zelfstudietaak-h6_middenveld_eh_sl_151013_modelantwoord

advertisement
Zelfstudietaak H6_1 maatschappelijk middenveld
ZELFSTUDIETAAK H6-1
Standaardoplossing BB
1. Wat bedoelen wij (in sociologie) met een ‘maatschappelijk middenveld’?
2. Hoe is een verzuild middenveld ontstaan in België (context secularisering: kerk
en staat ….).
3. Kunnen wij vandaag cultureel en structureel nog spreken van een ‘verzuild’
middenveld?
4. Is zo’n middenveld efficiënt in een postmoderne verzorgingsstaat, als de
traditionele partijen verschrompelen en een nieuwe formatie in beeld komt
(NVA)?
1. HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD (VANUIT SOCIOLOGIE / ‘sociological
imagination’)
Wij hebben het sociologische concept ‘maatschappelijke middenveld’ (‘la société
civile’, ‘the civil society’) omschreven als de sociale en culturele organisaties of
verenigingen die zich bevinden tussen het ‘individu’ en de ‘staat’. Ze streven geen strikt
politieke doeleinden na, maar zijn meestal bedoeld voor belangenverdediging (vrouwen
(vrouwenraad), werknemers in vakbonden, burgers in politieke partijen etc.) of voor
maatschappelijke issues (het milieu, mobiliteit ‘zwakke’ weggegebruiker etc.).
De wederopbouw van België als ‘natie’ dat een verwoeste samenleving was na WO2
(ook getypeerd als Vaderland met concepten, zoals het ‘Vaderlandslied’, de vlag of
driekleur, het nationaal voetbalteam ‘Rode Duivels’ …(als symbolen = cultuur of
collectieve identiteit)) beoogde een herdefiniëring van de samenleving. Sinds de 2de
wereldoorlog werd een ‘verzorgingsstaat’ als model politiek gecreëerd. Illustraties van
het middenveld zijn:


Het burgerrecht op werkloosheidsverzekering (‘Ghent’ systeem) en dus hoge
syndicalisatiegraad, ongeveer 52%, wat hoog is comparatief binnen de EU bekeken,
de ziekteverzekering (mutualiteiten) ... De Hulpkas (staat) keert slechts aan 10% van
de werklozen uitkeringen uit.
Zo typeert België zich (nog steeds) met een verzuild middenveld, dat diverse taken
uitvoert in onderaanneming van de overheid en dit van de ‘wieg’ tot het ‘graf’ (of
‘crematie’). Zo betalen gekeurde (verzuilde) vakbonden 90% van de werkloosheidsuitkeringen uit, gekeurde (verzuilde) mutualiteiten ziekte-uitkeringen … etc. Op zich
geeft dit een concurrentiedruk als ‘service’ organisaties (4% kosten, bij de overheid is
dit 15%). En dit terwijl het (traditionele) politieke veld (CD&V, Spa en VLD = oude
zuilen) lager scoort binnen de politieke verkiezingen (ondanks naamveranderingen:
bv. van BSP naar SPA-a, of CVP naar CD&V, of PVV naar (open) VLD in termen van
‘marketingcommunicatie’). De traditionele partijen verliezen aan belangstelling in de
politieke verkiezingen, in vergelijking met de voorgaande verkiezingen, terwijl de
1
Zelfstudietaak H6_1 maatschappelijk middenveld
klassieke vakbonden belangrijke functies vervullen voor de bevolking en relatief veel
leden tellen (52% in België, en rond 10 à 15% in naburige landen). Dus
merkwaardig. En een paradox?
Kortom een middenveld binnen een samenleving zijn allerlei organisaties tussen
‘Burger’ en ‘Staat’ (verantwoordelijk voor collectieve investeringen en beleid /
wetgeving). Of een ‘verbinding’ tussen burger en overheid / staat.
Voorbeelden van organisaties binnen het middenveld zijn: de vakbonden (ACV, ABVV,
ACLVB), de diverse sociale verenigingen zoals bv.: het ACW, milieugroepen,
buurtcomités, NGO’s etc.
2. HOE IS EEN VERZUILD MIDDENVELD ONTSTAAN IN BELGIË (CONTEXT
SECULARISERING: KERK EN STAAT ….).
Zie ‘visual’ (V) Hoe is een verzuild middenveld ontstaan in België
(context secularisering: kerk en staat …).
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/terzake/2.27732?video=1.1606840
Was de samenleving vroeger gekenmerkt door verzuilde pilaren (katholiek, socialistisch
en in mindere mate liberaal met hun netwerkorganisaties), dan heeft die ideologische
typering rond de grote ideologieën aan belang ingeboet. In hun communicatie kijken de
politieke actoren naar ‘het format van de ‘actieve werkende Vlaming’, dus elkeen schuift
naar de centrumpositie binnen het politieke veld tussen ‘rechts’ en ‘links’ (vervaging
‘ideologie’ binnen post-modernisering?).
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de sociologische secularisering, dit wil zeggen
de scheiding tussen ‘kerk’ en ‘staat’, wil zeggen dat de ‘kerk’ als instituut geen formele
invloed meer heeft op de inrichting van de samenleving (alhoewel: de ‘formele officiële
feestdagen’, de viering van de monarchie met een (Te Deum’ in Brussel op 15-11) etc..
Dit is momenteel de strijd in andere samenlevingen, zoals: Egypte, Tunesië, Turkije …
waar de zgn. ‘Arabische lente’ zich uit in de vraag: ‘hoe en op welke principes de
samenleving organiseren (gestuurd vanuit godsdienstige principes of een scheiding
tussen politiek/staat en religie))? Het hoogtepunt van de verzuilde sociale mobilisatie
was de ‘schoolstrijd’ ‘katholiek & vrij onderwijs’, versus het Rijk (vandaag
Gemeenschapsonderwijs, GO in Vlaanderen).
In 1969 reeds publiceerde (emitus) prof. Luc Huyse zijn eerste onderzoek naar de
politieke apathie in België onder de titel ‘De niet-aanwezige staatsburger’. Een
belangrijke rol in deze passiviteit (de ‘lieve vrede’) en in het functioneren van de
Belgische democratie schreef hij toe aan de toenmalige verzuiling (van de ‘wieg tot het
graf’). Huyse bestudeerde daartoe de ‘pacificatiedemocratie’, waarbij de toenmalige
grote (traditionele) politieke families en hun politieke elite de ‘organisatie van de
samenleving’ onder elkaar vorm gaven. ‘De Verzuiling voorbij’ (Huyse 2000) ontwaarde
hij reeds de erosie (afbrokkeling) van de ‘verzuiling’ als sociologische realiteit. De
‘politieke elite’ binnen de toen nationale partijen kenden mekaar en trokken zich in terug
in een ‘kasteel’ om een compromis uit te werken. Huyse pleitte dan ook (toen) om
binnen het politieke middenveld voor een ‘progressieve frontvorming’ en ‘ontzuiling’ te
2
Zelfstudietaak H6_1 maatschappelijk middenveld
zorgen (vandaag bestaan die verzuilde partijen nog steeds). Vandaag is structureel de
‘verzuiling’ nog steeds als ‘netwerk’ relevant. En dit omdat diverse instituties nog
steunen op dat oude verzuilde middenveld. Voorbeelden zijn het onderwijs of de
zorgsector. Ondanks de ontzuiling blijven deze (voorheen verzuilde) organisaties sterk
in het middenveld. Zo is het vrij katholiek onderwijs sterk voor 80% van de scholen of
80% zijn ziekenhuisbedden uit de voormalige katholieke zuil.
En toch is in de sociologische realiteit vandaag de vraag of zo’n maatschappelijk (de
facto, verzuild) middenveld vanuit sociologie (pluralistische samenleving) en vanuit de
economie (kostenefficiëntie) relevant is? De recente discussie omtrent het ACW dat
verwikkeld is in financiële problemen omdat de basismissie solidariteit op een risico
werd gezet door geld te investeren in hoog renderende maar vals gebleken aandelen,
(zoals binnen Belfius, voorheen het Gemeentekrediet), brengt de vraag in de actualiteit.
Vooralsnog – los van ideologie – blijkt deze onderaanneming wel kostenefficiënt.
Dus is de vraag naar ‘hoe’ worden binnen een verzorgingsstaat zo efficiënt en effectief
mogelijk de diverse verzorgingsarrangementen georganiseerd opgeleverd aan de
burger? Kan het zonder de ‘oude’ zuilorganisaties?
3. KUNNEN WIJ VANDAAG CULTUREEL EN STRUCTUREEL NOG SPREKEN
VAN EEN ‘VERZUILD’ MIDDENVELD?
Ja, een middenveld is ook in postmoderne en democratische maatschappij een
belangrijk sociogisch begrip om het functioneren van de samenleving te begrijpen en
dus functioneel voor zo’n samenleving (zorg, werkloosheid …). Daar speelt ‘de’
democratie. Dit wil zeggen dat de ‘burger’ via participatie aan belangengroepen een
stem laat horen, waar politiek kan/moet op reageren.
Of dit volgens het verzuilde concept moet georganiseerd worden is wel de vraag (maar
hier speelt ‘path depency’ (pad afhankelijkheid of het historisch verleden)? Gezien de
ontwikkelingen én politiek én in vergelijking met andere landen / samenlevingen?
4. Is zo’n middenveld efficiënt in een postmoderne verzorgingsstaat, als de
traditionele partijen verschrompelen en een nieuwe formatie in beeld komt
(NVA)?
Er IS de paradox dat mensen als leden van een samenleving zich minder verzuild
‘voelen’ (zie dalende kerksheid), de vraag is ‘wat is meest performante wijze van
organiseren als belangengroep?’
Conclusie en leerpunt?
Ja een ‘maatschappelijk middenveld’ vervult een noodzakelijke functie binnen een
democratische samenleving. Burgers hebben nood aan diverse associaties of
netwerken, om noden/ behoeften te kunnen formuleren. En zo kan dit vertaald naar
3
Zelfstudietaak H6_1 maatschappelijk middenveld
politiek beleid. Of dit volgens de ‘oude’ verzuilingslogica nog georganiseerd moet
worden, is een andere vraag.
4
Download