Groepsplan Groep: 2 Groep Subgroepjes (Namen) Leerkracht: Doelen: Wat wil ik in deze periode bereiken? Alle leerlingen: 1. Verder verkennen van betekenissen van getallen en hoeveelheden en splitsen. 2. Eerlijk delen, erbij leggen en weghalen, meer dan ,minder en evenveel. 3. Gewicht: licht en zwaar(der) dan 4. Veel, weinig, minder, meer en evenveel m.b.t. de inhoud. Ontwikkelingsdomein/Vak: ordenen Inhoud: Welke materialen, leerstof, middelen zet ik in? Methode Wiz wijs 2 keer per week. Keuze uit: 1: Blok 7 kaart 1,2 en 3 Blok 8 kaart 1 en 3 Blok 9 kaart 1,2, 3 en 4 2: Blok 7 kaart 4 Blok 8 kaart 2 en 4 3. Blok 2 kaart 5 Blok 6 kaart 5 4. Blok 3 kaart 5 Blok 7 kaart 5 Blok 9 kaart 5 5. Tijdsbegrippen en de klok. Vroeg en laat, ochtend, middag, avond en nacht, wijzers en cijfers 6. Geld; betalen, verkopen en de munt. 5. Blok 1 kaart 6 Blok 4 kaart 6 Blok 9 kaart 6, 7. De seizoenen, sorteren wat hoort bij welk seizoen. 8. construeren en 7. Blok 4 kaart 6 6. Blok 2 kaart 6 Blok 8 kaart 6 Blok 5 kaart 1, 3 8. Blok 5 kaart 7 Periode: Datum: februari - juli Aanpak: Organisatie: Hoe geef ik Hoe organiseer ik instructie en het? begeleiding? Instructie tijdens de kring, kleine kring, werk-les, individueel of aan een groepje. Tijdens dagelijkse kring of kleine kring en speel en werklessen. (zie ook voorbereidingsmap GOVK). Evaluatie: Hoe en wanneer bepaal ik of de gestelde doelen bereikt zijn? Cito E2 GOVK registratie en individuele- en groepsobservaties. oriëntatie in de ruimte, alle begrippen daarvan. 9. Patronen, spiegelen, vormen, figuren en schaduwen. Blok 6 kaart 7 Blok 7 kaart 7 Blok 8 kaart 7 Blok 9 kaart 7 Alle blokken kaart 8 Schatkist en ontwikkelingsmateriaal gericht op : getalbegrip, meten en meetkunde. Materialen behorende bij de methode Wizwijs. Telkastje Gemiddeld: Leerlingen: 1. Verder verkennen van betekenissen van getallen en hoeveelheden en splitsen. 2. Eerlijk delen, erbij leggen en weghalen, meer dan ,minder en evenveel. 3. Gewicht: licht en zwaar(der) dan 4. Veel, weinig, minder, meer en evenveel m.b.t. de inhoud. 5. Tijdsbegrippen en de klok. Vroeg en laat, ochtend, middag, avond en nacht, wijzers en cijfers 6. Geld; betalen, verkopen en de munt. 7. De seizoenen, sorteren wat hoort bij welk seizoen. 8. construeren en Ontwikkelingsmateriaal en werkjes om te kunnen sorteren op kleur, vorm, classificeren, grootte, seriëren, vergelijken en tellen. Maatbekers, weegschaal en gewichtjes. Klok en kleine klokjes Nep-geld en de kassa Praatplaten seizoenen Vormen en spiegeltjes Grote en kleine blokken. Materialen Wizwijs. Instructie tijdens de kring, kleine kring, werk-les individueel of aan een klein groepje. Ochtend kring of kleine kring en speelwerklessen. 2 keer per week speellokaal Cito toets E2. oriëntatie in de ruimte, alle begrippen daarvan. 9. Patronen, spiegelen, vormen, figuren en schaduwen. De leerling kan: De tel-rij t/m 15 opzeggen. De leerling kan vanaf 5 tellen t/m 15 en vanaf 10 terugtellen. De lln. kan 3 getallen ordenen van minder naar meer. De leerling kan hoeveelheden t/m 6 koppelen aan getallen. De leerling kan de inhoud van 3 glazen potten ordenen op meer/ minder. De leerling kan een hoeveelheid van ongeveer 10 schatten. De leerling kan een object wegen op zijn hand en vertellen of het licht of zwaar is. De leerling kan laten zien hoe de wijzerklok een tijd aangeeft. De leerling legt een gestructureerde relatie tussen iets kopen en betalen. De leerling kan in een bouwsel iets in de werkelijkheid terugvinden. Boven niveau: leerlingen Risico: leerlingen Tellen volgens abstract en ordinaal principe. Kunnen tellen tot 25 en kunnen terugtellen vanaf 20. De leerling kan 5 getallen ordenen van meer naar minder. De leerling kan hoeveelheden t/m 10 koppelen aan getallen. Meten: ordenen op gewicht van licht naar zwaar van tenminste 4 objecten. De leerling kan de hele uren van de klok aanduiden. De leerling kan betalen met losse munten en met briefjes tot een bedrag van 15 munten. De leerling kan met hulp een bouwsel van een lokaal of ruimte maken. Ontwikkelen van getalbegrip middels ontwikkelingsmateriaal en werkbladen. Herkennen van cijfersymbolen en ontwikkeling van verschillende telvaardigheden. Ordenen op inhoud en gewicht. Betalen met zo weinig mogelijk munten/briefjes. Individueel of in klein groepje. Individueel of samen met zelfcorrigerend ontwikkelingsmateriaal en zoals bv. miniloco. Cito toets E2, ruim voldoende score. Van asynchroon naar synchroon tellen. De kinderen kennen de telrij tot en met 12. De kinderen kunnen aantallen tot tenminste 12 tellen, ordenen en redelijk schatten en vergelijken op meer/minder en evenveel. Op kunnen zeggen van de telrij, aftikkend tellen. Gebruik van handpop Pom Pom, ontwikkelingsmateriaal en loco. Tel-liedjes en versjes. In de kleine kring, tijdens de werkles individueel of in groepje. Met gebruik van de handpop in de kring. Tijdens tel, zang en dansspelletjes . Eenvoudige telwerkbladen waarbij ze na kunnen leggen en plakken. Cito toets E2 verbeterde score ten opzichte van de vorige score. De leerlingen kunnen beschrijven of een object licht of zwaar voelt. De leerling kan de cijfers van de klok aanwijzend benoemen. De leerling kan met munten betalen tot een bedrag van 12 munten. De leerling kan iets in een bouwsel opzoeken in de werkelijkheid. Bijzondere aandacht voor (individuele begeleiding): Naam leerling Rekenvaardigheden / inhoud Aanpak/ materialen / instructie doelen