Uitlokkaart 1 Spelontwikkeling

advertisement
DOMEIN Spelontwikkeling
Uitlokactiviteit
Speldoos
 Materialen en voorbereiding
o
Vul een aantal dozen/ boxen met verschillend spelmateriaal en dagelijkse gebruiksvoorwerpen, bijvoorbeeld:

Hoofdactiviteit: een box met spelmateriaal (auto’s, blokken, poppenspullen)

Variatie 1: een box met sensopatisch materiaal (zand of piepschuim). Zorg voor voorwerpen om erin te verstoppen.

Variatie 2: een box met gebruiksvoorwerpen (oud fototoestel, telefoon, pan met lepel)
Hoofdactiviteit
Activiteit
Voorbeelden van doelen
Introduceer de box met spelmaterialen. Haal een
Reageert wanneer hij met een speeltje een geluid
voorwerp uit de box of laat een leerling een
voorwerp pakken. Kijk wat de leerling ermee doet.
Doe handelingen van de leerling na en doe zelf
nieuwe handelingen voor. Breng variatie in het spel
door iets anders met het materiaal te doen of nieuw
materiaal erbij te pakken. Laat de leerlingen
vervolgens zelf of indien mogelijk samen met
spelmateriaal spelen.
veroorzaakt
Verkent een speeltje/voorwerp door het uitvoeren van
handelingen die niets te maken hebben met de aard
van het voorwerp (likken aan een bal)
Verwacht een reactie uit de omgeving (blokje weggooien
en dit terug verwachten)
Onderzoekt en probeert meerdere mogelijkheden van een
voorwerp uit (doos op zijn kop, vinger ergens in
steken)
Geeft op eigen initiatief een voorkeur aan voor
Speelt ‘geven en nemen’ spelletjes (blokje geven, kind
geeft blokje weer terug) met een volwassene
Voert de handeling uit die bij een speeltje hoort (rijden
met auto)
Reageert op spelinmenging door een volwassene
(meedoen)
Imiteert een reeks spelhandelingen (auto in de garage,
rijden, auto uit de garage)
Speelt onder begeleiding met een ander kind met
concreet materiaal (de bal naar elkaar rollen, blokjes
stapelen)
materialen/voorwerpen (bij vrij spel zelf de bal pakken)
Variatie 1
Introduceer de box met sensopatisch materiaal.
Voel met de leerlingen aan het materiaal. Varieer in
Voelt aan sensopatische materialen (hand door
water/zand laten glijden, knijpen in klei)
Gaat op zoek (kijken/toenaderen) naar voorwerp/ persoon
die zojuist uit zijn gezichtsveld is gehaald
de manieren waarop u het materiaal onderzoekt
Merkt op dat een voorwerp/speeltje weg is
Accepteert spelinmenging door een volwassene
(zand door uw vingers, graven, balletjes van zand
Onderzoekt met meerdere zintuigen een
Imiteert eenvoudige spelhandelingen (tegen bal duwen)
maken).
voorwerp/sensopatische materialen (ronddraaien,
Verstop voorwerpen in de box en zoek deze en laat
weggooien)
de leerlingen de voorwerpen onderzoeken of er mee
spelen.
Laat zijn voorkeur op dat moment zien voor
voorwerpen/materialen (kijken/reiken naar; voorkeur
Staat open voor geïntroduceerd nieuw
speelgoed/materiaal (kijkt naar, voelt)
Ontdekt nieuw spelmateriaal zonder dat het is
geïntroduceerd
kan per moment verschillen)
Variatie 2
Introduceer de box met dagelijkse
Verkent een speeltje/voorwerp door het uitvoeren van
gebruiksvoorwerpen. Laat de leerlingen materiaal
handelingen die niets te maken hebben met de aard
uit de box pakken of bied zelf een voorwerp uit de
van het voorwerp (likken aan een bal)
box aan. Kijk wat de leerlingen ermee doen. Doe
Brengt bewust twee voorwerpen/speeltjes met elkaar in
nieuwe handelingen voor met het materiaal (bellen
contact (geluid maken door het tegen elkaar aan te
met de telefoon, roeren in de pan). Kijk of de
slaan)
leerlingen handelingen nadoen.
Herhaalt een handeling met een voorwerp die het ontdekt
heeft (op tafel slaan)
Stopt voorwerpen ergens in en haalt ze er weer uit
(knijpers in en uit een doos)
Speelt met concrete dagelijkse gebruiksvoorwerpen zoals
het bedoeld is (pan, telefoon)
Brengt meerdere speeltjes/voorwerpen bij elkaar (toren
bouwen, roeren in pan)
Download