Recht: begrippen Regels : beheersen het gedrag van de leden van de gemeenschap Recht: het geheel van dwingende voorschriften en regels die de menselijke activiteiten en belangen in de gemeenschap beheersen en beveiligen. Objectief geheel van dwingende voorschriften en regels die de gemeenschap beheersen en beveiligen. Als de mens zich niet naar die regels gedraagt kan er gesanctioneerd worden Subjectief een erkende bevoegdheid die naar eigen goeddunken bepaalde handelingen stelt. Deze handelingen slaan op de persoon zelf (arbeidskeuze, kiesrecht,…) subjectief politieke rechten: o rechten die iemand kan uitoefenen tegenover de overheid subjectief civiele rechten: o Extrapatrimoniale rechten (niet economisch) Persoonlijkheidsrechten en familierechten: Hebben betrekking op beschikking over iemands eigen persoon en zijn fysieke, psychische integriteit, of op zijn staat binnen de familie. o Patrimoniale rechten (economisch) zakelijke rechten (op een zaak) = kennen heerschappij over goed toe vorderingsrechten (op een persoon) = verbintenis waar met iets moet (laten) doen intellectuele rechten (op een concept) Patrimoniale of vermogensrechten = hebben betrekking op economische, in geld waardeerbare goederen en zijn verhandelbaar. zakelijk rechten : kennen een heerschappij toe op een goed vorderingsrechten : verlenen de bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van 1 of meer verbintenissen te eisen intellectuele rechten : verlenen aan heerschappij op een intellectueel concept bronnen van recht : een middel om kennis te krijgen van recht verdragen tussen staten kunnen: rechtstreeks een invloed uitoefenen op het BR : wanneer in het verdrag zelf een regel van burgerrechtelijke aard wordt opgenomen onrechtstreeks : wanneer in het verdrag een supranationaal orgaan van verordende of rechtsprekende aard wordt opgericht wetgeving : omvat alle juridische afdwingbare regels die door een politieke instantie zijn uitgevaardigd en expliciet in een tekst zijn vastgelegd wetten - : regels uitgevaardigd door de Belgische federale wetgevende macht decreten : uitgevaardigd door regionale wetgevende instanties : vb Vlaamse raad ordonnanties : uitgevaardigd door wetgevende regionale macht in Brussel koninklijke besluiten : uitgevaardigd door de koning en Belgische federale regering provinciale en gemeentelijke reglementen vonnissen en arresten = uitgesproken door de rechters, lossen problemen op waarvoor geen concreet opgestelde regels zijn vastgelegd publiekrecht : regelt de verhoudingen tussen de diverse staten en overheidsorganen onderling en de verhouding tussen die overheid en de burger privaatrecht : regelt de verhoudingen tussen de burgers onderling burgerlijk recht : privaatrecht dat van toepassing is op de meest voorkomende situaties in het leven van alle burgers gemengde rechtstakken : zowel publiek als privaatrechtelijke regelingen. Vb milieurecht = natuurbehoud, milieuhygiëne en stedenbouw Recht: begrippen een wet van openbare orde = wanneer zij de essentiële belangen raakt van de staat of de samenleving wetten in verband met de goede zeden : hebben betrekking op al wat de menselijke waardigheid aanbelangt gewone gebiedende wetten : leggen beperkingen op ter bescherming van bepaalde groepen in de samenleving aanvullende rechtsregels : bepalingen die slechts gelden voor zover de rechtsonderhorigen geen andere regeling hebben getroffen en hebben dus slechts uitwerking bij het stilzwijgen van de partijen rechtsfeit : elk voorval of louter feit waaraan ons recht juridische gevolgen hecht rechtshandelingen: doelgerichte handeling die een persoon stelt om bepaalde rechtsgevolgen te veroorzaken eenzijdig : wanneer een enkele persoon, autonoom, haar realiseert meerzijdig : wanneer twee of meer personen bij de rechtshandeling betrokken zijn en hun wil te kennen geven om de daad te realiseren verjaring : middel om, door verloop van een zekere tijd en onder de voorwaarden die de wet bepaalt, iets te verkrijgen of van een verbintenis bevrijd te worden verkrijgende verjaring : die een zakelijk recht doet verkrijgen na een bezit overeenkomstig de wet o 30-jarige verjaring : iedere bezitter wordt eigenaar na dertig jaar, zelfs al is hij te kwader trouw en heeft hij geen wettige titel o 10 of 20 jarige verjaring : gelden voor het verkrijgen van onroerende goederen waarvan de bezitter over een wettige titel beschikt en te goeder trouw is bevrijdende verjaring : die een zakelijk recht of een schuldvordering tenietdoet, vereist na verloop van tijd dat de schuldeiser zich onthoudt van enige actie stuiting : het verbreken van de verjaring door het laten gelden van het betrokken recht natuurlijke stuiting : wanneer de bezitter gedurende meer dan een jaar, door de gewezen eigenaar of zelf door een derde, van het genot van de zaak beroofd is burgerlijke stuiting : dagvaarding voor het gerecht, bevel tot betaling of een beslag vaste termijnen : zij hebben een eigen aard en zijn onder meer niet vatbaar voor stuiting of schorsing een zaak bezitten : men gedraagt zich alsof men eigenaar is van die zaak persoonlijkheid: een persoon is elke entiteit die rechten kan hebben en tot verplichtingen kan gehouden worden, die entiteit bezit persoonlijkheid natuurlijke persoon : een natuurlijke persoon, ieder mens rechtspersoon : is een groepering of een vermogen waaraan de wet persoonlijkheid heeft verleend. Vermogen : geheel van baten en lasten dat onafscheidbaar met hem verbonden is, het is 1 en ondeelbaar Staat : duidt de toestand aan van een persoon Rechtsbekwaamheid : de geschiktheid om titularis te zijn van rechten en verplichtingen Handelingsbekwaamheid : is de geschiktheid om die rechten uit te oefenen en die verplichtingen aan te gaan Volledig handelsbekwaam : wanneer men alle rechtshandelingen mag stellen Recht: begrippen Geheel handelingsonbekwaam : als men geen enkele rechtshandeling mag verrichten Naar de graad van bekwaamheid wordt de betrokkene tegenwoordig : wie alle handelingsbekwaamheid ontbeert bijgestaan : wanneer de onbekwaamheid slechts beperkt is minderjarig : de persoon die de volle leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft voogd : vervangend ouder die aangeduid wordt door vrederechter of testament van overleden ouders vrijwillige ontvoogding : als de minderjarige 15 jaar is kan door de jeugdrechtbank worden ontvoogd op verzoek van 1 van de ouders wettelijke ontvoogding : wanneer hij toestemming heeft om te trouwen krankzinnige: een geestesziekte die zich in een dusdanige toestand bevindt dat hij zijn daden en gedachten niet langer meester is voorlopig bewindvoerder : wordt aangesteld wanneer iemand zich in de onmogelijkheid bevindt zijn goederen te beheren wegens een eventueel tijdelijke verzwakking van zijn geestesvermogens of van zijn fysieke toestand gerechtelijke onbekwaamheidverklaring : indien men aan ernstige geestesziekten lijdt wordt men onbekwaam verklaard door de rechtbank van eerste aanleg. Verlengde minderjarigheid : minderjarigen, die lijden aan een ernstige vorm van geestelijke achterlijkheid kunnen een verlengde minderjarigheid verkrijgen, ook na hun 18 Zwakzinnigen : personen die lijden aan zwakheid in hun verstandelijke of geestelijke ontwikkeling, zonder dat zij nochtans tot de krankzinnigen kunnen gerekend worden Verkwisters : personen die door hun geestelijke achterlijkheid of zedelijke ontaarding hun bezittingen verkwisten in buitensporige uitgaven Gerechtelijke raadsman : persoon die zwakzonnige of verkwister zal bijstaan Naam : is het woord dat een persoon aanduidt en waardoor hij dus van andere personen kan onderscheiden worden Familienaam : naam gedragen door alle personen die langs mannelijke zijde, soms ook langs vrouwelijke zijde, van eenzelfde voorouder afstammen Voornaam : naam die personen met eenzelfde familienaam onderscheidt Woonplaats : plaats van het hoofdverblijf van een persoon waar hij geacht wordt altijd aanwezig te zijn met betrekking tot zijn rechten en verplichtingen Verblijfplaats : persoon kan maar 1 woonplaats hebben maar meerdere verblijfplaatsen. Identiteitskaart : geldt als bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister Nationaliteit : is de juridische band tussen een persoon en de staat waartoe hij behoort toekenning : wanneer de Belgische nationaliteit verworven wordt ten gevolge van een feit of als neveneffect van een rechtshandeling verkrijging : rechtstreeks gevolg van de Belgische nationaliteit Recht: begrippen akte van burgerlijke stand : is een authentieke akte die bestemd is om het bewijs te leveren van een of ander aspect van de staat van een persoon : leeftijd, huwelijk, afstamming of nationaliteit authentieke akte : een geschrift, opgesteld door een publiek ambtenaar, in casu de ambtenaar van de burgerlijke stand, volgens bepaalde wettelijke vormen, waaraan de wet een speciale, sterke bewijskracht verleent. Bloedverwantschap : verbindt personen van hetzelfde bloed, omdat ofwel de ene van de andere afstamt ofwel omdat zij van dezelfde voorvader afstammen Aanverwantschap : verbindt 1 van de echtgenoten met de bloedverwanten van de andere Adoptie : berust noch op bloed- noch op aanverwantschap, maar alleen op een door de wet voorziene overeenkomst Afstamming : band die een descendent met een ascendant verbindt. Moederlijke afstamming : wordt in beginsel afgeleid uit de geboorteakte Bezit van staat : stemt overeen met de geboorteakte Vaderlijke afstamming : vermoeden van vaderschap : hierbij wordt de echtgenoot van de moeder wettelijk verondersteld de vader van het kind te zijn Adoptiewettelijk beheer van de goederen : een van de ouders beheert de goederen die aan de minderjarige kinderen toebehoren Wettelijk genot : betekent dat de ouders of , in geval 1 van hen overlijdt, de langst levende, het inkomen mogen genieten van de goederen van hun kinderen op last van het onderhoud en de opvoeding van de kinderen te verzekeren Volle adoptie : verleent aan het kind en zijn afstammelingen hetzelfde statuur en dezelfde rechten en verplichtingen als aan een kind met classicbiologische afstamming Huwelijk : een instelling waartoe man en vrouw toetreden om bij gemeenschappelijk akkoord een levensgemeenschap te vesten , HEEFT GEEN BEGRIP Ontbinding : huwelijk kan ontbonden worden door de dood of door echtscheiding die kan bekomen worden op grond van bepaalde feiten : door onderlinge toestemming van de echtgenoten of na het bestaan van een langdurige feitelijke scheiding een scheiding van dezelfde en bed stelt slechts een eind aan de plicht van samen woning en bijstand. Plicht van hulp en getrouwheid blijft bestaan. Huwelijkscontract :overeenkomst tussen de echtgenoten afgesloten en waarbij zij, in hoofdzaak hun huwelijksvermogensstelsel bepalen. Vormelijk contract : is aan vormvereisten en publiciteit onderworpen Eigen vermogen : eigen goederen die aan elk toebehoren op de dag van het huwelijk Wederbelegging : een verworven goed kan als eigen goed worden beschouwd indien het verkregen wordt met gelden, voorkomend van de vervreemding van een eigen goed of met gelden uit het eigen vermogen Recht: begrippen Vervroegde onroerende wederbelegging : wederbelegging in onroerende goederen, waarbij de aankoop niet door een vervreemding voorafgegaan wordt Eigen schulden : de schulden van 1 van de echtgenoten die dagtekenen van voor het huwelijk en schulden ten laste van erfenissen en giften die een van de echtgenoten toevallen tijdens het huwelijk Gemeenschappelijk vermogen : bestaat uit de inkomsten die door de beroepbezigheid van elke echtgenoot rechtstreeks of onrechtstreeks verworven worden, alsook uit de opbrengsten van de eigen goederen en uit schenkingen of legaten aan beide echtgenoten Gemeenschappelijke schulden : lasten van het gemeenschappelijk vermogen : schulden aangegaan door de echtgenoten samen schulden aangegaan door een van de echtgenoten ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen de schulden door een van de echtgenoten aangegaan in het belang van het gemeenschappelijk vermogen schulden ten laste van giften aan de twee echtgenoten samen of aan een van hen vermaakt onder beding dat de gegeven goederen gemeenschappelijke zullen zijn onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de neerdalende lijn van een van de echtgenoten scheiding van goederen : hierbij heeft elke echtgenoot de uitsluitende eigendom en het onafhankelijk bestuur van al zijn goederen, enkel 2 vermogen : van de man en van de vrouw. Bedongen van scheiding van goederen : wanneer de echtgenoten bij huwelijkscontract bedingen dat zij gescheiden van goederen zullen zijn Gerechtelijke scheiding van goederen : iedere echtgenoot kan voor de rechter de scheiding van goederen vorderen, wanneer uit de wanorde in de zaken van de andere echtgenoot, zijn slecht beheer of de verkwisting van zijn inkomsten, blijkt dat de instandhouding van het tussen hen bestaande huwelijksvermogenstelsel de belangen van de andere echtgenoot in gevaar brengt Publiekrechterlijke personen : worden in leven geroepen door de openbare overheid of vormen er een noodzakelijk uitvloeisel van Privaatrechtelijke rechtspersonen : komen tot stand door het privaat initiatief , hetzij om een werk van algemeen belang te verwezenlijken hetzij met louter particuliere doeleinden; Organen : de natuurlijke personen die tot de rechtspersoon behoren Zaken : alles wat in de natuur voorkomt buiten de mens Goederen : zijn de zaken die vatbaar zijn voor toe-eigening of bezig : de zaken die het voorwerp kunnen uitmaken van een recht. Onroerende goederen: goederen die materiaal niet vatbaar zijn voor verplaatsing Roerende goederen : alle goederen die niet onroerend zijn uit hun aard: lichamelijke roerende goederen die zich kunnen verplaatsen uit eigen beweging of kunnen verplaatsen door uitwendige kracht door wetsbepaling : onlichamelijke roerende goederen. Lichamelijke goederen : kan men door de zintuigen waarnemen Onlichamelijke goederen : vermogen of patrimonium, nalatenschap, … Recht: begrippen Verbruikbare goederen : verdwijnen door het eerste gebruik dat ervan gemaakt wordt vb voedingswaren Vervangbare goederen : een goed is vervangbaar wanneer het door een ander soortgelijk goed kan vervangen worden Het uit de handel zijn van een goed : een goed niet aan de vrije omloop van de goederen kan deelnemen Zakelijk recht : houdt een bevoegdheid in die heerschappij verleent over een zaak Vorderingsrecht : een aanspraak , die men kan laten geld tov een persoon Eigendom : het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en erover te beschikken , mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen Bezit : betekent het feitelijk, niet noodzakelijk juridisch, beschikken over een goed, d.i zich gedragen alsof men eigenaar van de zaak is Oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging : houdt in dat een persoon het recht niet van iemand anders krijgt maar dat het eigendomsrecht ontstaat vanuit een feitelijke toestand, door bezit , door natrekking , door toe-eigening, door een vondst, … Afgeleide wijze van eigendomsverkrijging : houden in dat het eigendomsrecht overgaat van persoon tot persoon door een rechtshandeling Toe-eigening : of occupatie is een oorspronkelijke wijze van verkrijging van eigendom. Publiciteit van onroerende goederen : om derden steeds op de hoogte te houden van de toestand van een onroerend goed en van roerende zaken Vruchtgebruik : een zakelijk en tijdelijk recht, waarbij een persoon andermans zaak mag gebruiken en de vruchten ervan verwerft Recht van gebruik : zakelijk recht waarbij een persoon toegelaten wordt zich van andermans erf te bezitten Opstal : zakelijk recht om gebouwen, werken of beplantingen op andermans erf te bezitten Erfpacht : een zakelijk recht, waarbij een eigenaar van een onroerend goed, voor een duur van minimum 27 jaar en max. 99 jaar, het genot van dat goed afstaat onder de verplichting voor de titularis van het recht van erfpacht, een jaarlijkse pacht te voldoen, hetzij in geld of in vruchten Erfdienstbaarheden : een last, op een erf gelegd, tot gebruik en tot nut van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort heersend erf : dat de voordelen geniet van de erfdienstbaarheid lijdend erf : dat de last van de erfdienstbaarheid “geniet” verbintenis : rechtsband krachtens dewelke een persoon schuldenaar, aan een andere persoon, schuldeiser, een prestatie dient te leveren , of andersom, gezien vanuit het standpunt van de schuldeiser, de rechtsband krachtens dewelke een persoon, de schuldeiser , van een ander persoon , de schuldenaar een prestatie kan eisen of vorderen. Schuldvordering : een recht op prestatie vanwege de schuldenaar Schuld : plicht tot prestatie Recht: begrippen Wilsautonomie : met de wil van beide partijen waarbij ze vrij zijn om te bepalen wat er in de verbintenis komt Consensualisme : overkomst die voltrokken wordt door de loutere toestemming van beide partijen Wederkerige overeenkomst : wanneer de contractanten zich over en weer jegens elkaar verbinden tot wederzijdse prestaties Eenzijdige overeenkomstig : wanneer enkel de ene contractant zich jegens de andere verbindt, zonder dat deze laatste een verbintenis tegenover de eerste heeft Exceptie wegens niet-uitvoering : wanneer bij een wederkerige overeenkomst een partij zijn prestatie niet levert Overeenkomst onder bezwarende titel : beoogt iedere partij een voordeel te verschaffen Overeenkomst uit vrijgevigheid : wanneer slechts een partij aan de andere een voorstel verschaft zonder oog op enig voordeel of tegenprestatie Vergeldende overeenkomsten : overeenkomst onder bezwarende titel waarin de wederkerige prestaties vaststaan Benoemde overeenkomst : het zijn de meest gebruikelijke overeenkomsten in het BW besproken Onbenoemde overeenkomst : zijn niet in het BW besproken Dwaling : een onvrijwillige onjuiste voorstelling van de werkelijkheid die een van de partijen tot het sluiten van de overeenkomst brengt Bedrog : elke list of kunstgreep, aangewend door een contractant , om een onjuiste voorstelling te verwekken bij de tegenpartij en haar zo tot het sluiten van de overeenkomst te brengen Hoofdbedrog: wanneer de kunstgreep de contractant heeft doen contracteren terwijl hij zonder die kunstgreep niet zou gecontracteerd hebben Incidenteel bedrog : wanneer de kunstgreep enkel tot gevolg had dat de contractant onder andere voorwaarden heeft gecontracteerd Geweld : is het afpersen van de toestemming door bedreiging, door het verwekken van vrees Benadeling : het verlies dat voor een van de partijen voortvloeit uit de wanverhouding tussen hetgeen ze moet presteren en hetgeen ze verkrijgt Derden : zijn alle personen buiten de contracterende partijen. Het beding ten behoeve van een derde : waarbij een partij van haar contractpartner een voordeel bedingt ten gunste van een derde die geen partij is in het contract Sterkmaking : een persoon sluit een contract af met een medecontractant en maakt zich hierbij sterk dat een derde ten overstaan van de overeenkomst een bepaalde schuld op zich zal nemen jegens de medecontractant.