Rol van de diëtiste in het oncologisch proces - AZ Sint-Jan

advertisement
ROL VAN DE DIËTISTE IN
HET ONCOLOGISCH PROCES
Gebracht door Nadieh Verhoest
Programma

Nationaal kankerplan

Kankercachexie

Voedingsplan bij cachexie

Andere voedingsrichtlijnen
Nationaal kankerplan



L. Onkelinx
Financiering diëtisten oncologisch
zorgprogramma
Op basis aantal MOC-patiënten 2008
 AZ Sint Jan: 4 FTE diëtisten extra
(campusbreed)
Nationaal kankerplan

Hoe ingevuld in ons ziekenhuis?
1
FTE op het oncologisch dagziekenhuis
 Rest
verspreid in ziekenhuis
Rol van de voeding


Voeding is geen therapie maar heeft een
ondersteunende rol
Doel:
 Behandelingsmogelijkheden
 Bijdrage
herstel
 Bijdrage welbevinden
ondersteunen
Cachexie

Meest uitputtend symptoom van kanker
 Verminderde
energie
 Verminderd welzijn
 Afname QOL van patiënt en familie
 Stijging afhankelijkheid

Vooral bij digestieve, long- en
hoofd-halstumoren
Gevolgen cachexie

Verhoogde mortaliteit (bij chirurgie)

Verminderde immuniteit waardoor:
 Slechtere
wondgenezing
 Verhoogde kans op infecties


Langere hospitalisatie
Daling effectiviteit van behandeling of
stopzetten behandeling
Cachexie-mechanisme
KANKER
• Voedingsklachten
• Functieverlies van
spijsverteringskanaal
• Onvoldoende
zelfzorg
• Bijwerking
behandeling
Cytokines van
immuunsysteem
of tumor
Metabole
ontregelingen
Anorexie
Verzadiging
Cachexie/
Gewichtsverlies
Verminderde
voedselinname
Stadia van cachexie


Vroege herkenning is van groot belang!
Vergevorderd stadium is onomkeerbaar
Wanneer consultatie?

Op radiotherapie: vanaf 3de bestraling

Op chemo: bij 1ste behandeling

Bij opname: op doorverwijzing/eigen
initiatief
Communicatie en multidisciplinair overleg
van groot belang!
Communicatie
Dokter
ReferentieVPK
MOC
Sociale dienst
Diëtiste
Logopedie
Verpleegkundige
Logistiek
…
ste
1
consult

Kennismaking

Luisteren naar sociaal aspect

Screening op ondervoeding (NRS 2002)

Belang van voldoende vocht

Polsen naar inname supplementen
NRS 2002

Screeningstool voor ondervoeding

4 vragen:
 BMI
< 20,5 ?
 Daling gewicht laatste 3 maand?
 Daling eetlust laatste week?
 Zwaar zieke patiënt?
 Antwoord JA? Risico op ondervoeding en
verdere evaluatie
Voedingsplan

Voedingsanamnese + klachtenanamnese

Aanpassen huidige voeding:
 Eiwitrijke
en/of energierijke voeding
 Inzicht geven in energiedensiteit
 Consistentie aanpassen
 Kleine frequente maaltijden
Voedingsplan

Indien gewone voeding tekort schiet
 orale, medische bijvoeding
 Kant-
en klare drinkvoeding
 Eiwit- of koolhydraatpreparaat

Belangrijk om te polsen naar financiële
draagkracht
Drinkvoeding


Verschillende samenstellingen
Soort en hoeveelheid afhankelijk van
toestand patiënt

Geen maaltijdvervanger

Drinktips:
 Minimum
1 uur voor de maaltijd
 Traag drinken
 Spreiden
Preparaten


Eiwit- of koolhydraatrijk poeder
Toevoegen aan warme of koude
bereidingen
Sondevoeding


Aanvullende voeding of volledig
Hoeveelheid en soort afhankelijk van
energie- of eiwitbehoefte

Toediening: continu of bolus

Aandacht voor vocht!
Andere voedingsadviezen

Slijmvorming

Xerostomie

Mucositis in de mond

Diarree

Obstipatie

Misselijkheid/braken
Slijmvorming

Vermijden van melkproducten
 Sojaproducten
als alternatief
 Zure melkproducten
 Koude producten
 Mond spoelen met bruin tafelbier,
ananassap, appelsap,…


Belang van goeie mondhygiëne
Voldoende drinken  beter doorslikken
slijmen
Xerostomie

Kauwen stimuleren  verhoogde
speekselproductie

Taai slijm verwijderen van tong

Waterijsjes

Voldoende drinken
Mucositis in de mond

Navragen pijnmedicatie

Smeuïge voeding

Vermijden irriterende voeding

warm/koud  beter lauw

Drinken met rietje
Diarree

Drink minimaal 2 liter per dag

Gebruik voldoende zout

Vermijd voeding die darmslijmvlies
irriteert

Vermijd gasvormers

Eventueel lactosebeperking

Vermijd voeding die darmperistaltiek
verhoogt
Obstipatie

Vezelrijke voeding

Voldoende drinken

Voldoende beweging
Misselijkheid en braken

Vaak voorkomende klacht

Misselijk soms erger met een lege maag

Sterke geuren vermijden

Frequente, kleine maaltijden
Zijn er nog vragen?
Download