Laparoscopische aanpasbare maagring Eén van de heelkundige mogelijkheden waarop het probleem van de extreme obesitas kan aangepakt worden is door een ‘maag-verkleinings-operatie’= ‘gastroplastiek’, waardoor de hoeveelheid voedsel welke per maaltijd kan worden ingenomen beperkt wordt. Sedert enkele jaren kan deze chirurgische techniek ook worden uitgevoerd d.m.v. laparoscopie,maar alleen indien uw heelkundige voorgeschiedenis en de preoperatieve onderzoekingen geen tegenindicatie aantonen. Bij deze operatie wordt er gebruik gemaakt van een siliconenband. Deze band wordt bovenaan om de maag geplaatst en gesloten via een ‘gespsluiting’, zonder dat de maag hierbij hoeft te worden ingesneden, of zonder dat een deel van de maag dient verwijderd te worden. Zo wordt de maag in twee delen verdeeld in de vorm van een zandloper. Aan de binnenzijde van de band bevindt zich een opblaasbare ballon. De band staat via een slangetje in verbinding met een klein reservoir dat wordt geplaatst in de buikwand. De ballon is opblaasbaar via het inspuiten van vloeistof in het reservoir, waardoor de doorgang naar de maag vernauwd wordt. De bedoeling hiervan is het tempo van gewichtsverlies aan te kunnen passen. De band zorgt voor een klein functioneel maagzakje, maar ook voor een vertraagde doorgang van voedsel naar de rest van de maag. Er zal een snel verzadigingsgevoel ontstaan en het hongergevoel verdwijnt. U zal enerzijds minder kunnen eten, en anderzijds uw eet-gedrag moeten aanpassen: u moet traag eten, goed kauwen en op tijd stoppen zodra u een volheidsgevoel ondervindt. Omdat de maag op zich niet werd veranderd (alleen de toegang werd bemoeilijkt), is het altijd mogelijk om de maagband te verwijderen. Dit is overigens niet gewenst omdat dit altijd zal resulteren in een forse gewichts toename. De chirurgie d.m.v. laparoscopie Algemene inlichtingen die gelden voor alle laparoscopische ingrepen: In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort ‘luchtbel’worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de ‘luchtbel’) kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg ‘trocars’, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine insnijdingen in de huid op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie ‘met gesloten buik’ want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas kan bij het einde van de operatie nooit volledig worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie. Algemene richtlijnen Voor de operatie De avond voor de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen inneemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn werkgroep. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u aspirine neemt, geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose,...) moet u dit melden aan uw chirurg, en dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet voor uw ingreep. Vaak is pre-operatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen of ingespoten worden voor de operatie). Voor de ingreep zal iemand van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie te kunnen toedienen. U zal zich gedurende de operatie, die meerdere uren kan duren, onder algemene verdoving bevinden. De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van uw chirurg. Het is mogelijk om na dit type ingreep het ziekenhuis te verlaten op de avond van de ingreep zelf. In het andere geval kan u de dag na de ingreep naar huis. Na de operatie In zeldzame gevallen is mogelijk dat u gedurende 1 dag een sonde zal hebben in de maag om braken te voorkomen. De eerste vier weken mag u alleen vloeibaar of half- vloeibaar voedsel eten. Daarna mag u progressief een normale voeding nemen. Verdere praktische dieetmaatregelen worden u meegegeven na de ingreep. De risico’s van de laparoscopische gastroplastie Bij deze operatie kunnen zich bepaalde verwikkelingen voordoen, zoals bij elke chirurgische ingreep. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie; de meest frequente zijn, bij wijze van voorbeeld: – een reactie op de algemene verdoving; – een bloeding; – een verwonding aan een abdominaal orgaan (in de buik); – een verwikkeling aan de longen; Deze lijst is niet volledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie: – een post-operatieve bloeding; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien aan het licht komt; – een infectie van de wonden; – een infectie in de buik, in de longen, in de urine, ... Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld TIJDENS de operatie, kan zij worden behandeld ofwel d.m.v. laparoscopie, ofwel d.m.v. een open chirurgie. De factoren die de mogelijkheid vergroten om van operatie met gesloten buik over te gaan naar de techniek van open buik zijn bij voorbeeld: – extreme zwaarlijvigheid; – een voorgaande abdominale operatie, die zeer dichte vergroeiingen veroorzaakt heeft; – zeer grote lever. Deze lijst is niet volledig. Deze noodzaak om over te schakelen is zeldzaam, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dit mogelijk is en hierover spreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de methode van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in zicht te brengen of te manipuleren. Na de operatie U kan moeilijkheden ondervinden om voedsel door te slikken. Wij noemen die dysfagie (slikstoornis). Dit komt vaak voor en verbetert na enkele weken. Uw chirurg zal u raad geven in verband met uw dieet na de ingreep. Na het vertrek uit het ziekenhuis De patiënt dient zich op regelmatige basis opnieuw aan te bieden voor postoperatieve controles. De frequentie wordt bepaald door de chirurg. De patiënten worden aangemoedigd om een lichte activiteit te hernemen, zodra zij het ziekenhuis hebben verlaten. Doorgaans wordt een attest van tijdelijke werkonbekwaamheid voor 2 tot 3 weken geschreven. De post-operatieve pijn (na de operatie) is meestal licht, maar bij bepaalde patiënten is toch een anti-pijnmedicatie noodzakelijk. Meestal zijn na de operatie geen specifieke geneesmiddelen nodig. Uw chirurg zal u zeggen wanneer u uw dagelijkse activiteiten mag hernemen, en welke activiteiten u moet vermijden. Wanneer moet u uw chirurg contacteren? Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld het volgende vaststelt: – een aanhoudende koorts; – rillingen; – bloedingen; – een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn; – aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden; – het doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde. Wat mag men verwachten van de laparoscopische gastroplastie ingreep Studies hebben aangetoond dat de meerderheid van de patiënten gemiddeld 40-50% verliezen van hun overgewicht (het aantal kilo’s boven het ideale lichaamsgewicht). Het is zeer belangrijk voor het succes van de ingreep dat de patiënt zelf actief meewerkt aan de gewichtsvermindering na de ingreep. Het is belangrijk dat u begrijpt dat de heelkundige ingreep op zichzelf het probleem van uw overgewicht niet oplost. Een gewichtsdaling wordt enkel bekomen door een beperking van de voedselinname. De werking van het bandje kan teniet gedaan worden door vloeibare voedingsmiddelen in te nemen die probleemloos zelfs een nauwe doorgang kunnen passeren, zoals suikerrijke frisdranken, zoetigheden, milkshakes, etc. Mogelijke complicaties van de maagband Obstructie van het maagdoorgang (2%-13%) Gezien de doorgang van het maagbandje zeer nauw is, kunnen grotere voedselbrokken blijven steken in het maagzakje voor de band. Het gevolg is een volledige blokkering van de doorgang met braken tot gevolg. In dat geval moet het maagbandje volledig leeggepuncteerd worden via het reservoir door uw chirurg. Eventueel moet een endoscopie plaats vinden om de voedselbrok te verwijderen. Infectie en migratie (0,5%-14%) Er kan een ontsteking ontstaan ter hoogte van het maagbandje. In sommige gevallen heeft dit tot gevolg dat de band zich in de maag gaat verplaatsen. Dit wordt ‘migratie’genoemd. In dit geval moet de band verwijderd worden. De verschijnselen zijn vaak pijn in de bovenbuik of ontsteking ter plaatse van de toegangspoort en meestal ook gemakkelijker kunnen eten! Infectie van de toegangspoort kan tot gevolg hebben dat deze verwijderd moet worden. Daarom is het van het grootste belang dat de huid boven het reservoir steeds grondig ontsmet wordt alvorens vloeistof wordt ingespoten of eruit wordt gehaald. Lekkage. (1%-3%) Lekkage van de maagband of van het verbindingsslangetje tussen de maagband en het reservoir of van het reservoir zelf, kan een nieuwe operatie tot gevolg hebben. Het opblaasbaar gedeelte van de maagband is vervaardigd uit kwetsbaar materiaal en lekkage kan optreden kort na de operatie of vele jaren later. ‘Slippen’van de band en vergroting van de nieuwe maag (=pouchdilatatie) (2%-14%) De band kan ‘slippen’ (= verschuiven), waardoor het functioneel maagzakje (het deel van de maag dat zich boven de band bevindt) te groot wordt. De oorzaak hiervan is meestal ‘overmatig eten’, waardoor de druk in de pouch te hoog wordt. In dit geval moet de band via een nieuwe operatie weer op de juiste plaats worden gepositioneerd. Dit kan laparoscopisch of open uitgevoerd worden. Eventueel dient een nieuwe maagband geplaatst te worden. Overige complicaties Er kunnen ook andere, zeldzame en onvoorziene complicaties optreden. Er is geen garantie dat de maagband gedurende de rest van uw leven ‘probleemloos’ zal functioneren. Zoals bij elke heelkundige ingreep onder algemene verdoving bestaat er natuurlijk ook een anaesthesierisico. Algemene adviezen en mogelijke bijverschijnselen Overgeven Soms moeten patiënten overgeven of ervaren zij pijn bij het eten. Dit kan het gevolg zijn van een verkeerd eetgedrag, maar het kan ook optreden wanneer de maagband te strak komt te zitten rond de maag door de hoeveelheid ingespoten vloeistof. Door langzaam en rustig te eten en goed te kauwen en op tijd te stoppen met eten kan men deze symptomen voorkomen. Zo u regelmatig moet overgeven, is dit een waarschuwing. In dit geval kan het nodig zijn de hoeveelheid vloeistof in de maagband aan te passen. Vitamines Het is aangewezen om, tijdens een periode van snel gewichtsverlies, een vloeibaar multi-vitamine preparaat in te nemen en dit gedurende tenminste 6 maanden na de operatie. Zwangerschap De periode tussen de operatie en de stabilisatie van uw gewicht (±1-11/2 jaar na de operatie), is een periode van uithongering. Het is niet verstandig om gedurende deze periode zwanger te raken, ondanks het feit dat de foetus met betrekking tot voedsel voorrang heeft op de moeder. Raakt u toch zwanger, dan is het raadzaam om alle vloeistof uit het maagbandje te laten verwijderen door uw chirurg. Medicijnen Tabletten dienen in kleinere stukjes of gemalen te worden ingenomen. Verstopping Veel patiënten hebben na de operatie een gevoel van constipatie. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat verminderde voedselinname minder ontlasting tot gevolg heeft en daardoor minder darmbewegingen. Ook is het belangrijk om voldoende te drinken tussen de maaltijden door. Mochten laxeermiddelen nodig blijken, dan is het raadzaam om vloeibare geneesmiddelen te gebruiken – zoals lactulose – en dit slechts na overleg met uw chirurg. Controles door uw chirurg Na de operatie moet u regelmatig op controle gaan bij uw chirurg. In het begin om de maand, daarna minder vaak. Het bandje wordt de eerste keer ingespoten 4 tot 6 weken na de heelkundige ingreep en daarna op basis van uw gewichtsverlies en uw mate van tevredenheid. Is uw gewicht eenmaal gestabiliseerd, dan volstaan twee controles per jaar. Uw chirurg zal het aantal controles met u bespreken. Lichaamsbeweging Het is belangrijk dat u niet alleen uw eetgewoonten, maar ook uw mate van lichaamsbeweging verandert. Over het algemeen wordt met langzame oefeningen begonnen. Naarmate het gewicht afneemt, wordt lichaamsbeweging gemakkelijker. Slotbemerking Uw chirurg zal al uw vragen beantwoorden in verband met de voor- en nadelen van deze chirurgie. Dit document is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Het kan echter niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. Desgevallend zal U worden uitgenodigd om een document te ondertekenen waarin u erkent uw instemming te geven na voldoende te zijn ingelicht (‘informed consent’).