OPDRACHTKAART Thema: AV-technieken Fotografie 4 AV-01-04-01 Licht Voorkennis: Je hebt de opdracht ’De fotocamera’ afgerond. Je hebt de opdracht ’Fotografische vormgeving’ afgerond. Intro: Licht is een belangrijk vormgevingselement en een echte sfeermaker; het zorgt voor een bepaalde stemming in de foto. Daarom is het heel belangrijk om steeds goed op het licht te letten. Door middel van deze opdracht maak je kennis met verschillende soorten licht en de effecten ervan. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, heb je de volgende doelen bereikt: – Je kent diverse soorten en vormen van licht. – Je kunt onderscheid maken tussen deze soorten en vormen. – Je kent diverse belichtingen vanuit verschillende standpunten. – Je kunt onderscheid maken tussen deze belichtingen. – Je kunt foto’s maken met diverse lichtsbronnen en belichtingen. Activiteiten: – Reserveer een computer met printer. – Lees de tekst ’Licht’. – Voer de bijgeleverde opdrachten uit. – Vul de checklist in. – Vul het evaluatieformulier in. Tijd: Voor deze opdracht krijg je 4 lesuren: – Theorie 1 lesuur. – Praktijk 3 lesuren. Materiaal: – Fotocamera met flitser. – Kunstlicht. – Computer. – Printer en printpapier. Beoordeling: De docent beoordeelt op zelfstandigheid, volledigheid en zorgvuldigheid m.b.t. de uitvoering van de opdrachten. Theorie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-02 Schrijven met licht Fotograferen betekent letterlijk ’schrijven met licht’. Zonder licht kun je niet fotograferen. Het licht valt op een voorwerp en het voorwerp weerkaatst het licht. Dit licht wordt opgevangen door de camera en zo ontstaat er een beeld. Licht is een belangrijk vormgevingselement en een echte sfeermaker; het zorgt voor een bepaalde stemming in de foto. Daarom is het heel belangrijk om steeds goed op het licht te letten. Daglicht Om te kunnen fotograferen heb je dus een lichtbron nodig. Overdag zorgt de zon voor het licht. Zonlicht kan heel fel zijn, zoals op een heldere zomerdag. Dat licht noemen we ook wel ’gericht licht’, omdat het duidelijk vanuit één richting komt. Ook op een bewolkte dag komt het licht van de zon, ook al is de zon dan niet zichtbaar. Het zonlicht wordt ongelijkmatig teruggekaatst door de wolken, vandaar dat dit licht ’diffuus licht’ wordt genoemd. Hier komen we later nog op terug. Daglicht is steeds anders. Dit komt bijvoorbeeld door het weer, de tijd van de dag, of het jaargetijde. Dit kan mooie resultaten opleveren, maar het is soms ook vervelend dat je geen invloed hebt op dit licht. Kunstlicht Als je niet afhankelijk wilt zijn van het weer, maak je gebruik van kunstlicht. Dat kunnen speciale lampen of flitslicht zijn. Als je met kunstlicht werkt, kun je alles zelf bepalen. Je kunt dan de stand en de sterkte van het licht zelf bepalen. Laten we eens gaan kijken naar de verschillende mogelijkheden. Theorie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-03 Gericht licht Gericht licht is makkelijk te herkennen. Bij daglicht is het duidelijk te zien: een heldere lucht, die de zon vrij laat schijnen. De zon zorgt in feite voor enorm sterk spotlicht, waardoor de zonzijde van het onderwerp veel licht ontvangt. De andere zijde krijgt een diepe, scherpomlijnde schaduw. Omdat de overgangen tussen licht en schaduw abrupt zijn, is er sprake van een hoog contrast. Wanneer dit licht van opzij valt, wordt de structuur van het onderwerp duidelijk zichtbaar. Het licht is echter niet geschikt voor subtiele effecten. Gericht licht wordt in een fotostudio nagebootst met behulp van een spotlicht. Dit licht wordt ook wel punt-verlichting genoemd. Diffuus Licht Een wolkendek tussen de zon en de aarde verstrooit het zonlicht. Het komt dan niet meer van dat ene punt, de zon, maar bereikt het onderwerp vanuit allerlei richtingen. Het verschil tussen licht en schaduw is minder duidelijk, omdat de overgangen vloeiender in elkaar overlopen. Omdat het contrast minder groot is, gaan er geen details verloren. Daarom wordt diffuus licht ook vaak gebruikt voor portretopnamen. Diffuus licht wordt in een fotostudio nagebootst met een softbox. Dit licht wordt ook wel vlakverlichting of ’floodlight’ genoemd. Richting van het licht Als het licht achter het voorwerp vandaan komt, noem je dat tegenlicht. Het resultaat is dat het onderwerp als een donker silhouet afsteekt tegen een lichte achtergrond. Als het licht van opzij komt, spreek je van strijklicht. De ruimtelijkheid van een voorwerp komt dan het beste uit. Frontaal licht is licht dat recht van voren komt. Dat licht wordt vaak gekozen als je weinig schaduwpartijen wilt hebben. Theorie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-04 Schaduw Zoals je inmiddels weet, veroorzaakt licht altijd schaduw. Zo kan er schaduw op het onderwerp vallen. Maar er kan ook schaduw van het onderwerp op de achtergrond vallen. Deze schaduw wordt ook wel slagschaduw genoemd. Licht- en schaduwpartijen zorgen voor ruimtelijkheid in de foto. Let dus altijd goed op welke licht- en schaduwpartijen er zijn. Soms kunnen ze storend zijn, maar ze kunnen ook juist bijdragen aan de sfeer van de foto. PRAKTIJKOPDRACHT A Thema: AV-technieken Fotografie 4 AV-01-04-05 Wat ga je doen: – Lees eerst de opdracht goed door, voordat je gaat fotograferen. – Verdeel de klas in werkgroepen. Dit gebeurt in overleg met je docent. – Maak per werkgroepje een taakverdeling, zodat iedereen de kans krijgt om te fotograferen. Opdracht A: – Kunstlicht: Maak vier opnamen van hetzelfde onderwerp, waarbij je de richting van het licht telkens verandert. Let bij elke foto op de lichtval en de schaduw. Maar let ook op de uitsnede, de afstand en het standpunt (zie opdracht 3: Fotografische vormgeving). Foto 1: Foto 2: Foto 3: Foto 4: Maak een opname met frontaal licht Maak een opname met zijlicht Maak een opname met tegenlicht Maak een opname met licht van onderaf – Print de eindresultaten uit en presenteer deze aan je docent/klas. Bespreek samen welke foto’s het beste resultaat geven, en waarom dit zo is. ■ ■ Aantekeningen Theorie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-06 Flitslicht Soms heb je geen geschikt kunstlicht of daglicht tot je beschikking. Dan is er nog de mogelijkheid om flitslicht te gebruiken. Fotocamera’s hebben vaak een ingebouwde flitser, maar je kunt ook met een losse flitser werken. Flitslicht heeft echter maar een beperkt bereik. Dit bereik is terug te vinden in de gebruiksaanwijzing, die bij je camera hoort. Met flitslicht kun je dus eigenlijk alleen een kleine omgeving verlichten. Een ander nadeel is dat je niet van tevoren kunt zien welk gedeelte je gaat verlichten. Het flitsen gebeurt namelijk tijdens de opname. Door te experimenteren, kom je erachter wat het effect van flitslicht kan zijn. Laten we eens gaan kijken op welke manieren je flitslicht kunt gebruiken. Indirect flitsen Indirect flitsen betekent dat je de flitser niet rechtstreeks op het onderwerp richt. Je kunt de flitser bijvoorbeeld schuin naar het plafond richten. Het licht wordt dan weerkaatst via het plafond. Dit noemen we ook wel ’bouncen’. Hierdoor wordt het flitslicht beter verspreid over het onderwerp. Met deze manier van flitsen zul je nauwelijks last hebben van vervelende spiegelingen en harde schaduwen. Als je mensen wilt fotograferen zul je ook geen last hebben van de bekende ’rode’ ogen. Indirect flitsen is echter alleen maar mogelijk met een verstelbare flitser. Invulflits Op een zonnige zomermiddag, is het licht ’hard’. Dat wil zeggen dat het zonlicht harde schaduwen veroorzaakt. Dan is het heel lastig om goed belichte foto’s te maken. Het gebruik van de invulflits kan dit probleem gedeeltelijk oplossen. Dit flitslicht geeft net genoeg licht om de donkere gedeeltes wat op te lichten. Dit maakt de schaduwen wat minder hard, waardoor je onderwerp beter wordt belicht. PRAKTIJKOPDRACHT B Thema: AV-technieken Fotografie 4 AV-01-04-07 Wat ga je doen: – Lees eerst de opdracht goed door, voordat je gaat fotograferen. Opdracht B: – Flitslicht: Neem de gebruiksaanwijzing van de camera erbij, om te kijken welke mogelijkheden de flitser heeft. Maak daarna twee opnamen van hetzelfde onderwerp. Let ook nu weer op de uitsnede, de afstand en het standpunt. Foto 1: Foto 2: Maak een opname zonder flitslicht Maak een opname met flitslicht – Print de eindresultaten uit en presenteer deze aan je docent/klas. Bespreek samen welke foto het beste resultaat geeft, en waarom dit zo is. ■ ■ Aantekeningen Checklist Thema: AV-technieken Fotografie 4 AV-01-04-08 Opdracht A: Leerling Docent Heb je 4 foto’s gemaakt met verschillende belichtingen? O O Heb je de foto’s aan je docent/klas gepresenteerd? O O Heb je de foto’s besproken met je docent/klas? O O Heb je 1 foto gemaakt zonder flitslicht? O O Heb je 1 foto gemaakt met flitslicht? O O Heb je de foto’s aan je docent/klas gepresenteerd? O O Heb je de foto’s besproken met je docent/klas? O O Opdracht B: Evaluatie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-09 Praktijkopdracht A: 1. Wat vond je leuk aan deze opdracht? 2. Wat vond je moeilijk aan de opdracht? 3. Wat zou je de volgende keer anders doen? 4. Had je voldoende tijd voor de opdracht? _______________________________________________________ 5. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. O Zeer onvoldoende, omdat: _________________________________________________________________ O Onvoldoende, omdat: _____________________________________________________________________ O Matig, omdat: __________________________________________________________________________ O Voldoende, omdat: _______________________________________________________________________ O Goed, omdat: ___________________________________________________________________________ O Zeer goed, omdat: _______________________________________________________________________ Evaluatie Fotografie 4 Thema: AV-technieken AV-01-04-10 Praktijkopdracht B: 1. Wat vond je leuk aan deze opdracht? 2. Wat vond je moeilijk aan de opdracht? 3. Wat zou je de volgende keer anders doen? 4. Had je voldoende tijd voor de opdracht? _______________________________________________________ 5. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. O Zeer onvoldoende, omdat: _________________________________________________________________ O Onvoldoende, omdat: _____________________________________________________________________ O Matig, omdat: __________________________________________________________________________ O Voldoende, omdat: _______________________________________________________________________ O Goed, omdat: ___________________________________________________________________________ O Zeer goed, omdat: _______________________________________________________________________ 6. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen?