MONITOR SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN Stand van zaken OGGZ, regio Zuidoost-Brabant 2012 Colofon Uitgave GGD Brabant-Zuidoost, januari 2014 Tekst Antje Eugster Contact GGD Brabant-Zuidoost, team onderzoek Postbus 810 5700 AV Helmond E: [email protected] T: 0880031459 KERNCIJFERS MONITOR SOCIAAL KWETSBARE BURGERS Eén van de basistaken van GGD Brabant-Zuidoost (GGDBZO) is de Wmo/OGGZ monitor. Jaarlijks verzamelt de GGDBZO gegevens voor de negen prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en rapporteert hierover. De gegevens zijn terug te vinden op het Regionaal Kompas en de GGD Gezondheidsatlas. In dit overzicht worden relevante gegevens over de sociaal kwetsbare groepen binnen de prestatievelden 7, 8 en 9 in de regio Zuidoost-Brabant gepresenteerd. OGGZ en sociaal kwetsbare groepen Het doel van de Wmo is dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen en mee kan doen in de maatschappij, al of niet geholpen door familie of vrienden. Er zijn echter mensen die dreigen uit te vallen of reeds uitgesloten worden. Deze mensen behoren tot de OGGZ-doelgroep. Ook mensen die na uitval weer meedoen behoren tot de doelgroep; naast het voorkomen van uitval of het erger worden ervan, richt men zich binnen de OGGZ ook op het voorkomen van terugval van mensen die weer meedoen (Wolf, 2006). Verschillende specifieke groepen behoren tot de OGGZ doelgroep. Kenmerkend voor deze groepen is dat ze zich in een toestand van sociale uitsluiting bevinden, de mate waarin is verschillend (Wolf, 2006). OGGZ-activiteiten bestaan uit het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg (“PV 7, 8 en 9”, z.j.). Doel monitor Het doel van de monitor is het volgen van ontwikkelingen in aard en omvang van sociaal kwetsbare groepen in de samenleving in de regio Zuidoost-Brabant. Vanwege de overlap van doelgroepen op de beleidsterreinen prestatieveld 7 (maatschappelijke opvang), prestatieveld 8 (OGGZ) en prestatieveld 9 (ambulante verslavingszorg), betreft het gegevens over sociaal kwetsbare groepen binnen deze drie beleidsterreinen. De OGGZ-trechter Het huidige overzicht met kerncijfers is opgebouwd volgens de OGGZ-trechter (Hemert, in Mérelle, Overberg & Lodder, 2012). De trechter bestaat uit 3 lagen: 1. Risicofactoren in de gemeenschap: Het betreft mensen met een risicofactor, die in combinatie met andere risicofactoren problematisch kan zijn. Een preventieve aanpak is nodig om te voorkomen dat mensen afglijden naar de laag eronder. 2. Kwetsbare groepen: Het betreft sociaal kwetsbare groepen met meerdere, elkaar beïnvloedende risicofactoren. Signaleren en toeleiding naar reguliere zorg is nodig via doelgroepvoorzieningen. Geschikte voorzieningen zijn nodig om afglijden naar de onderste laag te voorkomen 3. Kwetsbare groepen die uitvallen: Het gaat hier om de specifieke OGGZ doelgroep: het betreft groepen sociaal kwetsbare mensen met meerdere complexe en veelomvattende 3 problemen, die zelf niet om hulp vragen, terwijl ze wel zorg nodig hebben. Er is stagnatie in de toeleiding naar zorg of in bestaande zorg. Vangnetvoorzieningen zijn nodig. Het betreft mensen met een risicofactor, die in combinatie met andere risicofactoren problematisch kan zijn. Een preventieve aanpak is nodig om te voorkomen dat mensen afglijden naar de laag eronder Sociaal kwetsbare groepen met meerdere, elkaar beïnvloedende risicofactoren. Signaleren en toeleiding naar reguliere zorg is nodig via doelgroepvoorzieningen. Geschikte voorzieningen zijn nodig om afglijden naar de onderste laag te voorkomen Het gaat hier om de specifieke OGGZ doelgroep: het betreft groepen sociaal kwetsbare mensen met meerdere complexe en veelomvattende problemen, die zelf niet om hulp vragen, terwijl ze wel zorg nodig hebben. Er is stagnatie in de toeleiding naar zorg of in bestaande zorg. Vangnetvoorzieningen zijn nodig. Figuur 1: OGGZ trechter1 Gegevens gezondheidsmonitors en bevolkingsaantallen regio Zuidoost-Brabant De gegevens uit de gezondheidsmonitors en daarbij behorende bevolkingsaantallen betreffen: 1 - Jeugd 0 t/m 11 ( 2008): 101614 - Jongeren 12 t/m 18 (2011): 61909 - Volwassenen 19 t/m 64 (2012): 456342 - Ouderen 65-plus (2012): 126194 figuur ontleend van presentatie B. van Hemert, http://www.psychiatrieweb.nl/ 4 Risicofactoren in de gemeenschap: preventie Alle burgers lopen risico om sociaal kwetsbaar te worden. Hoe meer risicofactoren, des te groter het risico. Door preventie kan voorkomen worden dat mensen afglijden naar de laag eronder in de trechter. Risicofactoren Werk en Inkomen Schooluitval: vroegtijdig schoolverlaten kan vervelende gevolgen hebben. Zonder diploma heeft men minder kans op bevredigend werk en een goedbetaalde baan. Voor schooluitval worden 3 cijfers weergegeven: (1) niet meer op school/geen onderwijs en betreft gegevens uit de jeugdmonitor 12 t/m 18; (2) nieuwe voortijdige schoolverlaters vanuit voortgezet onderwijs, gegevens van ministerie OCW; (3) nieuwe voortijdige schoolverlaters vanuit MBO, gegevens ministerie OCW. (tabellen http://www.aanvalopschooluitval.nl/cijfers ) Lage opleiding: laagopgeleiden leven gemiddeld korter en leven minder in als goed ervaren gezondheid dan hoogopgeleiden. Ook diverse risicofactoren komen vaker voor bij laagopgeleiden (van Bakel, 2011). Lage opleiding is gedefinieerd als: - volwassenen: geen onderwijs, lager onderwijs, mavo, LBO; - jongeren: brugklas vmbo/havo en vmbo/praktijkonderwijs Uitkering: Personen met een uitkering (op grond van werkloosheidswet, bijstandswet of arbeidsongeschiktheidswet) en personen met alleen AOW hebben een laag inkomen. Mensen met een laag inkomen leven gemiddeld korter en hebben een minder ervaren goede gezondheid dan mensen met hogere inkomens (Verweij, 2011). Werkloosheid en de daarmee gepaarde inkomensteruggang kan iemands leefomstandigheden verslechteren en de gezondheid negatief beïnvloeden. Uitkering is gedefinieerd als: - Volwassenen: werkloos/-zoekend en uitkering arbeidsongeschiktheid - Ouderen: 65-plussers die alleen AOW ontvangen Laag huishoudinkomen: Mensen met een laag inkomen leven gemiddeld korter en hebben een minder ervaren goede gezondheid dan mensen met hogere inkomens. Een laag huishoudinkomen is een belangrijke risicofactor voor sociale uitsluiting bij de volwassen bevolking. Laag huishoudinkomen is gedefinieerd als: - een huishoudinkomen van maximaal 15.200 euro, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden Moeite met rondkomen: mensen die moeite hebben met rondkomen kunnen vaak naast de eerste levensbehoeften niets extra’s betalen. Moeite met rondkomen is een risicofactor van materiële deprivatie, indicator voor sociale uitsluiting bij kinderen. 5 Werk en inkomen % Schooluitval Niet meer op school/geen onderwijs Jongeren Aantal 2 1240 VSV voortgezet onderwijs1 1,52 618 VSV middelbaar beroepsonderwijs1 Lage opleiding 6,62 1122 Jongeren Volwassenen Ouderen 29 28 63 17950 127775 79500 Werkloos/-zoekend Volwassenen 5 22815 Arbeidsongeschikt Volwassenen 4 18255 Alleen AOW Ouderen 22 27760 Huishoudinkomen max 15.200* Volwassenen Ouderen 14 10 63890 12620 Moeite met rondkomen Volwassenen 22 100395 Ouderen 12 15145 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost *besteedbaar huishoudinkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden 1 2 Voortijdig schoolverlaters (VSV) voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, leeftijd 13 -22 jaar, 2011/2012. Bron min. OCW Percentage van de leerlingen/deelnemers Risicofactoren Gezin en relatie Gebroken gezin/éénoudergezin Kinderen hebben na een scheiding van de ouders meer problemen dan kinderen uit intacte gezinnen. Met de meeste kinderen van gescheiden ouders gaat het na verloop van tijd weer goed. Maar een grote groep blijft problemen houden. Scheidingskinderen hebben een verhoogd risico op internaliserende (angst/depressie) en externaliserende problemen (agressief gedrag, drug –en alcoholgebruik), problemen in sociale relaties en lage schoolprestaties. Daarnaast hebben ook andere factoren binnen een éénoudergezin hun weerslag op het kind, zoals vaak een slechtere financiële situatie of moeite met alleen voor de opvoeding te staan. Kinderen in gezinnen met een lager inkomen hebben een minder goede gezondheid en vertonen meer probleemgedrag (Nji, z.j.a). Gebroken relatie of alleenstaand Mensen die getrouwd zijn leven langer dan nooit-gehuwden en mensen die gescheiden of verweduwd zijn (Verweij & Sanders, 2010). Dit geldt sterker voor mannen dan voor vrouwen. De lagere sterftekans geldt voor vrijwel alle doodsoorzaken, mogelijk als gevolg van verschillen in leefstijl tussen gehuwden en niet-gehuwden. Alleenstaanden leven ongezonder dan gehuwden. Zo 6 komen ernstig overgewicht en zware drinkers vooral voor bij gescheiden mannen (Verweij & Sanders, 2010). Gezin en relatie % 87 80 Aantal 88400 49530 Vader en moeder Jeugd Jongeren Vader/moeder en partner Jeugd 3 3050 Jongeren 5 3095 Co-ouders Jeugd Jongeren 1 4 1015 2475 Woont bij anderen/zelfstandig Jeugd Jongeren 4 1 4060 620 Eénoudergezin Jeugd Jongeren 6 10 6095 6190 Volwassenen 6 27380 Ongehuwd/nooit gehuwd geweest Volwassenen 22 Ouderen 4 5050 Gescheiden/gescheiden levend Volwassenen Ouderen 7 6 31945 7570 Weduwe/Weduwnaar Volwassenen Ouderen 1 25 4565 31550 1-persoonshuishouden/ alleenwonend Volwassenen Ouderen 13 33 59325 41645 100395 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost Aantal huishoudens 2012 Totaal particuliere huishoudens 329282 Eenpersoonshuishoudens 113749 Eenouderhuishouden 20034 Cijfers regio Zuidoost-Brabant , totaal alle leeftijden, bron CBS 1 % 35%1 6%1 dit betreft het percentage van het aantal huishoudens. Van de totale bevolking in 2012, zijn van de personen in particuliere huishoudens landelijk 16% en regionaal 15% alleenstaand (CBS) Risicofactoren Gezondheid Psychische problemen Psychisch ongezonde mensen hebben last van psychische klachten of zelfs van psychische stoornissen (Schoemaker, 2010). Psychische klachten kunnen mede leiden tot gedeeltelijk onvermogen tot functioneren. Dit kan leiden tot vaker verzuimen van school of werk, niet kunnen zorgen voor het gezin, moeilijk sociale contacten kunnen houden en een verhoogde kans op lichamelijke klachten. 7 Eenzaamheid Eenzaamheid is een persoonlijke, subjectieve ervaring en kenmerkt zich door gemis en teleurstelling (van Bakel & Eugster, 2011). Eenzaamheid kan tot een depressie leiden en vergroot de kans op het krijgen van hartaandoeningen. Eenzame mensen hebben ook vaker een minder gezonde leefstijl (Savelkoul & van Tilburg, 2010). Gepest worden De gevolgen van pesten zijn divers en kunnen een levenslange impact hebben. Vooral kinderen die herhaaldelijk en op verschillende manieren gepest zijn, kunnen last krijgen van problemen, zoals gevoelens van eenzaamheid, angst of depressie, psychosomatische klachten, verminderd zelfvertrouwen en weinig eigenwaarde (Nji, z.j.b). Slechte gezondheid Ervaren gezondheid weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid en is een samenvattende gezondheidsmaat van alle gezondheidsaspecten die relevant zijn voor de persoon in kwestie (Deeg, 2009). De ervaren gezondheid is een sterke voorspeller voor sterfte. In 2012 zijn bij de vraag naar ervaren gezondheid andere antwoordcategorieën gebruikt dan in de voorgaande monitors. Dementie Dementie is een hersenziekte die iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk maakt van de zorg van anderen. Door de ziekte worden niet alleen een toenemend aantal patiënten getroffen, maar ook steeds meer mantelzorgers en professionele hulpverleners. Gezondheid Psychisch ongezond Hoog risico angststoornis of depressie (zeer) ernstig eenzaam Regelmatig gepest Ervaart gezondheid matig/slecht Ervaart gezondheid gaat wel/ slecht Heeft 1 of meer chronische ziekten2 3 Dementie Jongeren % 13 Aantal 8050 Volwassenen Ouderen Volwassenen Ouderen 20 19 6 5 91270 23975 27380 6310 Volwassenen 9 41070 Ouderen 9 11360 Jongeren 4 2475 Jeugd1 5 5080 Jongeren 14 8670 Volwassenen 20 91270 Ouderen 40 50480 Jeugd Jongeren 19 20 19300 12380 Volwassenen 36 164285 Ouderen 77 97170 11369 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost 1 mening ouders gezondheid kind 2 Bij jeugd en jongeren betreft het chronische aandoeningen vastgesteld door een arts, bij volwassenen en ouderen chronische ziekten waarvoor onder behandeling/controle van een arts 3 Bron: www.alzheimer-nederland.nl 8 Risicofactoren Genotmiddelen Overmatig drinken Alcoholgebruik hangt samen met ongeveer zestig verschillende aandoeningen en heeft negatieve effecten op bijna alle organen van het menselijk lichaam. Het risico op gezondheidsschade door alcohol hangt af van het totale alcoholgebruik van de drinker, maar ook van het drinkpatroon dat iemand heeft. Het drinkpatroon heeft betrekking op hoeveel alcohol iemand per keer drinkt en hoe vaak (van Bakel & van Gestel, 2012). Kinderen zijn gevoeliger voor de risico’s van alcoholgebruik dan volwassenen. Drugs gebruiken Bij het gebruik van cannabis wordt het risico voor de volksgezondheid als minder groot ingeschat dan het risico van de harddrugs (Trimbos Instituut, 2011). Cannabisgebruik vermindert het reactieen concentratievermogen en het korte termijn geheugen. Dit beïnvloedt school- en werkprestaties en het verkeersgedrag negatief. Belangrijke gezondheidseffecten van harddrugs zijn intoxicaties en het gelijktijdig optreden van verslaving en psychische stoornissen . Genotmiddelen % 10 Aantal 3485 Jongeren Volwassenen 30 11 18570 50195 Probleemdrinker Volwassenen 8 36505 Overmatige drinker Volwassenen 9 41070 Ouderen 9 11355 Softdrugs Jongeren Volwassenen 3 3 1860 13690 Harddrugs Jongeren Volwassenen 0,4 0,8 Wel eens alcohol gedronken volgens de ouders Bingedrinker Jeugd (8-11) 250 3650 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost 9 Kwetsbare groepen: doelgroepvoorzieningen Het betreft hier mensen uit de tweede laag van de OGGZ trechter waar gelijksoortige problemen zich opstapelen. Voor deze kwetsbare groepen zijn geschikte doelgroepvoorzieningen nodig, om afglijden naar de onderste laag van de trechter te voorkomen. Werk en inkomen Mensen in schuldhulpverleningstraject Problematische schulden kunnen een belemmering zijn voor participatie, zowel maatschappelijk als met arbeid of scholing. Door oplopende schulden kunnen problemen zich opstapelen wat uiteindelijk kan leiden tot verlies van werk, huisvesting of gezin (werkgroep Onderzoek en Registratie OGGZ, 2009). Mensen met problematische schulden kunnend de hulp inroepen van een schuldhulpverlener. Daar kan met de cliënt naar een oplossing voor de problemen worden gezocht. Vaak hebben mensen die in de schuldhulpverlening zitten naast financiële problemen, ook psychosociale, gezondheids- of arbeidsgerelateerde problemen. Werk en inkomen Absoluut Aanvragen schuldhulpverlening Wettelijk traject (WNSP), startjaar 2011 Cijfers regio Zuidoost-Brabant. Bron: RGI Per 10.000 215 2.9 Gezin en Relatie Slachtoffers huiselijk geweld/ Ouderen die mishandeld worden Bij huiselijk geweld gaat het om lichamelijk, seksueel of psychisch geweld dat door iemand uit de huiselijke kring of privésfeer van het slachtoffer (gezinsleden, familieleden, ex-partners, vrienden, buren) wordt gepleegd (Movisie, 2009; Ministerie van Justitie, z.j). Het kan voorkomen in de vorm van kindermishandeling en seksueel kindermisbruik, partner-relatiegeweld, en ouderenmishandeling/verwaarlozing. Huiselijk geweld is vaak onzichtbaar. Huiselijk geweld heeft grote gevolgen voor slachtoffers; zij kunnen, vaak nog vele jaren nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, ernstige lichamelijke en/of psychische klachten hebben. Tienermoeders Jonge moeders die het zonder steun niet redden. 10 Gezin en relatie % aantal 8 4 4 2 12 5 36505 5050 9400 1140 26570 3455 Volwassenen 0,9 4105 Ouderen 0,4 505 Slachtoffer huiselijk geweld; ooit1 totaal man vrouw Slachtoffer huiselijk geweld; 1 jaar geleden of korter1 Aantal meldingen huiselijk geweld Volwassenen Ouderen Volwassenen Ouderen Volwassenen Ouderen Regio Eindhoven2 Regio Helmond3 1425 671 Tienermoeders (jonger dan 20 jaar)4 37 1 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost Bron Lumens, cijfers 2012 3 Bron Lev-groep, cijfers 2012 4 Bron CBS, cijfers regio Zuidoost-Brabant, 2012 2 Gezondheid Mensen met een verstandelijke beperking Een verstandelijke beperking of handicap kenmerkt zich door een beperking in de intelligentie gecombineerd met beperkingen in het adaptieve gedrag (conceptuele, sociale en praktische vaardigheden). Deze beperkingen treden op voor het 18e levensjaar (Buntinx & Curfs, 2010). Naast IQ speelt de ondersteuningsbehoefte een belangrijke rol in de diagnose verstandelijke beperkingen. Hierbij speelt de aanwezigheid van psychiatrische en/of gedragsproblemen en/of meervoudige medische problematiek een rol. Zo komt de groep zwakbegaafden (IQ-score tussen 70 en 85) formeel niet in aanmerking voor een zorgaanbod in de gehandicaptenzorg, tenzij er ook sprake is van beperkingen in de sociale redzaamheid, leerproblemen en/of gedragsproblemen en chroniciteit van problemen (Mérelle et al, 2012). Zwakbegaafd is niet gelijk aan licht verstandelijke handicap (IQ 50/55-70). Bij deze indicator is gebruik gemaakt van de gegevens van het centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Zij publiceert rapportages over cliënten met een geldige CIZ-indicatie voor AWBZ-zorg. Verstandelijke beperkingen is gedefinieerd als: - Aantal jeugdigen in de regio met een verstandelijke handicap: het aantal 0- t/m 17-jarigen met een indicatie tot AWBZ-zorg met als dominante grondslag verstandelijke handicap. - Aantal volwassenen en ouderen met een verstandelijke handicap: het aantal 18-jarigen en ouder met een indicatie tot AWBZ-zorg met als dominante grondslag verstandelijke handicap. 11 Deze gegevens zijn een onderschatting van het aantal mensen met een verstandelijk handicap, niet iedereen maakt gebruik van zorg. Gezondheid Absoluut Per 10.000 Aantal 0-17 jarigen met verstandelijk handicap en geldige indicatie extramurale AWBZ zorg 1515 101 Aantal 0-17 jarigen met verstandelijk handicap en geldige indicatie intramurale AWBZ zorg 355 24 1870 125 Aantal 18 jaar en ouder met verstandelijk handicap en geldige indicatie extramurale AWBZ zorg 1705 29 Aantal 18 jaar en ouder met verstandelijk handicap en geldige indicatie intramurale AWBZ zorg 3665 61 5370 90 Totaal aantal 0-17 jarigen met verstandelijk handicap en indicatie AWBZ zorg Totaal aantal 18 jaar en ouder met verstandelijk handicap en indicatie AWBZ zorg Totaal aantal cliënten met verstandelijk handicap en 7240 indicatie voor AWBZ zorg Cijfers regio Zuidoost-Brabant. Bron CIZ, peildatum 1 januari 2013 97 Veiligheid Veelplegers Personen die bij herhaling strafbare feiten plegen (of daarvan verdacht worden), worden geclassificeerd als meerpleger of veelpleger. Veelplegers veroorzaken veel overlast en criminaliteit, vooral in de grote steden (Tollenaar, Harbachi, Meijer, Huijbregts, & Blom, 2006). Zeer actieve veelplegers (ZAVP) hebben problemen op verschillende leefgebieden, waaronder verslaving (74%), psychische gezondheid (37%) en huisvesting (43%). Bijna 60% van de ZAVP’s heeft geen diploma middelbaar onderwijs (Tollenaar et al., 2006), driekwart heeft geen werk (Tollenaar, Huijbregts, Meijer, & van Dijk, 2008). 12 Veiligheid Absoluut Jeugdige veelplegers (12-17) 15 Volwassen veelplegers (>= 18) 575 Zeer actieve veelplegers (>=18) 112 Cijfers regio Zuidoost-Brabant. Bron: RGI, cijfers 2012 Per 10.000 2,8 11,6 1,9 13 Kwetsbare groepen die uitvallen Het betreft hier de specifieke OGGZ doelgroep. Het betreft groepen sociaal kwetsbare mensen met meerdere complexe en veelomvattende problemen. Er is stagnatie in de toegeleiding naar de reguliere zorg of in de bestaande zorg. Er zijn vangnetvoorzieningen nodig (Mérelle et al., 2012) Combinatie ernstige problemen Harddrugsverslaafden Langdurig gebruik van harddrugs kan leiden tot verslaving, intoxicaties en psychische stoornissen. Daarnaast kunnen gebruikers van harddrugs bij het injecteren van drugs een besmetting met virussen (hepatitis B, hepatitis C of hiv) of een bloedvergiftiging oplopen. Waarschijnlijk leidt het gebruik van XTC tot een langdurige verstoring van hersenfuncties, met name het geheugen, het concentratievermogen en de stemming, bij gebruikers en ex-gebruikers van XTC (Laar & Harbers, 2012). Harddrugsverslaafden worden gedefinieerd als personen die in het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) zijn geregistreerd als gebruiker van heroïne, methadon, crack of cocaïne, waarbij personen die alleen cocaïne snuiven niet worden meegeteld. Intraveneuze gebruikers zijn harddrugsverslaafden die het hoofd- en/of bijmiddel toedienen door spuiten (werkgroep Onderzoek en Registratie OGGZ, 2009). LADIS is een nationale gegevensverzameling voor de ambulante en klinische verslavingszorg. Het betreft hier dus mensen die in beeld zijn bij verslavingszorg! Harddrugsverslaafden1 Intraveneuze gebruikers Absoluut Per 10.000 528 8,6 32 0,5 Cijfers regio Zuidoost-Brabant. Bron: RGI, cijfers 2011 1 Betreft gegevens harddrugsverslaafde 15 jaar en ouder die als persoon geregistreerd staat in Ladis als gebruiker Bemoeizorgklanten (in zorg) Het gaat om mensen met psychische, sociale, lichamelijke of verslavingsproblematiek, of een combinatie van deze problemen en die geen hulpvraag stellen bij de daarvoor geëigende instellingen of instanties (Bemoeizorg, z.j.; Bemoeizorgregiohelmond, z.j.). Door de problematiek kunnen mensen in de war zijn of in een isolement raken, vereenzamen en/of zichzelf verwaarlozen. Deze problemen kunnen leiden tot een zorgwekkende situatie en overlast voor de omgeving. Het Bemoeizorgteam bezoekt zorgwekkende zorgmijders om ze naar passende zorg toe te leiden. Het doel is voorkomen dat deze doelgroep verder afglijdt en waar mogelijk de kwaliteit van leven van deze doelgroep en de naaste omgeving te verbeteren. 14 Assertive Community Treatment (ACT) is een model om zorg te bieden aan mensen met langdurende of blijvende ernstige psychiatrische aandoeningen (ccaf, z.j.). ACT teams zijn multidisciplinaire teams die meestal vanuit de GGZ worden geïniteerd (Werkgroep Onderzoek en Registratie OGGZ, 2009). Functie Assertive Community Treatment (FACT) is een nieuwe manier om te zorgen voor cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Met FACT wordt aan mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) zorg en behandeling in de eigen omgeving verleend. Hierdoor kunnen ook ernstig ontregelde psychiatrische cliënten zelfstandig in de wijk wonen. Voor de inspectie is voor de indicator Bemoeizorgklanten voor de volgende definitie gekozen: - Aantal aanwezige ACT teams - Aantal (unieke) cliënten bekend bij een ACT team (naar soort ACT; GGZ of verslavingszorg) in een kalenderjaar Nadeel van deze indicator is dat er bemoeizorgklanten worden gemist. Daarom worden ook gegevens van bemoeizorgteams en outreachende hulpverlening meegenomen. Absoluut Per 10.000 304 14* Bemoeizorgteam regio Helmond1,2 432 21 Outreachende hulpverlening 131 Bemoeizorgteam Eindhoven 1 3 Dommelregio Aantal (F)ACT-teams Eindhoven/Kempen4 7 5 3 Helmond/Peelregio Aantal cliënten (F)ACT - 1. Novadic-Kentron, cijfers 2012 GGz Oost-Brabant, cijfers 2012 3. Mw DommelRegio, cijfers 2010 4 . Gegevens eind 2012, GGzE 5 . Bron GGz Oost-Brabant *berekend over gemeente Eindhoven 2. Zwerfjongeren/dakloze jongeren Het betreft jongeren die vanuit de hulpverlening komen en alle soorten van hulp al gehad hebben of niet meer onder Jeugdzorg vallen (>18 jaar). Het betreft ook jongeren die vanuit huis zijn weggelopen, vaak met psychiatrische problemen (nog geen diagnose), verslaving (ook bij ouders) en/of verstandelijk beperkt. Daklozen (feitelijk en residentieel) Daklozen behoren tot de meest kwetsbare groepen. Kenmerkend voor deze groep is dat zij vrijwel zeker en in sterke mate sociaal uitgesloten zijn; zij leven in maatschappelijk en sociaal isolement. Daarnaast hebben zij vaak problemen op het gebied van psychopathologie, verslaving, praktische en sociale vaardigheden en probleemoplossend vermogen (Mérelle et al., 2012). 15 Voor de gegevens van feitelijk en residentieel daklozen worden in deze rapportage de definities zoals geformuleerd in de Monitor Stedelijk Kompas van Trimbos (Tuynman, Planije, Hulsbosch, & Place, 2013) gehanteerd. De definitie van residentieel daklozen, zoals gehanteerd door de VNG is: Personen die als bewoners staan ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang (internaten en sociale pensions, woonvoorzieningen op basis van particulier initiatief dat zich richt op semipermanente bewoning door dakloze mensen en particuliere commerciële pensions waar voornamelijk dakloze mensen wonen) (Tuynman et al., 2013). De definitie van feitelijk daklozen, zoals gehanteerd door de VNG is : Personen die niet beschikken over een eigen woonruimte en die voor een slaapplek gedurende de nacht ten minste één nacht (in de maand) waren aangewezen op buiten slapen ofwel overnachten in de openlucht en in overdekte openbare ruimten (portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto) en binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang, of binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzichten op een slaapplek voor de daarop volgende nacht (Tuynman et al., 2013). Regio Helmond Absoluut Residentieel daklozen Feitelijk daklozen Zwerfjongeren3,4 1 Bron: Bron: 3 Bron: 4 Bron: 2 2 1 Per 10.000 Regio Eindhoven Absoluut Per 10.000 268 13 373 7 165 8 583 11 25 47 Monitor Stedelijk Kompas, Trimbos. Cijfer regio Helmond 2012, cijfer Eindhoven 2010/2011 Monitor Stedelijk Kompas, Trimbos. Cijfer regio Helmond 2012, cijfer Eindhoven 2010 Smo-Helmond: opvang zwerfjongeren in de Koning, cijfers 2012 Neos, aantal unieke zwerfjongeren in ambulant of intern zwerfjongerentraject, cijfers 2012 16 Sociale uitsluiting (uitsluitend volwassenen) Binnen de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) wordt sociale uitsluiting beschouwd als een belangrijke indicator voor het aanwijzen van OGGZ risicogroepen in de bevolking. Sociale uitsluiting is een breed begrip dat verwijst naar het onvermogen van bepaalde groepen of individuen om als gevolg van individuele en maatschappelijke factoren volledig deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Dit onvermogen uit zich op meerdere dimensie: sociale participatie, materiële deprivatie, toegang tot sociale rechten en normatieve integratie ((Jehoel-Gijsbers, 2004; Hoff & Vrooman, 2011). Een persoon is (in bepaalde mate) sociaal uitgesloten als hij of zij op meerdere dimensies uitgesloten is. Of iemand op een dimensie uitgesloten is wordt bepaald aan de hand van een aantal vragen (items) per dimensie. De verzameling van deze gegevens is een onderdeel van een landelijke pilot (van Bergen & van Loon, 2013). De schaal Sociale participatie betreft gevoelens van sociale en emotionele eenzaamheid en de frequentie van contact met buren of mensen in de straat. De schaal Materiële deprivatie verwijst naar in hoeverre huishoudens over voldoende financiële middelen beschikken om de in Nederland gangbare goederen en diensten te betalen. De schaal Onvoldoende toegang tot sociale grondrechten bestrijkt een divers aantal grondrechten waaronder een goede woning en medische zorg, en discriminatie in het algemeen. De schaal Onvoldoende normatieve integratie refereert naar het niet naleven van centrale normen en waarden van de Nederlandse samenleving. Sociale Uitsluiting (alleen volwassenen) % Aantal Beperkte sociale participatie 5 22820 Is materiëel gedepriveerd 5 22820 Onvoldoende toegang tot basale sociale rechten 4 18250 Tekort aan normatieve integratie 5 22820 Is (matig tot sterk) sociaal uitgesloten 5 22820 Cijfers regio Zuidoost-Brabant, bron gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost Het SCP beschrijft in haar rapport ‘Sociale Uitsluiting in Nederland’ (Jehoel-Gijsbers, 2004) risicofactoren voor sociale uitsluiting. De belangrijkste risicogroepen die een relatief grote mate van sociale uitsluiting hebben zijn (op rangorde): mensen met een (zeer) slechte gezondheid mensen met een geringe mate van psychisch welbevinden huishoudens met minimum inkomen éénoudergezinnen werkloosheidsperiodes (<65) het hebben van een uitkering (<65). 17 Deze risicogroepen/factoren zijn eerder al beschreven. Volgens het SCP is de indicator of men in de afgelopen 5 jaar vaker werkloos is geweest een belangrijke voorspeller voor sociale uitsluiting bij volwassenen (Jehoel-Gijsbers, 2004). Hier hebben wij geen indicator voor, dit wordt gemeten met ‘het hebben van een uitkering’ (zie Werk en Inkomen). 18 AANBEVELINGEN Met het oog op de decentralisaties en de focus op een participatiemaatschappij, is investeren in preventie nu van groot belang. Preventie is nodig om te voorkomen dat inwoners sociaal kwetsbaar worden en verder afglijden in de trechter. Hiervoor is samenwerking tussen verschillende organisaties en instellingen nodig. Tevens moet er een meer doelgroepgerichte benadering komen, met als focus meer inzicht te krijgen in de zorg- en welzijnsbehoeften van verschillende kwetsbare groepen. Inzicht hierin kan leiden tot een beter aanbod van diensten en ondersteuning van de verschillende organisaties, dat er toe bijdraagt dat de diverse doelgroepen zoveel mogelijk vanuit hun eigen kracht kunnen meedoen aan de samenleving. 19 Bronnen Bakel, A.M. van (2011). Wat zijn sociaaleconomische gezondheidsverschillen? In: Regionale VTV, Regionaal Kompas Volksgezondheid Brabant-Zuidoost. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost. Ontleend aan http://www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/thema-s/mensen-met-een-lageses/wat-zijn-sociaaleconomische-gezondheidsverschillen/ Bakel, A.M. van & Eugster, A. (2011). Wat is eenzaamheid? In: Regionale VTV, Regionaal Kompas Volksgezondheid Brabant-Zuidoost. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost. Ontleend aan http://www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/thema-s/eenzaamheid/wat-is-eenzaamheid/ Bakel, A.M. van. & Gestel, A. van. (2012). Wat is alcoholgebruik? In: Regionale VTV, Regionaal Kompas Volksgezondheid Brabant-Zuidoost. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost. Ontleend aan http://www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/thema-s/alcohol/wat-is-alcoholgebruik/ Bemoeizorg (z.j.). Op 7 mei 2009 ontleend aan http://www.bemoeizorg.nl. BemoeizorgregioHelmond (z.j.). Op 7 mei 2009 ontleend aan http://www.bemoeizorgregioHelmond.nl Bergen, A., van, & Loon, A., van. (2013). Methodologische toelichting bij de Sociale Uitsluitingsindex Gezondheidheidsenquête. Amsterdam: Academische Werkplaats OGGZ G4-USER. Biesma, S., Stoep, R. van der, Nijkamp, R., & Bieleman, B. (2008). Gooische daklozen: Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek. [Electronic version]. Groningen-Rotterdam: Intraval Buntinx, W.H. E., & Curfs, L.M.G (2010). Wat is een verstandelijke handicap en wat zijn de gevolgen ervan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/psychische-stoornissen/verstandelijke-handicap/wat-is-een-verstandelijke-handicap/ CIZ (2013). CIZ basisrapportage AWBZ. COROP-gebied Zuidoost-Noord-Brabant. Ontleend aan http://www.ciz.nl/voor-professionals/cijfers-en-feiten Deeg, D. J. H. (2009). Wat is ervaren gezondheid en hoe wordt het gemeten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/functioneren-en-kwaliteit-vanleven/ervaren-gezondheid/wat-is-ervaren-gezondheid-en-hoe-wordt-het-gemeten/ Hoff, S., & Vrooman, C. (2011). Dimensies van sociale uitsluiting: Naar een verbeterd meetinstrument. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Jehoel-Gijsbers, G. (2004). Sociale uitsluiting in Nederland. [Electronic version]. Den Haag: SCP 20 Laar, M.W. van. (2012). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van drugsgebruik? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/druggebruik/wat-zijn-demogelijke-gezondheidsgevolgen-van-druggebruik/ Laar, M.W. van & Harbers, M.M. (2012). Drugsgebruik samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/druggebruik/druggebruiksamengevat/ Mérelle, S., Overberg, R., & Lodder, H. (2012). Factsheet Monitor sociaal kwetsbare groepen, stand van zaken OGGZ regio Kennemerland 2011. Haarlem: GGD Kennemerland. Ministerie OCW (z.j.). VSV cijfertabellen. Ontleend aan http://www.aanvalopschooluitval.nl/cijfers/vsv-cijfertabellen Ministerie van Justitie (z.j). Huiselijk geweld. Ontleend aan http://www.justitie.nl/onderwerpen/familie%5Fen%5Fgezin/huiselijk%5Fgeweld/ Movisie (2009). Huiselijk geweld: feiten en cijfers. Factsheet [Electronic version]. Utrecht: Movisie Nji (z.j.a) Opgroeien. Ontleend aan http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/24/775.html Nji (z.j.b). Gevolgen van pesten. Ontleend aan http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/09/702.html Savelkoul, M. & Tilburg, T.G. van. (2010). Eenzaamheid samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/omgeving/leefomgeving/eenzaamheid/ eenzaamheid/ Schoemaker, C. (2010). Wat is psychische gezondheid en hoe wordt het gemeten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/functioneren-en-kwaliteit-vanleven/psychisch-functioneren/psychisch-fuctioneren-volwassenen/wat-is-psychische-gezondheiden-hoe-wordt-het-gemeten/ Tollenaar, N., Harbachi, S. el, , Meijer, R.F., Huijbregts, G.L.A.M., & Blom, M. (2006). Monitor veelplegers: samenvatting van de resultaten. [Electronic version]. WODC-recidivestudies: Factsheets. Tollenaar, N. Huijbregts, G.L.A.M., Meijer, R.F., & Dijk, J. van (2008). Monitor veelplegers 2008: samenvatting van de resultaten [Electronic version]. WODC-recidivestudies: Factsheets 2008-1 21 Trimbos Instituut. (2011). Nationale Drug Monitor; Jaarbericht 2010. Utrecht: Trimbos Instituut. Ontleend aan http://www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzicht-webwinkel/feiten---cijfers--beleid/af/af1063-nationale-drug-monitor-jaarbericht-2010 Tuynman, M., Planije, M., Hulsbosch, L., & Place, C. (2013). Monitor stedelijk Kompas 2012. Utrecht: Trimbos-Instituut. Verweij, A. (2011). Inkomen: Wat is de samenhang met gezondheid en zorg? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/inkomen/samenhang/ Verweij, A. & Sanders, C. (2010). Huishoudens: Wat is de samenhang met gezondheid en zorg? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Ontleend aan http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/huishoudens/samenhang/ Werkgroep Onderzoek & Registratie OGGZ (2009). Indicatoren risicogroepen OGGZ ten behoeve van de Inspectie Openbare Gezondheidszorg. [Electronic version]. GGD Nederland: Vakgroep Epidemiologie Brabantse Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2008-2009 Brabantse Jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen 2011 Volwassenenmonitor (19 t/m 64 jaar) 2012 Ouderenmonitor (65-plussers) 2012 22 arbeidsongeschikt 23 Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB % Asten Regio ZOB Lokale gegevens Werk en inkomen Niet meer op school/geen onderwijs 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Figuur 1: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) dat niet meer op school zit/geen onderwijs volgt Werkloos/-zoekend en arbeidsongeschikt 7 6 5 4 3 2 1 0 werkloos/-zoekend Figuur 2: percentage volwassenen 19 t/m 64 jaar (2012) dat werkloos/-zoekend of arbeidsongeschikt is 24 Figuur 4: percentage ouderen (65 plussers) (2012) dat alleen AOW ontvangt Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond volwassenen Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Moeite om rond te komen 30 25 20 % 15 10 5 0 ouderen Figuur 3: percentage volwassenen en ouderen (2012) dat moeite heeft om rond te komen ontvang alleen Aow 40 35 30 25 % 20 15 10 5 0 Volwassenen 25 Ouderen Figuur 6: percentage volwassenen en ouderen (2012) dat geen vrijwilligerswerk verricht Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende volwassenen Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB % Asten Regio ZOB huishoudinkomen max 15.200 euro 25 20 15 10 5 0 ouderen Figuur 5: percentage volwassenen en ouderen (2012) met een gestandaardiseerd huishoudinkomen van maximaal 15.200 euro Geen vrijwilligerswerk 90 80 70 60 50 % 40 30 20 10 0 Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB Gezin en relatie kinderen in éénoudergezin 16 14 12 10 % 8 6 4 2 0 Jeugd Jongeren Figuur 7: percentage kinderen in éénoudergezin, jeugd 0 t/m 11 (2008) en jongeren 12 t/m 18 (2011) Eénoudergezin volwassenen 8 7 6 5 % 4 3 2 1 0 Figuur 8: percentage volwassenen (19 t/m 64) in éénoudergezin (2012) 26 Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB 1-persoonshuishoudens/alleenwonend 45 40 35 30 25 % 20 15 10 5 0 volwassenen 27 ouderen Figuur 9: percentage volwassenen en ouderen (2012) in 1-persoonshuishoudens/alleenwonend Volwassenen 28 Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Reusel- De Mierden Someren Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek volwassenen Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel jongeren Eindhoven Geldrop-Mierlo Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Gezondheid Psychisch ongezond 30 25 20 % 15 10 5 0 ouderen Figuur 10: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011), volwassenen en ouderen (2012) dat zich psychisch ongezond voelt Hoog risico angststoornis/depressie 9 8 7 6 5 % 4 3 2 1 0 Ouderen Figuur 11: percentage volwassenen en ouderen (2012) met een hoog risico angststoornis/depressie 29 Figuur 13: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) dat regelmatig gepest wordt Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Volwassenen Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB (zeer) ernstig eenzaam 14 12 10 8 % 6 4 2 0 Ouderen Figuur 12: percentage volwassenen en ouderen (2012) dat (zeer) ernstig eenzaam is Regelmatig gepest 8 7 6 5 % 4 3 2 1 0 volwassenen 30 50 45 40 35 30 % 25 20 15 10 5 0 Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De… Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB Ervaart eigen gezondheid matig/slecht 18 16 14 12 10 % 8 6 4 2 0 Figuur 14: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) dat eigen gezondheid als matig tot slecht ervaart ervaart eigen gezond als gaat wel/slecht ouderen Figuur 15: percentage volwassenen en ouderen (2012) dat eigen gezondheid als ‘gaat wel’ tot ‘slecht’ ervaart heeft 1 of meer langdurige/chronische ziekten 30 25 20 % 15 10 Jeugd Waalre Veldhoven Someren Son en Breugel Valkenswaard Nuenen c.a. Helmond Laarbeek Heeze- Leende Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Eindhoven Deurne Eersel Cranendonck Best Bladel Bergeijk Asten Regio ZOB 0 Oirschot Reusel- De… 5 Jongeren Figuur 16: percentage jeugd 0-11 jaar (2008) en jongeren 12 t/m 18 (2011) dat 1 of meer langdurige/ chronische aandoeningen heeft, vastgesteld door arts Volwassenen Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Asten Bergeijk Regio ZOB 90 80 70 60 50 % 40 30 20 10 0 Reusel- De… heeft 1 of meer langdurige/chronische ziekten Ouderen Figuur 17: percentage volwassenen en ouderen (2012) dat 1 of meer langdurige/ chronische aandoeningen heeft, daarvoor onder behandeling/ controle arts 31 Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB 32 Valkenswaard Veldhoven Waalre Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Asten Bergeijk Regio ZOB Genotmiddelen 8 t/m 11 jarige die wel eens alcohol gedronken heeft volgens ouders 18 16 14 12 10 % 8 6 4 2 0 Figuur 18: percentage jeugd 8-11 (2008) dat volgens ouders wel een alcohol gedronken heeft bingedrinker 45 40 35 30 25 % 20 15 10 5 0 Figuur 19: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) dat in afgelopen 4 weken bij één gelegenheid 5 glazen of meer heeft gedronken volwassenen 33 ouderen Figuur 21: percentage volwassen en ouderen (2012) dat overmatig drinkt Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB % Regio ZOB Probleemdrinker 14 12 10 8 6 4 2 0 Figuur 20: percentage probleemdrinkers onder volwassenen 19 t/m 64 jaar (2012) Overmatige drinker 14 12 10 8 % 6 4 2 0 jongeren 34 Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende jongeren Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk % Asten Regio ZOB Waalre Veldhoven Valkenswaard Son en Breugel Someren Reusel- De Mierden Oirschot Nuenen c.a. Laarbeek Helmond Heeze- Leende Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Eindhoven Eersel Deurne Cranendonck Bladel Best Bergeijk Asten Regio ZOB gebruik softdrugs 6 5 4 % 3 2 1 0 volwassenen Figuur 22: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) en volwassenen 19 t/m 64 (2012) dat softdrugs gebruikt gebruik harddrugs 2,5 2 1,5 1 0,5 0 volwassenen Figuur 23: percentage jongeren 12 t/m 18 (2011) en volwassenen 19 t/m 64 (2012) dat harddrugs gebruikt Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze- Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel- De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Regio ZOB Sociale uitsluiting Sociale Uitsluiting 9 8 7 6 5 % 4 3 2 1 0 Figuur 24: percentage volwassenen 19 t/m 64 (2012) dat matig tot sterk is uitgesloten 35