17. Pre-Vedisch India - Religies

advertisement
Dit document vormt een onderdeel van de website www.religies-overzichtelijk.nl
De Pre-Vedische religie (Campbell, Ions)
1
Pre-Arische goden ............................................................................................ 2
2
Bronnen van het Indiase neolithicum en de Indiase bronstijd ..................................... 3
3
Overzicht van het Paleolithicum van India ............................................................. 4
4
De Indus-beschaving: 2500 – 1500 ......................................................................... 5
5
4.1
Enkele kenmerken van de Indus-cultuur ..............................................................6
4.2
Kenmerken van de religie in de Harappā-cultuur ...................................................7
Concordantietabel ............................................................................................. 9
De Pre-Vedische religie
1
Pre-Arische goden
1
a. De Proto-Dravidiërs dringen India binnen tussen 4000 en 2500 en nemen goden mee van
Mesopotamische en Iraanse oorsprong.
b. Het zijn vruchtbaarheidsgoden:
1. fallische verering;
2. de stier die de menselijke vruchtbaarheid vertegenwoordigt;
3. de moedergodinnen die planten baren of aanwezig zijn bij mensenoffers.
c. Ze worden omringd door zoogdieren en slangen. De latere Śiva en zijn gezin doen aan deze
goden denken.
De Pre-Vedische religie
2
Bronnen van het Indiase neolithicum en de Indiase bronstijd
2
1. Uitheemse bronnen:
a. De Groene Halve Maan, waar de oorsprong van landbouw en veeteelt ligt.
b. ZW-Iran: lichtgeel aardewerk (4500 v. Chr.):
i. Westwaartse verspreiding: Sumerië: Eridu en Obeïd (4000 v. Chr.)
ii. Oostwaartse verspreiding:
(1) Baluchistan: Quetta, Nal, Kulli (3000 v. Chr.). Baluchistan is de voornaamste streek
van culturele uitwisseling met India.
(2) Indus-vallei: Amri, Kalepar (3000 v. Chr.)
iii. Kenmerken van de neolithische verspreiding:
(1) Gedomesticeerd vee
(2) Ossenkarren
(3) Pottenbakkerswiel
(4) Koper en brons
(5) Glas
(6) Steden van steen en baksteen
(7) Graanverbouw
(8) Beeldjes van de godin en stieren
(9) Aardewerkversiering:
(a) Swastika’s (Iran)
(b) Dubbele bijlen (Syrië)
(c) Allerlei lijnpatronen met dierfiguren. Stijlen:
(i) Susa I en II, Samarra (Irak)
(ii) Halaf (Syrië)
(iii) Obeïd, Jemdit Nasr (Mesopotamië)
2. Inheemse bronnen (vnl. Baluchistan):
a. Beeldjes en afbeeldingen van het bultrund (Bos indicus).
b. Bladmotieven van de Ficus religiosa, verbonden met aarddemonen als yakṣa’s en yakṣī’s.
c. Beeldjes van de moedergodin in haar doodsaspect.
d. Fallische afbeeldingen en beeldjes van vulva’s.
e. Altaren met afvoerpijpen voor bloed.
De Pre-Vedische religie
3
Overzicht van het Paleolithicum van India
2
1. Laag-Paleolithicum:
a. Pre-Soan: tot 400.000 in NW- en C-India.
b. Soan: 400.000 – 200.000 in NW-India
i. ‘Kiezelsteen’-gereedschap, vergelijkbaar met Z- en O-Afrika.
ii. Kernstenen met afslagen, vergelijkbaar met Birma, Maleisië, Java en China
(Choukoutien).
c. Madras-Acheuleen: 400.000 – 200.000 in W-, C- en Z-India:
Handbijlcultuur, vergelijkbaar met Eurazië.
2. Hoog-Paleolithicum:
a. Hiervan zijn nauwelijks sporen gevonden, wegens de vergankelijkheid van het materiaal.
b. Intussen ontwikkelt zich wel een ‘tweede soort cultuur’ (de niet-hogere cultuur): de
onzichtbare tegenspeler. Het moet een tropische dorpscultuur zijn geweest.
De Pre-Vedische religie
4
De Indus-beschaving: 2500 – 1500
De Pre-Vedische religie - De Indus-beschaving: 2500 – 1500
4.1 Enkele kenmerken van de Indus-cultuur
2
a. De Indus-cultuur ontstond plotseling.
b. Mohenjo-daro (Sindh) en Harappā (Punjab):
1. Deze hadden hetzelfde grondplan ondanks de afstand (600 km). Het waren dus koloniale
vestigingen.
2. De Indus-steden waren versterkt met muren en torens. De structuren waren gepland en
doen soms denken aan Kreta.
3. Twee culturen komen hier samen: de neolithische uit het westen en de paleolithische
(proto-Australoïde) uit het oosten. De raciale tweedeling is reeds aanwezig.
c. Handel vanuit Makkan en Meluhha via Dilmun met Mesopotamië (Sargon van Akkad, 2300 v.
Chr.; Ur III, 2050 – 1950; Hammurabi van Babylon, 1700).
d. Twee rassen:
1. Proto-Australoïde type:
i. Kenmerken:
klein van gestalte, donker van huid, zwart golvend tot krullend (niet kroezend) haar,
langhoofdig, brede platte neus, volle naar voren staande lippen.
ii. Verspreiding:
Z- en C-India, maar ook Baluchistan (= Gedrosia ‘land van de donkere mensen’). De
Dravidische talen zijn verwant aan het Brāhūī van O-Baluchistan en Sindh.
2. Mediterrane type:
i. Kenmerken:
tamelijk lang van gestalte, bruin van huid, langhoofdig, smalle vooruitstekende neus.
ii. Verspreiding:
van Spanje, Noord-Afrika en Midden-Oosten tot India.
De Pre-Vedische religie - De Indus-beschaving: 2500 – 1500
4.2 Kenmerken van de religie in de Harappā-cultuur
2
a. De fallus-cultus:
1. Er zijn veel fallische symbolen, sommige met verwijzingen naar de moedergodin.
2. Ook nu nog zijn de liṅga- en yoni-symbolen de meest voorkomende heilige objecten.
b. Verering van de moedergodin op het niveau van
1. de Proto-Australoïde cultuur;
2. de neolithische cultuur:
i. De Indus-cultuur van de moedergodin is de neolitische tegenhanger van de primitieve
tropische versie.
ii. De neolitische pendant is afkomstig uit Mesopotamië, tesamen met koningschap,
kalender, schrift, wiskunde enz.
c. De hoogste godheid als vrouwelijk gezien.
d. Mensenoffers:
1. Oorsprong van het mensenoffer:
De mensenoffers zijn gebaseerd op de mythe van de moord op het goddelijke wezen,
wiens delen worden begraven en die veranderen in de voedselplanten. Dit is het
mythologische thema van de tropische landbouwers en de basis van de Indiase cultuur. Het
is de wereld van de moedergodin, zoals Kālī in haar verschillende aspecten.
2. Voorstellingen:
i. Zegel uit Harappā (1):
(a) Voorzijde:
(1) Een tegenover elkaar staand paar dierlijke genii;
(2) een inscriptie;
(3) een omgekeerde vrouw, benen wijd en een plant die uit haar schoot
tevoorschijn komt.
(b) Achterzijde:
(1) Een man met sikkelvormig mes;
(2) een vrouw, gezeten met handen omhoog;
(3) dezelfde inscriptie.
(c) Verklaring:
Op de voorzijde de godin met genii als dienaren en op de achterzijde een
mensenoffer.
ii. Zegel uit Harappā (2):
(a) Afbeelding:
(1) De godin tussen de takken van de Ficus religiosa;
(2) vóór haar een sfinx (stier/ram met mensengezicht) en een smekeling;
(3) daaronder zeven vrouwelijke volgelingen met hoofdtooi.
(b) Verklaring:
(1) De godin is gehoornd met de triśūla als goddelijk teken.
(2) De sfinx is een goddelijke koning (vgl. Egyptische sfinx = farao).
(3) De vrouwelijke volgelingen zijn sati-offers.
(4) De scène kan een rituele koningsmoord voorstellen. In Malabāra, 16 e eeuw,
kwam inderdaad regicide voor.
e. De Heer van Yoga:
1. Voorstellingen op zegels (ca 2000 v. Chr.):
i. Zegel uit het Indus-dal van de Heer van Yoga (1):
(a) Yoga-figuur met drie gezichten;
(b) hoofdtooi in de vorm van een drietand (triśūla);
(c) geërecteerde fallus;
(d) omringd door wilde dieren: tijger, olifant, neushoorn, waterbuffel en geopponeerde
gazellen.
De Pre-Vedische religie - De Indus-beschaving: 2500 – 1500
ii. Zegel uit het Indus-dal van de Heer van Yoga (2):
(a) Yoga-figuur;
(b) omringd door twee aanbidders en twee slangen.
2. Verklaring van de zegels:
i. De yoga-figuur is het prototype van Śiva:
(a) Gemaal van godin Kālī.
(b) Hij is de Heer van Yoga, van de lijkverbrandingsplaats, van de wilde dieren (die
door zijn yoga worden getemd) en van de liṅga (fallus).
(c) Zijn symbool is de drietand.
(d) Als Maheśvara, de Grote Heer, heeft hij drie gezichten.
(e) Zijn heilig dier is de stier, die op veel zegels voorkomt, staande voor een
wierookbrander, hetgeen zijn goddelijkheid benadrukt.
ii. De yoga-figuur is ook het prototype van Boeddha:
(a) De gazellen duiden hierop.
(b) Hij is omringd door dieren; vgl. het Hertenpark van Sārnāth.
(c) De hoofdtooi, die de vorm heeft van een triśūla, verwijst naar de drie juwelen: de
Boeddha, de Wet (de prediking) en de Orde (gemeenschap van Boeddhisten).
De Pre-Vedische religie
5
Concordantietabel
Zoek (nogmaals) uw onderwerp in de rechterkolom, kopieer de term(en) in de linkerkolom en zoek
hiermee in de tekst
1. Index van namen
2. Index van categorieën en termen
1. Index van namen
Noord-Afrika
O-Afrika
Z- en O-Afrika
Akkad
Amri
Baluchistan
Gedrosia
Birma
Boeddha
China
Kālī
Dilmun
Proto-Dravidiërs
Dravidische
Brāhūī
Egyptische
Eridu
Eurazië
Halaf
Hammurabi van Babylon
Harappā
India
C- en Z-India
C-India
NW- en C-India
NW-India
W-, C- en Z-India
Z- en C-India
Z-India
Irak
Iraanse
Iran
ZW-Iran
Java
Jemdit Nasr
Kalepar
Kreta
Kulli
Makkan
Malabāra
Maleisië
Meluhha
Mesopotamië
Mesopotamische
Mediterrane
Midden-Oosten
Afrika, NoordAfrika, OostAfrika, zuidelijk
Akkad (Mes.) (topogr.)
Amri (Ind.) (topogr.)
Baluchistan = Gedrosia (Γεδρωσια) (Ind.) (streek)
Baluchistan = Gedrosia (Γεδρωσια) (Ind.) (streek)
Birma
Boeddha (Ind.-B.) (1. profeet)
China
Devī: Kālī, avatāra en mahāvidyā (Ind.) (godin)
Dilmun = mod. Bahrein (Mes.) (1. paradijseiland, 2. berg)
Dravidiër (Ind.-T.) (volk), Dravidisch
Dravidiërs (Ind.-T.) (volk), Dravidisch
Dravidiërs: Brāhūī (Ind.-T.) (volk en taal)
Egypte
Eridu (Mes.) (topogr.)
Eurazië
Halaf (Mes.) (topogr.)
Hammurabi van Babylon (Mes.) (koning)
Harappā (Ind.) (topogr.)
India
India, MiddenIndia, MiddenIndia, NoordwestIndia, NoordwestIndia, WestIndia, ZuidIndia, ZuidIrak
Iran, Iraans, Iraniër
Iran, Iraans, Iraniër
Iran, ZuidwestJava (Indon.) (eiland)
Jemdit Nasr (Mes.) (topogr.)
Kalepar (Ind.) (topogr.)
Kreta
Kulli (Pak.) (topogr.)
Magan = Makkan = Oman (Arab.) (streek)
Malabāra = Malabar (Ind.) (streek)
Maleisië
Meluhha (Mes.) (streek, wrsch. naam voor Indus-dal)
Mesopotamië, Mesopotamisch, Mesopotamiër
Mesopotamië, Mesopotamisch, Mesopotamiër
Middellandse-Zeegebied (mediterraan)
Midden-Oosten
De Pre-Vedische religie
Groene Halve Maan
Mohenjo-daro
Nal
Obeïd
Punjab
Quetta
Samarra
Sargon van Akkad
Sārnāth
Hertenpark van Sārnāth
Sindh
Indus-vallei
Śiva
Maheśvara, de Grote Heer
Spanje
Sumerië
Susa
Syrië
Ur
Midden-Oosten: Groene Halve Maan
Mohenjo-daro (Ind.) (topogr.)
Nal (Ind.-Pak.) (topogr.)
Obeïd (Mes.) (topogr.)
Pañjāb = Punjab = Pañcanada (Ind.) (streek-deelstaat)
Quetta (Ind.) (topogr.)
Samarra (Mes.) (topogr.)
Sargon van Akkad (Mes.) (koning)
Sārnāth (Ind.) (topogr.)
Sārnāth: Mṛgadāva (hertenpark) (Ind.-B.) (topogr.)
Sindh (Ind.) (streek)
Sindh = Sindhudeśa = Sindhukhela = Indus-dal (Ind.) (streek)
Śiva = Rudra (Ind.) (god) (lit.)
Śiva: ‘Maheśvara’ (Ind.) (god)
Spanje
Sumerië, Sumerisch, Sumeriër
Susa (Ir.) (topogr.)
Syrië
Ur (Mes.) (topogr.)
De Pre-Vedische religie
2. Index van categorieën en termen
Aardewerk
ZW-Iran: lichtgeel aardewerk (4500 v.
Chr.)
brons
Glas
Koper
materiaal
bronnen
oorsprong
Indus-cultuur ontstond plotseling
oorsprong van landbouw en veeteelt
Oorsprong van het mensenoffer
genii als dienaren
omringd door
landbouwers
aanbidders
volgelingen
smekeling
bloed
takken
Ficus religiosa
steden waren versterkt met muren
grondplan
structuren
afvoerpijpen voor bloed
steden
vestigingen
versterkt met muren en torens
primitieve
culturele uitwisseling
verspreiding
fallische verering
fallus-cultus
Verering van de moedergodin
culturen
cultuur
dorpscultuur
Handbijlcultuur
Indiase cultuur
Indus-beschaving
Indus-cultuur
Harappā-cultuur
niet-hogere cultuur
onzichtbare tegenspeler
Twee culturen komen hier samen
primitieve tropische versie
proto-Australoïde
dier
gazellen
heilig dier
neushoorn
olifant
ram
tijger
Gedomesticeerd vee
Aardmaterie: aardewerk
Aardmaterie: aardewerk, lichtgeel (Ir.)
Aardmaterie: brons (bronzen)
Aardmaterie: glas
Aardmaterie: koper(en) (messing)
Aardmaterie: materie (materiaal, substantie)
Begin: oorsprong
Begin: oorsprong
Begin: oorsprong van de Indus-dalbeschaving (Ind.)
Begin: oorsprong van de landbouw
Begin: oorsprong van het mensenoffer
Beroep en functie: intermediair, dierlijke: begeleider
Beroep en functie: intermediair, dierlijke: begeleider
Beroep en functie: landbouwer (boer, planter)
Beroep en functie: rel. persoon: vereerder
Beroep en functie: rel. persoon: vereerder
Beroep en functie: smekeling
Bloed
Boom: boomtak
Boom: vijgenboom: aśvattha (Ficus religiosa) (Ind.)
Bouwwerk: afscheiding: muur, stads- en burchtBouwwerk: bouwindeling (grondplan, structuur)
Bouwwerk: bouwindeling (grondplan, structuur)
Bouwwerk: plenggoot (afvoergoot voor bloed)
Bouwwerk: stad
Bouwwerk: stad
Bouwwerk: toren, wacht- (verdedigings-)
Cultureel aspect: primitiviteit
Cultureel aspect: uitwisseling, culturele
Cultureel aspect: verbreiding (verspreiding)
Cultus: beeldenverering: fallus-verering
Cultus: beeldenverering: fallus-verering
Cultus: godencultus: godinnencultus: moedergodin
Cultuur
Cultuur
Cultuur: dorpscultuur
Cultuur: Handbijlcultuur (Ind.)
Cultuur: Indiase ~ (Ind.)
Cultuur: Indus-dalbeschaving (Ind.)
Cultuur: Indus-dalbeschaving (Ind.)
Cultuur: Indus-dalbeschaving: Harappā-cultuur (Ind.)
Cultuur: lagere ~ (volkscultuur)
Cultuur: lagere ~: onzichtbare tegenspeler (Ind.)
Cultuur: mengcultuur
Cultuur: Proto-Australoïde ~ (Ind.)
Cultuur: Proto-Australoïde ~ (Ind.)
Dier
Dier: gazelle
Dier: heilig ~
Dier: neushoorn
Dier: olifant
Dier: schaap: ram
Dier: tijger
Dier: vee (huisdieren, tam ~)
De Pre-Vedische religie
wilde dieren
zoogdieren
baren
moord
regicide
rituele koningsmoord
scène
Brāhūī
drie
triśūla
voedsel
gezin
verschillende aspecten
doodsaspect
gepland
Verklaring
Overzicht
verwant aan
aarddemonen
aarddemonen
yakṣa’s
yakṣī’s
genii
Indiase bronstijd
Pre-Arische
PRE-VEDISCH
neolithische
neolithische cultuur
neolithische uit het westen
neolitische pendant
neolitische tegenhanger
Indiase neolithicum
Paleolithicum van India
paleolithische (proto-Australoïde) uit het
oosten
Hoog-Paleolithicum
Laag-Paleolithicum
Choukoutien
Madras-Acheuleen
Soan
Pre-Soan
man
vrouw
klein van gestalte
lang van gestalte
zeven
god
Maheśvara, de Grote Heer
van de wilde dieren
Heer van yoga
Śiva
Kālī
hoogste godheid
Dier: wild ~
Dier: zoogdier
Dood en leven: geboorte (baren, bevalling)
Dood en leven: vernietiging: moord (doodslag)
Dood en leven: vernietiging: moord, konings- (regicide)
Dood en leven: vernietiging: moord, konings- (regicide)
Drama: scène, cultische
Dravidische termen: Brāhūī
Drie
Drie: term: tri (Ind.)
Eten en drinken: voedsel (levensmiddelen, spijs)
Familierelaties: familie: gezin
Filosofie: aspect (i.c. levens- en doodsaspect)
Filosofie: aspect, negatief (dodelijk, afschuwwekkend)
Filosofisch aspect: idee: plan (voornemen)
Filosofisch aspect: interpretatie
Filosofisch aspect: systematiek
Filosofisch aspect: verwantschap
Geest: aardgeest
Geest: berggeest
Geest: berggeest: yakṣa, yakṣī (Ind.) = yakkha (Ind.-B.)
Geest: berggeest: yakṣa, yakṣī (Ind.) = yakkha (Ind.-B.)
Geest: beschermgeest: genius (alg.)
Geschiedenis: Bronstijd, Indiase (Ind.)
Geschiedenis: pre-IE periode: pre-Arische (= pre-Vedische) periode
(Ind.)
Geschiedenis: pre-IE periode: pre-Arische (= pre-Vedische) periode
(Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum
Geschiedenis: Steentijd: Neolithicum (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Hoog- (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Laag- (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Laag-: Choukoutien
(Chin.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Laag-: Madras-Acheuleen
(Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Laag-: Soan (Ind.)
Geschiedenis: Steentijd: Paleolithicum, Laag-: Soan, Pre- (Ind.)
Geslacht en rijpheid: man
Geslacht en rijpheid: vrouw
Getal: maat: kleinheid (kort)
Getal: maat: lengte (lang)
Getal: zeven
God
God: ‘Grote heer’ (Maheśvara) (Ind.)
God: ‘Heer der dieren’ (Ind.)
God: ‘Heer van yoga’ (Ind.)
God: ‘Welgezind’ (Śiva) (Ind.)
God: ‘Zwarte’ (Kālī) (Ind.)
God: hoogste ~
De Pre-Vedische religie
moedergodin
sfinx
Egyptische sfinx
vruchtbaarheidsgoden
Baluchistan (= Gedrosia ‘land van de
donkere mensen’)
van de wilde dieren
van de lijkverbrandingsplaats
van de liṅga
Heer van Yoga
farao
Maheśvara, de Grote Heer
langhoofdig
gezicht
drie gezichten
gehoornd met de triśūla
bruin van huid
donker van huid
donkere mensen
Gemaal
koningschap
goddelijke koning
Kenmerken
hoofdtooi
gehoornd met de triśūla
hoofdtooi, de triśūla
bruin
lichtgeel
Inheemse
Uitheemse
streek
tropische
lijkverbrandingsplaats
oosten
Oostwaartse
westen
Westwaartse
Afbeelding
zegel
Beeldjes en afbeeldingen van het
bultrund
Beeldjes van de godin en stieren
Fallische afbeeldingen
Beeldjes van de godin
Beeldjes van de moedergodin
beeldjes van vulva’s
Bladmotieven
lijnpatronen met dierfiguren
Aardewerkversiering
Stijlen
Halaf (Syrië)
Obeïd, Jemdit Nasr (Mesopotamië)
Obeïd, Jemdit Nasr (Mesopotamië)
Samarra (Irak)
God: moedergodin
God: sfinx (dierlijk wezen met mensengezicht) (alg.)
God: sfinx, Egyptische (Eg.)
God: vruchtbaarheidsgod
Griekse termen: Γεδρωσια
Heerser: heer der dieren
Heerser: heer van de lijkverbrandingsplaats
Heerser: heer van de liṅga (Ind.)
Heerser: heer van yoga (Ind.)
Heerser: koning: farao (Eg.)
Heerser: leider: term: īśvara: maheśvara (‘grote heer’) (adj.
māheśvara, lit.) (god) (Ind.)
Hoofd
Hoofd: deel: gezicht (aangezicht)
Hoofd: koppig, drie- (drie gezichten)
Hoorn
Huid: kleur: bruine ~
Huid: kleur: donkere ~
Huid: kleur: donkere ~
Huwelijk: gemaal
Instelling en organisatie: ambt: koningschap (monarchie)
Instelling en organisatie: ambt: koningschap, sacraal
Karakter en gedrag: karakter
Kleding: hoofddeksel (hoofdbedekking)
Kleding: hoofddeksel: term: triśūla (‘drietand’) (Ind.)
Kleding: hoofddeksel: term: triśūla (‘drietand’) (Ind.)
Kleur: bruin
Kleur: geel
Kosmografie en geografie: gebied: binnenland (eigen,
autochthoon, inheems)
Kosmografie en geografie: gebied: buitenland (vreemd,
allochtoon, uitheems)
Kosmografie en geografie: gebied: district
Kosmografie en geografie: gebied: tropische zone
Kosmografie en geografie: plaats, verbrandings- (crematieplaats)
Kosmografie en geografie: windstreek: oosten
Kosmografie en geografie: windstreek: oosten
Kosmografie en geografie: windstreek: westen
Kosmografie en geografie: windstreek: westen
Kunst en schrift: afbeelding
Kunst en schrift: afbeelding: zegel, cilinderzegel
Kunst en schrift: beeld, dieren-: stier
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
Kunst
en schrift: beeld, dieren-: stier
en schrift: beeld, fallusen schrift: beeld, vrouwen- (Venusbeeld, godinnenbeeld)
en schrift: beeld, vrouwen- (Venusbeeld, godinnenbeeld)
en schrift: beeld, vulvaen schrift: compositie: bladmotief
en schrift: compositie: lijnpatronen met dierfiguren
en schrift: esthetiek: versiering
en schrift: kunststijl
en schrift: kunststijl: Halaf (aardewerk) (Mes.)
en schrift: kunststijl: Jemdit Nasr (aardewerk) (Mes.)
en schrift: kunststijl: Obeïd (aardewerk) (Mes.)
en schrift: kunststijl: Samarra (aardewerk) (Mes.)
De Pre-Vedische religie
Susa I en II
Ur III
schrift
afbeeldingen van het bultrund
godin tussen de takken van de Ficus
religiosa
omgekeerde vrouw, benen wijd en een
plant die uit haar schoot tevoorschijn
komt
Yoga-figuur met drie gezichten
man met sikkelvormig mes
Zegel uit Harappā (1)
Zegel uit Harappā (2)
Zegel uit het Indus-dal van de Heer van
Yoga (1)
Zegel uit het Indus-dal van de Heer van
Yoga (2)
schoot
benen
gestalte
geopponeerde
tegenover elkaar staand
Yoga-figuur
gezeten
zwart golvend tot krullend (niet
kroezend) haar
handen
handen omhoog
wiens delen
lippen
neus
donker
zwart
Kālī
Yoga
mens
omringd door twee aanbidders
raciale
Mediterrane type
Proto-Australoïde type
mythologische thema
mythe van de moord op het goddelijke
wezen
mensenoffers
sati-offers
wierook
tevoorschijn komt
wereld van de moedergodin
heilige objecten
Altaren
triśūla
Kunst en schrift: kunststijl: Susa (aardewerk) (Ir.)
Kunst en schrift: kunststijl: Ur (aardewerk) (Mes.)
Kunst en schrift: schrift (schrijven, ritsen, alfabet)
Kunst en schrift: voorstelling: bultrund
Kunst en schrift: voorstelling: godin tussen de takken van de Ficus
religiosa; stier/ram (sfinx) met mensengezicht; smekeling; zeven
vrouwelijke volgelingen met hoofdtooi (zegel uit Harappā (2))
(Ind.)
Kunst en schrift: voorstelling: godin, naakte liggende; uit wier
vagina een plant verrijst. Tevens twee dierlijke genii (zegel uit
Harappā (1)) (Ind.)
Kunst en schrift: voorstelling: man in yoga-houding met drie
gezichten; triśūla als hoofdtooi; geërecteerde fallus; omringd
door wilde dieren (zegel uit Indus-dal (2)) (Ind.)
Kunst en schrift: voorstelling: man met sikkel voor smekende
vrouw (zegel uit Harappā (1)) (Ind.)
Kunst en schrift: voorwerp: zegel uit Harappā (1) (Ind.)
Kunst en schrift: voorwerp: zegel uit Harappā (2) (Ind.)
Kunst en schrift: voorwerp: zegel uit het Indus-dal van de Heer
van Yoga (1) (Ind.)
Kunst en schrift: voorwerp: zegel uit het Indus-dal van de Heer
van Yoga (2)
Lichaam: baarmoeder (moederschoot)
Lichaam: been (poot)
Lichaam: gestalte
Lichaam: gestalte: tegenover elkaar staand (geopponeerd)
Lichaam: gestalte: tegenover elkaar staand (geopponeerd)
Lichaam: gestalte: yoga-houding
Lichaam: gestalte: zittende houding
Lichaam: haar, krulLichaam: hand
Lichaam: handgebaar: handopheffing
Lichaam: lichaamsdeel
Lichaam: lip
Lichaam: neus
Licht en duisternis: duisternis (zwart)
Licht en duisternis: duisternis (zwart)
Licht en duisternis: duisternis: term: kāla (of mahākāla; fem. kālī
of mahākālī, de ‘grote zwarte’) (adj.) (godennaam) (Ind.)
Macht en kracht: magische kracht: term: siddhi (Ind.) (= vibhūti =
kracht van ascese, = kracht van yoga)
Mens
Mens: menigte (massa, omstanders)
Mens: ras (mensheid)
Mens: ras: Mediterrane type
Mens: ras: Proto-Australoïde type
Mythologie: thema, mythologisch
Mythologie: thema: eerste moord op een goddelijk wezen
Offer: obj.: mensenoffer
Offer: obj.: mensenoffer: sati-offer (Ind.)
Reiniging en verzorging: reinigingsmiddel: wierook
Reis: uittreden (naar buiten gaan, brengen)
Religie: type: moedergodin, ~ van de
Religieus voorwerp
Religieus voorwerp: altaar
Religieus voorwerp: drietand: term: triśūla (Ind.)
De Pre-Vedische religie
Zijn symbool is de drietand
begraven
waterbuffel
bultrund (Bos indicus)
stier
Zijn heilig dier is de stier
Maheśvara, de Grote Heer
Indus-vallei
Indus-beschaving
triśūla
hoofdtooi, de triśūla
fallische
fallus
geërecteerde fallus
liṅga
vulva
yoni
juwelen
slangen
Orde
steen
baksteen
dringen India binnen
koloniale
goddelijk teken
triśūla, verwijst naar de drie juwelen
triśūla als goddelijk teken
fallische symbolen
wierookbrander, hetgeen zijn
goddelijkheid benadrukt
talen
inscriptie
Wet
kalender
Twee
geopponeerde gazellen
paar dierlijke genii
twee aanbidders
twee slangen
tweedeling
plant
Bladmotieven
Graan
aanwezig
vertegenwoordigt
prototype
Dubbele bijlen
Pottenbakkerswiel
sikkelvormig mes
gereedschap
‘Kiezelsteen’-gereedschap
Kernstenen met afslagen
wierookbrander
Religieus voorwerp: drietand: term: triśūla (Ind.)
Rite: behandeling van de dode: begrafenis (van lijk of as)
Rund: buffel, waterRund: bultrund (Bos indicus)
Rund: stier
Rund: stier van Śiva [zie ook Ivn: Nandi (Ind.) (stier)]
Sansk. termen: Maheśvara
Sansk. termen: Sindhu
Sansk. termen: Sindhu
Sansk. termen: tri
Sansk. termen: triśūla
Seksualiteit: fallus
Seksualiteit: fallus
Seksualiteit: fallus, geërecteerde
Seksualiteit: fallus: term: liṅga (van Śiva) (Ind.)
Seksualiteit: vagina (vulva)
Seksualiteit: vagina: term: yoni (Ind.)
Sieraad: juweel
Slang
Sociologie: gemeenschap, religieuze: Boeddhistische orde (Ind.-B.)
Steen
Steen: bouwsteen (baksteen, tegel)
Strijd en vrede: inval (verovering)
Strijd en vrede: kolonisatie
Symboliek: attribuut
Symboliek: drietand [triśūla; triratna (Ind.-B.)] als symbool van de
drie juwelen (Boeddha, Wet (Dharma) en Orde (Saṃgha)) (Ind.-B.)
Symboliek: drietand [triśūla] als symbool (teken) van
goddelijkheid (Ind.)
Symboliek: symboliek van de seksualteit: fallus
Symboliek: wierookbrander als symbool (teken) van goddelijkheid
Taal
Taal: tekst: inscriptie (tablet, epigrafie) (alg.)
Taal: uitspraak: prediking: Wet (Dharma), - van de: term: ‘de
eerste draaiing van het Rad van de Wet’ (Ind.-B.)
Tijd: kalender (tijdrekening, jaartelling)
Twee
Twee: dualiteit (dubbelheid, herhaling)
Twee: dualiteit (dubbelheid, herhaling)
Twee: dualiteit (dubbelheid, herhaling)
Twee: dualiteit (dubbelheid, herhaling)
Twee: splitsing (scheiding, loskoppeling)
Vegetatie
Vegetatie: blad
Vegetatie: koren (graan)
Verschijning: aanwezigheid, goddelijke (geestes-)
Verschijning: substitutie: vertegenwoordiging
Verschijning: voorbeeld (mythisch -, rolmodel, ideaalbeeld,
prototype)
Voorwerp: bijl, dubbele (Syr.)
Voorwerp: pottenbakkerswiel
Voorwerp: sikkel
Voorwerp: werktuig (gereedschap)
Voorwerp: werktuig: ‘kiezelsteen’-gereedschap
Voorwerp: werktuig: kernstenen met afslagen
Voorwerp: wierookbrander
De Pre-Vedische religie
Ossenkarren
vruchtbaarheid
Handel
Graanverbouw
landbouw
veeteelt
Gedomesticeerd
getemd
Wet [hoofdletter]
sporen gevonden
wiskunde
delen worden begraven en die
veranderen in de voedselplanten
Swastika’s
1
Ions 1
Campbell 1
2
Campbell 1
2
Campbell 1
2
Campbell 1
2
Wagen: ossenwagen
Welzijn en ziekte: vruchtbaarheid (viriliteit)
Werkzaamheid: ec. ~: handel
Werkzaamheid: ec. ~: landbouw (akkerbouw)
Werkzaamheid: ec. ~: landbouw (akkerbouw)
Werkzaamheid: ec. ~: veeteelt
Werkzaamheid: temmen (domesticeren)
Werkzaamheid: temmen (domesticeren)
Wet en orde: orde of wet, kosmische (levens)-: term: dharma
(Ind.)
Wetenschap: archeologie: bodemvondst
Wetenschap: wiskunde
Wisseling: lichaamsdelen in planten, verandering van
Zon: zonnewiel: swastika (alg.)
Download