School Pagina’s Schooljaar : : : GTSM. –6– 2001 – 2002. Klas Leraar Uren/week : : : 1 AA – 1AB – 1AC. Dan Micu. 1u. Jaarplan initiatie Informatica – 1AA/1AB/1AC. Gebruikt materiaal om RAAMPLAN te integreren: RAAMPLANPUNTEN: 5.3., 6., 7.1., 7.2., 8.1., 8.2., 8.3., 9.1., 9.2., 9.3., 9.4., 10.1., 10.2. Vijf eenvoudige boekjes die de leerlingen a.d.h.v. een figuur, AP-Staartjes genaamd, de basisvaardigheden aanleren van alles wat te maken heeft met de PC: Windows, Encarta, Internet Explorer, Word en Excel. Deze boekjes zitten vervat in één doos, en de methode wordt wel eens de AP-Staartjesmethode genoemd. Er wordt tijdens de lessen vooral gestreefd naar integratie van de programma’s. RAAMPLANPUNTEN: 7.2., 8.3., 9.1., 9.2., 9.3., 9.4., 10.1., 10.2. Instructiefilmpjes (viewlets) Anywize.net o Surf naar www.anywize.net o Kies uit “Flash-versie” of “HTML-versie” o Klik op HELP o Klik op Filmpjes o Klik op de ANYHELP-knop o Kies een instructiefilmpje uit RAAMPLANPUNTEN: 5.1., 5.2., 5.3., 5.4., 5.5., 5.6., 6., 7.1., 7.2., 11. CD-ROM “Computerwijs”. Deze CD-ROM bevat de onderdelen: o Muistechnieken o Venstertechnieken o Hardware o Dialoogvensters Jaarplan initiatie informatica 1A 2001 – 2002 Pag. 1 / 6 Maand Onderwerp Inhoud September 5. Computerconfiguratie 5.1. Gegevensverwerking - Invoer, verwerking, opslag, uitvoer; - Verwerking: systeemeenheid; - Opslag: harde schijf, diskettestation, cd-speler, dvd-speler; - Invoer: toetsenbord, muis; - Uitvoer: printer. Oktober November 5.2. - Verwerking door de computer: het werkgeheugen Tijdelijke opslag van programma's en gegevens; Vluchtigheid, capaciteit; De byte en zijn veelvouden: kbyte, Mbyte, Gbyte, Tbyte. 5.3. Opslag door een computer - Soorten gegevensdragers: harde schijf, diskette, cd, dvd,…; - Vergelijking gegevensdragers: capaciteit en herschrijfbaarheid; - Problemen: krassen, stof, warmte, vochtigheid, mechanische druk, nabijheid van permanente magneten. 5.4. Invoer en uitvoer door een computer - Invoerapparaten: toetsenbord, muis; - Uitvoerapparaten: scherm, printer. - Instellen van kantelhoek, helderheid, contrast. - Eenvoudige problemen detecteren: bv. printer niet on line, stekker los, geen papier aanwezig. 5.5. Communicatie en netwerken - Lokaal netwerk, het Internet; - Aansluiting PC op Internet: bv. via het telefoonnet of via kabeldistributie. 5.6. Een computersysteem gebruiken - Onderdelen PC benoemen: pc, systeemeenheid, toetsenbord, muis, beeldscherm, diskettestation, harde schijf, cd-speler, printer; - Eenvoudige probleemsituaties herkennen: bv. scherm niet ingeschakeld, stekkers los, starten met nietsysteemdiskette; - Noodoplossingen toepassen: bv. Ctrl-Alt-Del, resettoets of netschakelaar gebruiken; - Virussen verspreiding en bescherming: besmetting via diskettes, via het Internet en bescherming via antivirusprogramma’s en voorzichtigheid; - Computersystemen vergelijken: processortype, klokfrequentie, capaciteit van het werkgeheugen, capaciteit van de harde schijf. Jaarplan initiatie informatica 1A 2001 – 2002 Pag. 2 / 6 December 8. Besturingssysteem Januari Februari 8.1. 8.1.1. 8.1.2. 8.1.3. 8.1.4. 8.1.5. 8.1.6. 8.1.7. 8.1.8. 8.2. 8.2.1. 8.2.2. 8.2.3. 8.2.4. 8.3. 8.3.1. 8.3.2. 8.3.3. 8.3.4. 8.3.5. Jaarplan initiatie informatica 1A Organisatie van de harde schijf Mappen en submappen. Voorstelling door middel van pictogrammen; Orde mappenstructuur PC; veranderen van map of van schijfeenheid (bijvoorbeeld van harde schijf naar diskette); Actieve map herkennen; Elementaire handelingen op het niveau van de opslagstructuur van een schijf: een map actief maken; een nieuwe map maken; een map verwijderen; Bestandenlijst opvragen en interpreteren: naam, de grootte en de datum van laatste wijziging van een bestand aflezen; Aandacht opbrengen voor de pictogrammen waarmee programma's en gegevensbestanden in de bestandenlijst gekenmerkt worden; De betekenis van * als jokerteken kennen. Omgaan met programma’s Het begrip computerprogramma in algemene bewoordingen omschrijven; Weten dat programma's op een permanente gegevensdrager bewaard worden en vóór het gebruik in het werkgeheugen geladen moeten worden; Een programma correct starten en afsluiten; Meer dan één programma starten bv. Tekstverwerker en webbrowser. Omgaan met gegevensbestanden Tekstbestand, grafisch bestand; Het onderscheid tussen een programma en een gegevensbestand duiden; Weten dat gegevensbestanden op een permanente gegevensdrager bewaard worden en in het werkgeheugen geladen kunnen worden; Bij het bewaren van een bestand betekenisvolle naamgeving nastreven; Elementaire handelingen op het niveau van een bestand: een bestand selecteren; een bestand kopiëren naar een andere map of naar een diskette; een bestand een nieuwe naam geven; een bestand verwijderen; een bestand verplaatsen. 2001 – 2002 Pag. 3 / 6 Maart 9. Tekstverwerking April Mei 9.1. 9.1.1. 9.1.2. 9.1.3. Elementaire tekstverwerking Het openen en bewaren van een tekst in verband brengen met het werkgeheugen en de schijfstations van de computer; Openen en sluiten van een tekst; Een tekst bewaren onder dezelfde naam of onder een andere naam, in dezelfde map of in een andere map, op harde schijf of op diskette; 9.2. 9.2.1. 9.2.2. Invoer van een tekst Tekst correct en efficiënt invoeren; Speciale tekens: vaste spatie, vast koppelteken; regeleinde, alinea-einde, pagina-einde; symbolen en pictogrammen zoals: , ½, , , ; 9.2.3. Cursor efficiënt verplaatsen: vorig of volgend scherm, naar vorige of volgende pagina, naar begin of einde van de tekst, naar een bepaald tekstfragment, ... ; 9.2.4. Tekstfragmenten in een document zoeken en eventueel vervangen; 9.2.5. Tekstwijzigingen: tussenvoegen, wissen; 9.2.6. Tekstentiteiten efficiënt selecteren: teken, woord, regel, alinea, pagina; 9.2.7. Tekstentiteiten efficiënt kopiëren, verplaatsen en verwijderen; 9.2.8. Een bewerking ongedaan maken; 9.2.9. Spellingcontrole; 9.2.10. Autocorrectie. 9.3. 9.3.1. 9.3.2. 9.3.3. 9.3.4. 9.3.5. 9.4. 9.4.1. 9.4.2. Jaarplan initiatie informatica 1A Opmaak van tekst en figuren Lettertype, lettergrootte, letterweergave: vet, onderlijnd, cursief, instelling van marges en tabulatie, inspringing, centreren, links of rechts uitlijnen, opmaak kopiëren; Figuur vergroten, verkleinen, verplaatsen. Tekstomloop aanpassen; Consequente vormgeving: uniform lettertype gebruiken, systematisch dezelfde witruimte rond titels toepassen, ... ; Normen opmaken van een tekst: spatiëringsregels rond leestekens en de notatie van telefoonnummers en datum; Bij het opmaken van een tekst leesbaarheid en uniformiteit nastreven. Afdrukken van tekst Een tekst afdrukken; Een tekstfragment afdrukken. 2001 – 2002 Pag. 4 / 6 Mei 10. Het Internet Juni 10.1. Surfen op het Internet 10.1.1. Begrip: Het Internet als wereldwijde combinatie van dienstverlenende computers en raadpleegbare bestanden; 10.1.2. World wide web (www), E-mail; 10.1.3. Webbrowser; 10.1.4. Een Internetadres of URL (http://www...) herkennen en gebruiken om een Internetlocatie op te zoeken; 10.1.5. Met behulp van een browser surfen op het web. Webpagina’s afdrukken; 10.1.6. Hulpmiddelen van een browser functioneel gebruiken bij het navigeren: hyperlinks, navigatieknoppen, favorieten; 10.1.7. Een zoekinstrument gebruiken om eenvoudige, gerichte zoekopdrachten op het Internet uit te voeren: zoekrobot, logische operatoren: en, of, niet; 10.1.8. Taakgericht informatie zoeken met een browser; 10.1.9. Tekstfragmenten en figuren van het Internet inlassen in een tekst gemaakt met de tekstverwerker. De vormgeving van de geïmporteerde tekstfragmenten en figuren inpassen in de lay-out van de tekst; 10.1.10. Auteursrechtelijke aanspraken op het web respecteren: bronvermelding en toestemming van de auteur; 10.1.11. Kritisch staan tegenover de oorsprong en de inhoud van teksten op het web. 10.2. E-mail 10.2.1. Elementen van een e-mailbericht: bestemmeling, onderwerp, kopie (CC), blinde kopie (BCC), aangehecht bestand (Attachment); 10.2.2. Een e-mailbericht openen en afdrukken; een emailbericht invoeren en verzenden; een e-mailbericht beantwoorden; 10.2.3. Een aangehecht tekstbestand openen en afdrukken; een bestand aan een e-mailbericht hechten en zo verzenden; 10.2.4. Correct e-mailgebruik: correct taalgebruik en taalregister nastreven; taal- en typefouten vermijden; kettingbrieven, spam en nutteloze e-mails vermijden;... Jaarplan initiatie informatica 1A 2001 – 2002 Pag. 5 / 6 Doorlopend 6. Sleutelattitudes werken met software 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. Doorlopend 7. Vaardigheden werken met software 7.1. 7.1.1. 7.1.2. 7.1.3. 7.1.4. 7.1.5. 7.1.6. 7.2. 7.2.1. 7.2.2. 7.2.3. 7.2.4. 7.2.5. Doorlopend 11. Ergonomie 11.1. 11.2. 11.3. Jaarplan initiatie informatica 1A Statusbalk. Berichten. Foutmeldingen; Beschikbare besturingselementen: bv. menu-items en knoppen; Gebruik helpfunctie: verkenning; Back-up of veiligheidskopieën; Virussen preventie; Virussen gepaste reactie; Gebruik van software: aandacht auteursrechten. Omgaan met het toetsenbord Alfanumeriek toetsenbord: indeling; Numeriek toetsenbord; Navigatieblok toetsenbord: Toetsen voor cursorbesturing: pijltjes, PgUp, PgDn, Home, End; Veel gebruikte toetsen: Esc, Enter, Tab, F1; Backspace, Ins, Del; Shift Lock, Num Lock; Dode toetsen: Shift, Alt, AltGr, Ctrl; Speciale tekens: é, è, á, à, ó, ê, ë; @, \, i. Omgaan met een grafische gebruikersinterface Courante muistechnieken: muisaanwijzer correct positioneren; linksklikken, rechtsklikken, dubbelklikken, meervoudig klikken; slepen; schuifbalken gebruiken; tekstblokken markeren; scrollen met scrollknop of scroll-wieltje; Vorm muisaanwijzer: pijltje, balkje, handje, zandloper; Courante interactiemogelijkheden: menu's, pictogrammen, knoppen, tabbladen, dialoogvensters, snelmenu's, tekstvakken; Vensters: activeren, minimaliseren, maximaliseren, vergroten, verkleinen en verplaatsen; Tekstvakken, aankruisvakjes, keuzerondjes, keuzelijsten; Ergonomisch correcte houding: zithouding, positie van de handen, overbelasting van spieren en gewrichten; Verantwoorde inrichting van de werkplek: afstand tot het scherm, plaats van het toetsenbord, lichtweerspiegeling in het beeldscherm, tegenlicht, afstelling van de stoel; Potentiële gevaren voor gezondheid en veiligheid herkennen en voorkomen: stevige bevestiging en veilige opberging van kabels, … . 2001 – 2002 Pag. 6 / 6