Gezondheid, sport en voeding voor het 5-jarig kind Evaluatie van het stroomschema voeding en beweging Samenvatting Het verbinden van de jeugdarts, de doktersassistente, de sportbuurtcoach en de diëtist is een logische stap in de aandacht voor het stimuleren van evenwichtige voeding en voldoende beweging bij het 5-jarig kind. Op 5-jarige leeftijd hebben kleine veranderingen in motoriek en voeding een relatief groot effect. In de gemeente Schagen is een pilot gestart. Om de verbindingen tussen de professionals en hun taken en verantwoordelijkheden inzichtelijk te maken is een stroomschema ontwikkeld (zie bijlage 1). In het stroomschema heeft de jeugdarts een centrale positie, gezien haar centrale rol in het signaleren en doorverwijzen. De uitvoering van de pilot vond plaats in Schagen in de maanden september, oktober en november 2011. De pilotgroep waren de kinderen van twee basisscholen in Schagen (de Vogelweid en de Ark) die geboren zijn in 2006 en hun ouders. De resultaten betreffen: - jeugdarts is door de pilot op de hoogte van beweeg- en voedingsgedrag van kind vóór de start van het 5jarigen PGO; - jeugdarts ervaart ondersteuning bij advies en doorverwijzing op het gebied van voeding en beweging; - jeugdarts verwijst gerichter door naar bestaand sportaanbod en (voor ouders bekende) diëtist; - jeugdarts ervaart meer tijd binnen PGO (voeding en beweging is voldoende behandeld, meer tijd voor andere thema’s ). - voedingsconsulten van diëtist met ouders werken gericht en leveren adviezen op maat op. - voedingsconsulten met ouders over voeding leverden 34 voedingsadviezen op bij 37 gesprekken; - sportbuurtcoach mag motorisch onderzoek van 5-jarigen van jeugdarts overnemen, mits jeugdarts toestemming geeft; (bron: igz) - door de communicatie tussen jeugdarts en sportbuurtcoach kent de jeugdarts het bestaand sportaanbod en verwijst hier gerichter naar door. Conclusies betreffen: - Advies voor pilot op grotere schaal, in Schagen, Hoorn, Alkmaar en andere gemeenten; - Bij een volgend evaluatieonderzoek ook ouders betrekken; - Advies tot onderzoek naar effectiviteit van het stroomschema; 1. Inleiding De GGD nodigt kinderen van 5 jaar en hun ouders uit voor een periodiek geneeskundig onderzoek (PGO) bij de jeugdarts en doktersassistente. Tijdens dit onderzoek wordt nagegaan of het kind gezond is, hoe het zich ontwikkelt en of het zich prettig voelt. Het kind wordt ook lichamelijk onderzocht. Zo worden de ogen en oren nagekeken, het gewicht en de lengte bepaald en er wordt een motorisch onderzoek verricht. In de meeste gemeenten is een zogenaamde sportbuurtcoach actief. Gemeenten kunnen subsidie aanvragen voor de inzet van sportbuurtcoachen. In dit project hebben we de sportbuurtcoach ingezet als vakdocent lichamelijke oefening die op schol de kinderen van 2006 motorisch onderzoekt. Hij/zij signaleert bewegingsachterstanden, verwijst naar sport- en beweegaanbod en doordat hij kinderen kent valt hem/ haar ook verwaarlozing of mishandeling op. Verder verzorgt hij/zij het naschools sportaanbod en is hij/zij een verbindende factor naar sportverenigingen. In de door ons gekozen opzet werken de sportbuurtcoachen veel met kinderen en hij/ zij kent ze goed. De sportbuurtcoachen kunnen in dienst zijn van gemeente, Sportservicebureaus of als vakdocent lichamelijke opvoeding op de basisschool. zijn ook andere 1 mogelijkheden om dit project met sportbuurtcoachen uit te voeren (zie beweegmanagement Sportservice Noord-Holland). De diëtist is expert op het gebied van voeding, gedrag en gezonde eetgewoonten. De diëtist beheerst technieken (motivational interviewing) om voeding en gedrag te signaleren en evenwichtige voeding te stimuleren. Na doorvragen blijkt ongeveer iedere ouder met een 5-jarig kind een vraag over voeding van het kind te hebben. Dit betreft onderwerpen als warm eten, fruit- en groenten eten, tussendoortjes en gezoete dranken. Over het algemeen komen ouders bij een diëtist als een kind problemen ervaart met voeding of het gewicht van het kind. Daarbij geven ouders aan een drempel om naar de diëtist te ervaren. Een gesprek voor alle ouders van kinderen van 5-jarige leeftijd is toegankelijk en stimuleert en helpt ouders te kiezen voor evenwichtige voeding binnen het gezin. Het verbinden van de jeugdarts, de doktersassistente, de sportbuurtcoach en de diëtist is een logische stap in de aandacht voor het stimuleren van evenwichtige voeding en voldoende beweging. Hiervoor is een pilot uitgezet in de gemeente Schagen. Om de verbindingen tussen de professionals en hun taken en verantwoordelijkheden inzichtelijk te maken is een stroomschema ontwikkeld (zie bijlage 1). In het stroomschema heeft de jeugdarts een centrale positie, gezien haar centrale rol in het signaleren en doorverwijzen. Dit verslag beschrijft de evaluatie. Achtereenvolgens beschrijft dit stuk de uitvoering, de opzet van de evaluatie en uitkomsten en sluit af met een conclusie. In de samenvatting staan de belangrijkste resultaten en conclusie op een rij. 2. Uitvoering van de pilot De uitvoering van de pilot vond plaats in Schagen in de maanden september, oktober en november 2011. De pilotgroep waren de kinderen van twee basisscholen in Schagen (de Vogelweid en de Ark) die geboren zijn in 2006 en hun ouders. De organisatie rondom de pilot lag in handen van een projectgroep. In de projectgroep zijn een jeugdarts, sportbuurtcoach, hoofd Sportservicepunt Schagen, een diëtist en een manager dietetiek betrokken. Een beleidsmedewerker gezondheidsbevordering leidde de pilot. De uitvoering verliep als volgt. Ouders met een kind op de Vogelweid of de Ark, geboren in 2006, ontvingen een uitnodiging voor het 5-jarigen PGO bij de jeugdarts. Hierin werd de pilot toegelicht en werd de ouders gevraagd te tekenen voor uitwisselingen van de gegevens tussen de jeugdarts, sportbuurtcoach en diëtist. Op school vond vóór het PGO een motorisch onderzoek plaats uitgevoerd door de sportbuurtcoach. De gegevens werden per mail naar de jeugdarts gestuurd. Het PGO vond enige tijd erna plaats op de GGD, locatie Grotewallerweg te Schagen. Op het moment dat het kind onderzoek door de doktersassistent plaatsvond (oa meten en wegen) ontving de diëtist de ouder voor een voedingsconsult. De informatie die van belang is voor de jeugdarts werd onmiddellijk na het gesprek naar de jeugdarts gemaild. Na het bezoek aan de doktersassistent en de diëtist bezochten ouder en kind de jeugdarts. 3. Opzet van de evaluatie Voor de evaluatie van de pilot is gekeken naar verloop en bereik (signalen, adviezen, opkomst), en proces binnen de projectgroep. Voor de bereikmeting vulde iedereen een individuele vragenlijst (zie bijlage 2) en werd tijdens een projectgroepbijeenkomst de uitkomsten besproken. Voor de procesevaluatie maakte de projectgroep gebruik van de HKZ-format ‘procesevaluatie’ van gezondheidsbevordering. De procesevaluatie werd individueel ingevuld en in teamverband besproken. De uitkomsten van de evaluatie zijn in de projectgroep besproken. 4. Uitkomsten van de evaluatie De uitkomsten van de evaluatie betreft twee delen 1. de verloop- en bereikmeting 2. de procesevaluatie 2 4.1 Het verloop en het bereik van de pilot In totaal betrof het 37 kinderen en hun ouders. Van de Vogelweid betrof het 26 (van de 30) kinderen en hun ouders. Van de Ark betrof het 11 (van de 15) kinderen. Het opkomstpercentage van de Vogelweid is 86,7%. Het opkomstpercentage van de Ark is 73,3%. Dit is een normale opkomst gezien het feit dat er nog PGO’s gepland worden in de loop van het jaar. De jeugdarts Nadat de doktersassistent het kind heeft onderzocht (onder andere meten en wegen) voert de jeugdarts het PGO uit. Nadat het toestemmingsformulier is ondertekend, opent de jeugdarts de bestanden met informatie van de sportbuurtcoach en de diëtist. De jeugdarts geeft aan dat ze de extra informatie verrijkend vindt. Het motorisch onderzoek levert de jeugdarts handvatten en extra en ondersteunende informatie aan over de motoriek van het kind. De jeugdarts geeft aan dat dit haar sterkt in haar eigen motorische onderzoek en de conclusies hierover. Het gesprek over voeding draagt bij aan het PGO, want het onderwerp is met de diëtist uitvoerig en op maat besproken. De jeugdarts geeft aan dat het haar ontlast , want ouders geven de jeugdarts aan dat alles over dit onderwerp besproken is en dat ze geen vragen meer hebben. De jeugdarts geeft verder aan dat bij navraag bleek dat de ouders de gesprekken met de diëtist prima, goed en/of nuttig vonden. De jeugdarts geeft tot slot aan dat tijdens het consult diëtetiek het onderwerp voeding en voedingsgedrag veel meer de diepte in gaat tijd en meer thema’s bestrijkt. Dit komt door de beschikbare tijd, de kennis over voeding en de voedingsgerichte gesprekstechnieken. Tijdens de pilot werken jeugdarts en diëtist gekoppeld. Het is van belang dat de jeugdarts tijdig de beschikking heeft over het toestemmingsformulier van de ouder en de gegevens van de diëtist. Zo kan de arts zich inlezen voor ouder(s) en kind binnen komen. Om de doorstroming van de informatie te bevorderen heeft de projectgroep de volgende ideeën. 1. De doktersassistente levert het privacy-formulier eerder aan, bijvoorbeeld vóór het onderzoek door de doktersassistente. 2. De jeugdarts neemt één of enkele minuten de tijd voor het doorlezen van het dossier en informatie tussen twee PGO’s in. 3. De jeugdarts geeft aan dat ze ervaart dat ze de informatie van de diëtist en sportbuurtcoach gebruikt in het consult. De tijd tijdens het PGO kan de arts gebruiken voor andere onderwerpen. Bij navraag blijkt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) het goedkeurt als de sportbuurtcoach het motorische onderzoek uitvoert, mits de functionaris hiervoor geschoold is en de jeugdarts dit goedkeurt. De diëtist De diëtist vindt het voedingsconsult met de ouders goed verlopen. De gesprekken verlopen vlot en gemakkelijk. De diëtist geeft aan dat ze binnen de pilot geen enkele weerstand van ouders ervaart. De gesprekken verlopen inhoudelijk prima, zo geeft de diëtist aan. Na enkele tactische openingszinnen loopt het gesprek vanzelf. De diëtist geeft aan dat ze hierdoor niet hoeft te werken met het doornemen van het dagelijks voedingspatroon (anamnese). De gespreksonderwerpen zijn ontbijten, tussendoortjes, gezoete dranken, fruit en groeten en voedingsgedrag. Tijdens de pilot zijn ouders van kinderen met een gezond gewicht op gesprek gekomen. De vraag leeft bij de diëtist hoe een ouder met een te zwaar kind reageert op het voedingsconsult. Dit aandachtpunt wordt meegenomen in het vervolgtraject. In schema 4.1 op pagina 4staat een overzicht van de signalen die tijdens de voedingsconsult zijn doorgestuurd naar de jeugdarts. 3 Item Ontbijten Aantal 3 Tussendoortjes Fruit en groente Gezoete dranken 2 4 Broodbeleg Warme maaltijd 1 4 Overig 6 Totaal 20 Opmerkingen Met tv aan ontbijten; niet ontbijten Nemen light, dat is niet nodig: minder gezoete dranken nemen Onvoldoende groenten; treuzelen Onvoldoende melkproducten; vaak diaree; obstipatie Schema 4.1 signalen van dietist naar jeugdarts Een overzicht van de adviezen dat die de diëtist tijdens de pilot aan de ouders heeft gegeven staat in het schema hieronder Item Ontbijten Aantal 2 Tussendoortjes 3 Fruit en groente 4 Gezoete dranken 8 Broodbeleg Warme maaltijd 1 6 Overig 10 Totaal 34 Opmerkingen -eerder slapen, vroeger opstaan: tijd voor ontbijt Geef extra rauwkost i.p.v soepstengel - vast fruitmoment - fruit i.p.v vruchtensap - geef meer fruit en groente - geen light geven - minder suikerrijke dranken - geef gewone melk of yoghurtdrank i.p.v. optimel. - geef melk i.p.v. vruchtensap -vleesgebruik aan de hoge kant - bespreken belonen en compenseren voor niet warm eten - hoeveelheden - melk drinken - gezonde traktaties - ander brood gebruiken Schema 4.2 adviezen van dietist aan ouder De Sportbuurtcoach Het meten van de motoriek onder 5 jarigen is voor sportbuurtcoachsen hun reguliere werk. Nieuw is het invoeren van de uitkomsten van de motorische metingen in een Excell bestand die voor de overdracht naar de jeugdarts gemaakt is. Het kost enige moeite om alle functionarissen het formulier op dezelfde manier in te laten vullen. Een korte instructie lost dit probleem op. Vanaf dat moment verloopt de communicatie naar de jeugdarts vloeiend. De sportbuurtcoach heeft 7 keer het advies voor extra bewegingsonderwijs voor kinderen met een motorische achterstand en/of overgewicht gegeven (in Schagen heet het clubxtra) doorgegeven aan de jeugdarts. Dit signaal is zowel naar de jeugdarts als naar de ouder gegaan. Tot slot geeft de sportbuurtcoach aan graag een folder, een kaart of een briefje met beweegtips te willen opstellen, zodat de jeugdarts deze kan uitdelen. De diëtist sluit zich hierbij aan. 4 4.2 Procesevaluatie De procesevaluatie gaat over de werkwijze, de taakverdeling en de middelen van de projectgroep. Ook bespreekt het succesfactoren, knelpunten en de oplossingen voor knelpunten. Volgens de projectgroepleden is de samenstelling van de projectgroep compleet en de taakverdeling helder. Binnen de projectgroep zijn taken verdeeld onder de aanwezige disciplines, dat draagt bij aan een heldere taakverdeling. De projectgroepleden hebben hun taak naar tevredenheid uitgevoerd. De projectgroep is regelmatig bij elkaar gekomen en communiceerde tussendoor per mail. Zo zijn kleine problemen gemakkelijk opgelost. De tijdsinvestering komt overeen met de inschatting. Een pilot kost relatief veel tijd, vanwege de overleggen en op te bouwen structuren. Afspraken voor PGO’s worden afgezegd en ouders komen niet opdagen, dit maakt het efficiënt werken tijdens de dagen nog niet gemakkelijk. Een dag met aaneengesloten PGO’s en voedingsconsulten vergroot de efficiency. De projectleider heeft meer tijd geïnvesteerd dan van te voren geschat. Dit komt onder andere door de communicatie met betrokkenen buiten de projectgroep en de verwerking van de evaluatie. De begroting komt overeen met de werkelijke uitgaven. Succesfactoren van deze pilot zijn volgens de projectgroep: - het gekoppeld werken (jeugdarts en diëtist werken naast elkaar). De fysieke aanwezigheid maakt doorgeleiding gemakkelijk; - de voorbereidende brief. Ouders waren goed geïnformeerd. - het toestemmingsformulier. Alle ouders tekenden het toestemmingsformulier, het leek een vanzelfsprekendheid. Hierdoor verliep de informatie-uitwisseling gemakkelijk; - de samenwerking binnen de projectgroep. De professionele samenwerking , de helderheid in taken en de betrokkenheid van de projectgroepleden draagt bij aan het succes van de pilot. Belemmerende factoren zijn tijdens het pilotproject opgelost. Voor het invullen van de excellformulieren heeft de sportbuurtcoach extra ondersteuning geboden aan de collega’s. De ruimte tussen de consulten vulde de diëtist met ander werk. Zolang nog niet bekend was dat de IGZ de uitvoering van de motorische testen door de sportbuurtcoach goedkeurde, voerden de jeugdarts en de sportbuurtcoach ze beiden uit. Tips voor verbetering zijn informatiematerialen over voeding en beweging (over Clubxtra, beweeg- en voedingstips), een moment creëren voor het lezen van binnengekomen van informatie voor de jeugdarts en de diëtist. 5 Bijlage 1: stroomschema voeding en beweging voor het 5-jarig kind Stroomschema ‘voeding en beweging voor het 5-jarig kind’ Vóór PGO Motorisch consult 5jarigen Bewegingsconsult (combinatiefunctieonaris) basisschool Sociaal motorisch consult IB-er Basisschool Preventief Geneeskundig Onderzoek Voedingsconsult Diëtist (Nabij) GGD Doorverwijzing Extra consult jeugdarts Psycholoog Meten en wegen Doktersassistent GGD PGO 5-jarigen jeugdarts GGD (kinder) fysiotherapeut Bewegingsconsulent (sport- en bewegingsaanbod) Diëtist Huisarts Kinderarts Legenda Blauw = Wat? Rood = wie? Groen = waar 6 Toelichting stroomschema Het stroomschema betreft een weergave van de verbindingen rondom het thema ‘beweging en voeding’ rondom het preventief geneeskundig onderzoek (PGO) van de jeugdarts. In het stroomschema heeft de jeugdarts een centrale positie. Ze is de verbindende schakel tussen de informatie en het doorverwijzen. De andere disciplines vervullen een ondersteunende rol. Jeugdarts De GGD nodigt alle (ca) 5-jarigen uit voor een onderzoek door de jeugdarts en doktersassistente. Er wordt gekeken naar lengte, gewicht, ogen, oren, houding, motoriek, spraak- en taalontwikkeling. Dit onderzoek vindt plaats op de GGD of op de school. De jeugdarts verwijst door naar de (kinder)arts, diëtist, (kinder)fysiotherapeut en het sport- en beweegaanbod van de sportbuurtcoach indien hier reden toe is. Doktersassistent De doktersassistent assisteert, ondersteunt en adviseert de jeugdarts. Het meten en wegen van het kind wordt uitgevoerd door de doktersassistent. Sportbuurtcoach De sportbuurtcoach is een functie ondergebracht bij Sportservice die als doel heeft de samenhang tussen (brede) scholen, sportverenigingen en het sport- en beweegaanbod vorm te geven. Het zijn bijvoorbeeld vakdocenten gym die ook naschoolde beweegactiviteiten organiseren. De sportbuurtcoach coördineert het motorisch consult (en voert het fysieke gedeelte uit) voor iedere 5-jarige op de basisschool. IB-er De IB-er is de intern begeleider van een basisschool. De interne begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg, na- en bijscholing van het team, gestalte geven aan de onderwijsvisie en het uitzetten van lijnen met betrekking tot de pedagogische en didactische aanpak binnen de school. De IB-er voert het sociaal motorisch consult (de sociale ontwikkeling in relatie tot zijn/ haar motoriek) uit bij 5-jarige en overlegt met en adviseert de sportbuurtcoach hierover. Diëtist De diëtist verzorgt een individueel consult voor ouders over het thema ‘evenwichtige voeding binnen het gezin’ voorafgaand aan het PGO. Dit consult is een tweezijdig gesprek waar ouders in de gelegenheid worden gesteld vragen te stellen. Verder komen onder andere de onderwerpen tussendoortjes, gezoete dranken, gezonde vetten, proporties en eetmomenten naar voren. Organisatie De ouders van de 5-jarige ontvangen een uitnodiging voor het 5-jarigen consult bij de jeugdarts. Hierin wordt de procedure toegelicht en wordt de ouders gevraagd te tekenen voor uitwisselingen van de gegevens tussen de jeugdarts, sportbuurtcoach en diëtist. Allereerst vindt een motorisch onderzoek plaats op de basisschool. De sportbuurtcoach coördineert en registreert de uitkomsten van dit onderzoek. Enige tijd daarna vindt het 5-jarigen onderzoek plaats. De ouder bezoekt allereerst de diëtist. De informatie van de diëtist en de sportbuurtcoach wordt naar de jeugdarts gemaild. Het 5-jarige kind wordt gemeten en/ of gewogen en daarna bezoeken ouder en kind de jeugdarts. De jeugdarts voert haar onderzoeken uit en heeft tevens beschikking over de informatie uit het motorisch- en voedingsconsult. De jeugdarts heeft een beslissende rol, adviseert de ouder en het kind en verwijst indien nodig door naar de (eerstelijns)zorg. Opmerkingen 7 - de regie ligt bij de arts, de anderen assisteren en adviseren - gezondheid (voeding, beweging, motoriek) van het kind staat centraal - de communicatie gaat pre mail en korte bespreking eind van de dag - maatwerk is mogelijk per school - JGZ stelt aangepaste brief op - met inachtnemening van privacy dmv brief en ondertekening door ouders - schoolbesturen worden ingelicht tijdens directeurenoverleg na de zomervakantie - begroting opgesteld voor extra inzet doktersassistente en arts 8