prikkelbaar darmsyndroom inleiding Clinic 2012 Ruby Meiland, MDL-arts Prikkelbaar darmsyndroom (PDS) • Algemene inleiding PDS – Ruby Meiland • Hypnotherapie bij PDS • Zelfoefening – Peter van Essen Prikkelbaar darmsyndroom - inleiding • • • • Diagnose Pathofysiologie Behandeling Zorgpad PDS Definitie PDS – Rome III criteria • recidiverende pijn (of onaangenaam gevoel) in de buik, met tenminste twee van de onderstaande kenmerken: a. Afname van buikpijn na defecatie b. Het begin van de (pijn)klachten hangt samen met een verandering in de frequentie van de ontlasting. c. Het begin van de (pijn)klachten hangt samen met een verandering in de vorm van de ontlasting. • klachten zijn tenminste 6 maanden geleden ontstaan. Tijdens drie van die zes maanden voldoet patiënt aan criteria • geen alternatieve diagnose • Geen alarmsymptomen • Klachten voldoen aan de ROME III criteria. Specificiteit en sensitiviteit > 90% Whitehead WE, Drossman DA; Am J Gastroenterol 2010 PDS – subtypen (Rome III) % harde of keutelige ontlasting 100 75 50 IBS-C IBS-M IBS-U IBS-D IBS-C IBS met constipatie IBS-D IBS met diarrhea IBS-M mixed IBS IBS-U unspecified IBS 25 0 0 25 50 % brijige of waterige ontlasting 75 100 Pathofysiologie 4 hoofdrolspelers 1. Abnormale maagdarmmotoriek 2. Viscerale hypersensitiviteit 3. Abnormale centrale verwerking van sensorische informatie 4. Psychische factoren 1. Afwijkende darmmotoriek -Verhoogde frequentie darmcontracties -Verlengde colon transit time -Toegenomen retentie van geïnfundeerd gas Serra J et al. Gut 2001;48:14-19 Au ! 2. Viscerale hypersensitiviteit patiënten met functionele buikklachten hebben een lagere pijndrempel voor darm-prikkels • rectum • colon descendens • slokdarm • maag • dunne darm Ritchie J Gut 1973;14:123-132 Mertz H et al. Gastroenterology 1995;109:40-52 Costantini M et al. Dig Dis Sci 1993; 38:206-212 Trimble KL et al. Dig Dis Sci 1995;40:1607-1613 Accarino AM et al. Gastroenterology 1995;108:636-643 Holtmann G et al. Am J Gastroenterol 1997;92:954-959 Bouin M et al. Neurogastroenterol Motil 2004;16:311-314 patiënten met functionele buikklachten hebben geen lagere pijndrempel voor somatische pijnprikkels 4o C Whitehead WE et al. Gastroenterology 1990;98:1187-1192 Serotonine (5-HT) speelt belangrijke rol als transmitter 5-HT Viscerale hypersensitiviteit Motorische Afwijkingen Pijn De grootste voorraad bevindt zich in het maagdarmstelsel CZS – 5% maagdarmstelsel – 95% – enterale zenuwcellen – enterochromaffiene cellen 3. Abnormale centrale verwerking van sensorische informatie Functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) maakt lokale veranderingen in doorbloeding van bepaalde gedeelten in de hersenen zichtbaar Controle PDS prefrontal cortex anterior cingulate cortex insula thalamus fMRI bij PDS, reaktie op distentie van het rectum: grotere activiteit op verschillende belangrijke plaatsen Mertz H et al. Gastroenterology 2000;118:842-848 Verne GN et al. Pain 2003;103:99-110 Chang L et al. Am J Gastroenterol 2003;98:1354-1361 4. Psychische factoren • Psychologische stress geeft meer maagdarm-klachten – > 50% stress episode bij aanvang klachten • Patiënten met PDS hebben vaker gedrags- of psychologische aandoeningen • Psychologische factoren bepalen mede de kwaliteit van leven en kans op herstel. • Psychosociale factoren bepalen de kans op consultatie arts. Drossman et al. Gastroenterol 2002;123:2108 5. Andere factoren • Post-infectieuze PDS – ongeveer 25% van patiënten met acute Salmonellamaagslijmvliesontsteking houdt langdurig functionele buikklachten – Klachten na infectieuze gastroenteritis zijn identiek aan die van “gewone” PDS • Geactiveerd immuunsysteem • PDS-klachten bij inflammatoire darmziekten • Genetische factoren / sociale invloeden • Bacteriele overgroei? • Voedselallergie? Behandeling We hebben geen enkele afwijking gevonden. Hoepel op! Behandeling • uitleg, geruststelling • lichaamsbeweging • dieet? • • • • • Proef lactose beperkt dieet Vermijden van ‘gas-producerende’ producten Voedselallergie? Koolhydraten malabsorptie (vermijden FODMAPS) Vezelrijk dieet (PDS-c) Behandeling • bulkvormers (psylliumvezels) • spasmolytica (mebeverine) • anti-diarrhoea (loperamide) • laxantia • antidepressiva • • tricyclische antidepressiva, bijvoorbeeld amitryptiline specifieke serotonine-heropnameremmers (SSRI’s), bijvoorbeeld citalopram • overige medicatie: • • • Ketotifen? Rifaximine 2 weken probiotica • Bekkenbodem/defecatie-fysiotherapie • psychologische interventies • hypnotherapie Ford et al. Gut. 2009 Ruepert et al. Cochrane Database Syst Rev. 2011 Zorgpad PDS - praktijk • Zorgvraag patiënt • Huisarts en specialist: ROME III criteria en afwezigheid van alarmsymptomen – Verwijzing via zorgdomein • MDL verpleegkundig spreekuur (60 min) – Anamneseformulier / Rome Criteria / red flags / QoL – informeren/ begeleiden – evt. afstemmen MDL arts Zorgpad PDS - praktijk • Multidisciplinair overleg – Deelnemers: MDL-verpleegkundige, bekkenbodem fysiotherapeut, medisch psycholoog / hypnotherapeut, MDL-arts, diëtist – Doelstelling: • Toetsing Rome III criteria, andere aandoeningen uitsluiten • Indelen functionele klachten • Individueel behandelplan maken • Gemeenschappelijk Medisch Consult (GMC) met individuele aandacht – – – – 10 – 16 patiënten MDL-verpleegkundige is voorzitter, uitleg “beroeps” geheim Informatie ziektebeeld door MDL-arts Per patiënt 10 minuten consult door MDL-arts en MDL-verpleegkundige waarin behandelplan wordt besproken, eventuele verwijzingen worden geregeld evenals recepten • Terug naar de 1ste lijn / afgehandelde zorgvraag Resultaten • • • • • N = 173 Mean follow-up: 8.8 ± 4.0 months. 107 (61.8%) patients returned all questionnaires. 35.4% indicated adequate symptom relief (AR) AR for the three main treatment groups: – – – • • dietician, 33.3%, Physiotherapist, 52.6% psychologist, 50.0% Overall QoL-score improved significantly. Pain intensity (range 0-10) decreased significantly from 6.74 ± 1.97 to 5.86 ± 2.18 after consultation. Bonarius S, de Wit NJ, Witteman BJM. Meer grip op buikklachten. Medisch Contact 2009:64:1689-91 Imagine studie Vraagstellingen: 1) Werkt hypnotherapie beter of slechter dan educatief ondersteunde therapie? 2) Is hypnotherapie in groepsverband even effectief als individuele hypnotherapie? Deelnemers worden ad random in drie groepen ingedeeld: • individuele hypnotherapie • groepshypnotherapie • educatief ondersteunende therapie De behandeling zal bestaan uit een intakegesprek van twee uur (een uur gesprek en een uur vragenlijsten invullen). Vervolgens zes behandelingen van een uur, die om de week plaats zullen vinden. Vragen?