Practicum ui en aardappel Doe alle proefjes met zijn tweeën, maar vul ieder zelf een werkblad in De ui Opdracht 1 : natekenen van een ui Leg de ui voor je op de tafel en teken deze zo precies mogelijk, in kleur, na. Opdracht 2 : dwarsdoorsnede en lengtedoorsnede van een ui Neem allebei je ui. Een van jullie tweeën snijdt hem van boven naar beneden door (lengtedoorsnede). De ander snijdt hem van links naar rechts door (dwarsdoorsnede). Teken precies wat je bij beide uien ziet. Dwarsdoorsnede ui Lengtedoorsnede ui Opdracht 3 : namen van de onderdelen: Het onderste deel van de bol wordt een bolschijf genoemd. Centraal op de bolschijf bevindt zich de groeipunt. Hieruit ontstaat later de bovengrondse plant. Om dit groeipunt heen staan – op de bolschijf – de rokken. Dit alles vormt samen de bol. Onderaan de bol, tussen de rokken, zitten de okselknoppen. Deze groeien uit tot nieuwe, jonge bolletjes. Zet nu bij de lengtedoorsnede de volgende vier onderdelen op de goede plaats : 1. Rokken 2. Groeipunt 3. Okselknop 4. Bolschijf Geschiedenis van de ui Waar de ui precies vandaan komt, is niet bekend. Wel blijkt uit oude geschriften, dat er rond 3000 jaar voor Christus in Azië uien werden gekweekt. Door reizigers zijn de uien meegenomen naar Griekenland en Egypte. Dit weten we door decoraties en hiërogliefen in piramides. Uien werden ook door de Romeinen en de Grieken gebruikt. Toen de Romeinen de ui in Europa introduceerden, werd het als groente al snel erg populair. Nederland is de grootste uienexporteur van de hele wereld. Het grootste deel wordt vervoerd naar onze buurlanden, maar ook naar bijvoorbeeld Afrika en Azië. In ons land eten we ongeveer 4 à 5 kilo uien per jaar. Opdracht 4 : rokken van de ui Neem nu ieder een helft van de lengtedoorsnede van de ui. Pel voorzichtig de droge velletjes van de ui af. Pak daarna de ui laagje voor laagje uit. Die laagjes heten de rokken, zoals je hiervoor geleerd hebt. Hoeveel rokken heeft jouw uit ? Zijn alle rokken even dik ? Wat houd je op het laatst over ? Probeer nu de halve ui weer in elkaar te passen. Lukt dat ? Zit de uit weer net zo stevig in elkaar als eerst ? De aardappel Opdracht 5 : natekenen van een aardappel Leg de aardappel voor je op de tafel en teken deze zo precies mogelijk, in kleur, na. Opdracht 6 : lengtedoorsnede van een aardappel Neem van een van jullie de aardappel. De andere aardappel heb je nodig voor opdracht 10. Snijd de aardappel over de lengte door. Bekijk de aardappel goed, vergelijk hem met de binnenkant van de ui en teken de binnenkant van de aardappel zo goed mogelijk na. Lengtedoorsnede aardappel Opdracht 7 : verschillende manieren van bereiden van aardappelen Heel wat mensen eten elke dag aardappelen. Aardappelen kun je op verschillende manieren eten. Verzin 4 manieren van het bereiden van aardappelen : 1. 2. 3. 4. Opdracht 8 : verschillen tussen een bol en een knol De aardappel groeit in de aarde. Vandaar de naam aardappel. Maar het is geen appel hoor. Het is een knol. Een knol is een stukje verdikte stengel. Een knol is iets anders dan een bol. De ui, die we net ontleed hebben, is een bol. Vergelijk de tekeningen die je bij opdracht 2 en 6 hebt gemaakt. Wat zie je voor verschillen ? 1. 2. 3. De geschiedenis van de aardappel Wij vinden het heel gewoon om aardappelen te kopen. Maar de aardappel is niet altijd zo gewoon geweest. Want . . . lang geleden groeide de aardappel niet in ons land. Meer dan 400 jaar geleden werd de aardappelplant in Zuid-Amerika ontdekt. Ontdekkingsreizigers namen de plant mee naar Europa. Meer als bijzonderheid, dan als iets om te eten. Het duurde dan ook nog een hele tijd, voordat men aardappelen ging eten. De besjes van de plant zijn namelijk giftig en de mensen vonden toen, dat je dan beter ook niet de knollen van die plant kon eten. Soorten aardappelen Er zijn verschillende aardappelrassen. Ze hebben vaak mooie namen. Niet alle aardappels zijn even lekker. Dat vond meester De Vries ook. Hij kweekte wel tien verschillende rassen. Elk ras gaf hij de naam van een van zijn negen kinderen. Bij het tiende ras waren er geen namen meer over. Daarom koos meester De Vries een aardig meisje in zijn klas uit. Dat meisje heette Bintje Jansma. De aardappel die naar haar vernoemd is, is intussen wereldberoemd als “Het Bintje”. Zoek op het internet nog meer namen van aardappelrassen op en schrijf ze hieronder. Aardappelen poten Aardappelplanten worden niet gezaaid. Om zo’n plant te laten groeien gebruikt de boer pootaardappelen. Een pootaardappel heeft in de schil veel deukjes. We noemen dat ogen. Uit de ogen groeien stengels met kleine wortels. Dat zijn de uitlopers. Die uitlopers zorgen boven de grond voor een plant met bladeren en bloemen. Onder de grond groeien er stengels met nieuwe aardappelen. In april worden de pootaardappelen gepoot. Dat betekent dat ze de grond in gaan. De boer doet dat met een machine. Aardappelen rooien Als de bladeren van de aardappelplant geel worden, zijn de aardappelen in de grond groot genoeg. De aardappelen kunnen dan gerooid worden. Rooien is eigenlijk uitgraven. Dat gebeurt meestal met grote machines. De gerooide aardappelen worden bewaard. Als ze niet mogen uitlopen, worden ze bestrooid met een soort poeder. Opdracht 9 : pootaardappelen Waarom zal de boer nooit poeder strooien over de pootaardappelen ? Opdracht 10 : pieperdagboek Een schil is de verpakking van een vrucht. Het is een belangrijke verpakking. Wat doet die schil precies ? Zoek dat eens uit met behulp van deze proef. Stap 1 : Neem de aardappel, die je bij opdracht 6 hebt nagetekend. Schil de beide helften heel dun. Gooi de schillen weg, maar houd de twee stukken aardappel apart. Stap 2 : Weeg de twee geschilde helften tegelijk. Noteer het gewicht in het schema hieronder. Stap 3 : Pak nu de andere aardappel, die nog helemaal heel is en weeg die ook. Noteer ook dit gewicht. Stap 4 : Pak een plastic bakje en noteer jullie namen met een dikke stift op de zijkant. Stap 5 : Leg de ongeschilde aardappel en de twee stukken aardappel zonder schil in een bakje en zet dit op de verwarming. Stap 6 : Weeg nu een week lang elke dag beide aardappelen en noteer steeds beide gewichten. Stap 7 : Als je 7 dagen gewogen hebt, maak je van het schema een staafgrafiek. Dag en datum Donderdag Vrijdag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Gewicht aardappel met schil Gewicht aardappel zonder schil Opdracht 11 Kun je een beetje voorspellen / gokken / uitrekenen wat er in het weekend met het gewicht gebeurd is ? Opdracht 12 Beantwoord de volgende vraag met behulp van jouw eigen grafiek. Wat is de functie van de aardappelschil ? Ruimte voor het opplakken van jouw grafiek