Examen VWO

advertisement
Examen VWO
2016
tijdvak 2
dinsdag 21 juni
13.30 - 16.30 uur
economie
Dit examen bestaat uit 26 vragen.
Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen.
Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald
kunnen worden.
Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan
het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening
ontbreekt.
Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.
Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee
redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.
VW-1022-a-16-2-o
Opgave 1
Eieren voor je geld
In het land Ovaria is de uitvoer van eieren volledig weggevallen door een
internationaal conflict. De afzet van eieren is daardoor sterk gekrompen.
De overheid verwacht dat deze situatie nog jaren zal duren.
Economen hebben de ontstane situatie op de eiermarkt in dit land
weergegeven met onderstaande vergelijkingen van vraag en aanbod per
maand. Eieren worden hier als een homogeen product beschouwd.
Qa = 4P − 120
Qa = aangeboden hoeveelheid eieren in miljoenen kilo’s
Qv = −2P + 240
Qv = gevraagde hoeveelheid eieren in miljoenen kilo’s
P = prijs per kilo eieren in coins (de
munteenheid van het land)
1p
2p
2p
1
2
3
In de ontstane situatie is de marktprijs 60 coin per kilo. Deze marktsituatie
is in figuur 1 weergegeven met de lijnen A en V1. De lijn V0 is de
oorspronkelijke vraaglijn voordat de export wegviel. De aanbodlijn is niet
veranderd. Het gedrag van de vragers in het binnenland is niet veranderd.
Hoeveel miljoen kilo eieren werden er per maand geëxporteerd voor de
export wegviel? Geef de afleiding aan de hand van figuur 1.
Een eierboer in dit land, de heer De Haan, heeft 140.000 coin constante
kosten per maand. De variabele kosten zijn proportioneel en bedragen
40 coin per kilo eieren. Zijn productiecapaciteit bedraagt 4.000 kilo eieren
per maand. De Haan streeft naar maximale totale winst. Bij de marktprijs
van 60 coin lijdt hij echter verlies.
Zal De Haan in de gegeven situatie op korte termijn stoppen met zijn
bedrijf? Licht je antwoord toe, met gebruik van de gegevens.
Met het wegvallen van de export overweegt de overheid om een
minimumprijs in te stellen, met de garantie aan de boeren dat ze het
ontstane overschot aan eieren zal aankopen. Aangekochte eieren zullen
worden vernietigd.
Bereken hoe hoog de minimumprijs minstens moet zijn om te zorgen dat
De Haan geen verlies hoeft te lijden.
VW-1022-a-16-2-o
2 / 13
lees verder ►►►
De overheid besluit tot een minimumprijs van 80 coin per kilo eieren.
Dit zal het totale consumenten- en producentensurplus veranderen.
1p
4
Welk vlak of combinatie van vlakken in figuur 1 geeft de verandering weer
van het totale consumenten- en producentensurplus? Noteer de letter(s).
figuur 1
120
P
in coins
110
Markt van eieren in Ovaria
V1
V0
A
100
D
90
G
80
E
C
70
Pmin
F
60
B
50
40
30
20
10
0
A
V0
V1
Pmin
2p
5
0
=
=
=
=
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
220
240 260 280 300
Qa en Qv in miljoenen kilo’s
aanbod van eieren
vraag naar eieren in de oorspronkelijke situatie
vraag naar eieren na het wegvallen van de export
minimumprijs, ingesteld door de overheid
De kosten die de overheid moet maken zullen volgens de economen de
toename van het totale consumenten- en producentensurplus echter
overtreffen.
Bereken de kosten voor de overheid van het aankopen van de eieren.
VW-1022-a-16-2-o
3 / 13
lees verder ►►►
Opgave 2
Mission Zero
In 2011 verkoopt autoproducent Abec 1,5 miljoen auto’s. De productie
gaat in 2011 gepaard met veel restafval: 62,8 kilo per auto. Het
management wil dat Abec zich maatschappelijk gaat profileren met een
‘groen’ imago en schrijft een plan: Mission Zero. Doelstelling in Mission
Zero is een reductie van het restafval tot bijna nul in het jaar 2022, zonder
dat daarbij de productiekosten per auto stijgen.
In Mission Zero worden de volgende twee stappen beschreven:
1 De ontwikkeling en introductie van nieuwe technieken, waardoor
grondstoffen efficiënter worden ingezet en er minder restafval per auto
wordt geproduceerd;
2 Het restafval wordt in de periode tot 2022 doorverkocht aan een
recyclingbedrijf dat het verwerkt tot herbruikbare grondstoffen voor de
productielijnen van Abec of voor andere industrieën.
Het management van Abec laat eerst onderzoek doen naar de uitvoering
van stap 1. Informatie uit dit onderzoek staat weergegeven in figuur 1 en
bron 1.
figuur 1
Prognose restafval van de productie per auto bij stap 1
70
62,8
kilo’s
60
50
40
49,7
39,1
37,5
32,4
30
30,7
8,1
10
VW-1022-a-16-2-o
24,7
20,3
20
0
28,1
4,1
1,8
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
jaar
4 / 13
lees verder ►►►
bron 1
Actuele gegevens en verwachtingen met Mission Zero
gegevens over 2011:
− de gemiddelde totale kosten bestaan voor 50% uit gemiddelde
constante kosten
− de gemiddelde variabele kosten bestaan voor 10% uit kosten die te
maken hebben met het restafval
verwachte veranderingen voor 2022 ten opzichte van 2011:
− een toename van de totale constante kosten van 15%
− een toename van de gemiddelde variabele kosten die niet te maken
hebben met restafval met 21%, als gevolg van het gebruik van
duurzame, recyclebare materialen
− een afname van de gemiddelde variabele kosten die wél te maken
hebben met het restafval, evenredig met de afname van het restafval
− een groei van de afzet van auto´s van 19%
3p
2p
1p
2p
6
7
8
9
Op basis van deze informatie concludeert het management dat met stap 1
de kosten per auto naar verwachting toch zullen toenemen. Het
management beschouwt het daarom als essentieel dat ook stap 2 wordt
uitgevoerd.
Toon met een berekening aan dat de kosten per auto in 2022 ten opzichte
van 2011 zullen toenemen. Gebruik zowel figuur 1 als de gegevens en
verwachtingen in bron 1.
Abec verzoekt afvalverwerkingsbedrijf The Recycling Factory (TRF) om
een offerte op te stellen voor het kopen en recycleren van het restafval in
de periode tot het jaar 2022. TRF ziet hier wel winstmogelijkheden, maar
zal hiervoor een omvangrijke investering moeten doen in een aangepaste
verwerkingsinstallatie en is daarom toch huiverig om deze stap te zetten.
Verklaar deze huiver bij TRF voor het doen van deze investering.
Om TRF het nodige vertrouwen te geven, doet de directie van Abec het
voorstel om kapitaal voor deze investering beschikbaar te stellen door
aandelen in TRF te kopen.
Geef aan dat het kopen van aandelen in TRF door Abec ertoe kan
bijdragen dat TRF meer vertrouwen krijgt om te besluiten tot de
investering.
Milieuorganisatie De Groene Planeet verwacht dat het initiatief van Abec
snel gevolgd zal worden door concurrerende autoproducenten. De
organisatie is bezorgd dat deze trend van ‘vergroening’ ook zal leiden tot
een toename van negatieve externe effecten, in de verwachting dat
mensen juist meer auto’s zullen aanschaffen, aangelokt door het imago
van milieuvriendelijkheid.
Leg de bezorgdheid van De Groene Planeet uit, gebruikmakend van het
begrip ‘externe effecten’.
VW-1022-a-16-2-o
5 / 13
lees verder ►►►
Opgave 3
2p
10
Belastingopbrengsten op de tocht
Multinationale ondernemingen moeten in principe in alle landen waar ze
gevestigd zijn winstbelasting betalen. Overheden kunnen geneigd zijn om
dergelijke bedrijven te lokken met lagere tarieven voor de winstbelasting,
om de eigen economie te stimuleren. Een econoom beargumenteert de
stelling dat bij deze vorm van ‘belastingconcurrentie’ overheden in een
positie komen die kan worden beschouwd als een gevangenendilemma,
ervan uitgaande dat deze hun totale belastingopbrengsten op peil willen
houden.
Licht de stelling van de econoom toe.
Multinationale ondernemingen hebben, naast het hoofdkantoor in hun
‘thuisland’, productiebedrijven in andere landen. Met de dreiging om deze
vestigingen te verplaatsen naar een ander land kunnen zij overheden
onder druk zetten om voor hen apart lagere tarieven voor de
winstbelasting te rekenen. Met name in ontwikkelingslanden hebben deze
‘multinationals’ een sterke positie ten opzichte van de nationale
overheden.
In tabel 1 is Alagne een sterk industrieland. Belanië kan gezien worden
als een land met een opkomende economie en Cervoland als een
ontwikkelingsland.
tabel 1
11
(1)
(2)
(3)
bruto
binnenlands
product in
euro’s
totale productiewaarde van de
voornaamste lokaal
gevestigde multinationals in
euro’s
tarief van
winstbelasting
Alagne
625 mld.
10 mld.
22%
Belanië
1.200 mld.
6 mld.
25%
200 mld.
5 mld.
24%
Cervoland
2p
Kerngegevens over productie en belasting in drie landen
waar multinationals zijn gevestigd
Verklaar aan de hand van kolommen (1) en (2) dat multinationals vooral in
een ontwikkelingsland een sterke positie hebben bij onderhandelingen
met de lokale overheid over de winstbelasting.
VW-1022-a-16-2-o
6 / 13
lees verder ►►►
Niet alleen vanuit het belang van overheden maar ook vanuit het oogpunt
van multinationals zijn er argumenten die pleiten voor het instellen van
winstbelastingverdragen. Multinationals zijn bijvoorbeeld gebaat bij een
verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in situaties waarbij
vanuit de productiebedrijven winsten worden overgeboekt naar het
hoofdkantoor.
De overheden van Alagne, Belanië en Cervoland hebben een
winstbelastingverdrag met elkaar afgesloten. Hierin is afgesproken dat
winsten alleen worden belast in het land waar deze zijn verdiend, tegen
het laagste tarief dat in de verdragslanden geldt. De multinationale
onderneming EMNO heeft het hoofdkantoor gevestigd in Alagne en een
winstgevend productiebedrijf in Cervoland. Dankzij het verdrag behoeft
EMNO over de winst van deze vestiging alleen aan de overheid van
Cervoland winstbelasting te betalen, tegen een tarief van slechts 22%.
2p
1p
12
13
Leg uit dat dit verdrag aan de overheid van Cervoland (ondanks het
lagere tariefpercentage) meer zekerheid biedt over toekomstige
belastingontvangsten.
Nieuwe ontwikkelingen, zoals op het gebied van informatietechnologie,
hebben het denkbaar gemaakt dat multinationals kunnen overwegen om
ook (delen van) het hoofdkantoor naar een ander land te verplaatsen.
Kan het winstbelastingverdrag van de hierboven genoemde landen ook
een oplossing bieden voor het boven vraag 10 genoemde
gevangenendilemma? Licht het antwoord toe.
VW-1022-a-16-2-o
7 / 13
lees verder ►►►
Opgave 4
Tunnelvisie
De Deense overheid overweegt de aanleg en exploitatie van een toltunnel
tussen een Deens eiland en het noorden van Duitsland. Hiermee zou de
reis- en transporttijd over de weg van bijvoorbeeld Hamburg (Duitsland)
naar de Deense hoofdstad Kopenhagen en verder naar Göteborg
(Zweden) en Oslo (Noorwegen) gemiddeld een uur korter worden. Ten
behoeve van de besluitvorming laat de Deense overheid een financiële
haalbaarheidsstudie uitvoeren. De gegevens in onderstaande tabel zijn in
miljoenen Deense kroon (DK), tenzij anders aangegeven.
(1)
TK = AK + FK + OK
TK = totale kosten per jaar
(2)
AK = 0,01Oi
AK = afschrijvingskosten per jaar
(3)
FK = 0,03Oi
FK = financieringskosten op de kapitaalmarkt
per jaar
(4)
OK = 7
OK = overige kosten per jaar
(5)
Oi = 6.000
Oi = overheidsinvestering voor de tunnel
(6)
Qv = −0,5P + 19
Qv = aantal passages door de toltunnel per
jaar in miljoen
(7)
P = 18
P = toltarief in DK per passage inclusief
omzetbelasting
(8)
TT = P × Q
TT = totale tolopbrengst per jaar
(9)
OB = 3Q
OB = overige
belastingopbrengsten per jaar
(10) TO = TT + OB
TO = totale opbrengsten per jaar
(11) TR = TO − TK
TR = totale resultaat per jaar
De overheid stelt als voorwaarde voor de aanleg en exploitatie van de
toltunnel dat het totale resultaat per jaar (TR) positief moet zijn.
2p
14
Geef een voorbeeld van een type belastingopbrengsten (OB) waarvan de
Deense overheid een toename kan verwachten wanneer de tunnel in
gebruik is. Licht het antwoord toe.
2p
15
Laat met een berekening zien dat op basis van bovenstaande informatie
de Deense overheid zal besluiten om de toltunnel niet aan te leggen.
VW-1022-a-16-2-o
8 / 13
lees verder ►►►
2p
1p
16
17
De Deense minister van Verkeer onderzoekt mogelijkheden om de aanleg
en exploitatie van de tunnel toch haalbaar te maken. Hij komt tot de
conclusie dat een verhoging van het toltarief met DK 0,50 per passage de
jaarlijkse tolopbrengst uit passages door deze tunnel kan doen toenemen.
Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar tunnelpassages en laat
daarmee zien dat de conclusie van de minister juist is.
De minister wijst er ook op dat verschillende belanghebbende partijen in
binnen- en buitenland in belangrijke mate zullen profiteren van het project.
“Ik zie kansen om deze partijen te overtuigen van het belang om
financieel deel te nemen.”
Noem een belanghebbende partij die de minister op het oog kan hebben.
Licht het antwoord toe.
VW-1022-a-16-2-o
9 / 13
lees verder ►►►
Opgave 5
Scoren op twee doelen
In een land is sprake van geringe groei van het reële bruto binnenlands
product (bbp) in combinatie met een lichte inflatie. De overheid van dit
land overweegt een stimulerend beleid door met name
overheidsinvesteringen in onderwijs, waarvoor geld geleend zal worden
op de kapitaalmarkt. De overheid heeft als doelstelling een zo hoog
mogelijke toename van het reële bbp.
De centrale bank (CB) van dit land heeft als doelstelling een stabiel
prijspeil: er is voor gekozen dat de inflatie zo weinig mogelijk van 1,8%
mag afwijken. In dit land is de CB onafhankelijk van de overheid. De CB
kan de rente op de vermogensmarkt beïnvloeden door aanpassingen van
het rentetarief waartegen banken bij de CB kunnen lenen.
Econoom Bartels vraagt zich af welke koers de overheid en de CB zullen
varen. Aangezien investeringsbeslissingen voor langere tijd vastliggen en
de CB haar beslissingen tussentijds kan wijzigen, heeft Bartels de situatie
als volgt in een spelboom weergegeven:
wel extra overheidsinvesteringen
Centrale
bank
stijging
reële bbp
inflatie
rente hoger
0,5%
0,4%
rente gelijk
1,6%
1,4%
rente lager
2,2%
2,4%
rente hoger
-0,9%
-0,3%
rente gelijk
0,2%
0,7%
rente lager
1,3%
1,7%
Overheid
geen extra overheidsinvesteringen
Centrale
bank
In de spelboom staan diverse keuzes van de overheid en de CB, met
daarbij de gevolgen van die keuzes. Stel dat in de uitgangssituatie de
overheid geen extra investeringen doet. Op basis van de spelboom kan
worden geconcludeerd dat de CB de rente dan zal verlagen.
2p
2p
18
19
Verklaar waarom in die uitgangssituatie bij renteverlaging zowel de
stijging van het reële bbp als de inflatie hoger is dan bij gelijke rente.
Bartels stelt op basis van de spelboom dat de overheid met het doen van
extra investeringen slechts een gering effect kan verwachten op de
nagestreefde toename van het reële bbp.
Bepaal aan de hand van de spelboom hoeveel procentpunt het reële bbp
méér zal stijgen als de overheid besluit tot extra investeringen, uitgaande
van de doelstelling van de CB.
VW-1022-a-16-2-o
10 / 13
lees verder ►►►
2p
2p
2p
20
Collega-econoom Schiffer veronderstelt dat de overheid zich vooral laat
leiden door kortetermijnreacties van de kiezer. Met de verkiezingen voor
de deur wil de overheid het nominale bbp zoveel mogelijk laten stijgen.
Leg uit bij welke keuzecombinatie in de spelboom dit het geval is.
21
22
De economen raken in debat over de effecten van overheidsinvesteringen
op de langere termijn. Bartels heeft vooral oog voor structurele effecten
en verwacht dat deze investeringen in de toekomst tot hogere inkomens
zullen leiden. Schiffer benadrukt dat er bij overheidsinvesteringen sprake
is van ‘ruilen over de tijd’. Volgens hem zal de burger dit in de toekomst in
zijn portemonnee merken.
Verklaar het standpunt van Bartels.
Verklaar de bezorgdheid van Schiffer.
VW-1022-a-16-2-o
11 / 13
lees verder ►►►
Opgave 6
Vakantiehuis voor een zonnig prijsje
In een land is een markt waarop particulieren hun woning te huur kunnen
aanbieden aan toeristen via websites van bemiddelingsbureaus:
zogenaamde matchingsites. Geïnteresseerde toeristen kunnen gratis op
een matchingsite zoeken in het aanbod van vakantiehuizen en via de
matchingsite een huurcontract sluiten. In opdracht van de
consumentenorganisatie van dit land bestudeert econoom Tonio deze
nieuwe markt. Hij presenteert een aantal gegevens in tabel 1.
tabel 1
Markt van matchingsites voor verhuur van vakantiehuizen
aanbieder
Sunhouse
Prontocasa Appartrent
marktaandeel
(in % van het aantal transacties)
60%
25%
15%
aandeel aangeboden vakantiehuizen*
80%
40%
40%
naamsbekendheid onder toeristen
70%
50%
50%
0 euro
60 euro
80 euro
1,8%
1,0%
0,8%
bemiddelingstarief voor de aanbieder:
− vast:
per ingeschreven vakantiehuis per jaar
− variabel:
per geslaagde transactie (in % van de
huursom)
*Aantal vakantiehuizen dat op de site van een bepaalde aanbieder te vinden is als percentage van
het totaal aantal aangeboden vakantiehuizen
De markt voor onderlinge verhuur vertoont de volgende kenmerken:
− Aanbieders van vakantiehuizen en toeristen kijken bij hun keuze voor
een bepaalde matchingsite naar de grootste kans op een geslaagde
transactie en naar de laagste kosten.
− De laatste jaren heeft Sunhouse een steeds groter marktaandeel
veroverd.
− De matchingsites verschillen in de ogen van toeristen niet in
zoekgemak, snelheid en kwaliteit van het assortiment.
− De kosten die de matchingsites maken, bestaan voor het grootste deel
uit constante kosten.
− Aanbieders kunnen zich bij meer dan één site inschrijven.
2p
23
Tonio stelt dat het afhangt van de hoogte van de huursom welke
matchingsite het laagste totale bemiddelingstarief rekent.
Bereken tussen welke hoogtes van de totale huursom per jaar het totale
bemiddelingstarief bij aanbieder Prontocasa het laagst is.
VW-1022-a-16-2-o
12 / 13
lees verder ►►►
1p
2p
1p
24
25
26
Tonio voorspelt dat het marktaandeel van Sunhouse verder zal gaan
stijgen. Hij redeneert dat hoe groter de naamsbekendheid van Sunhouse
bij toeristen wordt, des te meer toeristen de website bezoeken. Dit leidt tot
nog meer naamsbekendheid, waarmee Sunhouse nog aantrekkelijker
wordt voor aanbieders van vakantiehuizen. Tonio ziet hierin een oorzaak
dat Sunhouse een monopoliepositie kan gaan innemen.
Verklaar hoe ook de gekozen tariefstelling van Sunhouse kan bijdragen
aan verdere stijging van het aandeel van Sunhouse op de markt van
vakantiehuizen.
Doordat Sunhouse veruit de grootste partij is op de markt, verwacht
Tonio dat dit bedrijf de beide concurrenten binnen afzienbare tijd uit de
markt kan prijzen.
Licht deze verwachting van Tonio toe.
Econoom Sonia meent dat zodra Apartrent en Prontocasa uit de markt
zijn verdreven, Sunhouse de kans zal aangrijpen om de prijzen snel weer
te verhogen.
Tonio: “Dat zal zo’n vaart niet lopen. De manier waarop deze bedrijven
werken, met alle mogelijkheden van internet, maken toetreding van
eventuele nieuwe concurrenten op de markt relatief makkelijk.”
Verklaar waarom Tonio verwacht dat Sunhouse de prijzen niet snel zal
verhogen.
VW-1022-a-16-2-o
13 / 13
lees verdereinde
►►►

Download