Wat is een goede aanloop en hoe leer je die aan? Workshop door Keith Beard Atletiekunie 2 Gewenste eigenschappen (aanloop) • • • • Ontspanning Optimale snelheid Evenwicht Ritme Atletiekunie 3 Ongewenste eigenschappen (aanloop) • • • • Verplaatsen van zwaartepunt (“Rock and Roll”) Zo snel mogelijk Alles overlaten tot de laatste passen ‘Overheen stappen’ in de ene laatste pas, de “impulspas” Atletiekunie 4 Basis principes (aanloop) • • • • • Aanloop rustig opbouwen Niet te dicht op de streep werpen – laat ruimte voor een herstelpas Lichaamshouding en zwaartepunt (rechtop, zwaartepunt naar achteren) Houding van de speer t.o.v. de lichaam tijdens de laatste fase (de arm bijna gestrekt en de punt van de speer dicht bij de hoofd en net boven het oor) Versnellen tot en met de allerlaatste pas, de “werppas” Atletiekunie 5 Volledige aanloop • • • • Aanloop bepalen; 6 + 5 pas, of liever 4 + 7 Plaats 2 checkpoints De eerste bij het begin van de aanloop De tweede bij pas 4e of 6e, afhankelijk van de keuze • • • • • • Speer horizontaal dragen Optimale snelheid bereiken De speer naar achteren brengen bij de 4e of 6e pas Zwaartepunt naar achteren voor de laatste fase De impulspas ontstaat vanuit de linkerzijde (voor een rechtshandige werper) Een optimale verhouding tussen de impuls- en werp pas is 1,6:1,0 Atletiekunie 6 Fasen (van een goede) aanloop 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 4 tot 6 pas frontaal aanlopen, licht versnellen en ontspannen Speer wordt naar achteren gebracht 5 tot 7 pas zijwaarts aanlopen, met de speer achter De impulspas, om de begin positie van de worp en de zwaartepunt te bepalen De werppas, met een vroege plaatsing van de stembeen De afworp: zo veel mogelijk achter de stembeen Het herstelpas Atletiekunie 7 De impulspas Jan Zelezny, Wereldrecord houder 98,48 Atletiekunie 8 Volledige aanloop • • • • • Zet de checkpoints aan de rechte kant (rechtshandigen) Voorwaartse snelheid intact houden De atleet kijkt iets naar rechts in de laatste fase (30 tot 45 graden) De heupen zijn ook ongeveer 45 graden naar rechts gedraaid De schoudergordel is nog in één lijn met de speer, namelijk 180 tot 210 graden uit de richting van de worp Atletiekunie 9 Gevorderde • • • • • • • • Realistisch aanloopsnelheid bepalen (5 tot 8 M/s) Snelheid meten Laag, grijpend aanlopen Een eigen ritme ontwikkelen Lift in de afworp komt hoofdzakelijk vanuit de benen en niet door omhoog te werpen Om dit te bereiken dient de atleet snel zijn/haar stembeen te plaatsen Lichaamshouding: het lichaam leunt 15-20 graden naar achteren (“back lean”) Waardoor de worp ontstaat achter het stembeen en de speer omhoog wordt getild Atletiekunie 10 Gevorderde • • • • • Effectiviteit van de aanloop toetsen Test worpen maken uit stand, 3-pas, 5-pas en een volledige aanloop Levert iedere fase van de aanloop rendement? Hoe schaalbaar is de worp? Veel atleten bereiken hun optimale worp na 7-pas, met uitzondering van de toppers • Evenwicht, stabiliteit, controle, eenvoud zijn allemaal schaalbare eigenschappen • Maar het juiste ritme is waarschijnlijk het meest bepalend bij de volledige aanloop Atletiekunie 11 Dank voor jullie aandacht Vragen? Oefenmateriaal (oefeningen)? Mail naar: [email protected] Atletiekunie 12