Hovenier 21, VG 289 CLARA RASKIL Mozart Pianoconcert in A-dur Gebracht langs donkervlietende rivieren, langs ravijnen van brokkelig gesteente naar de eindelijke weiden van de rust. De beek spreekt in zichzelve, gentianen dragen de droppels op het ernstig blauw, varens zijn nog gefronst. En steeds het prevelen, prevelen van water. - Zijt gij daar, die op aarde naast mij was? O liefste, liefste, hoe aanzie ik thans uw eigen staat, en weet ik wie ik zelve mag zijn. - Herken het tekenschrift der vlinders en der purperen honingmerken: strofen op aarde onontraadselbaar. Dit is het, wat wij nimmer uit te spreken vermochten, wat thans op de lippen ligt van zelve. Hoor, het water vraagt dat wij nog zwijgen, want de wind heft aan, vlagen van snaren, ruisend, en daarachter een donker stromen, waar de oorsprong verholen is. Dit gedicht is auteursrechtelijk beschermd. Voor het verkrijgen van toestemming voor overname, voor welk doel dan ook, dient u zich schriftelijk te wenden tot: Erven Ida Gerhardt, p/a Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Singel 262, 1016 AC Amsterdam.