Recente boeken over internationale veiligheid en militair leiderschap

advertisement
Recente boeken over internationale
veiligheid en militair leiderschap
Deze rubriek staat onder redactie van Joris Kreutzer
Michael P. Colaresi
Democracy Declassified: The Secrecy Dilemma in National Security
New York: Oxford University Press, 2014, 400 blz.; € 25,50
ISBN: 978-0-1993-8977-3
Om orde en veiligheid te bewaren, moet een democratisch gekozen regering soms bepaalde
informatie geheim houden voor het eigen volk. Dit lijkt in schril contrast te staan met de beginselen
van transparantie en aansprakelijkheid. Het afschermen van bepaalde informatie heeft in het
verleden echter grote politieke en militaire successen opgeleverd, onder andere tijdens de Tweede
Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Hier staat tegenover dat ongelimiteerde bevoegdheid van
overheden om te bepalen welke informatie geheim is, mede geleid heeft tot excessen: te denken
valt aan het Watergate-schandaal, en het op grote schaal afluisteren van de eigen burgers door de
Verenigde Staten en andere landen met een democratische staatsinrichting.
In zijn boek onderzoekt de Amerikaanse hoogleraar politicologie Michael P. Colaresi hoe overheden
van democratische landen met dit geheimhoudingsdilemma omgaan. Geheimhouding is soms
noodzakelijk, maar zodra een overheid besluit bepaalde informatie af te schermen voor potentiële
vijanden verliest het eigen volk het zicht op deze informatie. Burgers moeten er dan maar op
vertrouwen dat de geheimhouding echt het landsbelang dient en niet misbruikt wordt om corruptie
of incompetentie te maskeren. Te veel geheimhouding ondermijnt zowel het vertrouwen van burgers
in hun eigen regeringen als het vermogen van burgers hun gekozen leiders te controleren en af te
rekenen op hun daden.
Colaresi stelt dat het noodzakelijk is een goede balans te vinden (en te behouden) tussen
geheimhouding en transparantie. Daartoe zijn wetten nodig die openbaarmaking van besluitvorming
van een bepaalde politieke termijn mogelijk maken. Voorts moet er sprake zijn van persvrijheid en
moeten er onafhankelijke instituties bestaan die wél toegang hebben tot de geheime informatie en
streng toezicht kunnen houden om misbruik te voorkomen en de burgerbevolking gerust te stellen.
Tony Zinni & Tony Koltz
Before the First Shots are Fired: How America Can Win Or Lose Off The Battlefield
New York: Palgrave Macmillan, 2014; 256 blz.; € 22,50
ISBN: 978-1-1372-7938-5
Tijdens een groot deel van de 20ste eeuw zijn de Verenigde Staten de facto de mondiale politie
geweest, waarbij het Amerikaanse militaire apparaat werd ingezet om de westerse ideologie, zijn
bondgenoten en de eigen nationale veiligheid te verdedigen. De vraag is of militaire actie daarvoor
wel steeds het meest geschikte middel is en of het militaire apparaat wel altijd op de goede manier
gebruikt wordt. De Amerikaanse generaal b.d. Tony Zinni maakt in het boek Before the First Shots
are Fired gebruik van zijn ervaringen in Vietnam, Somalië en de Filipijnen.
1
Clingendael Internationale Spectator JANUARI 2015
NIEUW VERSCHENEN
Op basis van zijn analyse van de inzet van het militaire apparaat doet Zinni een aantal aanbevelingen
om het Amerikaanse leger toekomstbestendig te maken. Ten eerste moeten planners in het
Pentagon veel meer rekening houden met onvoorspelbaarheid. Nagenoeg alle recente Amerikaanse
militaire acties hadden namelijk onvoorspelbare en ongewenste gevolgen. Ten tweede moeten
politieke leiders verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen die hun beslissingen hebben
voor een operatie. Ten derde moet het besef doordringen dat woorden en ideeën net zo belangrijk
zijn voor het winnen van hedendaagse conflicten als kogels en tanks. Zinni’s vierde en laatste
aanbeveling is dat er aanmerkelijk meer geld aan ontwikkelingshulp zou moeten worden besteed.
Christopher L. Elliot
High Command: British Military Leadership in the Iraq and Afghanistan Wars
Londen: Hurst & Co Publishers, 2015; 288 blz.; € 32,=
ISBN: 978-1-8490-4460-8
Groot-Brittannië was de belangrijkste en meest trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten in de
oorlogen in Afghanistan vanaf 2001 en Irak vanaf 2003. Beide oorlogen waren van het soort waarbij
een duidelijke overwinning lastig te bepalen is, en voor beide bestond weinig steun onder het Britse
volk. De regeringen van Tony Blair en Gordon Brown werden voor deze oorlogen verantwoordelijk
gehouden – en betaalden hiervoor de politieke prijs. Maar ook de rollen die de top van het Britse
leger en het ministerie van Defensie hebben gespeeld, dienen onderzocht te worden. Critici stellen
dat het leger geplaagd werd door vele interne rivaliteiten en een disfunctionele legertop, maar
volgens Christopher L. Elliot, schrijver van High Command, is de waarheid niet zo eenvoudig.
De Brit Elliot, generaal-majoor b.d., onderzoekt in zijn boek de omstandigheden die hebben geleid
tot de Britse deelname aan deze oorlogen en de rol die het ministerie van Defensie hierin heeft
gespeeld. Volgens Elliot waren de chefs van de diverse defensiestaven voortdurend met elkaar in
concurrentie, door een systeem dat rivaliteit aanmoedigde en waarbij verantwoordelijkheden diffuus
waren. Daar komt nog bij dat het ministerie zich concentreerde op het zo goed mogelijk uitvoeren
van de gevraagde taken, in plaats van zich af te vragen of de taken wel praktisch uitvoerbaar
waren. Het ministerie voerde niet altijd de regie; soms was de mening van een onervaren tactische
commandant meer bepalend voor de strategie. De missies in Afghanistan en Irak waren al zeer
lastig, maar door de zwakke rol van het ministerie van Defensie is er meer geblunderd dan nodig
was geweest.
Joris Kreutzer is afgestudeerd in militaire geschiedenis en werkt thans
bij Aegon Bank.
2
Clingendael Internationale Spectator JANUARI 2015
Zinni onderzoekt, samen met co-auteur Tony Koltz, allerlei facetten van de inzet van het
Amerikaanse leger. Zo analyseert hij de relatie tussen de uitvoerende macht in het Witte Huis en
het militaire apparaat in het Pentagon, beschrijft hij de momenten waarop de militaire top faalde,
de uitdagingen waar de Verenigde Staten voor stonden in coalitieverband en schetst hij hoe er
werd samengewerkt met de VN en de NAVO. Zinni vraagt speciale aandacht voor de afstand die er
bestaat tussen jonge officieren die zich op het strijdtoneel begeven en oudere officieren die zich
achter een bureau bezighouden met plannen, en wijdt uit over de rol van special forces en drones.
Download