Verantwoordelijke uitgever: Christel Kuppens

advertisement
patiënteninformatie algemene heelkunde
Maagband
(laparoscopische plaatsing)
ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-JOZEF
Oude Liersebaan 4 - 2390 Malle
tel. 03 380 20 11 - fax 03 380 28 90
[email protected] - www.azsintjozef-malle.be
Dit ziekenhuis maakt deel uit van de groep Emmaüs
1. Inleiding
Met deze brochure willen we u schriftelijk informatie geven over de wijze
waarop een verstelbare maagband laparoscopisch wordt ingebracht.
Uw chirurg en de verpleegkundige zullen u hierover ook mondeling
informeren. Mocht daarna toch nog niet alles duidelijk zijn, aarzel dan
niet om hen meer uitleg te vragen. Tijdens de dagelijkse verzorging en
de zaalronde van de arts krijgt u ook geleidelijk de nodige informatie
over uw resterend verblijf in het ziekenhuis en de periode die hierop
volgt.
Gelieve deze brochure mee te brengen naar het ziekenhuis bij opname.
U hebt ze nodig om uw pijn goed op te volgen.
2. Wie komt in aanmerking voor de operatie
Om het overgewicht in te schatten wordt gebruikgemaakt
van de BMI of Body Mass Index, zijnde gewicht
lichaamslengte2
Bedraagt deze waarde 40 of hoger, dan is de operatie zeker
verantwoord om gezondheidsredenen, gezien de verminderde
levensverwachting van zwaar obese mensen. Bij bepaalde bijkomende
aandoeningen zoals bv. suikerziekte, hoge bloeddruk enz. wordt deze
grens verlaagd naar 35. Uitzonderlijk worden ook patiënten met een
BMI < 35 toegelaten, namelijk wanneer ernstig psychologische redenen
kunnen ingeroepen worden. In dit laatste geval neemt de patiënt de
volle verantwoordelijkheid voor zijn/haar beslissing.
3. Wat is een maagband?
3.a Anatomie van de maag
De maag is een zakvormig orgaan waarvan de vorm doet denken aan
een omgekeerde peer; ze maakt deel uit van het spijsverteringskanaal
en ligt bovenaan in de buikholte.
3.b De maagband
De verstelbare maagband is een siliconenring die laparoscopisch vlak
voorbij de ingang van de maag rond de maag wordt geplaatst zodat er
boven de band slechts 15 ml maaginhoud overblijft. Door de
aanwezigheid van de nauwe band wordt de doorgang van het voedsel
bemoeilijkt. U wordt gedwongen traag te eten en het voedsel goed te
kauwen. Bovendien verdwijnt het hongergevoel veel sneller dan
voorheen.
Zo eet men uiteindelijk minder en daalt het lichaamsgewicht geleidelijk
over een periode van 18 maanden.
Het merendeel van de behandelde patiënten verliest zowat 50 % van
het overgewicht, sommigen meer, sommigen spijtig genoeg ook minder.
De maagband is via een siliconenbuis verbonden met een doosje
(poort) dat onderhuids op de buik wordt ingeplant. Door het opspuiten
van een kleine hoeveelheid fysiologisch serum via een membraan in dit
reservoir kan de diameter van de maagband worden verkleind. Hoeveel
serum dient te worden opgespoten om voldoende te vermageren is
individueel verschillend.
4. Voorbereiding op de operatie
4.a Onderzoeken
Als voorbereiding tot de operatie schrijft de chirurg enkele onderzoeken
voor.
Deze kunnen gebeuren vóór (ambulant) of tijdens uw verblijf in het
ziekenhuis. Deze testen zijn nodig om de operatie in de best mogelijke
omstandigheden te laten plaatsvinden.
De volgende onderzoeken worden dikwijls (maar lang niet altijd)
uitgevoerd:
- Bloedonderzoek o.a. schildklierfunctie
- RX-opname van de longen
- Elektrocardiogram
- Echografie van de lever
- RX-opname van de maag
- Bezoek bij de diëtiste
- Bezoek bij de psycholoog
- Longfunctieonderzoek
4.b Voorbereiding
U meldt zich aan op de afgesproken dag en tijdstip. Meestal dient u
nuchter te zijn.
Breng uw medicijnen mee.
Omwille van infectiegevaar is het belangrijk dat de navel goed proper is.
Mogen we u vragen hier extra aandacht aan te schenken.
Op de verpleegafdeling wordt u begeleid door de opnameverpleegkundige die u zal voorbereiden op de komende ingreep.
Dit wil zeggen:
- scheren van de operatiezone, met extra aandacht voor de navel;
- eventueel een klein lavementje;
- alle juwelen moeten worden uitgedaan alsook het “kunstgebit”;
- nagellak moet worden verwijderd, dit kunt u thuis doen;
- u krijgt een rustgevend drankje voor de ingreep en u mag uw
operatiehemdje aandoen;
- ga nog even naar het toilet als men u komt halen voor de ingreep.
Belangrijk: het is van groot belang 6 uren vóór de ingreep niets te eten
of te drinken en tot 24 uren vóór de operatie niet te roken.
Pijnmeting
Op de afdeling wordt pijn gemeten aan de hand van de VAS-score. Dit
is een score waarbij u aan uw pijnervaring een cijfer geeft. VAS staat
voor visueel-analoge schaal en is een aanduiding van de schaal die
loopt van 0 tot 10.
0
Geen
pijn
1
2
3
4
weinig matige
pijn
pijn
5
6
7
hevige
pijn
8
9
10
zeer hevige
pijn
De VAS-score geeft de verpleegkundigen en artsen beter inzicht in de
mate waarin u pijn ervaart. Op die manier kunnen zij uw pijn zo veel
mogelijk verminderen zodat u zo comfortabel mogelijk in bed kunt
liggen. Dit is belangrijk, want een goede pijnstilling is bevorderlijk voor
het doorademen, ophoesten en bewegen: activiteiten die van wezenlijk
belang zijn voor een spoedig herstel.
Pijnscore
Om een duidelijk beeld te krijgen hoe uw pijn verloopt en of de
pijnbehandeling voldoende is, zal een verpleegkundige regelmatig naar
uw pijn vragen.
Het is belangrijk dat u zelf aangeeft hoeveel pijn u ervaart. U kunt uw
pijn aangeven met een cijfer of de pijn benoemen. Dit noemen wij de
pijnscore. Hierbij wil het cijfer 0 zeggen dat u helemaal geen pijn hebt
en geeft het cijfer 10 aan dat u de ergste pijn hebt die u zich kunt
voorstellen.
0=
3=
4=
7=
10 =
geen pijn
weinig pijn
matige pijn
hevige pijn
zeer hevige pijn
U kunt nooit een verkeerd cijfer geven; het gaat immers om de pijn die u
ervaart en pijn is een persoonlijke ervaring.
Aan de hand van dit cijfer wordt uw pijnmedicatie eventueel aangepast.
Na toediening van pijnmedicatie vraagt de verpleegkundige nog een
aantal keren naar uw pijn. Het is daarbij van belang dat u duidelijk
aangeeft wanneer de pijn meer of minder wordt.
5. De operatie
U wordt door de anesthesist onder narcose gebracht. Daarna wordt een
ballonsonde via de mond opgeschoven tot in de maag.
De buik wordt opgeblazen met CO2-gas om het zicht op de buikorganen
te verbeteren en het werk te vergemakkelijken. De operatie wordt
uitgevoerd langs vijf steekgaatjes in de buikwand. De chirurg maakt
gebruik van een laparoscoop om, via een camera verbonden met een
tv-monitor, in de buik te kijken, én van speciale instrumenten.
Positioneren van de ring
De positie van de maagband wordt bepaald door gebruik te maken van
een ballonsonde die tot in de maag werd geschoven. De ballon zelf
wordt gevuld tot een volume van 15 ml water. De ballonsonde wordt
hierop teruggetrokken tot aan de overgang van de slokdarm naar de
maag. Vlak onder dit niveau wordt de ring geplaatst (fig. A) en met
enkele hechtingen vastgemaakt (fig. B). De siliconenleiding wordt
nadien verbonden met het reservoir. Dit laatste wordt onderhuids
vastgehecht op de buikwand.
Figuur A
Figuur B
Het is mogelijk dat de chirurg tijdens de ingreep op een probleem stuit
dat hij laparoscopisch niet kan oplossen. Gelukkig komt dergelijke
situatie slechts zelden voor. Op dat ogenblik kan hij verplicht zijn een
klassieke operatie uit te voeren, dit wil zeggen via een grote insnede,
ook al was dit niet de bedoeling.
6. Mogelijke verwikkelingen
De kans op verwikkelingen is met deze methode kleiner dan met de
andere technieken van maagverkleining. Maar net zoals bij elke andere
chirurgische ingreep kan ook bij de laparoscopische maagbandoperatie
het optreden van verwikkelingen nooit helemaal worden uitgesloten.
Een (onvolledige) lijst van mogelijke verwikkelingen luidt als volgt.
6.a Tijdens de operatie
- Perforatie van slokdarm of maag
- Bloeding uit milt of lever (patiënten met overgewicht hebben dikwijls
een vergrote, broze lever)
6.b Na de operatie
-
Nabloeding
Wondinfectie
Aderontsteking, vorming van bloedklonter in de aders
Longembolie
6.c Laattijdig na de operatie
-
Verschuiven van de maagband
Doorgroei van de band tot in de maag
Uitrekking van het maagsegment boven de maagband
Leeglopen van de band door een lek ergens in de band zelf, het
reservoir of de leiding
- Verstopping van de maagingang door een voedselbrok
- Terugvloei van maagzuur of maaginhoud naar de slokdarm
7. Na de operatie
- De eerste dagen kunnen de wondjes en de buik gevoelig zijn. Een
normaal gevolg is dat bewegingen, diep ademhalen en hoesten
pijnlijk zijn. U kunt de verpleegkundige om een pijnstiller vragen.
De kinesitherapeut komt dagelijks langs om u te leren goed door te
ademen.
- De operatie en de narcose hebben soms misselijkheid tot gevolg.
Ook hiervoor kunt u een middel vragen aan de verpleegkundige.
- Drinken mag u niet onmiddellijk na de operatie. U mag wel de lippen
bevochtigen of een ijsblokje opzuigen. Om ervoor te zorgen dat u
voldoende vocht toegediend krijgt, hebt u tijdelijk een infuus in de
arm.
- Eten mag u vlak na de operatie nog niet, wel daags na de ingreep.
Tot drie weken na de ingreep mag u uitsluitend “lopende” voeding
innemen. Dat is nodig om een goede fixatie van de band te
verzekeren.
- De eerste keer uit bed komen na een ingreep is steeds een moeilijk
moment. Dit gebeurt best in het bijzijn van een verpleegkundige.
Daarna kunt u het alleen proberen als u zich goed voelt.
- De dag na de operatie kunt u met de verpleegkundige bespreken of u
zich in staat voelt u zelf te wassen; zoniet krijgt u hulp. Die dag wordt
ook de wonde verzorgd; nadien gebeurt de wondverzorging enkel
wanneer dit noodzakelijk is.
- Na de operatie worden uw bloeddruk en pols opgevolgd. De
verpleegkundige kijkt ook na of u kunt urineren, stoelgang en/of
winden maken, of u koorts of pijn hebt. Mocht u nog andere
ongemakken ervaren, dan meldt u dit best aan de verantwoordelijke
verpleegkundige of aan de arts.
8. Ontslag
Uw ontslag uit het ziekenhuis is gepland de tweede dag na de ingreep.
Doe het thuis rustig aan, want enige vermoeidheid is niet uitgesloten.
Vermijd ook een viertal weken zware fysische inspanningen om een
goede wondheling te verzekeren.
De wonden behoeven geen specifieke zorgen. Douchen mag, een bad
nemen mag niet tot 10 dagen na de operatie. De wondhechtingen
worden na één week verwijderd door uw huisarts.
Vier tot zes weken na de operatie komt u naar de raadpleging. Bij die
gelegenheid wordt de maagband verder opgespoten zodat de diameter
vernauwt en de voedselinname bemoeilijkt wordt. U wordt verder
poliklinisch gevolgd op 3 maanden, 6 maanden en 1 jaar na de ingreep.
Telkenmale kan indien nodig de diameter van de band aangepast
worden.
9. Voedingsrichtlijnen
De eerste drie weken na de operatie gebruikt u uitsluitend zeer zacht
voedsel om ervoor te zorgen dat de maagband niet verschuift.
Na drie weken schakelt u over op vaste voeding, dat u zeer fijn kauwt
en traag doorslikt. Een tussendoortje mag wel.
U mag alles eten. Vermijd evenwel calorierijke voeding. Vers brood en
vlees zorgen nogal eens voor moeilijkheden. Drink voldoende!
Frisdranken met suiker zijn uit den boze!
Als u tijdens het eten pijn ondervindt in de maagstreek of u moet
braken, dan zit u fout. Eet trager en kauw beter!
Tijdens uw verblijf komt de diëtiste bij u langs en zij bezorgt u ook
schriftelijke informatie. Indien u, na uw ontslag, nog bijkomende vragen
hebt omtrent uw voeding, kunt u zich wenden tot de diëtisten van ons
ziekenhuis, tel 03 380 27 04.
10. Bemerking van de fabrikant
De fabrikant merkt op dat het implantaat niet per definitie als een
levenslang instrument mag beschouwd worden. Op elk moment kan
een operatie nodig zijn om de maagband te verwijderen, te
herpositioneren of te vervangen.
Opdrachtgever: Lucienne Van Akeren
Verantwoordelijke uitgever: algemeen directeur
g/az/patinfofolders/maagband.doc
2009-01-14
Download