Chronische buikpijnklachten advies en informatie Waarom krijgt u deze folder? U krijgt deze folder ter aanvulling op het specialistisch spreekuur voor patiënten met chronische buikpijnklachten. Een groot deel van de patiënten met chronische buikpijn heeft tevens stoelgangklachten. In dat geval is er meestal sprake van het prikkelbaar darmsyndroom (PDS). Voor patiënten met een PDS levert de diagnose vaak veel vragen op. Deze informatiefolder geeft antwoord op de vragen wat PDS is en wat de bijbehorende klachten zijn, wat de mogelijke oorzaken zijn en wat u aan uw klachten zou kunnen doen. Daarnaast vormt deze folder een handleiding voor zelfzorg. 1. Wat is PDS? Prikkelbare darmsyndroom (PDS) wordt soms ook ‘spastische darm’ of ‘spastisch colon’ genoemd. Medisch gezien is PDS geen ernstige aandoening: het is niet levensbedreigend en geeft ook niet een grotere kans op andere darmaandoeningen, zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. Dat neemt niet weg dat de buikklachten bij PDS erg vervelend kunnen zijn en u kunnen beïnvloeden in uw dagelijks functioneren. 1.1 Wat voor klachten kunt u hebben? PDS is een aandoening die verschillende klachten kan geven. Het is niet duidelijk wat de oorzaak van de klachten is. De klachten verschillen per persoon en vaak van tijd tot tijd. De meest voorkomende klachten zijn: • (Krampende) buikpijn • Verstopping • Diarree Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis / www.jeroenboschziekenhuis.nl (INT-178, uitgave december 2016) • Opgeblazen gevoel • Zuurbranden • Moeheid • Psychische problemen • Gevoel een brok in de keel te hebben 1.2 Wat zijn de oorzaken van PDS? De oorzaak van PDS is nog niet precies bekend. Meerdere factoren tegelijkertijd kunnen een rol spelen. Er is altijd sprake van een gestoorde (spastische) beweging van de darm, waardoor verstopping of juist diarree kan ontstaan. Meestal is er ook sprake van een extra gevoelige darmwand. Daarnaast spelen onderstaande factoren mogelijk een rol. Deze factoren kunnen PDS uitlokken of verergeren: • Abnormale verwerking van prikkels in het maag-darmkanaal en mogelijk ook in de hersenen. Hierdoor kunnen mensen met PDS eerder pijn in de darmen waarnemen dan andere mensen. • Darminfectie (voedselvergiftiging). • Verkeerde voeding. Meestal geeft een vezelarme of eenzijdige voeding verergering van klachten. Bij sommige mensen met PDS kunnen de klachten juist verergeren door het eten van vezels. • Psychische factoren (zoals stress en overbelasting) kunnen bij veel mensen de PDS-klachten verergeren of zelfs uitlokken. Dat wil niet zeggen dat PDS alleen maar tussen de oren zit. Ook kan PDS psychische gevolgen hebben. Mensen kunnen zich bijvoorbeeld erg voor hun klachten schamen. Soms maken mensen zich veel zorgen om hun klachten. Een enkele keer worden mensen zo angstig dat ze allerlei activiteiten uit de weg gaan. • Erfelijkheid en familiaire aanleg. Erfelijkheid wil zeggen dat u een aangeboren genetische aanleg heeft om PDS te krijgen. Dat wil niet zeggen dat u zeker PDS krijgt, alleen dat er een grotere kans is. Over de precieze rol van erfelijke factoren is nog niet veel bekend. • Verstoorde werking van de bekkenbodem kan leiden tot ongewild verlies van urine en/of ontlasting; niet te onderdrukken aandrang om te plassen en/of te ontlasten; moeizaam kwijt kunnen van ontlasting of pijn in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen. 2. Hoe stellen we de diagnose? Voordat de diagnose gesteld kan worden, moet de buikpijn of een onaangenaam gevoel in de buik drie maanden actief aanwezig zijn, met één of meer van de volgende klachten: • een opgeblazen gevoel; • een wisselend ontlastingpatroon (diarree, verstopping of beide); • een abnormale vorm van ontlasting (zacht, waterig of hard); • wijziging in de manier van ontlasten (persen, loze aandrang, het gevoel dat er iets achterblijft); • slijm zonder bloed; • winderigheid en/of drukpijn van de buik. Andere ziekten moeten op basis van uw verhaal, lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullende onderzoeken, zijn uitgesloten of onwaarschijnlijk zijn. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 7 3. Waaruit bestaat de behandeling? Ondanks dat PDS medisch gezien niet ernstig is, kunnen de klachten ervan zo ernstig zijn dat ze allerlei dagelijkse activiteiten verstoren. Vaak gebeurt dat op een onvoorspelbare manier doordat de klachten wisselen. PDS kan spontaan verbeteren of zelfs verdwijnen, maar er is geen medicijn dat PDS in één keer kan oplossen. Wel kunnen de klachten worden aangepakt. Het eerste doel is om de klachten onder controle te krijgen, zodat u er zo min mogelijk last van heeft. De basis daarvan is een goede ‘zelfzorg’. Daarmee bedoelen we dat u zelf moet leren wat voor u de beste aanpak is: welke dieetadviezen u wel/niet helpen, of u baat heeft bij medicijnen, of u met andere behandelingen grip krijgt op uw klachten enzovoort. Er is geen standaardbehandeling die bij iedereen werkt. U bent dus zelf de belangrijkste ‘behandelaar’. Een goede zelfzorg bestaat uit gezond eten, het (verantwoord) achterwege laten van bepaalde voedingsmiddelen, voldoende beweging en voldoende ontspanning. 4. Voedingsadviezen Om klachten te beperken, past vrijwel iedereen met PDS de voeding aan. Hoewel er vaak algemene adviezen worden gegeven (meer vezels, veel drinken etc.) pakken deze in de praktijk heel verschillend uit. Het is daarom een kwestie van uitproberen: uitzoeken welke adviezen voor u werken en welke niet. Het is goed voor te stellen dat u moeite heeft om een goed dieet te vinden dat enerzijds gezond is en anderzijds uw klachten in de hand houdt. Het kan in dat geval nuttig zijn hulp te vragen aan een diëtist. Diëtisten kunnen uitleggen hoe u de regels voor een gezonde voeding toepast. De voedingsvoorlichting aan mensen met PDS is niet eenvoudig. Probeer daarom een diëtist te vinden die goed op de hoogte is van PDS en hier ervaring mee heeft. U kunt hierover advies vragen bij de PDS Infolijn (088-737 46 36) of op de website van de PDS belangenvereniging (www.pdsb.nl), maar ook zelf bij een diëtist informeren. 4.1 Gezonde voeding Welk dieet u ook volgt, het is van belang dat u de adviezen voor een gezonde voeding zoveel mogelijk volgt: • Eet zo afwisselend mogelijk. Op deze manier krijgt u voldoende van alle benodigde voedingsstoffen binnen. • Let op vet. Eet zo min mogelijk verzadigd vet (in dierlijke producten zoals: vet vlees, spek, roomboter en volle melk) en vervang dit vaker door onverzadigd vet (in plantaardige olie en vis). Verzadigd vet wordt hard in de koelkast; onverzadigd vet blijft zacht of is vloeibaar. • Eet genoeg groente en fruit. Dagelijks minimaal 250 gram groente en twee stuks fruit. • Drink voldoende vocht, dagelijks minimaal twee liter. • Wees zuinig met zout. Ons lichaam heeft zout nodig, maar de benodigde hoeveelheid zit al van nature in voedingsmiddelen. Zout toevoegen aan eten is dus niet nodig. • Wees matig met alcohol. Matig alcoholgebruik is maximaal één glas alcohol per dag. • Eet regelmatig. Daarmee geeft uw hongergevoel minder ruimte en krijgt u minder de neiging om te snacken. Dat betekent dat u verdeeld over de dag drie hoofdmaaltijden eet: ontbijt, lunch en avondeten. Maar vier, vijf of zes keer per dag een kleinere maaltijd kan in principe ook. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 7 • Sla geen ontbijt over. Ontbijt zorgt ervoor dat de spijsvertering op gang komt. • Houd uw lichaamsgewicht op peil. • Ga zorgvuldig en hygiënisch met eten om. Was uw handen voor het eten koken en voor u aan tafel gaat. Was groente en fruit goed en verhit vlees en vis door en door. • Lees wat er op de verpakking staat. Hierop vindt u nuttige informatie, onder andere over voedingswaarde en houdbaarheid. Eet geen voedingsmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. • Eet veel vezels. Volkorenbrood, groente, fruit, aardappelen, zilvervliesrijst, volkorenpasta en peulvruchten zijn vezelrijk. Bij sommige mensen met PDS kunnen de klachten juist verergeren door het eten van vezels. 4.2 Waarom is het belangrijk om vezels te eten? Vezels zijn de onverteerbare delen van een plant. We onderscheiden oplosbare en niet-oplosbare vezels: • Oplosbare vezels lossen op in water. In de darmen vormen ze een gel-achtige brij. De meeste oplosbare vezels worden door darmbacteriën omgezet in bepaalde vetzuren. Deze vetzuren hebben een gunstig effect op de binnenwand van de darm en beschermen tegen schadelijke bacteriën. De oplosbare vezels zitten vooral in groenten, fruit en peulvruchten. • Niet-oplosbare vezels zitten vooral in granen zoals bruinbrood, zemelen, volkorenpasta’s en havermout. De niet-oplosbare vezels zorgen ervoor dat u sneller vol zit tijdens het eten. Deze vezels worden niet verteerd in de dikke darm en zijn onveranderd in de ontlasting terug te vinden. De vezels nemen veel vocht op; ze werken als een soort spons. De ontlasting wordt hierdoor zachter en kan sneller in de richting van de endeldarm worden afgevoerd. Door deze vezels krijgt u ook meer ontlasting. Belangrijk is dat u genoeg van beide soorten vezels binnenkrijgt. Probeer elke dag 30-40 gram vezels te eten. 4.3 Een eliminatiedieet Ongeveer 70% van de patiënten met PDS heeft het gevoel dat voedsel de klachten kan veroorzaken of verergeren. Voor deze patiënten kan het nuttig zijn om te onderzoeken welke stoffen of voeding hiervoor verantwoordelijk zijn. Vaak weet een PDS-patiënt zelf heel goed welke voeding (vlees, vet, kaas, vruchten, groentes, kool, ui, melk) bij de klachten een rol speelt. Met die informatie kan een gespecialiseerd diëtist u goede adviezen geven, zodat geen tekorten ontstaan. Het kan ook zijn dat u denkt dat voeding een rol speelt, maar er zelf niet achter komt welk specifiek voedsel het is. In dat geval laat een diëtist stapje voor stapje voedingsstoffen uit het dieet weg. Dat heet dan een eliminatiedieet. Voor sommige mensen spelen koolhydraten een belangrijke rol; voor anderen kan dat vlees, vis of melk zijn. 4.4 FODMAP-beperkt dieet Sommige mensen met PDS ervaren een afname van hun klachten door het volgen van het FODMAP-beperkte dieet. FODMAP is een verzamelnaam voor Fermenteerbare Oligosachariden, Disachariden, Monosacchariden en Polyolen. Dit zijn soorten koolhydraten die slecht zijn of niet opgenomen worden in de dunne darm. In de dikke darm worden deze koolhydraten vervolgens afgebroken door de dikke darmbacteriën. Hierbij komen gassen vrij die de dikke darm kunnen prikkelen, wat klachten kan veroorzaken zoals diarree, een opgeblazen gevoel en buikpijn. Het FODMAP-beperkte dieet bestaat uit een zogenaamde eliminatiefase waarin u producten met FODMAP uit het menu gaat schrappen. Daarna volgt de herintroducPatientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 7 tiefase, waarin u geleidelijk weer FODMAP’s gaat toevoegen. Een diëtist adviseert hoe u voedingsmiddelen weer geleidelijk toevoegt. Zo kunt u nagaan welke groep binnen de FODMAP’s bij u de klachten veroorzaken. Alleen die producten kunt u voortaan beter vermijden. Het FODMAP-beperkte dieet is een intensief dieet om te volgen. Begeleiding van een diëtist met kennis van het dieet is hierbij essentieel. Uitgebreide informatie over dit dieet is te vinden op www.fodmapdieet.nl 5. Lichaamsbeweging en ontspanning 5.1 Beweging Beweging heeft een positief effect op uw algehele conditie, zowel lichamelijk als psychisch. Beweging heeft ook een positieve invloed op de werking van de darmen. Het is beter regelmatig iets aan beweging te doen dan bijvoorbeeld één maal per week intensief te sporten. Probeer minimaal 30 minuten per dag actief in beweging te zijn. Alle beetjes beweging helpen. Denk bijvoorbeeld aan fietsen, wandelen, in de tuin werken, zwemmen, huishoudelijk werk doen of de trap nemen in plaats van de lift. Bewegen is ook prima tegen stress. Dit is gunstig. Spanning, stress en nervositeit hebben namelijk meestal een nadelige invloed op uw darmen. Dat verschilt per persoon. Het is daarom handig om te leren wat stress is, welke oorzaken er (in uw leven) zijn, welk effect stress heeft op uw klachten en hoe u stress in de hand kunt houden. Behalve geregeld bewegen zijn er andere manieren om stress te verminderen. Veel mensen leren ontspanningsoefeningen, waarmee ze bewust kunnen ontspannen op momenten dat zij dat willen. 5.2 Hypnotherapie In sommige gevallen kan hypnotherapie klachten bij PDS verminderen. Hypnose of trance is een vorm van sterk geconcentreerde aandacht, terwijl u diep ontspannen bent. Bijvoorbeeld wanneer u dagdroomt of helemaal opgaat in een boek of film. Deze alledaagse vorm van trance kent iedereen. In hypnose richt u de aandacht ‘naar binnen’, terwijl u tegelijkertijd kunt volgen wat er in uw omgeving gebeurt. Hypnotherapie is van oudsher een medisch vak. Zo wordt hypnose onder andere ingezet bij pijnbestrijding en lichamelijke gevolgen van stress. In de huidige vorm van hypnotherapie wordt gewerkt met hypnose en moderne therapeutische gesprekstechnieken. De therapie bestaat uit gesprekken met een therapeut waarbij u gebruik leert maken van hypnose. Meer informatie hierover kunt u vinden op: www.pds-therapeuten.nl 6. Behandeling met medicijnen In sommige gevallen kan de arts medicijnen voorschrijven om de klachten te verminderen. Deze medicijnen zijn gericht op een verbetering van het ontlastingspatroon en soms ook op pijnbestrijding of op een combinatie hiervan. 6.1 Medicijnen tegen verstopping • Bulkvormers zijn middelen die dezelfde eigenschappen hebben als oplosbare voedingsvezels. Bulkvormers kunt u oplossen in water, yoghurt of sap. Ze zorgen voor een soepele ontlasting en een goede darmwerking. Het is belangrijk dat u bij bulkvormers extra veel drinkt, omdat deze medicijnen averechts werken als ze niet voldoende vocht op kunnen nemen. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 7 • Voorbeelden van bulkvormers zijn Metamucil ® of Volcolon®. Bulkvormers bevatten vaak psylliumzaad/psylliumvezels en zemelen. Ze kunnen zonder problemen langdurig gebruikt worden, omdat ze de darm niet prikkelen. Deze middelen geven dus ook geen ‘luie darm’. Bij een luie darm trekt de dikke darm minder vaak samen dan normaal. • Vochtbinders zijn middelen die vocht vasthouden in de darm, waardoor de ontlasting zachter wordt. Voorbeelden van vochtbinders zijn anorganische zouten (magnesiumoxide en magnesiumsulfaat) en macrogol (o.a. Movicolon®, Transipeg®, Forlax®, Molaxole®). Ook deze middelen geven geen ‘luie’ darm. • Contactlaxantia zijn middelen die de darmbeweging activeren door een chemische prikkeling van de darmwand. Hierdoor hebben ze een sterk laxerend effect. Voorbeeld zijn Bisacodyl en natriumpicosulfaat. Deze middelen zijn in het algemeen niet geschikt voor langdurig gebruik, omdat er aanwijzingen zijn dat dit het slijmvlies in de darmwand kan beschadigen. Tevens verliezen deze middelen na verloop van tijd hun effect, waarbij andere laxeermiddelen meestal ook minder goed gaan werken. Deze middelen kunnen dus ook een zogenaamde ‘luie darm’ veroorzaken. Overleg altijd met uw huisarts als u tijdelijk contactlaxantia gebruikt. De arts kan deze middelen tijdelijk voorschrijven als verstopping bij PDS op de voorgrond staat. • Wees voorzichtig met ‘natuurlijke’ middelen op basis van sennapeulen die u bij de drogist, apotheek of reformzaak kunt kopen. Gebruik ze vooral niet te vaak en niet te lang achter elkaar. Hiervoor geldt namelijk hetzelfde als voor contactlaxantia. Overleg bij voorkeur met uw arts. 6.2 Medicijnen tegen diarree Heeft u vaak last van diarree dan kan de arts een diarreeremmer voorschrijven, bijvoorbeeld loperamide (onder andere Imodium® en Diacure®). De diarreeremmer zorgt ervoor dat de ontlasting wat vaster wordt. Gebruik diarreeremmers niet dagelijks tenzij de arts het voorschrijft. Ook bovengenoemde bulkvormers (zie 6.1) kunnen helpen bij diarree. Wanneer ze worden ingenomen met relatief weinig water, zorgen ze ervoor dat de ontlasting wat vaster wordt. 6.3 Medicijnen tegen buikpijn en buikkrampen U kunt zelf paracetamol innemen tegen de pijn. Gebruik nooit meer dan 4x1000mg per dag (meestal 4 x 2 tabletten). De huisarts kan eventueel een sterkere pijnstiller voorschrijven. Middelen zoals ibuprofen (onder andere Advil®), diclofenac (onder andere Voltaren®) en aspirine zijn niet aan te raden, omdat deze als bijwerking maagen darmklachten kunnen geven. Het is verstandig om dit soort middelen altijd pas na overleg met een arts te proberen. Bij darmkrampen kan de huisarts een medicijn voorschrijven dat de krampen bestrijdt. Het meest bekende middel tegen darmkrampen is mebeverine (onder andere Duspatal®). Dit middel verbetert de bewegingen van de darm en kan darmkrampen verminderen. Lage doseringen van antidepressiva kunnen een gunstige werking hebben op sommige klachten bij PDS. Bepaalde antidepressiva verminderen namelijk de gevoeligheid van de darm voor pijnprikkels. Deze medicijnen worden alleen voorgeschreven bij hevige klachten of als andere behandelingen geen effect hebben. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 6 van 7 7. Overige behandelingen 7.1 Pepermuntoliecapsules Sommige mensen hebben baat bij pepermuntoliecapsules, omdat die de spierspanning van glad spierweefsel in de darmen verminderen. Bovendien heeft menthol een antibacteriële werking, wat mogelijk ook verlichting geeft. 7.2 Probiotica Probiotica zijn producten die grote hoeveelheden nuttige melkzuurbacteriën bevatten. Deze kunnen een gunstige invloed hebben op darmklachten. Sommige mensen met PDS geven aan dat hun klachten verminderen na het gebruik van probiotica. Er is echter meer onderzoek nodig naar de gunstige effecten van probiotica op darmklachten. Probiotica zijn te koop in de vorm van zuivelproducten in de supermarkt, in poedervorm en in de vorm van capsules bij de apotheek of drogist. 7.3 Bekkenfysiotherapie Bekkenfysiotherapie richt zich op klachten in het gehele gebied van buik, bekken, lage rug en bekkenbodem. Vaak hebben deze klachten te maken met een verstoring in dit gebied. Als de bekkenbodemspieren niet goed functioneren, kunnen er problemen ontstaan bij het plassen, met de ontlasting of met vrijen. Een speciaal opgeleide bekkenfysiotherapeut kan door diverse technieken, zoals bewustzijnsoefeningen en spieroefeningen, de functie van de bekkenbodemspieren en de samenhang met de daarboven liggende organen verbeteren. 8. Heeft u nog vragen? Voor meer informatie kunt u kijken op onze website www.jbz.nl/pds of op een van de onderstaande websites. Bij de Maag Lever Darm Stichting kunt u aanvullende informatie krijgen. Infolijn: 0900 - 20 25 625 Internetadres: www.mlds.nl Het Voedingscentrum geeft informatie over gezonde voeding. Internetadres: www.voedingscentrum.nl De PDS-belangenvereniging (PDSB) steunt mensen met PDS, onder andere door voorlichting, lotgenotencontact en belangenbehartiging van patiënten. Infolijn: (088) 737 46 36 Internetadres: www.pdsb.nl Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 7 van 7