SLO ECONOMIE SLO GEDRAGSWETENSCHAPPEN SLO MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN & FILOSOFIE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LESVOORBEREIDING Student: Renée Slegers Datum: 22 november 2013 School: Heilig Graf Mentor: Tijdstip: van 14.50 u tot 16.30 u Leerj. + Richting: 5 STW Mevr. Vanmechelen Duur: 100 min. Aantal lln./stud.: 24 Lesonderwerp: Ontwikkeling van de peuter 1 1.1 Relevante leerlingen- of studentenkenmerken Voorkennis en voorervaring De leerlingen hebben vanuit de lessen nog geen ervaring met dit thema. Wel kan het dat enkelen ervaring hebben met een peuter vanuit hun eigen leefwereld bv. broertje, nichtje, babysitten,… Ook doen er enkele leerlingen dit jaar opnieuw waardoor ze deze leerstof reeds vorig jaar gezien hebben. 1.2 Belangstelling Ik veronderstel dat de belangstelling in het begin van de les voor enkele die ervaring hebben met peuters, groot gaat zijn maar voor deze die geen ervaring hebben, of deze die hun jaar opnieuw doen, klein gaat zijn. 1.3 Andere (verwerkingscapaciteit, ...) Er zit een jongen met ADD en dyslexie in de klas die voornamelijk actieve werkvormen verkiest. Een andere jongen is druk en impulsief en dient extra in het oog gehouden te worden. 2 Situering en verantwoording van het onderwerp Deze les beantwoordt aan doelstelling 2: ‘Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling van de mens verloopt’. 3 Welke vragen en aandachtspunten neem ik naar aanleiding van vorige lesreflecties deze les mee? Leerlingen allemaal stil laten worden wanneer ik om stilte vraag Tijdig beginnen met afronden 4 Kerndoelen (code overbrengen naar de derde kolom in het lesschema) Code A Kerndoel Formulering: Tijdens de les in te vullen door de mentor Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. De leerlingen kunnen nadenken over hoe de tips i.v.m. zindelijk worden in de realiteit zouden toegepast kunnen worden Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? Dit kan blijken uit de antwoorden die de leerlingen geven bij de vragen die de leerkracht stelt bij de tips B Formulering: Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. De leerlingen kennen het verschil tussen grove en fijne motoriek en kunnen dit in een videofragment herkennen Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? Dit kan blijken uit de antwoorden die de leerlinge geven op de vraag welke fijne en grove motoriek ze in het videofragment gezien hebben C Formulering: Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. De leerlingen kunnen elementen van de koppigheidsfase in een tekst herkennen Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? Dit kan blijken uit de nabespreking van de opdracht over het artikel drift en koppigheid waar de leerlingen fragmenten uit de tekst dienen aan te duiden als antwoord op enkele vragen D Formulering: De leerlingen herkennen de toepassing van een time out Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? Dit kan blijken uit de antwoorden die de leerlingen geven op vragen over het videofragment van de ‘supernanny’ Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. E Formulering: De leerlingen kunnen wat we deze les gezien hebben, toepassen in een creatieve voorstelling Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? Dit kan blijken uit de voorstelling van de leerlingen over ‘de dagboek van een peuter’ Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. Onderwijsleersituatie: leerinhouden, werkvormen, media Lln1 14.50 Leraar1 1 Doel Duur Lesschema (cursusteksten, materialen, copies van transparanten, bordschema’s worden afzonderlijk toegevoegd) Sequens 5 X Introductie 1. Mezelf voorstellen 2. Videofragment peuter 3. Inleiden les over ontwikkeling van de peuter a. Agenda: Ontwikkeling van de peuter: p.92-105 b. Welke ontwikkelingsdomeinen kennen jullie? En wat houden ze in? c. Inhoudsopgave komende 2 lessen bekijken d. Doceren wat peutertijd is 15.00 2 e. Wie ervaring met peuters? Zus, nichtje, babysitten? 15.00 X Lichamelijke ontwikkeling 1. Doceren A 2. Zindelijk worden a. Hoe zou je het potje een onderdeel van het kind zijn leefwereld laten worden? b. Hoe zou je het kindje belonen? c. Hoe zou je er voor kunnen zorgen dat het een ontspannend moment is? d. Hoe zou je er mee voor kunnen zorgen dat de angst overwonnen wordt? e. Videofragment k&g Hoe kan je je kindje voorbereiden op zindelijk-worden? Wat doet mama als het kindje op het potje geplast heeft? Wat moet je doen als je merkt dat je kindje zijn blaas na een paar weken nog niet onder controle heeft? Lesbegeleiding (aantekeningen van de mentor tijdens de les) 15.10 3 f. 15.10 X Boekjes tonen Motorische ontwikkeling 1. Doceren grove en fijne motoriek - Voorbeelden grove motoriek? - Voorbeelden fijne motoriek? 2. Tekenontwikkeling B 3. Videofragment fijne motoriek a. 18-24 maanden Let op welke fijne en grove motoriek je bij het kindje ziet Wat bedoelt men ermee dat tekenen louter bewegingsspel is? Tekenen, zelf eten, b. 24- 36 maanden 15.20 4 15.20 X Tekenen – krabbels, spelletje figuurtjes in juiste gaatje passen Sociaal-emotionele ontwikkeling 1. Doceren Erikson 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling: puntjes 1) Eigen wil 2) Zelfstandigheid C X 3) Koppigheidsfase i. Lln lezen artikel ii. Lln krijgen vragen en duiden de antwoorden in de tekst aan iii. Klassikaal overlopen 4) Aanpak peutergedrag D i. Regels en grenzen ii. Toepassen regels en grenzen iii. Time-out o Videofragment the supernanny o Vnl. begin is belangrijk (= peuter) o Vragen pwp – lln eerst individueel op papier oplossen daarna klassikaal 5) Scheidingsangst 3. Fragment sociaal-emotionele ontwikkeling: welke elementen van voorbije les hebben jullie in dit fragment gezien? 15.50 5 15.50 E X Dagboek van een peuter: lln. mogen per 4 een “dagboek van een peuter” maken. Dit mag adhv een tekst, tekeningen, toneeltje, powerpoint,.. Er moeten telkens 5 elementen uit de les in terugkomen. Nadat elk groepje iets in elkaar gestoken heeft, wordt het voor de klas gebracht. De overige lln dienen te elementen uit de les te herkennen. 16.25 6 16.25 Toepassing X Afronding 1. Wat vandaag gezien 16.30 1 Afhankelijk 2. Orde van de vraag wie het meest actief is in de betrokken sequens, zet je een kruisje in de kolom leraar, respectievelijk leerlingen. 6 Verantwoording van de didactische uitwerking van de les (gekozen didactische werkvormen, media, …) Algemeen Ik heb er voor gekozen een powerpoint te gebruiken omdat het veel theorie, afbeeldingen en videofragmenten zijn die ik op deze manier gestructureerd kan weergeven. Introductie Om te beginnen laat ik een grappig filmpje van een peuter zien om iedereen zijn aandacht te trekken. Vooraleer ik de verschillende ontwikkelingsdomeinen voor de peuter bespreek, vraag ik de leerlingen welke domeinen zij kennen. Op die manier wordt de kapstok waaraan de verschillende ontwikkelingsfasen worden opgehangen, opgefrist. Vervolgens bespreek ik de volledige inhoudsopgave zodat de leerlingen vanaf het begin kunnen volgen in de structuur van de les. Daarna toon ik een afbeelding van een baby en een peuter om de overgang van vorig thema naar huidig thema te maken. Vervolgens vertel ik kort over de peuter en vraag ik de leerlingen of ze ervaring met een peuter hebben. Op die manier krijgen ze de kans om te vertellen over hun eigen ervaringen en worden ze geprikkeld de hele les voorbeelden van de ontwikkeling te ontdekken in de peuter die ze kennen. Lichamelijke ontwikkeling Ik begin met doceren over de lichamelijke ontwikkeling van de peuter. Daarna vertel ik de tips van zindelijkheid waarbij ik de leerlingen regelmatig vraag op welke manier ze die tips concreet zouden kunnen toepassen. Zo worden ze aangezet tot nadenken over reële situaties. Tot slot toon ik een videofragment over zindelijk worden en hierbij worden enkele vragen gesteld. Op die manier kan ik weten of de leerlingen het fragment begrepen hebben of niet. Ook toon ik nog enkele peuterboekjes in verband met zindelijkheid zodat de leerlingen een idee krijgen wat voor boekjes dat zijn en merken dat er zo veel boekjes bestaan. Motorische ontwikkeling Allereerst doceer ik de leerlingen over de grove en fijne motoriek ontwikkeling bij peuters waarna ik heb vraag zelf voorbeelden te geven. Over deze voorbeelden dienen ze eerst individueel na te denken waarna ze pas klassikaal overlopen worden. Dit om te voorkomen dat iedereen door elkaar begint te praten en daardoor niet meer naar elkaar luistert. Tot slot toon ik twee videofragmenten waarin de leerlingen de fijne en grove motoriek dienen te herkennen . Ook moeten ze kunnen beschrijven op welke manier het oudere kindje geëvolueerd is ten opzichte van het jongere. Zo weet ik dat de leerlingen aandacht naar het fragment gekeken hebben en dat ze de begrippen fijne en grove motoriek beheersen. Sociaal-emotionele ontwikkeling Vooreerst doceer ik over de verschillende ontwikkelingsstadia volgens Erikson en daarna over de vijf puntjes in de cursus. Bij zelfstandigheid wijs ik ook op het belang van een veilige hechting aan de hand van de ‘cirkel van vertrouwen’. Aan de hand van de afbeelding van de cirkel van vertrouwen kunnen de leerlingen duidelijk zien op welke manier een veilige hechting belangrijk is voor de exploratie van een kind. Over de time-out procedure toon ik een fragment uit de supernanny omdat zij waarschijnlijk voor de meeste leerlingen een bekend gezicht is en er bovendien in het fragment duidelijk wordt gezegd wat belangrijk is bij de time-out. Daarna stel ik enkele vragen om te controleren of iedereen het begrepen heeft. Bovendien vormen de antwoorden op de vragen een korte samenvatting van het videofragment. Tot slot laat ik een fragment over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de peuter zien waarin de leerlingen verschillende elementen die aangehaald zijn tijdens de les dienen te herkennen. Dit om nogmaals te herhalen wat we gezien hebben. Toepassing Nadat de leerlingen de theorie hebben gekregen mogen ze deze toepassen in ‘de dagboek van een peuter’. Ik heb ervoor gekozen om op deze manier de les te eindigen omdat het het laatste uur van de week is en het eerste deel veel droge theorie is. Bovendien kunnen de leerlingen al hun creativiteit gebruiken in de opdracht en dienen ze op een constructieve manier met elkaar samen te werken. Tot slot mogen de leerlingen tonen wat ze gemaakt hebben zodat ze voldoening kunnen krijgen uit hun werk. 7 Feedback door de mentor Sterke punten: Werkpunten: Globale beoordeling: Naam van de mentor: Datum: uitstekend - zeer goed - goed - voldoende - onvoldoende Handtekening: