B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp In te vullen door afdeling Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers Ontwerper Parafanten Bestuursondersteuning Directeuren : SWMG Concernstaf B&W Nr: 05.0809 Dienst Agenda Sector /afd. Openbaar: ja Naam : Peter van Deventer Raadsvoorstel: / nee Tst.nr : 5800 Datum B&W vergadering: Datum : 21 juni 2005 : Portefeuilleh. CC Gem. Secr. 01-07-2005 Behoudens advies van de commi ssie S WM G BESLUITEN Het “Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers” (zie bijlage) vast te stellen en daarmee in te stemmen met de volgende uitgangspunten: a) dat een Shared Service Center (SSC) wordt gedefinieerd als een resultaatverantwoordelijk organisatieonderdeel binnen de rechtspersoon van de gemeente Leiden welke specifiek opgedragen services verleent aan andere onderdelen van de gemeente Leiden op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO), ter ondersteuning van de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. b) dat het SSC voorlopig wordt geplaatst onder de directeur ID als ambtelijk opdrachtgever. De vorming van het SSC gebeurt door een extern veranderdeskundige die tijdelijke wordt aangesteld als projectleider. c) dat definitieve besluitvorming over plaats en positie van het SSC plaatsvindt in het kader van vervolgbesluitvorming over Anders werken. d) dat als er meer SSC’s worden opgericht deze onder één leidinggevende zullen ressorteren. e) dat beleid en uitvoering van de ondersteunende taken zullen worden gesplitst, ook voor de lopende en bestaande centralisaties (beleidsneutrale taken): beleid blijft bij de operationele eenheden en uitvoering gaat naar één of meerdere SSC’s. f) dat de volgende taken in ieder geval in één of meerdere SSC’s zullen worden gebracht: financiële administratie; ICT; concernbrede inkoop, exclusief dienstspecifieke werken; inkoop van schoonmaak; personeelsadministratie (o.a. reiskosten, personeelskosten) en beheersmatige P&O taken; communicatie; juridische ondersteuning. In een Businessplan zal voor inkoop, P&O en juridische ondersteuning de taak nader worden gespecificeerd. In overleg met de gemeente Leiderdorp zal worden bezien voor welke taken de gemeente Leiderdorp kan aansluiten bij het SSC Leiden. Dit besluit ter kennis te brengen aan de raadscommissie BV; Kennis te nemen van de “Uitgangspunten” (zie bijlage) van het GMT welke richtinggevend zullen zijn voor het opstellen van Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen) voor SSC’s. Korte overwegingen/Bestuurlijke samenvatting (aanleiding, probleemstelling, scenario’s) Probleemstelling De concrete probleemstelling voor het opstellen van een ontwikkelingskader ten behoeve van de invoering Shared Service Centers (SSC’s) voor de ondersteunende functies houdt verband met de bestuurlijke wens tot kwaliteitsverbetering, de noodzaak tot het verminderen van de kwetsbaarheid en een door het GMT besloten structurele kostenbesparing van € 225.000 (zie o.a. Eindrapport Efficiencyoperatie – januari 2004) naast een taakstelling van € 341.500 voor de Financiële Administratie. De totale taakstelling komt daarmee op € 566.500 per jaar. Voordelen SSC Het grote voordeel van SSC’s is dat er schaalvoordelen worden gecreëerd zonder dat dit ten koste gaat van de integrale verantwoordelijkheid van de lijnchef. Deze schaalvoordelen resulteren onder ander in meer resultaatgerichtheid, een bundeling van kennis en expertise op het gebied van de taken van een SSC, een betere interne en externe dienstverlening en een verlaging van de kosten. Bovendien, door schaalvergroting kunnen investeringen beter worden gebundeld en wordt de kwetsbaarheid van (kleine) afdelingen verminderd. Tevens bieden SSC’s door de grotere schaal meer ruimte voor noodzakelijke specialisaties, nieuwe uitdagingen aan medewerkers en een inspirerende werkomgeving. Verder kunnen SSC’s resulteren in een betere en professionelere sturing van de organisatie op de verschillende SSC-taakvelden. Omdat samenwerking tussen de shared services en de operationele eenheden rust op contracten waarin prijs, volume en kwaliteit van de te leveren diensten worden vastgelegd, worden de werkelijke behoeften en kosten inzichtelijk. Dit inzicht biedt de mogelijkheid tot benchmarking met andere organisaties. Daarnaast vergemakkelijken SSC’s de afstemming en kennisuitwisseling tussen gemeenten op regionaal niveau via zogenaamde intergemeentelijke SSC’s. Binnen een intergemeentelijke SSC komen kennis en ervaring van buurgemeenten op een bepaald taakveld op een natuurlijke manier bij elkaar, hetgeen de regionale samenwerking ten goede kan komen. Nadelen SSC Het opzetten van een SSC is complex en niet zonder risico’s. De invoering van shared services is een proces van organisatie verandering met consequenties voor de operationele eenheden en de medewerkers. Dit kan tijdelijk ten koste gaan van de dienstverlening door de ondersteunende functies binnen de organisatie als gevolg van het proces van organisatieverandering. Taken welke in een SSC zouden kunnen worden opgenomen maken nu onderdeel uit van de huidige Diensten hetgeen consequenties met zich mee brengt. Deze consequenties voor de diensten zullen in de concernbrede organisatie ontwikkeling (‘Anders Werken’)concreet in beeld worden gebracht. De kern van een SSC is dat de medewerkers voor meerdere opdrachtgevers werken. Contracten worden afgesloten om afspraken te maken over kwaliteit, kwantiteit en kosten, maar de contracten zorgen er ook voor dat er voldoende mate van voorspelbaarheid is, zodat de SSC-manager het kwaliteitsniveau en tijdige levering kan garanderen. Tegelijkertijd kan een zekere flexibiliteit worden ingebouwd en biedt de grotere schaal meer mogelijkheden om pieken in de werkdruk op te vangen. Tegenover besparingen staan ook extra kosten. Het gemiddelde loonniveau ligt soms hoger dan bij de afzonderlijke afdelingen en er zijn coördinatiekosten. Toenemende loonkosten houden verband met het feit dat de functies moeten worden opgewaardeerd. Toenemende coördinatiekosten zitten in het feit dat er afstemming moet plaats vinden over de omvang van de opdrachten, de kwaliteit en het prijsniveau. Conclusie Het GMT is van mening dat het opzetten van SSC’s de bovengenoemde probleemstelling kan oplossen indien de voordelen en nadelen op juiste wijze worden behandeld. Belangrijke randvoorwaarden en kenmerken daarbij zijn: rechtsvorm, ophanging, aansturing van de SSCmanager, een goed gedefinieerde opdrachtgever-opdrachtnemer relatie, een duidelijke omschrijving van de gedelegeerde en niet gedelegeerde bevoegdheden van de SSCmanager, grondslag voor verrekenprijzen (incl. overhead), procedure DVO’s en een goede ICT-infrastructuuur. Voor het welslagen van het SSC concept is het tevens van belang dat er vertrouwen ontstaat in een SSC, zowel bij de organisatie als bij het bestuur. Vertrouwen in de SSC-organisatie ontstaat door het nakomen van afspraken door het SSC, door veiligheid te creëren voor het SSC, door duidelijke verantwoordelijkheden te definiëren en door noodzakelijke competenties te ontwikkelen. Verder is het van belang dat er voor het welslagen van het SSC-concept een cultuuromslag plaatsvindt. Bij een dergelijke cultuur horen o.a. heldere rapportages per SSC aan de Gemeentesecretaris en tijdig bijsturen of ingrijpen indien de geleverde prestaties niet voldoende zijn. Voor het welslagen van het SSC-concept dient bovendien voldoende tijd en financiële ruimte te worden gereserveerd voor een goede opzet en implementatie van het SSC-concept. In eerdere planningen is aangegeven dat per 1 januari 2006 gestart zal worden met SSC; dit is niet realistisch. Het SSC wordt voorlopig geplaatst onder de directeur ID als ambtelijk opdrachtgever. De vorming van het SSC gebeurt door een extern veranderdeskundige die tijdelijke wordt aangesteld als projectleider. Oprichting van het SSC vindt plaats in het kader van Anders werken. Daarmee valt deze onder de ambtelijke eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris en onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de wethouder P&O. Als er meerdere SSC’s worden opgericht zullen deze onder één leidinggevende ressorteren. Het voordeel van meerdere SSC’s is dat ze gefaseerd kunnen worden opgezet. Al met al is het GMT tot de conclusie gekomen dat voor realisatie van SSC’s het noodzakelijk is om regels op te stellen en specifieke opdrachten vast te stellen in een zogenaamd Ontwikkelingskader. Voorgeschiedenis en bestaand kader 23 januari 2004: In het voorlopig eindrapport van de efficiencyoperatie is opgenomen dat het GMT de ontwikkeling richting een shared service center wenselijk acht en daarbij kiest voor de realisatie via een groeimodel rekening houdend met bepaalde randvoorwaarden. 16 juni 2004: Het GMT bepaalt dat er een SSC zal worden ontwikkeld dat per 1 januari 2005 van start dient te gaan. Daarin zijn opgenomen de functies inkoop, ICT, schoonmaak, salarisadministratie, drukkerij. Overige taken (administraties) worden per 1 januari 2006 toegevoegd. Budgetten worden (nog) niet overgeheveld. Er is gedwongen winkelnering. 6 oktober 2004: Het GMT bepaalt dat er een (interne) projectleider dient te worden aangesteld en een externe adviseur met SSC-ervaring ingehuurd. Middels gesprekken en onderzoek dient besluitvorming plaats te vinden over hoofdlijnen en uitgangspunten. Vervolgens dient de projectleider een businessplan en een implementatieplan op te stellen. In 2005 wordt gestart met de functies inkoop, salarisadministratie, ICT, schoonmaak en drukkerij. Najaar 2004: Directeur Grote Projecten voert gesprekken met omliggende gemeenten. Gemeente Leiderdorp geeft aan concreet belangstelling te hebben voor het deelnemen aan een SSC. December 2004: Het College bevestigt dat het de ondersteunende functies wil bundelen, waarbij meer kwaliteit en tempo wordt verwacht. Januari 2005: De OR is in principe akkoord met het GMT voorstel “Organisatieontwikkeling Gemeente Leiden: Anders Werken”. 9 februari 2005: Het GMT stelt de ROTIK “Organisatieontwikkeling Gemeente Leiden: Anders Werken” vast met daarin o.a. de opdracht aan opdrachtnemer en projectleider om een ROTIK op te stellen voor het opzetten van SSC’s. 10/11 februari 2005: Communicatie besluitvorming door het GMT met betrekking tot de opdrachtgever/opdrachtnemer en projectleider voor het opzetten van shared service centers. 15 februari 2005: Eerste overleg opdrachtgever/opdrachtnemer en projectleider. 17 februari 2005: Opdrachtverlening aan prof. Strikwerda voor het organiseren van twee workshops voor het GMT in maart en april 2005. 3 maart 2005: Vaststelling door GMT van het voorstel “Workshops Werken met shared service centers” met toezegging dat de ROTIK z.s.m. aan het GMT zal worden aangeboden. 16 maart en 27 april 2005: GMT-Workshop “Werken met shared service centers” door professor Strikwerda. Eind maart 2005: Opstellen ROTIK “Opzetten van shared service centers voor de Gemeente Leiden”. 6 april 2005: Vaststelling door GMT van het verslag van de eerste Workshop “Werken met shared service centers”. 6 april 2005: Vaststelling door GMT van de ROTIK “Opzetten van shared service centers voor de Gemeente Leiden” met daarin bovenstaande en onderstaande processtappen. 27 april 2005: Tweede workshop onder leiding van prof. Strikwerda; Week17-20: Opstellen van een B&W-besluit met uitgangspunten voor vorm en inhoud van het SSC: hoofdlijnen, met voor- en nadelen 25/26 mei 2005: GMT conferentie “Anders Werken”; Gepland staan nog: B&W/GMT bijeenkomst (21 en/of 24 juni 2005) Vaststellen van het besluit door B&W (week 26) Verder staan in de ROTIK de volgende stappen: 1. Werven en inhuren een externe ondersteuning (augustus 2005) 2. Opstellen van één of meerdere Businessplannen, o.a. middels het organiseren van “Ateliers” om visie en expertise vanuit de organisatie optimaal in te zetten (september/oktober 2005) 3. Verzorgen van input voor de “Klankbordgroep”, waarbinnen regelmatig de stand van zaken en stand van denken door de Gemeentesecretaris met de OR wordt besproken (juli 2005-mei 2006) 4. Vaststellen van Businessplan(nen) door het GMT (november 2005) 5. Opstellen van één of meerdere Implementatieplannen rekening houdend met het Sociaal Statuut (december 2005-maart 2006) 6. Vaststellen van Implementatieplan(nen) door het GMT (april/mei 2006) 7. Uitvoeren van de implementatie(s) (2006/2007) 8. Uitvoeren van een evaluatie van het totale bovenstaande proces en rapportage daarover aan het GMT en B&W (na afronding project) Nota bene: De uitvoering van deze stappen is afhankelijk van nog nader te bepalen keuzes met betrekking tot een kwartiermaker dan wel beoogd SSC-leidinggevende. Zijn er consequenties voor (het werk van) andere diensten/met welke diensten is er samengewerkt? Het opzetten van SSC’s heeft consequenties voor het werk van alle gemeentelijke onderdelen en hun onderlinge samenwerking (zie “Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers”). De belangrijkste consequentie is dat de bovengenoemde decentrale taken in één of meerdere SSC’s zullen worden ondergebracht. Wie is bevoegd om het besluit te nemen: college of raad? College van B&W Juridische consequenties Zolang het SSC onderdeel is van de rechtspersoon van de gemeente Leiden en zolang het SSC uitsluitend werkt voor onderdelen die eveneens tot de rechtspersoon van de gemeente behoren en voor zover er geen verschillen zijn in rechtsposities van ambtenaren tussen de onderdelen van de gemeenten en voor zover er geen sprake is van gedwongen ontslagen, worden er geen juridische consequenties voorzien. Financiële, personele en organisatieconsequenties Het opzetten van SSC’s heeft financiële, personele en organisatieconsequenties. Deze consequenties worden concreet benoemd in nog op te stellen Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen). De belangrijkste consequenties zijn: Het realiseren van een structurele kostenbesparing van €225.000 per jaar; het realiseren van de taakstelling bij de Financiële Administratie van €341.500 per jaar; totaal €566.500 per jaar. Het investeren in opzetten, invoeren en ontwikkelen van één of meerdere SSC’s (PM); Het opzetten en inrichten volgens het SSC’s concept heeft direct betrekking op de medewerkers werkzaam vanuit de bovengenoemde taken uit alle bestaande diensten. Medezeggenschap De OR zal nauw betrokken zijn bij nog op te stellen Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen) en zal gevraagd worden om advies uit te brengen. Communicatie Openbaarheid: Uitgesteld openbaar. Wordt openbaar gemaakt op 4 juli, tezamen met B&W-besluit Anders werken. D.w.z. na de informatieronde t.b.v. de medewerkers van de gemeente Leiden. Samenvatting (verschijnt in persbriefing) De Gemeente Leiden heeft in het kader van bezuinigingen, gewenste kwaliteitsverbetering en noodzakelijke vermindering van kwetsbaarheid besloten om voor verschillende ondersteunende taken binnen de organisatie zogenaamde Shared Service Centers (SSC’s) op te zetten. Naast het realiseren van bezuinigingen dragen de SSC’s bij aan: (1) het verbeteren van de dienstverlening aan de burger/ondernemingen/organisaties, (2) het verhogen van de efficiency van uitgevoerde processen, (3) het delen van kennis en data, (4) het beter benutten van de medewerkers en middelen van de gemeente Leiden, (5) het verhogen van de kwaliteit van de interne dienstverlening in het gemeentelijke apparaat en (6) het verbeteren van de kwaliteit van de arbeid voor de medewerkers van de gemeente Leiden. Eén buurgemeente heeft reeds aangegeven nader met de gemeente Leiden te willen onderzoeken of uitbreiding naar een intergemeentelijke shared service center gemeenschappelijke voordelen kan opleveren. Aanpak verder communicatie (inclusief eventuele speciale acties naar externe (direct) betrokkenen) Samen met de afdeling Communicatie wordt de verdere communicatie rond SSC ingepast in het totale programma Anders Werken. Ná communicatie rond het programma Anders Werken (incl. het SSC-project) zal er regelmatig naar medewerkers, management en bestuur worden gecommuniceerd o.a. via de Leidse Link en Klapstuk. Bijlagen bij dit aanbiedingsformulier: Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers; Uitgangspunten GMT voor het opstellen van Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen) voor SSC’s; Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers 1 Definitie Onder een SSC (Shared Service Center) wordt in dit besluit verstaan een resultaatverantwoordelijk organisatieonderdeel binnen de rechtspersoon van de gemeente Leiden welke specifiek opgedragen services verleent aan andere operationele eenheden van de gemeente Leiden op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) en tegen een verrekenprijs voor die dienstverlening en in opdracht van en tegen betaling door de andere operationele eenheden ter ondersteuning van de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. 2 Doelstelling 2.1 De invoering van SSC’s dient de volgende doelen te realiseren: 2.1.a 2.1.b 2.1.c 2.1.d 3 Verbetering van de prestatie van de gemeente Leiden middels efficiënt en kwalitatief goede uitvoerende dienstverlening; Verhoging van de efficiency van de uitgevoerde processen, het delen van kennis en data en een betere benutting van mensen en middelen; Verhoging van de kwaliteit van de interne dienstverlening in het gemeentelijke apparaat; Verbetering van de kwaliteit en professionaliteit van de medewerkers van de gemeente Leiden. Opdracht 3.1 De invoering van SSC’s dient, naast de hierna vermelde opdrachten, tevens om condities te creëren voor nieuwe vormen van dienstverlening aan burgers en bedrijven en daarmee verbonden niveaus van dienstverlening. De vormen van dienstverlening en het kwaliteitsniveau daarvan worden bij nader besluit door de Gemeentesecretaris vastgesteld. De met de invoering van SSC’s beoogde kostenbesparing zal moeten bijdragen aan de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente aan burgers en bedrijven zoals die op het moment van ingang van dit besluit bestaat. 3.2 Per … neemt het GMT een besluit over Businessplan(nen) en vervolgens over Implementatieplan(nen); de hieronder genoemde termijnen zijn afhankelijk van het nog op te stellen Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen), en externe advisering. 3.3 Per … zullen alle operationele eenheden de in Businessplan(nen) genoemde processen betrekken van daarvoor binnen de gemeente opgerichte SSC’s, waarbij te verlenen diensten kwantitatief en kwalitatief zijn gespecificeerd in DVO’s. Het opstellen van DVO’s valt onder de verantwoordelijkheid van de Concerndirectie. 4 Bepalingen met betrekking tot de interne besturing 4.1 De integrale verantwoordelijkheid van de leiders van operationele eenheden blijft gehandhaafd. 4.2 De beslissingsbevoegdheid en de bevoegdheid over de beschikking van middelen van de leiders van operationele eenheden worden in die zin gewijzigd dat zij verplicht zijn gebruik te maken van de dienstverlening van de opgerichte SSC’s en dat een omgekeerde bewijslast geldt als een operationele eenheid geen gebruik maakt van een taak uit het SSC, bijvoorbeeld als gevolg van regionalisering. Bij beschikking van de Gemeentesecretaris kan op deze bepaling een ontheffing worden verleend. 4.3 Shared service centers worden bekostigd vanuit de budgetten die voor dienstverlening nodig zijn (zie programmabegroting en productenraming). 4.4 Shared service centers opereren beleidsneutraal. 4.5 Welke diensten een SSC verleent, respectievelijk de ontwikkeling daarvan, en wat de standaard dienstverlening is, wordt besloten door de Concerndirectie of aan een per SSC door de Concerndirectie in te stellen Gebruikersraad die wordt samengesteld uit afnemers van de diensten van het SSC. 4.6 De SSC’s en wat daarmee samenhangt worden zo georganiseerd dat de buurgemeenten daar volledig gebruik van kunnen maken met respect voor het eigen beleid van die buurgemeenten. Buurgemeenten kunnen aansluiten vanaf het moment dat voldoende ervaring met SSC is opgebouwd (globaal ná 1 jaar en evaluatie). De bevoegdheid te besluiten of een SSC ook voor een buurgemeente mag werken berust bij het college van B&W. Per SSC zal nader worden bepaald op welk moment exact deze aansluiting kan plaatsvinden. 4.7 De bevoegdheid te besluiten of een SSC ook voor derden mag werken berust bij het college van B&W. 4.8 De bevoegdheid te besluiten met betrekking tot de rechtsvorm waarin een SSC georganiseerd zal worden berust bij het college van B&W. SSC’s worden in beginsel binnen de rechtspersoon van de gemeente Leiden georganiseerd. 5 5.1 Sociale aspecten Voor medewerkers van de Gemeente die betrokken zijn bij of geraakt worden door overheveling van processen naar SSC’s, geldt het Sociaal Statuut. Uitgangspunten GMT voor het opstellen van Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen) voor SSC’s 1. ICT-infrastructuur ICT-infrastructuur (hardware/software) en semantische standaardisatie zijn cruciale randvoorwaarden en zullen worden gedefinieerd in het implementatieplan. Nota bene: de vraag of er extra infrastructuur nodig is om te komen tot een SSC (bijv. het scannen van foto’s) wordt beantwoord in het Implementatieplan. 2. Standaardisatie Per … maken alle diensten gebruik van de richtlijnen met betrekking tot standaardisatie van ICT, de standaardisatie van administratie en verslaglegging en standaardisatie van dataelementen. 3. Operationaliteit ICT bij de start van de SSC(’s) De voor het functioneren van de nieuwe organisatie benodigde minimale ICT-infrastructuur en gegevensstructuur dient operationeel te zijn vóórdat SSC(‘s) worden ingevuld. De realisatie van deze opdracht is de verantwoordelijkheid van de Directeur ID. 4. Integrale verantwoordelijkheid De integrale verantwoordelijkheid van de leiders van operationele eenheden blijft gehandhaafd. 5. Bekostiging Shared service centers worden bekostigd vanuit de budgetten die je voor je dienstverlening nodig hebt (zie programmabegroting en productenraming). 6. Beleidsneutraliteit Shared service centers opereren beleidsneutraal. 7. Interne verrekenpijs De Concerncontroller zal er voor zorgen dat het GMT op 1 juli 2005 beschikt over een voorstel t.a.v. verrekenprijzen. 8. Communicatie De Gemeentesecretaris zal ná de GMT-conferentie op 25 mei 2005 het programma Anders Werken (incl. het SSC-project) communiceren naar medewerkers en OR. 9. Draagvlak De Dienstdirecteuren zullen ná de GMT-conferentie op 25 mei 2005 het programma Anders Werken (incl. het SSC-project) toelichten aan hun medewerkers en draagvlak creëren binnen hun dienst. 10. Projectvoorstel SSC-FA De Concerncontroller en Coördinator Financiën zullen vóór 29 juni 2005 een projectvoorstel opleveren voor de onderdelen I, II en III en dit voorstel voorzien van een EDP-audit door een onafhankelijk bureau. In dit plan neemt de Concerncontroller de realiteit van de taakstelling mee. De taakstelling voor SSC (exclusief de Financiële Administratie) bedraagt voor 2006 en volgende jaren € 225.000 per jaar; de taakstelling voor de Financiële Administratie bedraagt voor 2006 en volgende jaren € 341.500 per jaar. De totale taakstelling voor het SSC-project voor 2006 en volgende jaren komt hiermee op: € 566.500 per jaar. 11. Wat in het SSC komt Financiële Administratie; ICT; Concernbrede inkoop, exclusief dienstspecifieke werken (wordt in het Businessplan precies aangegeven); Inkoop van schoonmaak; Administratie (o.a. reiskosten, personeelskosten) en beheersmatige P&O taken; nota bene: in het Businessplan worden deze taken precies gedefinieerd; Communicatie; Juridische ondersteuning (in het Businessplan specificeren wat precies en daarbij betrekken de uitkomsten van de “Legal Audit” t.a.v. juridische zaken); Nota bene: Ten aanzien van wat in een SSC komt geldt een omgekeerde bewijslast als een operationele eenheid geen gebruik maakt van een taak uit het SSC, bijv. als gevolg van regionalisering. RAADSAANBIEDINGSFORMULIER Commissie BV REG.NR: 05.0809 Voorstel van Telefoon : Peter van Deventer B&W : 5800 Email : [email protected] Portefeuillehouder : Wim de Boer (s) Datum B&W : 1 juli 2005 Titel: Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers Voorstel: 1. Kennis te nemen van het besluit van B&W om een ontwikkelingskader vast te stellen voor het opzetten van Shared Service Centers Korte inhoud document: Met het vast stellen van het “Ontwikkelingskader voor het succesvol werken met Shared Service Centers” (zie bijlage) stemt B&W in met de volgende uitgangspunten: g) dat een Shared Service Center (SSC) wordt gedefinieerd als een resultaatverantwoordelijk organisatieonderdeel binnen de rechtspersoon van de gemeente Leiden welke specifiek opgedragen services verleent aan andere onderdelen van de gemeente Leiden op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO), ter ondersteuning van de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. h) dat het SSC voorlopig wordt geplaatst onder de Gemeentesecretaris en in de toekomst onder de Concerndirectie. Als er meerdere SSC’s worden opgericht komen deze onder één leidinggevende die rechtstreeks onder de Concerndirectie ressorteert. i) dat beleid en -uitvoering van de ondersteunende taken zullen worden gesplitst, ook voor de lopende en bestaande centralisaties (beleidsneutrale taken): beleid blijft bij de operationele eenheden en uitvoering gaat naar één of meerdere SSC’s. j) dat de volgende taken in ieder geval in één of meerdere SSC’s zullen worden gebracht: financiële administratie; ICT; concernbrede inkoop, exclusief dienstspecifieke werken; inkoop van schoonmaak; personeelsadministratie (o.a. reiskosten, personeelskosten) en beheersmatige P&O taken; communicatie; juridische ondersteuning. In een Businessplan zal voor inkoop, P&O en juridische ondersteuning de taak nader worden gespecificeerd. In overleg met de gemeente Leiderdorp zal worden bezien voor welke taken de gemeente Leiderdorp kan aansluiten bij het SSC Leiden. Soort onderwerp: (I/M/B) Ter kennisname Deadline behandeling raad Financiële consequenties Het opzetten van SSC’s heeft financiële, personele en organisatieconsequenties. Deze consequenties worden concreet benoemd in nog op te stellen Businessplan(nen) en Implementatieplan(nen). De belangrijkste consequenties zijn: Het realiseren van een structurele kostenbesparing van €225.000 per jaar; het realiseren van de taakstelling bij de Financiële Administratie van €341.500 per jaar; totaal €566.500 per jaar. Het investeren in opzetten, invoeren en ontwikkelen van één of meerdere SSC’s (PM); Het opzetten en inrichten volgens het SSC concept heeft direct betrekking op de medewerkers werkzaam vanuit de bovengenoemde taken uit alle bestaande diensten. Commissie: (naam commissie) d.d. (datum commissie) Griffie: par. d.d. Naam: Gemeenteraad Tst 516 d.d. (datum raad) Emailadres: