Rond de eeuwwisseling 1875-1914 Fin de siècle Dautzenberg, hoofdstuk 5 Historische achtergrond 1875-1914 • Moderne samenleving: – Industriestaten i.p.v. agrarische samenleving – Moderne politieke hoofdstromingen: liberalen, confessionelen en socialisten – Technische vernieuwingen: telefoon, gloeilamp, benzinemotor, draadloze telegrafie, vliegtuig – Economische opbloei: kapitalisme, sociale misstanden, sociale wetgeving – politieke partijen in Nederland Vernieuwingen • Wetenschappelijke ontwikkelingen die oude zekerheden aantasten: – Darwin, On the origin of species – Darwin, The descent of man – Freud, Die Traumdeutung La belle époque • Idee dat men aan het einde van een grote cultuurperiode stond • Ambivalente houding: angst voor het nieuwe en zelfvoldaan over het bereikte • Gevolg: vlucht uit de realiteit, zoeken naar overdreven luxe en genot: La belle époque Gevolgen voor de kunsten • Escapisme leidt tot estheticisme: het idee dat kunst enkel en alleen iets moois dient te zijn en geen andere functie mag hebben dan kunst te zijn (l’art pour l’art) overgangskunst • De kunst uit het Fin de siècle is zogeheten “overgangskunst”: aan de ene kant bevat het nog allerlei kenmerken uit de 19de eeuw, aan de andere kant is er veel ruimte voor vernieuwing. Culturele vernieuwing • Belangrijke nieuwe stromingen (muziek, kunst, literatuur) : – Impressionisme – Naturalisme – Symbolisme – Neoromantiek Impressionisme – voortzetting van en reactie op het realisme – weergeven van zintuiglijke waarnemingen (impressies) – Niet weergeven van dé werkelijkheid, van de werkelijkheid zoals die ervaren wordt. – Sfeer staat centraal Claude Monet Impressionisme en literatuur • Literatuur: vooral in poëzie • heel nauwkeurig uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens – Stijlfiguren • Veel bepalingen (bijvoeglijke naamwoorden) • Neologismen (b.v. “schreeuwmonden”) • Archaïsmen – Beeldspraak • veelvuldig gebruik van synesthesie • Veel alliteraties en enjambementen • Proza met impressionistische kenmerken: woordkunst of lyrisch proza • (gedicht Kloos, pagina 106) Naturalisme en literatuur • Verdere uitwerking van het realisme • Niet alleen beschrijven, maar vooral verklaren hoe het leven van mensen geworden is tot hoe het is. • Drie factoren: – Erfelijke aanleg – Milieu waarin men opgroeit / opvoeding – Tijd waarin men leeft Naturalisme en literatuur In romans laten zien hoe de mens van die drie factoren afhankelijk is - Familieromans - Psychologische romans - Sociale romans Fatalisme: idee dat het leven van de mens volledig bepaald wordt door het noodlot • “Hoewel het naturalisme een Fin de sièclestroming is, staat het haaks op het estheticisme en dus ook haaks op het impressionisme”. • Verklaar deze uitspraak uit Dautzenberg Naturalistische auteurs • • • • Beweging van Tachtig Frederik van Eeden (o.a. Kleine Johannes) Herman Gorter (o.a. Mei) Louis Couperus (o.a. Eline Vere) symbolisme • Reactie op het impressionisme en het naturalisme • De werkelijkheid die je ziet, is niet de echte werkelijkheid, maar een afspiegeling van een hogere werkelijkheid • Zichbaar maken d.m.v. symbolische taal. • Taal verwijst altijd naar iets anders en kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden (b.v. kruis = dood, maar ook christendom, kruisdood, hemel, verlossing) Neoromantiek • Reactie op het impressionisme en het naturalisme • Fantasievolle, wonderlijke, lieflijke • Noodlot blijft aanwezig, maar nu weer bovennatuurlijk en geheimzinnig (i.t.t. naturalisme) • Voorkeur voor het geheimzinnige en fantastische: verleden, exotische streken, eenzaamheid, zwerflust, verzet tegen maatschappij, onvervulde verlangens, dood en verval Neoromantiek Griezelroman, detectiveroman, sciencefiction - R.L. Stevenson, Dr. Jekyll and Mr. Hyde, 1886 - Arthur Conan Doyle (Sherlock Holmes) - Bram Stoker, Dracula, 1896 Nederlandse neoromantische auteurs: J.H. Leopold, Arthur van Schendel, J.C. Bloem Samenvatting stromingen en auteurs • Naturalisme (Beweging van Tachtig – Tachtigers) • • • • • Willem Kloos Lodewijk van Deyssel Frederik van Eeden Herman Gorter Louis Couperus • Symbolisme • A. Roland Holst • Neoromantiek • J.C. Bloem Fin de siècle Naturalisme naturalistische schrijvers De beweging van Tachtig Kenmerken naturalisme • getrouwe weergave van de werkelijkheid, van het leven • verklaren hoe dit leven zo geworden is erfelijke aanleg milieu / opvoeding tijd waarin men leeft noodlot / fatalisme De beweging van Tachtig / De Tachtigers • Groep Amsterdamse auteurs • Impressionisme en naturalisme • Afzetten tegen oudere literatuur – Te ouderwets – Te moraliserend Belangrijkste critici Tachtigers • Belangrijkste critici: – Willem Kloos (1859-1938) – Lodewijk van Deyssel (1864-1952) • Lodewijk van Deyssel 85 jaar • Van Deyssel zeer fel in zijn kritieken (Dautzenberg, pagina 108) Belangrijkste uitgangspunten Beweging van Tachtig • Vorm en inhoud zijn één (nadenken over wat je schrijft en hoe je dat opschrijft). • Kunst moet een persoonlijke uiting zijn. • Kloos: kunst is ‘de allerindividueelse expressie van de allerindividueelse emotie’ • Veel oorspronkelijke beeldspraak die de gevoelens van de dichter zo exact mogelijk moesten weergeven De (nieuwe) Gids • Nieuw tijdschrift nodig om eigen publicaties in op te nemen. • Afzetten tegen gerenommeerde tijdschrift De Gids (1837-heden) • Nieuw tijdschrift: De Nieuwe Gids (1885-1943) • Al snel onderling ruzies, Kloos blijft als enige redacteur en auteur over. Frederik van Eeden (1860-1932) • Productiefste van de Tachtigers • Arts/Psychiater • Internationaal bekend • Maatschappijhervormer (landbouwcoöperatie in de buurt van Bussum) Frederik van Eeden • Twee belangrijke romans: – De Kleine Johannes (1887) (allegorisch sprookje) – Van de koele meren des doods (1900) (psychologische roman) De kleine Johannes (1887) De Waterlelie Ik heb de witte water-lelie lief, daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon uitplooit in 't licht. Rijzend uit donker-koelen vijvergrond, heeft zij het licht gevonden en ontsloot toen blij het gouden hart. Nu rust zij peinzend op het watervlak en wenscht niet meer . . . . Herman Gorter, Mei (1889, ruim 4000 versregels lang) Boek I Een nieuwe lente en een nieuw geluid: Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit, Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht, In een oud stadje, langs de watergracht -In huis was 't donker, maar de stille straat Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat Nog licht, er viel een gouden blanke schijn Over de gevels van mijn raamkozijn. Dan blies een jongen als een orgelpijp, De klanken schudden in de lucht zoo rijp Als jonge kersen, wen een lentewind In 't boschje opgaat en zijn reis begint. Hij dwaald' over de bruggen, op den wal Van 't water, langzaam gaande, overal Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust Van eigen blijheid om de avondrust. En menig moe man, die zijn avondmaal Nam, luisterde, als naar een oud verhaal, Glimlachend, en een hand die 't venster sloot, Talmde een pooze wijl de jongen floot. Zóó wil ik dat dit lied klinkt, er is één Die ik wèl wenschte dat mijn stem bescheen Met meer dan lachen van haar zachte oog... Heil, heil, ik voel hier handen en den weeken boog Van haren arm. Een koepel van blind licht, Mild nevelend, omgeeft mijn aangezicht, Mijn stem brandt in mij als de geele vlam Van gas in glazen kooi, een eikenstam Breekt uit in twijgen en jong loover spruit Naar buiten: Hoort, er gaat een nieuw geluid: Een jonge veldheer staat, in 't blauw en goud Roept aan de holle poort een luid heraut. Gorter, Verzen (1890) Zie je ik hou van je, ik vin je zoo lief en zoo licht -je oogen zijn zoo vol licht, ik hou van je, ik hou van je. En je neus en je mond en je haar en je oogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor. Zie je ik wou graag zijn jou, maar het kan niet zijn, het licht is om je, je bent nu toch wat je eenmaal bent. O ja, ik hou van je, ik hou zoo vrees'lijk van je, ik wou het helemaal zeggen -Maar ik kan het toch niet zeggen. Louis Couperus • Belangrijkste prozaschrijver van rond de eeuwwisseling • Stond buiten de groep van De Nieuwe Gids • Drie soorten romans – Naturalistisch-realistische romans – Sprookjesachtige romans – Historische romans Louis Couperus • Haagse romans (nat.-real.) • Eline Vere • Van oude mensen de dingen die voorbij gaan • De boeken der kleine zielen • Indische romans (nat.-real.) • Stille kracht • Historische romans/sprookjes • Psyche Dautzenberg pag. 114: De binocle (kort verhaal)