Inhalatiemedicatie Titia Klemmeier/Luc Steenhuis 4 oktober 2012 Inleiding • Inhalatie medicatie verschillende vormen – Dosisaerosolen • Pressurised metered-dose inhaler (pMDI) +/- VZK • Breath-actuated (BA)-pMDI – Droge poeder inhalator (DPI) – Vernevelaar – Soft mist inhalor • ICS, S/LABA, anticholinergica, antibiotica, mucolytica De longen als doelgebied De mond als ingang voor inhalatie Pharynx Larynx ‘Conducting airways’ Generaties 0-11 (hogere luchtwegen) ‘Transitional airways’ Generaties 12-16 (centrale luchtwegen) ‘Respiratory airways’ Generaties 17-23 (perifere luchtwegen) |3 Inleiding • 76% pMDI • ca 50% BA-pMDI: minimaal 1 fout • PDI: 4-94% incorrect gebruik • 50-80% HA geven aan dat pt inhaler goed gebruikt. Deeltjes gerelateerde factoren • Depositie d.m.v botsing, sedimentatie en Brownse beweging afhankelijk van deeltjes grootte • Aerodynamische diameter van deeltjes belangrijkste deeltjes gerelateerde factor Deeltjes gerelateerde factoren • Deeltjes > 5 µm – Depositie d.m.v. botsing in oropharynx – Lopen minder goed met de stroom mee bij ‘afbuigen’ van luchtstroom • Deeltjes < 5 µm beste depositie in longen – FPF: fine-particle fraction: gedeelte van de deeltjes < 5 µm – Hoe groter FPF hoe meer deeltjes in de long Deeltjes gerelateerde factoren • Deeltjes 4-5 µm – Depositie vnl. geleidende luchtwegen • Deeltjes < 4-5 µm – Perifere luchtwegen en alveoli – Depositie vnl. via sedimentatie – < 0.1-1.0 µm via Brownse beweging (slaan neer bij contact met de wand luchtwegen) Deeltjes gerelateerde factoren • Ultra-kleine deeltjes: hebben een grotere PFD (fine-particle deposition: absolute massa van deeltjes < 5 µm) – Efficiëntere longdepositie – Lagere oropharyngeale depositie – Longdepositie minder afhankelijk van inhalatie flow snelheid – Coördinatie indrukken –inhaleren is minder kritisch • Hoe langer verblijf in kleine luchtwegen, hoe groter neerslag → adem vasthouden Sedimentatie: het effect van adem vasthouden T=0 Valhoogte na 3 s Valhoogte na 6 s Globale luchtwegdiameter in de generaties 1723 (0.4-0.5 mm) deeltjes van 1 µm IMIS 2012 perifere long depositie | 10 Uit Byron, Respiratory Drug Delivery, 1990 Patient gerelateerde factoren • Morfologie oropharynx en larynx • Inspiratoire flow en volume Patient gerelateerde factoren • Inspiratoire flow rate bepaalt snelheid van deeltjes en beïnvloedt neerslag in oropharynx/larynx • Voor optimaal effect: – pMDI: langzaam inhaleren (4-5 sec) na diepe uitademing → flow: ca 30 L/min – DPI: zo diep en krachtig mogelijk inhaleren → loslaten deeltje van dragerstof Patiënt gerelateerde factoren • Toename sputum hoeveelheid /luchtwegobstructie: – Toename depositie grotere luchtwegen! Receptoren • Bronchusdilatoren: – Gehele long – Mn: gladde spieren van geleidende luchtwegen • Corticosteroïden: – Gehele luchtwegen, centraal en perifeer Problemen • Adequate inhalatie techniek – Onbekwaam – ‘Slijtage’ van correcte techniek – Slordig (VZK) • Therapie trouw – Al of niet een merkbaar effect – Combinatie preparaten Advies • • • • Zoveel mogelijk gelijksoortige inhalers gebruiken Goede en eenduidige uitleg gebruik Regelmatig controle van techniek Niet zomaar veranderen van device Inhalatie Medicatie Instructie School Doelstelling Verwerven van kennis en vaardigheden om eenduidige inhalatie-instructie te kunnen geven. IMIS Er is een grote variatie in patiënten en in toedieningsvormen! 19 Toedieningssystemen • • • • • Poederinhalator Aërosol (verstuiver + voorzetkamer) Ademgestuurde dosis aerosol Soft mist inhalator Vernevelaar IMIS Poederinhalatoren • • • • • • • • • Inhalator Ingelheim Cyclohaler Aerolizer Breezhaler Handihaler Diskus Turbuhaler Novolizer Clickhaler/Easyhaler Imis Aërosolen (verstuivers) Aërosol met voorzetkamer of Imis Adem gestuurde dosis Aërosol Soft mist inhalator IMIS IMIS