Los op met logaritmisch afleiden

advertisement
Oefeningen:
Los op met logaritmisch afleiden:
F(x)= (ln(x))^3x²-5
Bepaal de asymptoten van:
X+1 / √x²-2x+3
Bepaal de stationaire punten van:
F(x,y,z)= y℮^x -8x - y²+z³+27z
Geef voor elk punt aan of het om een minimum, maximum of zadelpunt gaat.
Theorie:
1.a) Geef de definitie van bgsin, bgcos, bgtan. Geef voor elk van deze functies het domein en
het bereik.
b) Geef de definitie van de functies uit a) voor de hoofdwaarden. Geef voor elk van deze
functies domein en bereik.
c) Wat is het belangrijkste verschil tussen a) en b)
2. a) Geef de definitie voor de gemiddelde waarde van de economische functie f
b) Geef de definitie voor de marginale waarde van de economische functie f
c) Wat is het verband tussen gemiddelde en marginale waarde van de economische functie?
Toon aan
3.a) Geef de definitie voor homogene functies
b) Wat kan je zeggen over de partiële afgeleiden van een homogene functie?
c) Geef de identiteit van Euler
d) Geef een voorbeeld van een homogene functie
e) Toon aan dat b) en c) van toepassing zijn op deze functie
Download