VERMOGENSALLOCATIE

advertisement
VERMOGENSALLOCATIE
Vanaf 1 januari 2017 verandert de belastingheffing in box 3. Waar nu nog wordt uitgegaan
van een verondersteld rendement van 4% waarover vervolgens 30% belasting wordt
geheven resulterend in 1,20% effectieve heffing, komen er straks schijven waarbij de
effectieve belastingdruk oploopt tot 1,65%.
Afgezien van de vrijstelling van € 25.000 ziet de systematiek
van box 3 er vanaf 2017 zo uit:
Vermogen
Forfaitair
rendement
Belasting
tarief
Effectieve
belastingheffing
< € 100.000
2,9%
30%
0,87%
€ 100.000 € 1.000.000
4,70%
30%
1,41%
> € 1.000.000
5,50%
30%
1,65%
Het omslagpunt van het nieuwe stelsel ten opzichte van het
oude is € 237.000. Is het box 3 vermogen lager, dan is er
vanaf 2017 een voordeel. Voor belastingplichtigen met een
hoger box 3-vermogen, wordt de nieuwe systematiek dus
nadeliger. Het nadeel in effectieve belastingheffing van het
toekomstige schijvenstelsel voor belastingplichtigen met
een belastbaar box 3 vermogen van meer dan
€ 1.000.000 bedraagt 37,50% (1,65% straks naar 1,20%
nu). Veel belastingplichtigen waren al van mening dat het
forfaitaire stelsel van box 3 niet reëel is en dat wordt er niet
minder op. Voor sommige belastingplichtigen is de hogere
box 3 belasting – zeker nu banken overwegen om klanten te
laten betalen voor spaargeld – reden om te kijken of box 3
vermogen niet naar een andere box verplaatst kan worden
om zodoende de belastingdruk te verlagen.
Lagere belastingheffing
Om tot een lagere effectieve belastingheffing te komen dan in
box 3 het geval is, hoeft er helemaal geen gebruik te worden
gemaakt van bijvoorbeeld een in het buitenland gevestigde
THE POWER OF BEING UNDERSTOOD
AUDIT | TAX | CONSULTING
exotische vennootschap. In dit kader kan een Besloten
Vennootschap (BV) namelijk fiscaal al heel gunstig uitpakken.
Immers, als er geld vanuit box 3 in een BV wordt gestort, is er
geen box 3 heffing meer verschuldigd over dat geld. Pas als
de BV daadwerkelijk (!) rendement maakt met dat geld, gaat
de BV vennootschapsbelasting betalen over dat rendement.
Als er geen rendement behaald wordt, blijft het vermogen dus
in stand hetgeen in box 3 niet het geval is, daar is bij een nihilrendement immers sprake van een vermogensachteruitgang.
Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI)
Een fenomeen dat we steeds meer zien en waarmee we
steeds meer werken is de Vrijgestelde Beleggingsinstelling
(VBI). Zeker nu de nieuwe systematiek van box 3 aanstaande
is, overwegen steeds meer (vermogende) mensen een VBI.
Hiervoor werd al geschetst dat een BV gunstig kan uitpakken,
een VBI kan in sommige situaties nog voordeliger zijn. Een VBI
– de naam zegt het al – is in feite bedoeld voor beleggingen in
beursgenoteerde aandelen of obligaties. Een VBI betaalt géén
belasting over haar vermogen en ook niet direct over het
rendement. Klinkt interessant. Anderzijds geeft de eigenaar
van de VBI een forfaitair rendement aan over het vermogen
van de VBI in box 2 (25%). Dat forfaitaire rendement bedraagt
nu 4% dus per saldo wordt er effectief dan 1% belasting
betaald. Vanaf 2017 gaat het forfaitaire rendement omhoog
naar 5,5% waardoor de effectieve heffing 1,375% wordt.
Fiscale vermogensallocatie is eenvoudig
Naast de aanstaande wijziging in box 3 is een juiste fiscale
vermogensallocatie van belang. Het her-alloceren van
vermogen is soms eenvoudiger dan gedacht.
Denk bijvoorbeeld aan banktegoeden en effecten die in box 3
staan. Deze zijn relatief gemakkelijk en normaliter zonder al
te veel kosten over te brengen naar een BV. Een keuze tussen
box 3, de BV en de VBI kan dan worden gemaakt op basis van
het hieronder genoemde veronderstelde rendement:
Rendement
Fiscaal meest voordelig
Negatief tot 1%
BV
Vanaf 1% tot 6,60%
VBI
Vanaf 6,60%
Box 3
Uiteraard is bovenstaand schema slechts een richtlijn en
dient in elke individuele situatie te worden beoordeeld
wat de meest voordelige allocatie is. Zo zal voor iemand
die privé (box 3) een effectenportefeuille heeft met een
jaarlijks rendement van 5% en ook een BV bezit die verlies
maakt, het overhevelen van die effectenportefeuille naar die
verlies-BV fiscaal veelal het gunstigst uitpakken (en niet het
overhevelen naar een VBI).
Of het in uw geval gunstig en mogelijk is om vermogen van
de ene box naar de andere te brengen (ook wel boxhoppen
genoemd) hangt sterk af van de situatie. Denk bijvoorbeeld
aan het risicoprofiel, het rendement, de aard van het
vermogen en de medewerking van bijvoorbeeld een bank.
De kosten van de vermogensoverheveling moeten uiteraard
ook opwegen tegen de verwachte baten. RSM is u graag van
dienst om de (on)mogelijkheden met u te bespreken en de
eventuele financiële voordelen voor u in kaart te brengen. Ook
kan hij/zij u alles vertellen over de mogelijkheden van een VBI.
Tot slot
Op dit moment zijn er diverse - overigens onofficiële
- geluiden dat aankomende Prinsjesdag een concrete
maatregel wordt voorgesteld om boxhoppen tegen te gaan.
Deze maatregel zal mogelijk terugwerkende kracht hebben
tot Prinsjesdag 2016, uitgaande van de inwerkingtreding
per 1 januari 2017. Met andere woorden: als u overweegt om
vermogen over te hevelen van box 3 naar een andere box, dan
zou dit bij voorkeur moeten plaatsvinden vóór Prinsjesdag
2016.
Voorts zijn er geluiden dat er vanaf 2017 over het vermogen
van een BV een forfaitaire heffing van 4% in box 2 moet
worden aangegeven hetgeen resulteert in een effectieve
heffing van 1%. Dit zou betekenen dat het overhevelen van
vermogen van box 3 naar de BV wellicht minder interessant
wordt. Dit laat onverlet dat de VBI bij rendementen tot 6,60%
vermoedelijk interessant zal blijven.
Wat de uiteindelijke plannen ook mogen worden, u begrijpt dat
wij uitkijken naar Prinsjesdag.
THE POWER OF BEING UNDERSTOOD
AUDIT | TAX | CONSULTING
De in deze nieuwsbrief opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van
deze nieuwsbrief de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin opgenomen informatie op de datum van ontvangst juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven.
Op grond van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering. RSM Netherlands Belastingadviseurs N.V. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele
onjuistheden en de gevolgen hiervan. September 2016
Download