken.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: de vertaling van de onderwijsprogrammering van de school naar
ontwikkelings-/jaarplannen voor de bouw/locatie, waarin de benodigde aanpak en werkwijze
voor de bouw/locatie beschreven staan, bij het opstellen van een ontwikkelingsplan voor de
bouw/locatie, over de inhoud van adviezen aan de directeur en bij de coördinatie van zaken
de eenheid betreffende;
Kader: De onderwijs- wet- en regelgeving, de kerndoelen, de (voor alle beleidsterreinen
geldende) doelen en beleidslijnen van de school, en de kaders beleid van het bestuur;
Verantwoording: verschuldigd aan de directeur voor wat betreft het eigen functioneren, de
coördinatie en de realisatie van het beleid binnen de bouw/locatie, de coördinatie van
organisatorische zaken binnen de eenheid, de bijdrage aan de uitvoering van het onderwijs
binnen de bouw/locatie en de adviezen betreffende de ontwikkeling en uitvoering van het
beleid van de onderwijsinstelling, de bijdrage aan de schoolorganisatie en over de
afgesproken professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden.
Brede theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en
vaardigheden op het niveau van een HBO+ opleiding (zie opleidingsnorm van de stichting).
Opleiding gericht op het coördineren en aansturen van processen.
Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school.
Op basis van ervaring opgebouwd ruim inzicht in en vergaande kennis van de organisatie en
51
de mogelijkheden van hulpverlening(instanties).
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Gespecificeerde kennis van en ruime ervaring in het omgaan met leer- en
gedragsproblemen.
Ruime ervaring in het samenwerken met andere disciplines.
Invoelingsvermogen en sociale/communicatieve vaardigheden en vaardig in het motiveren
van anderen.
Vaardig in het begeleiden van professionals.
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.
6. Contacten.
Met leraren over de uitvoering van het onderwijs met als doel tot afspraken te komen dan
wel afstemming te bewerkstelligen.
Met ouders/verzorgers en/of (interne-/externe) specialisten om mede de voortgang en
ontwikkeling van de leerlingen te bespreken, tot afstemming te komen over de aanpak van
voorkomende specifieke ontwikkelingsvragen, en /of medewerking te verwerven voor een
actieve ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerling.
Met leraren in de vorm van coaching, collegiale besprekingen/consultatie alsook aansturing.
Met hulpverlenende instanties en/of interne of externe specialisten/instanties om begeleiding
en beleid af te stemmen/te bewaken.
Met vertegenwoordigers intern/extern over beleid om af te stemmen.
Met interne / externe specialisten/instanties om afspraken te evalueren / tot nieuwe
afspraken te komen.
52
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Deelscores
Score
Salarisschaal
:Leraar Speciaal (Basis)onderwijs LB
:Onderwijsproces -> Leraren
:Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Overdragen van informatie en vaardigheden
:43343 43333 43 43
:46
: LB
2. Context
De werkzaamheden worden verricht op een school voor speciaal basisonderwijs of een
school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De school biedt opleiding en vorming aan
leerlingen van 3 tot en met 12 of tot 20 jaar. Het betreft leerlingen met lichamelijke en/of
verstandelijke handicaps en/of leerlingen die (zeer) moeilijk opvoedbaar zijn en/of (zeer)
moeilijk kunnen leren.
De school bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs of is eindonderwijs.
Functies: directeur, leraren, (para)medici en overig ondersteunend personeel.
De leraar Speciaal (Basis)onderwijs LB geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een
bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en is verantwoordelijk voor
professionalisering.
3. Werkzaamheden
1. Onderwijs en leerlingbegeleiding.
 bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor;
 geeft les en begeleidt leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis van
groepsplannen;
 hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de
leer- en opvoedingsdoelen;
 creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd
voelen;
 ontwikkelt bij leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen kunnen), autonomie
(ervaren en weten dat jezelf een probleem aan kunt) en relatie (weten en voelen dat je
gewaardeerd wordt);
 stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaalculturele achtergronden;
 structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant activiteiten
in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;
 kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;
 speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en
techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 diagnosticeert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen, stelt
complexe handelingsplannen op en bespreekt de voortgang in het begeleidingsteam;
 consulteert deskundigen zoals de jeugdarts, orthopedagoog, intern begeleider,
logopedist, schoolmaatschappelijk werker en verwerkt hun adviezen in het
handelingsplan;
 begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijs- en/of klassenassistent;
53



bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen van leerlingen met
ouders/verzorgers en bezoekt ouders/verzorgers;
houdt het leerlingdossier bij;
onderhoudt contacten met de ouderraad.
2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en –ontwikkeling.
 draagt bij aan de pedagogische en didactische ontwikkeling van de school;
 doet voorstellen voor ondewijsverbetering op terreinen als maatschappij en
cultuur,natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s;
 houdt een groepsdossier bij;
 draagt bij aan leerlijnen waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de
 leerlingen;
 ontwikkelt eigen lesmateriaal;
 formuleert les- en opvoedingsdoelen voor de dagelijkse onderwijsuitvoering;
 onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen.
3.



Professionalisering:
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
bestudeert relevante vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het geven van les en begeleiden van leerlingen in speciaal gevormde
groepen op basis van groepsplannen, het bijdragen aan de pedagogische koers, resulterend
in onderwijsprogramma's, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van
de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de
professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
Brede theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden.
kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof.
Inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school en de basisscholen in de regio.
Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties).
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen.
Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
Vaardig in het samenwerken met andere disciplines.
54
6. Contacten
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te
Bespreken.
Met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en tot
oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken en
moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te verwerven
voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling;
Met collega's, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten om diagnoses te
bespreken en door te verwijzen.
Met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs- en
klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/hulpverleners
om tot nadere afspraken te komen.
55
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Deelscores
Score
Salarisschaal
: Gespecialiseerde leraar speciaal (basis)onderwijs
: Onderwijsproces - Leraren
: Overdragen van informatie en vaardigheden
Beleids- en bedrijfsvoeringondersteunende werkzaamheden
: 43443 43334 4343
: 49
: LC
2. Context
De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een regionaal netwerk met een school voor
speciaal basisonderwijs. Deze school biedt opleiding en vorming aan leerlingen met
lichamelijke en/of verstandelijke handicaps en/of aan leerlingen die (zeer) moeilijk
opvoedbaar zijn en/of (zeer) moeilijk kunnen leren en bereidt deze leerlingen voor op het
vervolgonderwijs.
De gespecialiseerde leraar draagt zorg voor de opvang van de meest complexe
risicoleerlingen binnen het regionaal netwerk, draagt zorg voor de gedragsbeïnvloeding van
de risicoleerling, levert bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de
onderwijsontwikkeling, neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking
binnen en buiten het regionaal netwerk, geeft mede richting aan de
professionaliseringactiviteiten van leraren en is verantwoordelijk voor professionalisering.
3. Resultaatgebieden
1. Opvang van de meest complexe risicoleerlingen in het regionaal netwerk:
 bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor, ontwikkelt een leerlijn waarin
aandacht is voor de specifieke problematiek van de leerling, ontwikkelt eigen
lesmateriaal;
 geeft les en begeleidt (groepen) leerlingen in speciaal gevormde groepen op basis
van een planmatige, specialistische manier van begeleiden;
 brengt bij genoemde groep leerlingen competentie (ervaren en geloven in eigen
kunnen), autonomie (ervaren en weten dat jezelf een probleem aan kunt) en relatie
(weten en voelen dat je gewaardeerd wordt) tot ontwikkeling;
 creëert een pedagogisch klimaat waarin de complexe groep leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij deze leerlingen;
 structureert en coördineert activiteiten van leerlingen en organiseert en plant
activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen;
 kijkt de onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert;
 speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur
en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 signaleert (sociaal) pedagogische problemen, evalueert ontwikkelings- en
leerprocessen
 bij leerlingen, stelt een diagnose en complexe handelingsplannen op;
 biedt zelf hulp, bespreekt de voortgang in een begeleidingsteam of treedt in contact
met de desbetreffende specialisten waarna begeleiding plaatsvindt van individuele
leerlingen met specifieke meervoudige onderwijsbehoeften;
56










begeleidt leerlingen zoals voorzien in het zorgplan;
onderhoudt contacten met begeleidingsdiensten en andere betrokkenen;
consulteert deskundigen zoals de jeugdarts, orthopedagoog, intern begeleider,
logopedist, schoolmaatschappelijk werker en verwerkt hun adviezen in het
handelingsplan;
coördineert de leerlingenzorg in de school;
bespreekt de voortgang, de ontwikkeling en de gedragsproblemen van leerlingen met
ouders/verzorgers en bezoekt ouders/verzorgers;
houdt het leerling-dossier bij;
geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het
kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid;
neemt deel aan teamvergaderingen;
organiseert schoolactiviteiten en voert deze uit;
onderhoudt contacten met de ouderraad inzake schoolactiviteiten.
2. Gedragsbeïnvloeding van de risicoleerling.
 ontwikkelt beleidsvoorstellen met betrekking tot de zorgtraject bemiddeling
waaronder activiteiten als signalering, onderzoek, advisering, begeleiding,
handelingsplanning en PCL (permanente commissie leerlingenzorg) bespreking;
 adviseert over de beleidsmatige aanpak van de begeleiding van risicoleerlingen;
 begeleidt collega's bij de bespreking van de ontwikkeling van de leerling met de
ouders/verzorgers;
 zet een coachingstraject op voor collega-leraren;
 bespreekt in het begeleidingsteam de (gedrags)ontwikkeling van de leerlingen.
3. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en de onderwijsontwikkeling.
 levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen in
het regionaal netwerk en adviseert de directeur hierover;
 signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en levert op
basis hiervan bijdragen aan de structurele ontwikkeling en de verzorging van nieuwe
onderwijsprogramma's;
 formuleert de kaders voor leer- en opvoedingsdoelen van het regionaal netwerk, in
onderlinge samenhang, bereidt de jaarlijkse en meerjarenplanning voor en adviseert
de directeur hierover;
 ontwikkelt de pedagogische koers resulterend in onderwijsprogramma's;
 bereidt evaluaties voor van (onderwijskundige)beleidskeuzes;
 vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek,
gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen
en leeractiviteiten en inhoudelijke specialisme(n);
 geeft vorm aan inhoudelijke ontwikkelingen binnen het regionaal netwerk, doet
voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s en draagt zorg voor de
implementatie ervan;
 draagt bij aan de pedagogische koers, zet deze in teamverband uit en verwerkt de
koers in onderwijsprogramma's.
57
4. Initiatieven die structureel bijdragen aan de samenwerking binnen het regionaal
netwerk en aan de samenwerking met andere instellingen.
 initieert overleg en samenwerking tussen leraren binnen het regionaal netwerk;
 treedt op als projectleider van onderwijskundige projecten (voorbereiding,
ontwikkeling, implementatie en/of evaluatie);
 leidt en/of participeert actief in vergaderingen;
 ontwikkelt (inhoudelijke) kaders ter ondersteuning van de externe relaties met
instellingen voor jeugdhulpverlening, jeugdgezondheidszorg, overige speciaal en
speciaal voortgezet onderwijs waarbij het gaat om afstemming en samenwerking;
 analyseert knelpunten in de hulpverlening en komt met oplossingsvoorstellen.
5. Mede richting geven aan de professionaliseringactiviteiten van leraren.
 ontwikkelt beleidsmatige voorstellen met betrekking tot het planmatig ondersteunen
van collega's uit het regulier onderwijs bij een (meer) structurele opvang van
risicoleerlingen;
 adviseert en ondersteunt collega's uit basisscholen in de regio over de specifieke
aanpak, handelingsplannen en problemen van leerlingen die een specifieke
benadering vragen.
6.



Professionalisering:
houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit;
neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie;
houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert
relevante vakliteratuur.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten, het
ontwikkelen van een leerlijn waarin aandacht is voor de specifieke problematiek van de
leerling, het ontwikkelen van eigen lesmateriaal, het ontwikkelen van beleidsvoorstellen
met betrekking tot de zorgtrajectbemiddeling, het formuleren van de kaders voor leeren opvoedingsdoelen van het samenwerkingsverband, in onderlinge samenhang, het
voorbereiden van de jaarlijkse en meerjaren-planning, het ontwikkelen van
(inhoudelijke) kaders ter ondersteuning van de externe relaties met instellingen, het
ontwikkelen van beleidsmatige voorstellen.
Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en
beleidslijnen van de school.
Verantwoording: aan de directeur over de opvang van de meest complexe
risicoleerlingen in het regionaal netwerk, de gedragsbeïnvloeding van de risicoleerling, de
bruikbaarheid van bijdragen aan de onderwijsvoorbereiding en de
onderwijsontwikkeling, de bruikbaarheid van initiatieven die structureel bijdragen aan
de samenwerking binnen het regionaal netwerk en daarbuiten, het mede richting geven
aan de professionaliseringactiviteiten van leraren en de professionalisering.
5. Kennis en vaardigheden
58
Brede of gespecialiseerde theoretische kennis van het vakgebied.
Specialistische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden op uiteenlopende
Leerstofgebieden.
Kennis van de leerstof en van het ontwikkelen van specifieke leerstof.
Kennis van beleidsontwikkelingen op de toegewezen aandachtsgebieden.
Inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen scholen in het regionaal netwerk en
Daarbuiten.
Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening
(sinstanties);
Kennis van verschillende culturele achtergronden en vaardigheid in het omgaan met
leerlingen en ouders van verschillende culturele achtergronden.
Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden.
Vaardigheid in het omgaan met gedragsproblemen.
Specialistische communicatieve vaardigheden.
Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden.
Vaardig in het samenwerken met andere disciplines.
6. Contacten
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen
te bespreken.
Met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te stemmen en
tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken
en moeilijk bespreekbare onderwerpen ter sprake te brengen en medewerking te
verwerven voor een actieve ondersteuning voor het gedrag van de leerling.
Met collega's, ouders/verzorgers, hulpinstanties en/of specialisten om diagnoses te
bespreken en door te verwijzen.
Met de directeur over beleidsontwikkelingen om af te stemmen en te adviseren.
Met de directeur over de begeleiding van de lerarenondersteuner(s), onderwijs- en
klassenassistent(en) en over de voortgang in de contacten met hulpinstanties/
hulpverleners om tot nadere afspraken te komen.
59
Management
Middenmanager AB
Middenmanager AC
Directeur DB
Directeur DC
Algemeen adjunct directeur
Algemeen directeur
61
64
67
70
73
75
60
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Middenmanager AB
: Management -> Schoolmanagement
: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Coördinatie van activiteiten en processen
: 43343 43334 33 43
: 47
: AB
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs , soms met
meerdere locaties. De directeur geeft leiding aan de onderwijsprocessen in de school, draagt
zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces en is verantwoordelijk voor het
personeelsmanagement.
De middenmanager is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met onderdelen
van het management van de school en geeft leiding aan een organisatorische eenheid.
Hiervoor kan een specifiek taakprofiel worden opgesteld. Tevens kan er sprake zijn van voor
het aandachtsgebied specifieke vereisten.
3. Werkzaamheden
1. Verzorgt onderwijs en leerlingbegeleiding door o.a.:
 het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten en het lesgeven aan en
begeleiden van leerlingen en het analyseren van resultaten;
 het hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend
op de leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 het creëren van een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 het stimuleren van en het begeleiden van de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij
leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden;
 het inspelen op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en
techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 het registreren en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en het
op basis daarvan opstellen van handelingsplannen en het uitvoeren van deze plannen;
 het signaleren van (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en het stellen van
een eerste diagnose;
 het deelnemen aan leerlingenbesprekingen en het leveren van een bijdrage daaraan
vanuit de eigen deskundigheid;
 het zo mogelijk begeleiden van ander personeel, zoals de lerarenondersteuner,de
onderwijsassistent en/of stagiaires;
 het bespreken van de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met
ouders/verzorgers;
2. Geeft mede leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school door o.a.:
 het vervangen van de directeur bij diens afwezigheid;
 het mede ontwikkelen en vervolgens bewaken van de missie, identiteit en het gewenste
pedagogisch-didactisch klimaat van de school;
 het mede uitvoeren van alle gemandateerde taken .
 het mede organiseren van het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen van de
school;
 het mede ontwikkelen van kwaliteitsbeleid en het bewaken van de kwaliteit van de
werkzaamheden (kwaliteitszorg);
61





het mede pro-actief zorgen voor passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de
onderwijsuitvoering;
het deelnemen aan schooloverstijgende overlegsituaties;
het onderhouden van contacten met relevante scholen/instellingen;
het onderhouden van contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;
het mede leiding geven aan het personeel van de school o.a. door het voeren van
personeelsgesprekken.
3. Draagt mede zorg voor (beleids)ontwikkeling van de school door o.a.:
 het mede zorgen voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van
het strategisch beleid van de school;
 het mede verantwoordelijk zijn voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en
evalueren van het onderwijskundig beleid van de eenheid;
 het mede analyseren van ontwikkelingen in de omgeving van de school
(onderwijs,welzijn, jeugdzorg) en in de school en het vertalen van deze ontwikkelingen
naar beleid en activiteiten voor de school en de Stichting KOE;
 het mede realiseren van multidisciplinaire projecten;
 het adviseren en informeren van de directeur over de jaarlijkse- en meerjarenplannen
en programma's;
 het mede representeren van de school naar overige instanties.
4.








Geeft leiding aan een organisatorische eenheid door o.a.:
het leveren van een bijdrage in het managementoverleg;
het fungeren als aanspreekpunt van de eenheid;
het signaleren van knelpunten en ontwikkelingen in de eenheid;
het bewaken van de inhoudelijke en organisatorische lijn in de eenheid;
het maken van een jaarplanning voor de eenheid;
het organiseren en voorzitten van vergaderingen;
het zorgen voor de inval en de begeleiding van deze leerkrachten;
het maken van deelbegrotingen en het beheren van het budget van de eenheid.
5. Draagt (mede)zorg voor personeelsmanagement van de eenheid door o.a.:
 het stimuleren en creëren van mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van
medewerkers;
 het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van de
eenheid;
 het verantwoordelijk zijn voor de personele zorg en het personeelsbeheer van de
eenheid;
 het adviseren van de directeur over personele vraagstukken van de eenheid;
 het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de
school.
6. Het blijvend ontwikkelen van de voor het beroep vereiste bekwaamheden.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het verzorgen van onderwijs en de leerlingbegeleiding, het leiding en
sturing geven aan het onderwijs, het leiding geven aan de medewerkers van de
organisatorische eenheid.
Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de
specifieke beleidskaders van het bestuur en directeur.
Verantwoording: aan de directeur over het leiding en sturing geven
aan onderwijsprocessen in de school, de uitvoering van het onderwijsproces, het
62
personeelsmanagement en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding in de
organisatorische eenheid.
5. Kennis en vaardigheden
Theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs.
Inzicht in het functioneren van de organisatie.
Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de
jeugdzorg afspelen.
Adviesvaardigheden.
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.
Vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties.
Vaardig in het aansturen van professionals.
6. Contacten
Met ouders en vertegenwoordigende organen over te nemen of genomen beslissingen om
relevante aangelegenheden met hen af te stemmen.
Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen)
over onderwijskundige ontwikkelingen om overleg te voeren en af te stemmen.
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te
bespreken.
Met hulpverleners/specialisten (bijv. SBO/SO) over de problematiek van leerlingen om af te
stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken.
63
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
Salarisschaal
: Middenmanager AC
: Management -> Schoolmanagement
: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden
Coördinatie van activiteiten en processen
: 44343 43334 43 43
: 49
: AC
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een grote school voor primair onderwijs (>
400), soms met meerdere locaties en/of een SBO school. De directeur geeft leiding aan de
onderwijsprocessen in de school, draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces en
is verantwoordelijk voor het personeelsmanagement.
De middenmanager is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met onderdelen
van het management van de school en geeft leiding aan een grote organisatorische eenheid.
Hiervoor kan een specifiek taakprofiel worden opgesteld. Tevens kan er sprake zijn van voor
het aandachtsgebied specifieke vereisten.
3. Werkzaamheden
1. Verzorgt onderwijs en leerlingbegeleiding door o.a.:
 het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten en het lesgeven aan en
begeleiden van leerlingen en het analyseren van resultaten;
 het hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend
op de leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 het creëren van een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 het stimuleren van en het begeleiden van de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij
leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden;
 het inspelen op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en
techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 het registreren en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en het
op basis daarvan opstellen van handelingsplannen en het uitvoeren van deze plannen;
 het signaleren van (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en het stellen van
een eerste diagnose;
 het deelnemen aan leerlingenbesprekingen en het leveren van een bijdrage daaraan
vanuit de eigen deskundigheid;
 het zo mogelijk begeleiden van ander personeel, zoals de lerarenondersteuner,de
onderwijsassistent en/of stagiaires;
 het bespreken van de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met
ouders/verzorgers;
2. Geeft mede leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school door o.a.:
 het vervangen van de directeur bij diens afwezigheid;
 het mede ontwikkelen en vervolgens bewaken van de missie, identiteit en het gewenste
pedagogisch-didactisch klimaat van de school;
 het mede uitvoeren van alle gemandateerde taken .
 het mede organiseren van het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen van de
school;
 het mede ontwikkelen van kwaliteitsbeleid en het bewaken van de kwaliteit van de
werkzaamheden (kwaliteitszorg);
64





het mede pro-actief zorgen voor passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de
onderwijsuitvoering;
het deelnemen aan schooloverstijgende overlegsituaties;
het onderhouden van contacten met relevante scholen/instellingen;
het onderhouden van contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;
het mede leiding geven aan het personeel van de school o.a. door het voeren van
personeelsgesprekken.
3. Draagt mede zorg voor (beleids)ontwikkeling van de school door o.a.:
 het mede zorgen voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van
het strategisch beleid van de school;
 het mede verantwoordelijk zijn voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en
evalueren van het onderwijskundig beleid van de eenheid;
 het mede analyseren van ontwikkelingen in de omgeving van de school
(onderwijs,welzijn, jeugdzorg) en in de school en het vertalen van deze ontwikkelingen
naar beleid en activiteiten voor de school en de stichting;
 het mede realiseren van multidisciplinaire projecten;
 het adviseren en informeren van de directeur over de jaarlijkse- en meerjarenplannen
en programma's;
 het mede representeren van de school naar externe instanties.
4.








Geeft leiding aan een organisatorische eenheid door o.a.:
het leveren van een bijdrage in het managementoverleg;
het fungeren als aanspreekpunt van de eenheid;
het signaleren van knelpunten en ontwikkelingen in de eenheid;
het bewaken van de inhoudelijke en organisatorische lijn in de eenheid;
het maken van een jaarplanning voor de eenheid;
het organiseren en voorzitten van vergaderingen;
het zorgen voor de inval en de begeleiding van deze leerkrachten;
het maken van deelbegrotingen en het beheren van het budget van de eenheid.
5. Draagt (mede)zorg voor personeelsmanagement van de eenheid door o.a.:
 het stimuleren en creëren van mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van
medewerkers;
 het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van de
eenheid;
 het verantwoordelijk zijn voor de personele zorg en het personeelsbeheer van de
eenheid;
 het adviseren van de directeur over personele vraagstukken van de eenheid;
 het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de
school.
6. Geeft leiding aan multidisciplinaire projecten binnen de school en/of in samenwerking met
externe partners
7. Het blijvend ontwikkelen van de voor het beroep vereiste bekwaamheden.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het verzorgen van onderwijs en de leerlingbegeleiding, het leiding en
sturing geven aan het onderwijs en de multidisciplinaire projecten, het leiding geven aan de
medewerkers van de organisatorische eenheid.
65
Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de
specifieke beleidskaders van het bestuur en directeur.
Verantwoording: aan de directeur over het leiding en sturing geven
aan onderwijsprocessen in de school, de uitvoering van het onderwijsproces, het
personeelsmanagement en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding in de
organisatorische eenheid en het leiding geven aan multidisciplinaire projecten.
5. Kennis en vaardigheden
Brede kennis van ontwikkelingen in het onderwijs en specialistische vakinhoudelijke kennis.
Inzicht in het functioneren van de organisatie.
Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de
jeugdzorg afspelen.
Adviesvaardigheden.
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.
Vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties.
Vaardig in het aansturen van professionals.
6. Contacten
Met ouders en vertegenwoordigende organen over te nemen of genomen beslissingen om
relevante aangelegenheden met hen af te stemmen.
Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen)
over onderwijskundige ontwikkelingen om overleg te voeren en af te stemmen.
Met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te
bespreken.
Met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om af te
stemmen en tot oplossingen c.q. verbeterde didactische aanpak te komen.
Met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken.
66
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Scoreprofiel
Somscore
Salarisschaal
:Directeur DB
:Management -> Schoolmanagement
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren
Coördinatie van activiteiten en processen
: 44343 43334 43 43
: 49
: DB
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair onderwijs.
In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven.
De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school,
ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is
belast met het personeelsmanagement.
3. Werkzaamheden
1. Verzorgt onderwijs en leerlingbegeleiding door o.a.:
 het voorbereiden van de dagelijkse onderwijsactiviteiten en het lesgeven aan en
begeleiden van leerlingen en het analyseren van resultaten;
 het hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend
op de leer- en opvoedingsdoelen van de school;
 het creëren van een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en
gewaardeerd voelen;
 het stimuleren van en het begeleiden van de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij
leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden;
 het inspelen op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en
techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing;
 het registreren en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en het
op basis daarvan opstellen van handelingsplannen en het uitvoeren van deze plannen;
 het signaleren van (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en het stellen van
een eerste diagnose;
 het deelnemen aan leerlingenbesprekingen en het leveren van een bijdrage daaraan
vanuit de eigen deskundigheid;
 het zo mogelijk begeleiden van ander personeel, zoals de lerarenondersteuner,de
onderwijsassistent en/of stagiaires;
 het bespreken van de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met
ouders/verzorgers;
2.








Geeft leiding en sturing aan onderwijs en organisatie van de school door o.a.:
organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;
bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);
bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van
de school;
organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering;
neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van
onderwijs- en werkprocessen;
onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van
onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband;
onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;
voert het overleg met de medezeggenschapsraad;
67
3. Draagt zorg voor beleidsontwikkeling door o.a.:
 volgt en analyseert interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het
functioneren van de school;
 vertaalt de door het bestuur en algemeen directeur vastgestelde strategische
beleidslijnen in onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school;
 is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van
het onderwijsbeleid binnen de school;
 adviseert de algemeen directeur in het overleg met de gemeente over de
totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid;
 adviseert en informeert de algemeen directeur over de jaarlijkse en meerjarenplannen
en programma’s van de school en legt beleidsvoorstellen voor aan de algemeen
directeur;
 realiseert projecten;
 participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van de organisatie;
 neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies.
4.



Draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces door o.a.:
draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school;
draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur en de algemeen directeur;
beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van
leerlingen;
 beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar
hulpinstanties en specialisten.
5. Draagt zorg voor personeelsmanagement door o.a.:
 geeft leiding aan de medewerkers op de school;
 stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van
medewerkers;
 voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;
 is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;
 is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school;
 adviseert het de algemeen directeur over personele vraagstukken op de school;
 levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het
vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school
(onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de
school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven
aan de medewerkers op de school.
Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de
beleidskaders van het bestuur en de algemeen directeur.
Verantwoording: aan de algemeen directeur over de leiding en sturing aan het
onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school, de
uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement.
5. Kennis en vaardigheden
Brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs.
Kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen.
Inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende
besluitvormingscircuits.
Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de
jeugdzorg afspelen.
68
Inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde
werkprocessen.
Adviesvaardigheden.
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.
Vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties.
Vaardig in het aansturen van professionals.
6. Contacten
Met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante
aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen.
Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen)
over politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te
komen.
Met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken
te komen.
Met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen
voor leerlingen te komen.
69
1. Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Scoreprofiel
Somscore
Salarisschaal
:Directeur DC
:Management -> Schoolmanagement
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren
Coördinatie van activiteiten en processen
: 44443 44434 43 43
: 52
: DC(+)
2. Context
De werkzaamheden worden verricht binnen een grote school voor primair onderwijs, soms
met meerdere, grote locaties en binnen een SBO school.
In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven.
De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school,
ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is
belast met het personeelsmanagement.
Inschaling DC+ is mogelijk in bijzondere situaties. Dit ter beoordeling van het bevoegd
gezag.
3. Werkzaamheden
1. Geeft leiding aan het onderwijs en de organisatie van de school door o.a.:
 organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;
 bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);
 bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van
de school;
 organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering;
 neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van
onderwijs- en werkprocessen;
 onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van
onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband;
 onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;
 voert het overleg met de medezeggenschapsraad;
2. Draagt zorg voor beleidsontwikkeling door o.a.:
 volgt en analyseert interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het
functioneren van de school en de stichting;
 vertaalt de door het bestuur en algemeen directeur vastgestelde strategische
beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school;
 is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van
het onderwijsbeleid binnen de school /c.q. de locaties;
 adviseert de algemeen directeur over te ontwikkelen beleidsdoelen voor de stichting, de
vernieuwing van het onderwijsbeleid en de onderwijsprogrammering;
 adviseert de algemeen directeur in het overleg met de gemeente over de
totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid;
 adviseert en informeert de algemeen directeur over de jaarlijkse en meerjarenplannen
en programma’s van de school en legt desgevraagd (stichtingsbrede)beleidsvoorstellen
voor aan de algemeen directeur;
 realiseert schooloverstijgende multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten;
 participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van de organisatie;
 neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies en vertegenwoordigt de
organisatie naar externe overlegpartners.
70
3.



Draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijsproces door o.a.:
draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school;
draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur en de algemeen directeur;
beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van
leerlingen;
 beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar
hulpinstanties en specialisten.
4. Draagt zorg voor het personeelsmanagement door o.a.:
 geeft leiding aan de medewerkers op de school;
 stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van
medewerkers;
 voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;
 is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;
 is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school;
 adviseert de algemeen directeur over personele vraagstukken op de school;
 levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het
vertalen van de door het bestuur en algemeen directeur vastgestelde strategische
beleidslijnen in meerjaren onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school, het
opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de
medewerkers op de school en het bijdragen aan de algemene organisatieontwikkeling o.a.
door het realiseren van multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten.
Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de
beleidskaders van het bestuur en de algemeen directeur.
Verantwoording: aan de algemeen directeur over de leiding en sturing aan het onderwijs en
de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school en de beleidsadvisering,
de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement.
5. Kennis en vaardigheden
Brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs.
Kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen.
Inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende
Besluitvormingscircuits.
Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de
jeugdzorg afspelen.
Inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde
Werkprocessen.
Adviesvaardigheden.
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen.
Vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties.
Vaardig in het aansturen van professionals.
6. Contacten
Met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante
aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen.
Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen)
over politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te
komen.
71
Met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken
te komen.
Met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen
voor leerlingen te komen.
72
1.Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
: Algemeen adjunct directeur
: Management -> Directie/bestuur
: Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren
en evalueren
Verrichten van integrale managementtaken
: 44444 44444 44 44
: 56
Salarisschaal
: DD
2. Context
Het bestuur van de stichting vervult in beleidsmatige en beheersmatig zin een bestuur op
hoofdlijnen rol, waardoor de algemene directie beleidsmatig verantwoordelijk is voor de
ontwikkeling van de strategische beleidsdoelstellingen voor het bestuur van de stichting.
Er is sprake van een verregaande mandatering van bestuurstaken.
De algemene directie vormt de schakel tussen schoolleiding en het bestuur en onderhoudt
de contacten met o.a. gemeenten. De algemene directie draagt zorg voor de strategische
beleidsvorming en -advisering aan het bestuur, de beleidsvoorbereiding- en uitvoering op de
diverse beleidsterreinen ten behoeve van de scholen, geeft leiding en sturing aan onderwijsen bedrijfsvoeringprocessen en geeft leiding aan de medewerkers van het bestuursbureau.
De algemeen directeur en de algemeen adjunct directeur verdelen portefeuilles. De
algemeen adjunct directeur vervangt desgevraagd de algemeen directeur op alle
beleidsterreinen.
3. Werkzaamheden
1. Het mede zorgdragen voor strategische beleidsvorming en -advisering aan het bestuur
o.a.:
 ontwikkelt mede organisatiebrede strategische doelen en adviseert het bestuur hierover;
 draagt mede ideeën, concepten en beleidsvoorstellen aan over de ontwikkeling en
vernieuwing van het onderwijs en de onderwijsorganisatie;
 draagt mede zorg voor de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van
het organisatiebrede onderwijsbeleid en de bedrijfsvoering;
 leidt multidisciplinaire projecten en/of is voorzitter van commissies en neemt deel aan
strategische beleidsontwikkeling van het bestuur;
 adviseert mede het bestuur over het scheppen van de benodigde randvoorwaarden;
 levert mede managementinformatie aan het bestuur;
 vertegenwoordigt mede het bestuur naar externe overlegpartners;
2. Het mede zorgdragen voor beleidsvoorbereiding en -uitvoering voor
scholen o.a.:
 vertaalt mede het strategisch bestuursbeleid naar algemene beleidsuitgangspunten en
kaders voor de scholen;
 vertaalt mede het strategisch bestuursbeleid naar meerjarenbeleid voor
onderwijsprogrammering en organisatieontwerp op de scholen;
 vertaalt mede het strategische bestuursbeleid naar een inbreng in de totstandkoming
van de educatieve agenda van lokale overheden;
 initieert en stimuleert vernieuwing van het onderwijsbeleid;
 zorgt mede voor de totstandkoming van jaarplannen op de scholen en de afstemming
tussen die plannen;
73
3. Mede leiding en sturing organisatie o.a.:
 geeft mede leiding aan de directeuren van de scholen;
 geeft mede leiding aan het personeel van het bestuursbureau door o.a. het maken van
afspraken en het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken;
 is mede verantwoordelijk voor de opstelling van een organisatiebrede
meerjarenbeleidsplan, de meerjarenbegroting en de jaarlijkse begroting;
 is mede verantwoordelijk voor de opstelling van het (sociaal) jaarverslag en de
jaarrekening;
 vertegenwoordigt mede de organisatie in interne en externe overlegsituaties o,a. de
GMR, de vakcentrales en het overleg met de lokale overheden;
 legt en onderhoudt mede politiek/bestuurlijke contacten, contacten met de
lerarenopleidingen en met relevante instellingen voor onderwijs (begeleiding), welzijn en
jeugdzorg;
 zorgt mede voor coördinatie en afstemming van de contacten en het opbouwen van
netwerken.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het mede ontwikkelen van organisatiebrede strategische doelen en
advisering van het bestuur hierover, het mede vertalen van het strategisch bestuursbeleid
naar algemene beleidsuitgangspunten en kaders voor de scholen, het mede leiding geven
aan de directeuren van de scholen en het personeel van het bestuursbureau.
Kader: algemeen geformuleerde strategische beleidskaders van het bestuur.
Verantwoording: aan het bestuur over de strategische beleidsvorming en - advisering aan
het bestuur vanuit de algemene directie, de bijdrage in de beleidsvoorbereiding- en
uitvoering op de diverse beleidsterreinen van de scholen, het mede leiding en sturing geven
aan de schoolorganisatie.
5. Kennis en vaardigheden
Brede kennis en inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het funderend
onderwijs.
Inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs.
Vaardigheid in het leidinggeven aan professionals.
Vaardigheid in het omgaan met tegengestelde belangen en in het ontwikkelen van draagvlak
voor nieuwe ideeën en concepten.
Vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigingen van standpunten, nieuw ideeën,
onderwijsprogrammering etc.
6. Contacten
Met directeuren van scholen over beleidsaangelegenheden om adviezen te formuleren en om
afstemming en draagvlak te creëren voor het relevante beleid van de organisatie.
Met lokale overheden om deel te nemen aan het overleg en daarbij de standpunten van de
organisatie in te brengen en te verdedigen.
Met andere onderwijsorganisaties,onderwijsgerichte instellingen en andere relevante
organisaties om het beleid en de belangen van de organisatie uit te dragen, te verdedigen
en te behartigen.
Met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken
te komen.
74
1.Functienaam
Werkterrein
Activiteiten
Kenmerkscores
Somscore
: Algemeen directeur
: Management -> Directie/bestuur
Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren
en evalueren
Verrichten van integrale managementtaken
: 45444 45544 44 44
: 59
Salarisschaal
: DE
2. Context
Het bestuur van de stichting vervult in beleidsmatige en beheersmatig zin een bestuur op
hoofdlijnen rol, waardoor de algemene directie beleidsmatig verantwoordelijk is voor de
ontwikkeling van de strategische beleidsdoelstellingen voor het bestuur van de stichting. Er
is sprake van een verregaande mandatering van bestuurstaken.
De algemene directie vormt de schakel tussen schoolleiding en het bestuur en onderhoudt
o.a. de contacten met gemeenten. De algemene directie draagt zorg voor de strategische
beleidsvorming en -advisering aan het bestuur, de beleidsvoorbereiding- en uitvoering op de
diverse beleidsterreinen ten behoeve van de scholen, geeft leiding en sturing aan onderwijsen bedrijfsvoeringprocessen en geeft leiding aan de staf van het bestuursbureau.
De algemeen directeur en de algemeen adjunct directeur verdelen portefeuilles.
3.
1.









Werkzaamheden
Strategische beleidsvorming en -advisering aan het bestuur o.a.:
ontwikkelt organisatiebrede strategische doelen en adviseert het bestuur hierover;
stelt de algemene beleidskaders vast;
draagt ideeën, concepten en beleidsvoorstellen aan over de ontwikkeling en vernieuwing
van het onderwijs en de onderwijsorganisatie;
draagt zorg voor de voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het
organisatiebrede onderwijsbeleid en de bedrijfsvoering;
leidt multidisciplinaire projecten en/of is voorzitter van commissies en neemt deel aan
strategische beleidsontwikkeling van het bestuur;
adviseert het bestuur over het scheppen van de benodigde randvoorwaarden;
levert managementinformatie aan het bestuur;
vertegenwoordigt het bestuur naar externe overlegpartners;
voert overleg met de GMR namens het bestuur;
2. Beleidsvoorbereiding en -uitvoering voor scholen o.a.:
 vertaalt het strategisch bestuursbeleid naar algemene beleidsuitgangspunten en kaders
voor de scholen;
 vertaalt het strategisch bestuursbeleid naar meerjarenbeleid voor
onderwijsprogrammering en organisatieontwerp op de scholen;
 vertaalt het strategische bestuursbeleid naar een inbreng in de totstandkoming van de
educatieve agenda van lokale overheden;
 initieert en stimuleert vernieuwing van het onderwijsbeleid;
 zorgt voor de totstandkoming van jaarplannen op de scholen en de afstemming tussen
die plannen.
3. Leiding en sturing organisatie o.a.:
75






Geeft leiding aan de directeuren van de scholen en de staf van het bestuursbureau door
o.a. het maken van afspraken, het houden van functionerings- en
beoordelingsgesprekken;
is verantwoordelijk voor de opstelling van een organisatiebrede meerjarenbeleidsplan, de
meerjarenbegroting en de jaarlijkse begroting;
is verantwoordelijk voor de opstelling van het (sociaal) jaarverslag en de jaarrekening;
vertegenwoordigt de organisatie in interne en externe overlegsituaties o,a. de GMR, de
vakcentrales en het overleg met de lokale overheden;
legt en onderhoudt politiek/bestuurlijke contacten, contacten met de lerarenopleidingen
en met relevante instellingen voor onderwijs (begeleiding), welzijn en jeugdzorg;
zorgt voor coördinatie en afstemming van de contacten en het opbouwen van netwerken.
4. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
Beslist bij/over: het ontwikkelen van organisatiebrede strategische doelen en advisering van
het bestuur hierover, het vertalen van het strategisch bestuursbeleid naar algemene
beleidsuitgangspunten en kaders voor de scholen, het leiding geven aan de directeuren van
de scholen en de staf van het bestuursbureau.
Kader: algemeen geformuleerde strategische beleidskaders van het bestuur.
Verantwoording: aan het bestuur over de strategische beleidsvorming en - advisering aan
het bestuur, de beleidsvoorbereiding- en uitvoering op de diverse beleidsterreinen van de
scholen, het leiding en sturing geven aan de schoolorganisatie.
5. Kennis en vaardigheden
Brede kennis en inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot het funderend
onderwijs.
Inzicht in de organisatie en bedrijfsvoering van het primair onderwijs.
Vaardigheid in het leidinggeven aan professionals.
Vaardigheid in het omgaan met tegengestelde belangen en in het ontwikkelen van draagvlak
voor nieuwe ideeën en concepten.
Vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigingen van standpunten, nieuw ideeën,
onderwijsprogrammering etc.
6. Contacten
Met directeuren van scholen over beleidsaangelegenheden om adviezen te formuleren en om
afstemming en draagvlak te creëren voor het relevante beleid van de organisatie.
Met lokale overheden om deel te nemen aan het overleg en daarbij de standpunten van de
organisatie in te brengen en te verdedigen.
Met andere onderwijsorganisaties,onderwijsgerichte instellingen en andere relevante
organisaties om het beleid en de belangen van de organisatie uit te dragen, te verdedigen
en te behartigen.
Met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken
te komen.
76
Download