Geloven-in-relaties Lukas 15:11-32 Jezelf leren liefhebben Gedachten vanuit de preek Vanouds heeft de jongste zoon – samen met de vaderfiguur – altijd de meeste aandacht getrokken in deze gelijkenis. Begrijpelijk. Toch is er alle reden om ook aandacht te vragen voor de oudste zoon. De gelijkenis begint niet voor niets met de woorden: ‘een vader had twee zonen’. De jongste zoon vraagt om zijn deel van de erfenis. Veel uitleggers leggen dat negatief uit: hij wenst daarmee eigenlijk zijn vaders dood. Dat is te sterk gezegd. Het kwam wel vaker voor dat een vader ruim voor zijn dood zijn bezit verdeelde. Waren er twee zonen, dan kreeg de oudste tweederde, de jongste éénderde deel. De oudste zoon komt daarna pas weer in beeld, als de jongste zoon is teruggekeerd. Hij komt terug van het veld, heeft hard gewerkt. De thuiskomst van zijn jongere broer is hem kennelijk ontgaan, net als het geduldige wachten van zijn vader. Hij moet van een knecht horen dat zijn broer weer thuis is. Het lijkt vreemd om het na te denken over de oudste zoon onder het kopje ‘jezelf leren liefhebben’. Is het punt niet juist dat hij de ander, namelijk zijn jongere broer, moet leren liefhebben? Zo spreekt hij niet over hem als ‘mijn broer’, maar als ‘uw zoon’. En als uiting van zijn afkeer blijft hij halsstarrig buiten staan. Juist dat laat zien wat zijn probleem is. Hij ziet zichzelf als buitenstaander, als werknemer, als slaaf… ‘Zie, zovele jaren ben ik al in uw dienst en nooit heb ik uw gebod overtreden, maar mij hebt gij nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren’. Het zijn woorden die gebrek aan zelfliefde verraden. “Deze klacht”, schrijft Henri Nouwen in zijn boek ‘Eindelijk thuis’, “is de harde kern van de menselijke wrok: ‘Ik deed zo m’n best. Ik werkte zo lang en zo hard. (…) Waarom bedanken de mensen me niet? Waarom nodigen ze me niet uit? Waarom respecteren ze me niet?’” (p.80). Het is de taal van het zelfbeklag die alle vreugde uit je leven wegzuigt. Wat zet de vader daartegenover? Eén woord: ‘Kind!’ Daarmee is eigenlijk alles gezegd. Zo mag je jezelf leren zien in het licht van God. Zo mag je jezelf leren liefhebben. Niet vanwege wat je gedaan hebt, je trouwe inzet, je goede bedoelingen, maar omdat God je zijn kind noemt. Denk aan uw, jouw Doop! Het is een les om te leren: mijn identiteit wordt niet bepaald door wat ik doe, presteer, bereik. Wie en wat ik ben en mag zijn, wordt bepaald door wat Jezus heeft gedaan, gepresteerd, bereikt. Zo kijkt God naar me, met ogen vol liefde. Hij noemt me kind! En zo mag ik ook mezelf leren zien, leren aanvaarden, leren liefhebben. De gelijkenis maakt duidelijk dat het niet vanzelfsprekend is om zo te (leren) kijken naar onszelf. Dat bleek wel uit de houding van de schriftgeleerden en Farizeeën. Wat is een groter wonder: gered worden uit een zondig, losbandig leven of uit een keurig, fatsoenlijk en godsdienstig leven? De gelijkenis eindigt open, als een uitnodiging: kijk naar jezelf met Gods ogen. Ogen vol liefde. Tekst om vast te houden! “De HERE is hoogverheven! Naar de nederige ziet Hij om, de hoogmoedige doorziet hij van verre” (Ps.138:6) 29 maart 2009 Jezus houdt ons in de figuur van de oudste zoon een spiegel voor… Veel activiteit, geren, gesloof en geslaaf dienen om liefde te verdienen. Hij nodigt ons uit om te leven van liefde die je geschonken wordt. Durf je dat? Geloven-in-relaties Lukas 15:11-32 Jezelf leren liefhebben Vragen om in gesprek te gaan Drie gelijkenissen 1. Zou het ook ons kunnen gebeuren, wat de oudste zoon laat zien in deze gelijkenis: dat je jarenlang te vinden bent in het huis van de Vader, zonder er echt thuis te zijn? Praat daar eens over door met elkaar. 2. Wat vind je van de woorden van Henri Nouwen over zelfbeklag? Hoe kun je die negatieve (gedachten)spiraal doorbreken? 3. Je mag jezelf leren zien en liefhebben door Gods ogen, werd er gezegd. Niet wat ik doe, is bepalend voor wie ik ben, maar wat Christus gedaan heeft. Wat betekent dat voor: je relaties (man-vrouw; ouders-kinderen; vrienden) je werk en je carrière? je bezig zijn in de gemeente? 4. Er zijn uitleggers die in de zonen van deze gelijkenis het beeld van Israël en de kerk zien. De oudste zoon (Israël) blijft buiten staan, terwijl de jongste, verloren zoon naar binnen gaat om feest te vieren. Overtuigt deze uitleg van de gelijkenis je? Deze gelijkenis maakt deel uit van een drietal gelijkenissen in Lukas 15 die allemaal gaan over iets dat of iemand die verloren is én gevonden wordt: een schaap, een muntstuk, een mens. De aanleiding tot het vertellen van deze gelijkenissen, vertelt Lukas in vers 1 en 2. Bij Jezus zijn steeds tollenaars en zondaars te vinden en dat wekt de ergernis en afkeuring van de schriftgeleerden en Farizeeën. Daartegenover plaatst Jezus zijn gelijkenissen die vertellen van de herder die de 99 schapen achterlaat om de ene die verloren is te redden en van een vrouw die alles op zijn kop zet om de verloren munt terug te vinden. En tenslotte over een vader die wacht met eindeloos geduld op zijn zoon(s). Zo is God! Alternatieve vraag Tim Keller, predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York schrijft in een bijbelstudie over deze gelijkenis het volgende: “Flannery O’Connor zegt in haar roman Wise Blood over de figuur Haze Motes dat ‘hij een diepe, zwarte, woordeloze overtuiging had dat je Jezus kon omzeilen door de zonde te omzeilen.’ Dat is een diep inzicht. Je kunt Jezus als Verlosser omzeilen door alle morele voorschriften na te leven. Doe je dit, dan heb je ‘rechten’. God is aan jou nu gebedsverhoring en een goed leven verschuldigd, en daarna een toegangskaart voor de hemel. Jij hebt geen Verlosser nodig die jou gratis gratie verleent, want je bent je eigen Verlosser. Dit is duidelijk de houding van de oudste zoon.” Het is de houding die Rembrandt schildert op zijn bekende schilderij over deze gelijkenis ook de oudste zoon (z.o.z.). Hij staat er trots en afwijzend bij. * Herken je iets van de woorden die Tim Keller schrijft? * Hoe kun je daar verandering in brengen? Liedsuggesties Psalm 95:3,4 Psalm 138:3,4 Gezang 177:5,6 Gezang 444:3 Gezang 471 ELB 237/Opw 358 ELB 311/Opw 252 ELB 203/Opw 428 ‘Komt, werpen wij ons voor den HEER ‘Dan zingen zij, in God verblijd’ ‘Dit breekt mijn trots…’ ‘Heer, ontferm U over ons’ ‘Ik heb gejaagd, wel jaren lang’ ‘Uw tederheid genas’ ‘Heer, doorgrond mijn hart’ ‘Genade, zo oneindig groot’ ELB = Evangelische Liedbundel Opw = Opwekking ds. Arjen Terlouw 29 maart 2009 De volgende themadienst, is zondagmorgen 26 april en gaat over het thema ‘God leren liefhebben’ (over de jongste zoon uit Lukas 15). Geloven-in-relaties liefhebben Lukas 15:11-32 29 maart 2009 Jezelf leren