Provincie Noord-Brabant Notitie Onderwerp Aan Opnieuw agenderen voor de commissie EMG op 9 juli 2004 van het statenvoorstel : Wijziging subsidieverordening personenvervoer Noord-Brabant onderdeel “subsidies voor bedrijfsvervoer”. Hans Zwepink Kopie aan Dr.E. J.Janse de Jonge Ter bespreking in Op 11 juni 2004 heeft de commissie EMG besloten bovengenoemd agendapunt door te schuiven naar een volgende vergadering van de commissie EMG. Meer informatie werd gewenst ten aanzien van de volgende aspecten: 1. het zou gaan om één bedrijf 2. inzicht in marktperspectieven 3. informatie over de stand van zaken mbt de Djopper. Commissie EMG op 9 juli 2004 Datum 17-06-2004 Van Wij verstrekken u hierbij de gevraagde informatie en verzoeken u dit onderwerp te agenderen voor de commissievergadering EMG van 9 juli 2004, zodat vaststelling van de gewijzigde subsidieverordening kan plaatsvinden op 10 september 2004. T.H.Pentinga-Reman Directie EM Telefoon Aspect 1: Het klopt, dat op dit moment nog slechts aan één bedrijf subsidie voor bedrijfsvervoer wordt verleend op basis van de huidige regeling. Dit betekent echter niet, dat slechts één bedrijf in ons vervoergebied geïnteresseerd is in collectieve vervoeroplossingen voor het woon-werkverkeer van hun werknemers. Integendeel, uit het onderzoek “Bereikbaarheid Tilburg-Noord Dongen”van 2001 en het mobiliteitsonderzoek onder bedrijven, gevestigd op het bedrijventerrein Haven I t/m VI te Waalwijk van maart 2003 is gebleken, dat bedrijven geïnteresseerd zijn in openbaar vervoer op maat ( zoals de Djopper of de Company-liner) en in bedrijfsvervoer. In totaal gaat het hier om een groep van circa tien geïnteresseerde bedrijven in de regio Tilburg en om circa 20 bedrijven op het genoemde bedrijventerrein in Waalwijk. Uit marktgesprekken is gebleken, dat deze geïnteresserde bedrijven pas tot implementatie van collectieve vervoeroplossingen kunnen worden overgehaald, indien de kosten per werknemer voor hen ongeveer gelijk zijn aan de kosten van een OV-abonnement voor die werknemer en zij de organsatie van het bedrijfsvervoer uit handen kunnen geven. Onder het regime van de huidige subsidieregeling bedrijfsvervoer zijn de kosten voor de werkgever erg hoog. De voorgestelde regeling voorziet in een hogere overheidssubsidie per werknemer, waardoor de kosten voor de werkgever vergelijkbaar worden met die van openbaar vervoeroplossingen (zoals de Djopper). Bovendien wordt de organisatie van het collectief werknemers vervoer voor bedrijven in Noord-Brabant gemakkelijker doordat er de afgelopen tijd organisaties van Parkmanagement op de bedrijventerreinen zijn ontstaan en het beheer van het vervoer kan worden uitbesteed aan specifiek deskundige commerciële bedrijven, die door verregaande automatisering dergelijk beheer tegen een aantrekkelijke prijs kunnen aanbieden. Het voormalige door ons gesubsidieerde VCC beschikte niet over die expertise. (073) 68 12708 Paraaf Bureauhoofd Aspect 2: Inzicht in de marktperspectieven. Afdelingshoofd 1/1 Bij de behandeling van het eerste aspect hierboven is hierop al kort ingegaan. Naast het hierboven aangehaalde onderzoek blijkt ook uit andere informatie, dat er sprake is van interesse voor producten zoals de Djopper en bedrijfsvervoer. Dit is gebleken uit gesprekken met de heer van Berlo (voormalig medewerker van het VCC Noord-Brbant en voormalig voorzitter van Vervoermanagement Nederland) en met de heer J.Senders, directeur van TC&O, een commerciele onderneming, die in geheel Nederland bedrijven ondersteunt bij de implementatie van collectief vervoer. Heel concreet geeft laatstgenoemde aan, dat de huidige subsidieregeling bedrijfsvervoer van de Provincie Noord-Brabant en vergelijkbare regelingen van andere Provincies niet tot succes hebben geleid om de volgende redenen: Het subsidiebedrag was te laag waardoor het voor bedrijven niet interessant was. Gevolg was dat de subsidie alleen werd aangevraagd door bedrijven die zelf al besloten vervoer hadden geregeld. Er was voor bedrijven die overwogen om tot dit vervoer over te gaan te weinig prikkel; De regeling vergde een grote administratieve belasting bij de bedrijven; Er waren geen organisaties die het vervoer voor de bedrijven regelden; Parkmanagement op bedrijvenparken werd nog niet toegepast. Vanuit de aktiviteiten die TC&O ontwikkelt, is er nu al in Noord-Brabant marktperspectief voor een betaalbaar, goed georganiseerd bedrijfsvervoer bij: Parkmanagement Waalwijk, het bedrijventerrein HAVEN; Amphia Ziekenhuis te Breda/Oosterhout; AVANS Hogeschool Breda, Tilburg, den Bosch. De conclusie is, dat er marktperspectief is voor een betaalbaar, goed georganiseerd collectief vervoer. De voorgestelde regeling kan hierin voorzien. Aspect 3:Informatie over de Djopper: Op 15 juni 2004 is het pilotproject “Collectief vervoer voor bedrijventerreinen in Tilburg-Noord en Dongen”tussentijds geêvalueerd. In het kader van dat project betreft dat de openbaar vervoer producten “Company-liner en Djopper”. Binnen dat project worden vier Djoppers ingezet voor bedrijf Coca-Cola. Een enquête onder de werkgever en werknemers van Coca-Cola heeft uitgewezen, dat de klanttevredenheid groot is en dat het model overdraagbaar is naar andere bedrijventerreinen. Binnen het pilot project zal op korte termijn de Djopper ook gaan rijden voor personeel van Fuji en wellicht ook voor de firma Borstlap. Buiten het projectgebied wordt de Djopper ingezet voor DAF (SRE) en zijn er gevorderde plannen voor invoering bij de Gemeente Tilburg, Provincie Noord-Brabant en op de bedrijventerreincombinatie de Rietvelden/De Vutter in den Bosch. De uitrol van de Djopper is minder snel verlopen dan wij op basis van marktindicaties hadden verwacht door een aantal oorzaken. Enkele daarvan zijn: de financiële problematiek in de streekvervoerconcessies Oostelijk- en Westelijk Noord-Brabant, aanvankelijke problemen met de fiscus inzake teruggave van BPM en de strategische keuze van de BBA om hun financiële risico’s te minimaliseren. 2/3 Het in de markt zetten van bedrijfsvervoer volgens de voorgestelde nieuwe regeling naast de Djopper heeft zowel voordelen voor de overheid als voor de consument. De consument ( lees werkgevers en werknemers) krijgt keuzemogelijkheden tussen adequate en qua kosten vergelijkbare vervoeroplossingen voor het woon-werkverkeer. Hierdoor wordt de BBA bij de marketing van de Djopper ook geprikkeld om het product laagdrempeliger te maken en aantrekkelijk te houden. Voor de overheid is het volgende van belang: De beleidseffecten van beide vervoersystemen zijn gelijk, terwijl de subsidie-intensiteit van bedrijfsvervoer circa een factor drie lager is dan die bij openbaar vervoer, zoals de Djopper. Bovendien is bedrijfsvervoer een vorm van besloten vervoer; dat betekent dat geen openbaar vervoer concessie nodig is en dus geen dienstregelingen, tarieven etc hoeven worden vastgesteld. De nieuwe regeling bedrijfsvervoer is een belangrijk instrument om congestie tegen te gaan en bevordert de bereikbaarheid van bedrijventerreinen in de verstedelijkte regio’s in Brabant. Dit belang speelt des te meer omdat wij vanaf 1 januari 2004 ook de vervoersautoriteit zijn in Breda, Tilburg en den Bosch. 3/3