BROEDEN MET DE BROEDMACHINE 1. Broedeieren: - Conditie: Eieren moeten schoon zijn (desnoods met handwarm water wassen). Eieren moeten afgekoeld zijn. - Bewaartijd: Eieren van vogels met een klein legsel per keer ( vier stuks) moeten snel in de broedmachine. Grotere legsels kunnen langer, tot enkele weken, bewaard worden. - Bewaarmethode: Eieren plaatsen in een eierkarton met de stompe kant naar beneden. Vanwege de relatief korte bewaartijd hoeven de eieren niet gekeerd te worden. - Bewaartemperatuur: Bij korte bewaartijd: 20C Bij langere bewaartijd: 10 – 15C - Luchtvochtigheid tijdens het bewaren: Zo hoog mogelijk. Er mag echter geen condens op de eieren aanwezig zijn in verband met indringen van schimmels en bacteriën. - Algemeen: De ontwikkelingstemperatuur van het embryo ligt rond de 24C. 2. Ontsmetten van de eieren: a. Middel: Roloxid 50 Voor verstuiving in de broedmachine een 1% oplossing gebruiken. De eieren dompelen in de vloeistof en laten drogen. Overdosering is niet schadelijk. Werkzaam tegen schimmels en bacteriën. b. Middel: clinapharm van Jansens Pharmaceutica Zie bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Het middel is licht corrosief voor bepaalde materialen. Werkzaam tegen schimmels en bacteriën. 3. Merken van de broedeieren: 4. - met zacht potlood (2B of 3B); - met gifvrije viltstift (Staedtler Lumocolor). Inleggen van eieren: Eieren, bewaard op 10C, gedurende een halve dag opwarmen naar 25C. Dan pas inleggen. Eieren, bewaard op 20C, gedurende enkele uren opwarmen naar 25C. 5. Plaatsing broedmachine: 6. - trillingsvrij; - waterpas; - temperatuur in de ruimte zo constant mogelijk; - zo laag mogelijke luchtvochtigheid in de ruimte. Temperatuurinstelling broedmachine: - aethercapsule niet betrouwbaar door wisseling van de luchtdruk; - mechanische thermostaat heeft te grote tolerantie: 3-5C; 7. elektronische thermostaat moet een aanvaardbare tolerantie hebben: 0,3C. Temperatuurcontrole: Speciale kwik/alcoholgevulde broedthermometer. 8. Temperatuur: Vlakbroeder: Afhankelijk van de grootte van het ei. Motorbroeder: 37,6C, voor hoenderachtigen en kwakertjes 37.5 voor grotere eenden en ganzen eieren 9. Temperatuurafstelling broedmachine: Iets onder de bovenkant van het ei, daar waar het embryo wordt vermoed. Motorbroeder: temperatuur instellen in graden Celsius. Vlakbroeder: temperatuur instellen in graden Fahrenheit. Omrekeningsfactor: ...C x 1,8 + 32 = ...F ...F - 32 : 1,8 = ...C 10. Koelen van eieren gedurende de broedcyclus: Of lang koelen of helemaal niet, omdat anders het embryo verzwakt. 11. Relatieve luchtvochtigheid: Hier is geen advies in percentages te geven. De luchtvochtigheid kan geregeld worden door oppervlaktevergroting van het water, door bijvoorbeeld meer platte bakjes te plaatsen. Controleren met broedhygrometer. Deze vullen met gedemineraliseerd of anders gekookt water. De tolerantie is 5 graden. Algemeen: Beter een te lage dan een te hoge luchtvochtigheid. 12. Keren van de eieren: 180C keren is niet noodzakelijk. Enige beweging van de eieren is voldoende. Per dag minimaal driemaal keren. 13. Beluchting: Hoe meer bebroede eieren, hoe meer beluchting. Dit is natuurlijk afhankelijk van het stadium van ontwikkeling. 14. Uitkomst: Hogere luchtvochtigheid alleen toepassen bij de soorten die er lang over doen om uit te komen. Anders normaal verder gaan als gedurende de broedcyclus.