C. Kostprijsberekening met equivalente eenheden bij een productieproces met meerdere productiestappen met beginvoorraad Hierna volgen de gegevens van de volgende maand december van dezelfde NV Flash. Vanzelfsprekend vormt de eindvoorraad GIB van de vorige maand november de beginvoorraad van de nieuwe maand december. Controleer meteen of de hierna volgende gegevens m.b.t. de beginvoorraad GIB in beide afdeling ter zake in overeenstemming zijn. 1. Afdeling fabricage Beginvoorraad GIB aantal stuks 2 000 EQ.E opgenomen productiekosten in de beginvoorraad: Materiaalkosten Bewerkingskosten € 800 000 € 457 143 AFG 100% AFG 60% Productie van de nieuwe periode december Het betreft: - het verder afwerken van de 2 000 EQ.E uit de beginvoorraad - de nieuw opgestarte productie, nl. 6 000 EQ.E Kostengegevens: - materiaalkosten van de nieuwe periode - bewerkingskosten van de nieuwe periode € 2 520 000 € 2 260 000 We wijzen erop dat deze nieuwe grondstof- en bewerkingskosten niet enkel gemaakt worden voor de productie van de nieuw opgestarte fotocamera's, maar eveneens voor de verdere afwerking van de 2 000 stuks van de vorige maand november, althans wat de bewerkingskosten betreft. Extra grondstofkosten vergen deze 2 000 stuks uit de beginvoorraad niet meer vermits hun afwerkingsgraad m.b.t. materialen eind november 100 % was. Eindvoorraad GIB Materialen Bewerkingskosten aantal stuks 3 000 EQ.E AFG 100% AFG 80% 2. Afdeling finishing Beginvoorraad GIB aantal stuks 800 EQ.E Als opgenomen productiekosten in deze beginvoorraad: Getransfereerde kosten fabricageafdeling Materiaalkosten Bewerkingskosten € € € € 624 762 0 101 587 726 349 AFG 100% AFG 80% AFG 40% 14 In de afdeling afwerking wordt in de maand december werk gemaakt van: - het verder voltooien van de 800 EQ.E uit de beginvoorraad van deze afdeling. Zo moeten aan al deze eenheden nog materiaalkosten van de maand december toegerekend worden (AFG vorige periode was immers 0 % voor grondstoffen). Ook op het vlak van bewerkingskosten zullen in deze periode kosten nog toegerekend moeten worden (AFG vorige periode was immers slechts 40 % voor bewerkingskosten). - de finishing van de 5 000 nieuwe stuks die in de maand december uit de fabricageafdeling getransfereerd worden naar de afdeling afwerking. Ze moeten nog alle behandelingen in deze laatste afdeling ondergaan. Kostengegevens: - materiaalkosten bewerkingskosten Eindvoorraad GIB Eindvoorraad in stuks Materiaalkosten Bewerkingskosten € 460 000 € 1 940 000 € 2 400 000 1 000 EQ.E AFG 0% AFG 90% STROOMSCHEMA A (IN FYSISCHE EENHEDEN) 15 UITWERKING VOLGENS DE GEWOGEN GEMIDDELDE METHODE STROOMSCHEMA B (IN EUR) Bij het uitwerken van de oplossing rijst het keuzeprobleem m.b.t. de toe te passen waarderingstechniek. Hierna zetten we deze problematiek eerst uiteen. De problematiek m.b.t. de verrekening van de kosten opgenomen in de beginvoorraad GIB Bij de berekening van de productiekostprijs van de 3 000 EQ.E goederen in bewerking in de fabricageafdeling enerzijds en de productiekostprijs van de 5 000 EQ.E die in december getransfereerd worden naar de afdeling afwerking anderzijds, rijst de vraag aan welke van voornoemde output de kosten van de vroegere periode, die nu nog in de beginvoorraad van december terug te vinden zijn en de kosten van de huidige periode toegerekend worden. De NV Flash kan immers kiezen tussen de volgende waarderingstechnieken: de FIFOmethode (first in - first out) of de gewogen gemiddelde methode. Voor de maand december die gestart wordt met de eindvoorraad van de vorige periode (= 2 000 E eind november) moeten wij m.b.t. de fabricageafdeling dan ook beslissen of ze de al gestarte productie qua waarde (d.w.z. € 1 257 143): 1. ofwel enkel en alleen doorrekent aan de eenheden die in de volgende productiestap, namelijk de afdeling afwerking, terechtkomen (het principe first in - first out); 2. ofwel samen met de nieuwe kosten van grondstoffen en bewerking van de nieuwe decemberperiode a.h.w. gespreid doorrekent aan de eindvoorraad goederen in bewerking en aan de afgewerkte en doorgestuurde fotocamera's naar de finishing afdeling (de gewogen gemiddelde methode). 16 Meer algemeen worden zo de kosten verbonden aan de beginvoorraad goederen in bewerking in een bepaalde productiestap: - in geval van FIFO: nooit meegerekend in de productiekostprijs van de eindvoorraad goederen in bewerking in diezelfde productiestap in die periode; - in geval van gewogen gemiddelde: altijd gespreid over de producten die deze bepaalde productiestap verlaten en deze die zich nog in de eindvoorraad goederen in bewerking van deze productiestap bevinden in de betrokken periode. Voor de NV Flash kunnen we dat schematisch als volgt voorstellen: de waarde van de afgewerkte productie van de afdeling fabricage die getransfereerd wordt naar de afdeling finishing de waarde van de afgewerkte productie van de afdeling fabricage die getransfereerd wordt naar de afdeling finishing de waarde van de eindvoorraad goederen in bewerking van de afdeling fabricage de waarde van de eindvoorraad goederen in bewerking van de afdeling fabricage Uiteraard geldt dezelfde gedachtegang ook voor elke daaropvolgende afdeling bij process costing. 17 BEREKENINGSTABEL AFDELING FABRICAGE Verklaring berekeningstabel Zoals de berekening aantoont, worden de kosten opgenomen in de beginvoorraad goederen in bewerking eerst vermeerderd met de kosten van de nieuwe periode. Daarna worden de totale productiekosten (voor materialen = € 3 320 000,voor bewerking = € 2 717 143) doorgerekend aan de afgewerkte fotocamera's en aan de eindvoorraad goederen in bewerking, uitgedrukt in equivalente eenheden afgewerkte fotocamera's. Daarna wordt de eenheidsprijs per equivalente afgewerkte eenheid verkregen. VASTSTELLING OUTPUT PRODUCTIEPROCES IN AFDELING FABRICAGE 18 BEREKENINGSTABEL AFDELING FABRICAGE Verklaring berekeningstabel Vooraf wordt voor de drie kostencomponenten (de getransfereerde productiekosten van de afdeling fabricage, de materiaalkosten en de bewerkingskosten) het totaal gemaakt van de kosten van de beginvoorraad goederen in bewerking in de afdeling afwerking en de kosten van de nieuwe periode. Voor de getransfereerde kosten van de fabricage afdeling betekent dit dat: De hiervoor zelf berekende productiekostprijs van de voltooide productie (= € 3 910 908) in de fabricageafdeling vermeerderd wordt met de kosten van de beginvoorraad goederen in bewerking in de afdeling afwerking (= € 624 762). De totale kosten worden vanzelfsprekend toegekend aan de 5 000 fotocamera's die getransfereerd werden naar de afdeling afwerking + de 800 fotocamera's die in de beginvoorraad goederen in bewerking van de afdeling afwerking werden aangetroffen. Deze laatste digitale fotocamera's worden vanzelfsprekend voor 100 % meegeteld m.b.t. de toerekening van de productiekosten van de vorige afdeling fabricage. Aangezien de materiaalkosten van de afdeling finishing pas helemaal aan het einde van het productieproces toegevoegd worden, bevat de beginvoorraad goederen in bewerking van deze afdeling geen materiaalkosten. Vanzelfsprekend geldt dat ook voor de eindvoorraad goederen in bewerking van de finishing afdeling. Bijgevolg worden de kosten van de nieuwe periode (= € 460 000) alleen toegekend aan de volledig voltooide digitale fotocamera's van de finishing afdeling (= 4 800 E). Voor de bewerkingskosten daarentegen worden de kosten van de beginvoorraad goederen in bewerking van de finishing afdeling (= € 101 587) eerst vermeerderd met de bewerkingskosten van de nieuwe periode (= € 1 940 000 EUR). Het totaal van de bewerkingskosten wordt toegerekend aan de voltooide fotocamera's (= 4 800 E) en de equivalente eenheden afgewerkte digitale fotocamera's van de eindvoorraad goederen in bewerking (= 900 E) De berekeningstabel toont aan dat de productiekostprijs per afgewerkte fotocamera, vastgesteld volgens de gewogen gemiddelde methode, afgerond € 1 236 bedroeg. 19 20 21 Verklaring berekeningstabel Bij toepassing van de FIFO-methode worden de kosten van de beginvoorraad goederen in bewerking alleen doorgerekend aan de volgende productiestap, m.a.w. aan de eenheden getransfereerd naar de afdeling afwerking. Anders uitgedrukt, de materiaal- en bewerkingskosten verbonden aan de beginvoorraad goederen in bewerking worden niet doorgerekend aan de eindvoorraad goederen in bewerking uitgedrukt in equivalente eenheden afgewerkt product van de fabricageafdeling. Deze eindvoorraad goederen in bewerking bevat alleen kostenelementen van de nieuwe productieperiode. In de berekeningstabel worden daarom ook alleen de kosten van de nieuwe periode opgenomen, aangezien alleen die kosten (€ 2 520 000 materiaalkosten en € 2 260 000 bewerkingskosten) doorgerekend worden aan de voltooide digitale fotocamera's van de fabricageafdeling en de eindvoorraad goederen in bewerking utgedrukt in equivalente eenheden afgewerkte digitale fotocamera's. Zoals gezegd wordt de waarde van de beginvoorraad goederen in bewerking van de fabricageafdeling integraal doorgerekend aan de fotocamera's getransfereerd naar de afdeling afwerking. De kosten van de beginvoorraad goederen in bewerking worden daarom buiten de berekeningstabel gehouden en pas in een tweede stap aan de voltooide en getransfereerde productie toegekend. Aangezien de getransfereerde productie naar afdeling afwerking 5 000 E groot is, zal die als volgt gewaardeerd worden: 1. De materiaalkosten - In de eerste plaats wordt aan 2 000 fotocamera's de waarde van de beginvoorraad integraal toegekend (=€ 800 000). De berekeningstabel vermeldt noch deze eenheden, noch de eraan toegewezen productiekosten. - De overige 3 000 fotocamera's (5 000 voltooide fotocamera's - 2 000 fotocamera's van de beginvoorraad) krijgen de materiaalkosten van de nieuwe periode (= € 2 520 000) gedeeltelijk toegerekend. Het andere deel wordt toegekend aan de 3 000 fotocamera's van de eindvoorraad goederen in bewerking. In de berekeningstabel worden die gegevens integraal teruggevonden. 2. De bewerkingskosten - In de eerste plaats wordt aan 1 200 equivalente afgewerkte fotocamera's de waarde van de beginvoorraad integraal toegekend (= € 457 143). Opnieuw worden die gegevens buiten de berekeningstabel gehouden. - De overige 3 800 afgewerkte fotocamera's (5 000 voltooide fotocamera's - 1 200 equivalent voltooide fotocamera's van de beginvoorraad) krijgen de bewerkingskosten van de nieuwe periode (= € 2 260 000) gedeeltelijk toegekend. Het andere deel wordt ook hier terug toegekend aan de eenheden van de eindvoorraad goederen in bewerking (= 2 400 EQ.E afgewerkte productie). In de berekeningstabel worden in totaal 6 200 equivalente eenheden afgewerkte fotocamera's teruggevonden. Opnieuw zijn 5 000 E qua bewerkingskosten gewaardeerd. Merken wij ten slotte nog op dat in de berekeningstabel de verkregen eenheidsprijs zowel gebruikt wordt t.a.v. de afgewerkte productie van de betrokken periode als t.a.v. de eindvoorraad goederen in bewerking van de betrokken periode. 22 23 Verklaring berekeningstabel Toepassing van het FIFO-systeem houdt voor de afdeling afwerking in dat de waarde van de beginvoorraad goederen in bewerking van de afdeling afwerking (= € 726 349) uitsluitend doorgerekend wordt aan de voltooide productie in doze afdeling. Zoals in de fabricageafdeling worden de gegevens van de beginvoorraad (zowel de erin opgenomen productiekosten als de equivalente eenheden afgewerkte fotocamera's) buiten de berekeningstabel gehouden. Ook nu weer worden de productiekosten van de beginvoorraad goederen in bewerking pas in eon tweede stap, namelijk bij de berekening van de productiekosten van de voltooide productie (zie vaststelling output), in rekening gebracht. Aangezien er 4 800 E voltooide fotocamera's zijn, wordt deze voltooide productie als volgt gewaardeerd: 1. De getransfereerde productiekosten van de fabricageafdeling - Aan 800 fotocamera's wordt de waarde van de beginvoorraad integraal doorgerekend (= € 624 762). In de berekeningstabel worden ze niet opgenomen. - Aan de overige 4 000 fotocamera's worden de getransfereerde productiekosten van de nieuwe periode (= € 3 902 304) gedeeltelijk doorgerekend. Het andere deel vinden wij terug in de eindvoorraad goederen in bewerking (= 1 000 EQ.E afgewerkt product). In de berekeningstabel worden deze gegevens integraal teruggevonden. 2. De materiaalkosten - Aan 0 fotocamera's kunnen geen materiaalkosten doorgerekend worden, omdat de materialen in de beginvoorraad goederen in bewerking helemaal niet aanwezig zijn. - Aan 4 800 fotocamera's, m.a.w. aan ALLE eenheden, worden de materiaalkosten van de nieuwe periode (= € 460 000) geheel toegekend, omdat in de eindvoorraad goederen in bewerking nog geen materiaalkosten opgeslagen zijn. Herinneren wij eraan dat de materialen in het productieproces pas in allerlaatste instantie toegevoegd worden. De berekeningstabel vermeldt dezelfde gegevens. 3. De bewerkingskosten - Aan 320 equivalent afgewerkte fotocamera's wordt de waarde van de beginvoorraad integraal toegekend (= € 101 587). Opnieuw worden die gegevens buiten de berekeningstabel gehouden. - Aan 4 480 afgewerkte fotocamera's worden de bewerkingskosten van de nieuwe periode (= € 940 000) gedeeltelijk toegekend, omdat het andere deel verrekend wordt in de eindvoorraad goederen in bewerking (= 900 EQ.E afgewerkt product). In de berekeningtabel worden in totaal aan 5 380 equivalent afgewerkte fotocamera's € 1 940 000 EUR bewerkingskosten toegekend. 24 25 (bron: Cost Accounting, Ann Jorissen e.a., uitgeverij De Boeck) 26