DAARLERVEEN, het Venetië van de gemeente Hellendoorn (2) De boksloten en wijken van Daarlerveen. De naam Daarlerveen zegt het al: het veengebied van Daarle. De ontsluiting van de venen oostelijk van Daarle gebeurde zeer geleidelijk. In eerste instantie zorgden de bewoners voor ondiepe ontwatering van het veen, waardoor verbouw van Boekweit via de Boekweit-brand cultuur eten op de plank bracht. Daarna werd steeds meer geïnvesteerd in het vergraven van laagveen en later vooral hoogveen. Wijken of wieken Na het graven van het kanaal AlmeloVroomshoop werden voor ontwatering en de afvoer van turf hoofdvaarten gegraven. Deze stonden haaks op het kanaal. Deze hoofdvaarten noemt men wijken, in het dialect wieken. Met platboomvaartuigen werd de turf afgevoerd, aan de rand van het kanaal opgestapeld en daarna verder getransporteerd met behulp van grotere schepen. Bekende namen van wijken zijn nu nog Kalkwijk, Friesche wijk en Nonkeswijk. Voorheen lagen er ook nog Webbinkswieke en Reinderswieke. Boksloten Voor verdere en betere ontwatering en afvoermogelijkheden werden nog kleinere sloten gegraven, zogenoemde boksloten. Zo konden de veenarbeiders met zeer ondiepe vaartuigen, bokken genaamd, naar bijna elke plek om er het veen af te graven en de turf af te voeren. In 1863 kende Daarlerveen al 10 boksloten. Ze hadden geen open verbinding met het kanaal, maar waren afgesloten via een dam. Op deze dam vond dan ook overslag van turf plaats, waarbij de turf tijdelijk opgeslagen stond. Daarlerveen zou je daarom het Hellendoorns Venetië kunnen noemen: een waterrijk gebied met een kanaal, wijken en boksloten. De Hellendoorner is ook bekend met de naam boksloot vanwege de sinds kort flink verbrede Boksloot, gelegen aan de voet van de Eelerberg. Maar daar werd juist materiaal als stadsvuil, mest en kunstmest aangevoerd vanaf het kanaal Zwolle-Hankate. horende leshuis geblust en was uitstekend bruikbaar als grondverbeteraar op de zure dalgrond. Het woord 'les' komt van lessen, wat blussen betekent. Kalkovens De turf was vooral van belang als brandstof. Het werd afgevoerd naar de steden, maar ook ter plaatse kwamen er gebruiksmogelijkheden. Zo werden er in de omgeving van de Nonkeswijk en de Kalkwijk, de laatste naam zegt het al, enkele kalkovens gebouwd. In deze ovens werd zowel schelpenkalk (was duur) als steenkalk gebrand. De gebrande kalk werd in het bij de kalkovens april 2003 Herman Stevens Dzn. Planten en vogels Na het afgraven van het veenpakket werd de ondergrond, de dalgrond, vruchtbaar gemaakt en later verkaveld in grotere percelen. De boksloten en wijken verdwenen hierdoor voor een groot deel. Wel ontwikkelde zich langs de nog aanwezige kanalen een mooie flora, nu nog vooral te vinden langs het voor doorgaand verkeer afgesloten deel van het Vriezenveensche Veenkanaal (het deel tussen het kanaal en de Nonkeswijk). Planten van de waterkant als Egelskop, Wederik, Waterzuring, Moerasvergeetmenietje, Wolfspoot en Gele lis zijn hier te vinden. Ook aan water gebonden vogels als Fuut, Reiger, Waterhoen en zelfs IJsvogel kunt u hier regelmatig zien.